Historisch Archief 1877-1940
GRONDBEDRIJF EN ERFPACHTSTELSEL
DE ideeën der menschen wisselen met de
tijden en de economische omstandigheden,
waaronder de menschen leven, zijn
voortdurend aan verandering onderhevig. Die ideeën en
omstandigheden beïnvloeden elkander wederkeerig.
Het is de bedoeling van de volgende beschouwingen
deze merkwaardige verschijnselen toe te lichten
aan het grondbedrijf en het erfpachtstelsel in de
laatste halve eeuw.
De gewichtigste economische factor, die de stads
uitbreiding en dientengevolge ook d£ te volgen
politiek bij het grondbedrijf en het erfpachtstelsel
beheerscht, is de groei van de bevolking. De be
volking van ons land en in het bijzonder die van de
groote steden is in die halve eeuw ontzaglijk ge
groeid. Honderd jaar geleden telde Amsterdam
ongeveer 200.000 inwoners, thans bijna 800.000.
In een halve eeuw, eigenlijk slechts in het tweede
gedeelte van die halve eeuw, is de bevolking van
Amsterdam met 200.000 inwoners toegenomen. In
de daarop volgende halve eeuw zijn er bijna 400.000
inwoners bijgekomen.
De bevolking van Den Haag is in n eeuw bijna
vertienvoudigd. Die stad telde een eeuw geleden
niet veel meer dan 50.000 inwoners. De bevolking
is eerst in een halve eeuw en daarna telkens in
25 jaar verdubbeld, zoodat zij thans bijna 500.000
inwoners telt.
Het is begrijpelijk, dat men, toen men aan het
eind van de vorige en in het begin van deze eeuw
dit verschijnsel waarnam, zich afvroeg of het in
dit tempo door zou gaan. .
Eigenlijk eerst in de laatste jaren heeft men de
oorzaken van dien groei der bevolking wetenschap
pelijk geanalyseerd. Die groei wordt niet veroor
zaakt door de vermeerdering der geboorten, in
tegendeel, in alle kringen der bevolking daalt het
geboortecijfer. Die groei vindt uitsluitend zijn
oorzaak in de vermindering van désterfte, in ver
beterde hygiënische omstandigheden. En het is
waarschijnlijk, om niet te zeggen zeker, dat deze
daling van de sterfte niet in hetzelfde tempo voort
gang zal vinden, zoodat geboortecijfers en sterfte
cijfers op den duur in evenwicht zullen komen te
verkeeren, wat beteekent, dat de bevolking
stationnair zal worden.
Dit vraagstuk is nauwkeurig onderzocht in drie
rapporten, die op Amsterdam, Den Haag en Rotter
dam betrekking hebben. In 1932 verscheen in
Amsterdam het rapport van den Directeur van den
dienst der Publieke Werken ir. W. A. de Graaf; in
1933 «en boek van de hand van den Directeur van
den dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuis
vesting te 's-Gravenhage ir. P. Bakker Schut; en
in 1934 een geschrift van den ir. L. H. J. Angenot,
verbonden aan den dienst der Stadsontwikkeling te
Rotterdam. Deze rapporten komen ten aanzien van
het vraagstuk tot gelijksoortige conclusies. De
bevolking zal nog eenige tientallen jaren in een
langzamer tempo toenemen. Doch voor het
jaar 2000 zal de bevolking ongeveer gestabiliseerd
zijn.
Onder den invloed van de crisis is de groei van
de bevolking van Amsterdam, sinds die rapporten
verschenen zijn, nog veel sneller tot stilstand
gekomen. In Amsterdam is in 1935 de bevolking
verminderd. Maar dat kan een tijdelijk verschijnsel
zijn.
Deze berekeningen hebben natuurlijk zeer be
langrijke consequenties voor de uitbreiding van
die steden, voor de vraag naar grond en naar
woningen en voor de stijging van de waarde van
den bouwgrond.
DE waardestijging van den grond aan de buiten
zijde van een groeiende stad pleegt in twee
perioden te geschieden. In de eerste periode wordt
de grond van cultuurgrond bouwgrond. In de
tweede periode komt de bouwgrond, die aanvan
kelijk aan den buitenkant van de stad was gelegen,
doordat steeds nieuwe weilanden bebouwd worden
en het verkeer zich uitbreidt, minder afzijdig te
SPAAR VOOR EEN
EIGEN HUIS
Sluit een Bonwspaarcontract bij de
H.ÏJypotlieciiraBoDwkasJïbos
WEVERSTRAAT 40, ARNHEM, TEL. 22289
Voor een huis van b.v. f 6000.?, waar
voor ongeveer f 1500.?gespaard, betaalt U gedurende
20 jaren ongiVMr f 25,?ptr miand, waardoor Uw huis
dan schuldvrij is. Eigenaarslasten en renteverlies
over Uw f 1500.?niet inbegrepen.
liggen. In die beide perioden ondergaat de grond
een waardevermeerdering. Men heeft wel getwist
over de vraag, welke van die waardevermeerderingen
het grootst is. In ieder geval speelt de eerste waarde
vermeerdering zich af in een betrekkelijk korte
periode van hoogstens enkele tientallen jaren, de
tweede waardevermeerdering in een veel langere
periode.
Die waardevermeerdering is niet door de eigenaren
van die gronden veroorzaakt. Deze worden om zoo
te zeggen slapende rijk. De gemeente daarentegen
moet zich geweldige uitgaven getroosten voor de
stadsuitbreiding. Het wordt algemeen wenschelijk
geacht, dat men maatregelen neemt om die waarde
vermeerdering te doen vloeien in de gemeentekas,
althans dat men voorkomt, dat de gemeente later
die gronden, die zij voor den openbaren dienst
noodig heeft, voor den hoögeren prijs moet koopen.
In hoofdzaak twee middelen staan de overheid
daartoe ten dienste. Zij moet de gronden koopen,
wanneer zij nog de waarde van cultuurgrond
hebben, om ze later voor de hoogere waarde uit
te geven, terwijl de gemeente de beschikking over
die gronden, welke zij voor den openbaren dienst
noodig heeft, moet houden. Wil de gemeente ook
de waardevermeerdering in de tweede periode deel
achtig worden, dan moet zij de bouwgronden niet
verkoopen, maar in erfpacht uitgeven. Later, in
den regel na 75 jaar, zal zij de waardevermeerdering
kunnen incasseeren, door de canons te
verhoogen, in evenredigheid met de sindsdien gestegen
waarde van den grond.
In Amsterdam is de waarde van den bouwgrond
en den bouwrijpen grond in de jaren 1860 tot 1890
aanzienlijk gestegen. Ten einde in de toekomst van
de te verwachten vermeerdering ook voor de
gemeentekas te profiteeren, heeft men in de
negentiger jaren van de vorige eeuw het erfpacht
stelsel ingevoerd. Die waardevermeerdering is
inderdaad nog eenige tientallen jaren doorgegaan en
zij zal, wanneer de crisis voorbij is, ook misschien nog
wel eenige tientallen jaren aanhouden. In het
Amsterdamsche grondbedrijf zijn gronden inge
bracht voor een prijs van ongeveer 130 millioen
gulden. Volgens de enkele jaren geleden opgemaakte
balans, hadden zij toen een waarde van ongeveer
180 millioen gulden.
Is het aannemelijk, dat het in dit tempo door zal
gaan ?
MEN heeft vóór den oorlog en in de jaren van
hausse na den oorlog eigenlijk zonder er zich
precies rekenschap van te geven, in den waan
geleefd, dat de groei van de bevolking, de uit
breiding van de stad, de vraag naar bouwgrond en
woningen en de waardestijging van den grond
onbepaald zou toenemen. Het is tijd er zich reken
schap van te geven, dat men zich pok in dit opzicht
aan illusies heeft overgegeven. Er is alle aanleiding
zich althans in tweeërlei opzicht te bezinnen.
Met de kennis van zaken, waarover wij op dit
oogenblik beschikken, moeten wij constateeren, dat
het niet waarschijnlijk is, dat de stijging van de
waarde van den bouwgrond in onze groote steden,
onbepaald aan zal houden. Het is integendeel niet
onaannemelijk, dat,,zoo er al weer een kentering
zal intreden na de waardedaling van de crisisjaren,
de waarde van den bouwgrond op den duur
vrijwel constant zal blijven en misschien zelfs zal
verminderen.
Daarmede hangt ten nauwste samen het tweede
punt, waarvan de bestuurders van de groote steden,
die over een groot bezit aan grond beschikken en
dien grond in erfpacht hebben uitgegeven, zich wel
rekenschap mogen geven: dat het zeer goed moge
lijk is, dat men op den duur de canons niet zal
moeten verhoogen, maar integendeel verlagen en
dat men daarmede hier en daar zelfs niet zal kunnen
wachten totdat de erfpachtscontracten zullen zijn
afgeloopen. Wanneer een erfpachter niet meer in
staat is zijn verplichtingen na te komen, moet men
hem executeeren en er zullen zich dan misschien zulke
omstandigheden voordoen, dat men den grond
slechts weer in erfpacht uit zal kunnen geven tegen
een lageren canon.
Wij leven in een tijd, waarin men allerwege
roept om ordening onder leiding van de overheid.
Op het gebied der stadsuitbreiding zijn een dergelijke
ordening en leiding inderdaad onmisbaar. Ook hier
geldt: gouverner, c'est prévoir. Maar men moet er
ter dege voor waken» niet in de tegenovergestelde
fout te vervallen, dat men meent de toekomst te
kunnen voorspellen. Een mensen en ook niet de
overheid, die slechts uit menschen bestaat, moet
niet voor voorzienigheid willen spelen.
A. C. JOSBPHUS JlTTA
PAO. 2 M GROENE Me.M*l
iMiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiimi
s
s
i
f
s
s
i
s
s
s
5
Verkeerd verkeersinzicht
ER BESTAAT IN AMSTERDAM
als een Rokinvraagstuk. De
menschen zeggen: dempen, en de lie
van oudheden zeggen: niet dempen.j
vuur van de discussies zijn de b?tc
altijd even helder en wordt aan de
waarheid wel eens iets te kort gedaan, l
heer J. van Eek, bestuurslid van het
Oudheidkunstig Genootschap, maakt het j
wanneer hij beweert (cursief gedrukt ia]
bruarinummer van Amstelodamum"):,
kin heeft voldoende breedte tot behoor lijkt\
tie." Blijkbaar passeert de heer Van
Rokin slechts per tram. Als hij er eens <
uur aan besteden wil om tusschen het
en den Dam op en neer te fietsen, zal!
Binnengasthuis ruimschoots tijd vinden]
een juister inzicht te komen.
| Het verbod van het N.J.S.-uniforn
| f""\E meest eclatante aanwijzing, dat i
| L/ nale Jeugdstorm (leider: de N.S. B.-s
| Van Geelkerken) meer politiek dan ps
| van karakter was, ligt in het ,,rouw-nu
= van het orgaan De Stormmeeuw, tl at, <
| eveneens weinig-jeugdige inleiding na,]
l bestaat uit pleitnota, conclusie en arrest i
l van den Hoogen Raad.
TiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiMiiiiiimiiiiiiiiHiiimiiiiiiiimiMiiiiiiiiiit
Van
Om de plannen voor den hoojlstt
Raadhuis-bouw is reeds een fellt\
ontbrand, en dat, opmerkelijk ge
in onze architecten-wereld, tusschen de ut
van verschillende richtingen of cöterieën. Er\
daar voorloopig een uiterst sympathieke een
heid, die alle onderlinge strijdvragen ter zijl
voor de behartiging van algemeene cultuur
Van allékanten wordt er met overtuigin
gepleit het uitschrijven van een of meer p
te doen voorafgaan aan de aanwijzing
bouwmeester, die de thans te vergeven unieke i
ten uitvoer zal hebben te brengen.
De bestuurderen van Amsterdam schijn
echter niet aan te willen en hun worden dt\
lingste plannen ten aanzien van de in ca*uit|
procedure, klaarblijkelijk niet zonder grond, \
schreven.
Dat is wel verwonderlijk.
Wie de verantwoordelijkheid aanvaardt
ondernemen van een bouwwerk van hei
en cultuurhistorische belang, dat een ni--uvi\
huis van de eerste gemeente des lands h
toch op het minst de overtuiging hebben, dal
het beste gegeven zal worden, wat de
onzer dagen te geven vermag. Zonder het uit»
van tenminste n prijsvraag kan onder de \
omstandigheden zoodanige overtuiging nit
worden. Als alle terzake kundigen het er
zijn, dat op dit moment onder onze boM
er niet een is, diéa priori en omnium
aangewezene is om met de onderhavige
belast te worden, kan een politiek college
zeker niet de bevoegdheid aanmatigen om
te oordeden en op eigen gezag tot zo
wijzing over tégaan, nu bovendien geen en
thans levende Nederlandsche architecten ooit j
heid heeft gehad om blijk te geven van zijn
en kunnen ten aanzien van een projecr,
omvang en importantie voor vergelijking
thans aan de orde zijnde ook maar in de
in aanmerking zou komen.
Er zijn in de jongste geschiedenis der Net
sche architectuur voorbeelden te over, die
leering kunnen strekken. Men denke v/e
Berlage's Beurs, die zonder prijsvraag waar
nooit gebouwd ware. En leverde, nu al
twintig jaar geleden, de prijsvraag voor een]
gebouw voor de Rijksacademie voor
Kunsten geen verrassend en verblijdend res
in de ontdekking van een Duiker?
Maar er zijn in dit cos meer en andere ar
voor het volgen van dezen weg*
Een prijsvraag is thans noodzakelijk n
voor een. overtuigender beantwoording over dr]
wie het nieuwe Raadhuis zal bouwen. Zij'
iiHiHiiniiiiiiHiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiii.
s
unv?e. in het order" tot slot valt wel wat
ontdekken.
vo. koming van misverstand zij er op
ez n, dat de winkeliers in de
Leidsche?ze week vlagden, dat niet, gelijk de
_ch instanties hier te lande, deden ter
va de overwinningen van den aanvaller
,?, :ë. Daarvoor hebben de betrokken
diers -t veel goeden smaak en respect voor
vatti: ^en der Nederlandsche Regeering.
8
i
i
s
i
den
(Itler-Jugend bedreigt geen altaren" ?
^^^, MHMMMI^^^^^^^^^^^^^^^^MMilll|*M««MMMMM«WMMMMMMMM
leid> r van de Hitler-Jugend, die zich met
hoonen naam Baldur von Schirach
d, eindigde zijn verweer tegen het
ver[van ngodsdienstigheid zijner volgelingen
; W e Hitler lief heeft, die heeft
Duitschli'êf n wie Duitschland Hef heeft, heeft
ief."
ui r zonderlijke naïeveteit en uitzonderlijke
jde v; n het wezen aller hoogere godsdienst
en n--ken een argument mogelijk, dat in
,te { t gr ante n strijd is met het eerste der
Gebc.en van het Oude, en met het eerste
ie ieboden van het Nieuwe Testament.
Liiiiinr riiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiniii
ueuw
U'
or
tof.
ijk '
ualei.
huis
het
fcuns'
i/n, *
b'
elle .
en
rgv
[Teder
p ut;
\npt
V
lerge
lot
\stre
R
Vng
u
k/ en
rhe
ge'
\best,
\tnig,
iwel
V'
kir
'sch ?
t?
\jktd
raag
\ich ??
en ,
e/i,
A.
ijzen óf het bouwen daarvan onder de
.handigheden wel verantwoord kan heeten.
is alleen dan het geval, wanneer
aanordt gemaakt, dat daarmede een waardig
zal worden verkregen voor VanCampen's
waarop Amsterdam zijn aanspraken
'.-' prijsgegeven. En of de hedendaagsche
tot een dergelijke schepping bij machte
voorshands een open vraag.
'wkunst vertoont in de laatste decennia
< geenszins langs lijnen van geleidelijkheid
evolutie. Wij bevinden ons nog midden
/ der meeningen, die haar neerslag plegen
n een reeks elkaar afwisselende modes.
'<ke modes mag het belangrijkste bouwwerk
nd zeer zeker niet de uiting worden, noch
vandaag, noch van die van gisteren. Tot
?s dient vermeden téworden, dat hier een
ijst, waarover de volgende generatie zich
n of zich op zijn best vroolijk maken zal.
an de eens zoo hoog geprezen
Amster'looV' moge hier tot waarschuwend voor
den,
adhuis in dezen stijl, al dan niet met
'jan eenig glas en ijzer, opgetrokken zou
r dan een ramp beteekenen.
/c de meest overtuigde voorstander van het
Bouwen", ja juist hij, zal zich moeten
' voor deze richting de tijd is gekomen om
n dergelijke onderneming te wagen.
'e toekomst van Amsterdam, economisch,
olitiek? Wat het karakter en de status van
en het bestuursapparaat, die in het
'?uw zullen zetelen ?
't aangaande dit alles thans minder dan
zekerheid. Maar is er te dien aanzien
?n algemeen aanvaardbare aspiratie en
(rouwen van voldoende macht om tot
'te worden gebracht in een voor eeuwen
n artistiek verantwoorde architectonische
t wet zoo te zijn, en dat kan alleen in het
jsteem, dan zullen Amsterdam en
Neder'lukkig mogen prijzen en goed doen onver'
iet kfacht de uitvoering van het thans
n, bouwwerk ter hand te nemen, waaraan
waardige afdoende wijze kunnen
demon~t wij vast besloten zijn de economische
:e crisis, waarin wij leven, te overwinnen,
Izame gevolgen moet hebben in velerlei
f i ?enovergestelde gevat zal men echter beter
* beschikbare middelen voorloopig aan te wenden
>/c. ,i van bescheidener allure, opdat niet voor
t*lc ht een monument van de cultuurloosheid
\wgei worde opgericht. A
DE NEW DEAL haalde een punt óp. Het is
misgeloopen met de onwettigverklaring
van de TBNNBSSBB VALLEY AUTHORITY.
Het opperste gerechtshof der Vereenigde Staten
kon het ditmaal Big Business niet naar den zin
maken.
Het voortbestaan, onder de New Deal van
dit reusachtige, zich over verscheidene staten uit
strekkende, Waterschap" dat zijn taak vond in
bedijking, regularisatie en electriciteitsopwekktng,
was een doorn in 't oog van de public utility
companies. De T.V.A. verkocht zijn stroom, naar den
smaak van deze electriciteitsbedrijven (in Amerika
zijn dat private ondernemingen), te goedkoop.
De public utility companies kregen het lid op den
neus. Wall Street gaf Amerikaansche" tooneelen
te zien. Een niet te verwerken aantal
verkooporders; in de eerste plaats, maar volstrekt niet alleen
van public Utilities. Overigens is dat maar een kort
stondige onderbreking geweest van het economisch
herstel in Amerika. Het was opmerkelijk, zoo snel
als het publiek op de hoogte was. Terwijl in Washing
ton de President van het Hof nog aan het voor
lezen was en de in ingewikkelde rechtsterminologie
vervatte overwegingen in het begin van het vonnis
nog maar nauwelijks de strekking lieten doorsche
meren, hadden de commissionnairs m New York
handen vol werk. Er schijnt trouwens van te voren
reeds iets doorgesijpeld te zijn. Dat is nu eenmaal in
dergelijke zaken altijd het geval. Waarschijnlijk is
dat ook de reden geweest, waarom Hughes besloten
heeft de uitspraak te vervroegen.
New Deal of oude plooi", het geld speelt een
geweldige rol. Het mag dan weer eens lukken, zoo
als met dezen afgeketsten aanval tegen Roosevelt's
politiek, om op n plaats de macht van het geld,
of liever: van het niet door dwingende controle ge
breidelde bedrijfsleven te knotten in wezen geldt
het hier een eeuwigen strijd, die 's menschen wor
dingsgeschiedenis teekent. Het is de strijd tusschen
het instinct tot zelfbehoud, het individualisme, het
ieder voor zich en God voor ons allen" en het
sociale ideaal van een gelijk aandeel in de rijkdom
men voor een ieder. Wanneer het instinct tot zelf
behoud geheel onderdrukt wordt, sterft ieder initia
tief. Maar een ongebreideld individualisme leidt ook
in het economisch leven tot het oerwoud".
In dit verband is het natuurlijk onwetenschappe
lijk en onjuist om te spreken van de macht van
het geld". Politici doen dat dan ook slechts uit de
magogische overwegingen. De tendenzen van het
bedrijfsleven vormen geen bewuste macht. Hetgeen
overigens niet wegneemt, dat op een gegeven
oogenblik de vertegenwoordiger van een bepaald bedrijfs
belang zich niet zal geneeren om de passie te preeken.
Wij zien dat weer in de Vereenigde Staten, waar
Roosevelt zijn neutraliteitswet wel voor een aantal
maanden verlengd krijgt, maar er niet in slaagt
daarin ditmaal reeds volmachten te doen opnemen
die hem de gelegenheid geven door uitvoerverboden
de sanctie-politiek van den Volkenbond te steunen.
De Amerikanen houden van kernachtige uitdruk
kingen. Wij lazen een opschrift: Choice between
Trade and Peace. Dit kenteekent het, want inder
daad gaat het om 't alternatief tusschen de vrijheid
om handel te drijven en den plicht om (ook buiten
de eigen grenzen) den vrede in stand te houden. De
grootmachtigen der petroleum-belangen hebben
echter makkelijk werk den gemiddelden Amerikaan
te suggereeren, dat het zijn heilig recht is om handel
te drijven waar hij wil, en dat hij er zich niets van
hoeft aan te trekken of een stuk of wat vreemde
staten oorlog voeren of niet.
Zoo zien wij ook in tusschenstaatsche verhou
dingen dezelfde botsing der krachten, den strijd tus
schen individualistisch en collectivistisch denken.
In de evolutie van het leven wordt de
collectivistische factor steeds belangrijker.
IN FRANKRIJK is de Regeering Sarraut zich
bewust van een heel ander aspect van de Macht
van het Geld, n.l. hiervan, dat dit het meest noodige
is om rustig te kunnen regeeren. Het is hu gelukt
om in Engeland een groot, kort-loopend, crediet te
krijgen. De geleende £ 40 millioen zijn echter slechts
de tegenwaarde van- 3 milliard francs en de
Fransche schatkist heeft heel wat grootere be
hoeften l Maar consolidatie en rust, en de .bewezen
mogelijkheid in het buitenland crediet te hebben,
kunnen wonderen verrichten.
Men mag wel verwachten dat de verkiezingen,
die dit voorjaar gehouden zullen worden, in het
voordeel van het Front Populaire zullen uitvallen.
Wandaden, zooals die van de Camelots du Roy",
zijn daarvoor een uitstekende propaganda.
PAG. I DE GROENE N*. 3*4
Maar wil het Volksfront met succes regeeren, dan
zullen zij van hun verkiezingsprogramma (een
ongaar tutti-frutti van oppositie-wenschen, dat in
hoofdzaak bestaat uit naasting van de Bank van
Frankrijk en van wat je verder nog maar kunt ver
zinnen) tot een regeringsprogramma, tot een
nuchter en voor uitvoering vatbaar werkprogramma
moeten komen. Wanneer de regeering Sarraut, die
tenslotte op het Volksfront steunt, daarvan reeds
een voorproefje geeft, stemt dat tot vertrouwen.
Maar er zal een ander kabinet moeten komen. Met
socialisten er in, misschien zelfs met communisten.
Dat belooft interessant te worden I
In SPANJE bevocht het Volksfront bij de verkie
zingen reeds de zege. Naar Spaansche begrippen
ging het er ordelijk toe. De premier Valladeres moet
nu het veld ruimen. Het is te hopen dat Azana,
met den meer behoudenden Lerroux, weer kan samen
werken om het land de stabiliteit te geven, die het
zoo dringend behoeft.
AAN DE COLLECTIEVE VEILIGHEID, die
tweede of misschien aller-eerste groote zorg
van Frankrijk, wordt nog hard gewerkt. De onder
linge waarborgen" van Zuid-Oost Europa krijgen
vaster vorm. Koning Carol van Roemeniëheeft in
een redevoering scherp doen uitkomen hoezeer hij
daarin naast Frankrijk staat. Daarbij zette hij Hon
garije ongenadig op zijn nummer. Inderdaad is dit
land, naast Italiëen het Derde Rijk", den laatsten
tijd herhaaldelijk opgetreden als spelbreker in het
vredeswerk. Niet zoozeer in de groote politiek als
wel in kleine intriges. Het Oestachi-proces, dat nu
te Aix in stilte is geëindigd met veroordeeling tot
levenslangen dwangarbeid van de beide moordenaars
van koning Alexander en Barthou, gaf daar weer
heel wat over te denken. Het Hongaarsche aandeel
hierin was echter een gedane zaak en een oude
geschiedenis.
Vóór Hongarije en zijn revisionistische aanspra
ken heeft vaak het feit gesproken, dat er zooveel
Hongaren wonen in gebieden die niet langer tot dit
land behooren. Koning Carol heeft nu gezegd,
dat er voor illusies geen plaats is. Het dient toe
gegeven te worden, dat het in Oost Europa nooit
mogelijk zal zijn een ethnisch of linguïstisch be
vredigende grenslijn te trekken. Groote bevolkings
groepen schuiven er steeds in hetzelfde gebied over
elkaar heen en iedere grens is noodzakelijkerwijs
onbillijk".
Hongarije is echter de grootste lastpost niet. Het
zijn Italiëen Duitschland die een vredig Europa in
den weg staan. Italiëheeft in Abessyniëeen militair
succes behaald en eenige bergruggen ten Zuiden
van Makallébezet, waardoor de positie ter plaatse
minder benard wordt. Al is dit succes voor het
uiteindelijk verloop van weinig belang, voor het
o ogenblik zal deze overwinning Italiëniet toegeef
lijker maken. Het hindert niet. Want juist uit de
actieve Volkenbondspolitiek van dit jaar moet de
krachtige internationale solidariteit groeien. Een
solidariteit, die tot het afdwingen van den vrede ook
werkelijk in staat blijkt, een collectieve bescherming
die het beschaafde deel van Europa de gelegenheid
geeft veilig het einde van het Derde Rijk" af te
wachten. Voor het Duitsche Volk, in de allereerste
plaats, is het te hopen dat dit einde spoedig in het
zicht komt. Wat daarvoor noodig is, dat is een gees
telijke wedergeboorte van dit volk. Bedriegen de
teekenen niet, dan zien wij dat de moed van
een Jacobi, die ondanks Nazi-waarschuwingen op
nieuw te Berlijn gepredikt heeft, en de vasthoudend
heid van een Faulhaber, die zich door het volk van
München gedragen weet, bewijzen dat al vast in
geestelijke zaken een niet-te-overschrijden slagboom
is neergelaten tegen den waanzin van het
nationaalsocialisme. Mér dan dat. Een terug-dringen is be
gonnen.
OOK ZWITSERLAND beseft dat het nazi-dom
een geestelijk gevaar is. Na de jongste gebeurte
nissen, den moord op Gustloff en het antwoord
daarop, dat Hitler gaf, toen (Slot volgende pagina)
!f l