De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 22 februari pagina 8

22 februari 1936 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

Natuur WIJ en de"wetenschap BEWEGEND ZAND Dr. Jac. P. Thijsse DE vele stormdagen van dezen winter" hebben bij menigeen weer twijfel doen rijzen aan gaande de soliditeit van Nederland. Wanneer men de branding de kust ziet beuken en heele brokken duin zienderoog worden weggesleurd, ter wijl om ons heen de zandslangen en zandsluiers in fel beweeg worden voortgeslingerd, dan zou men zich licht afvragen, hoe lang dat nog kan duren. Men ziet daarbij over het hoofd, dat het al meer dan veertig eeuwen heeft geduurd, wel is waar met veel wisse ling van goed en kwaad, maar toch zoo dat er thans een paar millioen menschen tamelijk rustig leven in de beschutting van dat losse zand. Ook moet ge er vooral aan denken, dat het niet in de eerste plaats de storm en de branding zijn, die de duinen zouden afbreken. Het gebeurt wel, dat we hier en daar een stuk strand en duin verliezen, maar dan is de stroom de schuldige, de vloedstroom, die tweemaal daags langs de kust strijkt en die dan wel eens te dicht bij komt en de kantjes er af schuurt. Daar is geen storm voor noodig; men kan het zien gebeuren op stille zonnige zomermorgens. Natuurlijk kunnen stormen en springvloeden hier bespoedigend optreden en bij die gelegenheid komen dan de berichten in de krant, dat de Noord-Oostpunt van Texel het nu wel gauw zal begeven. Maar wanneer, wat heel goed mogelijk is, de banken in de zee hun ligging eenigszins wijzigen en daardoor de vloedstroom wordt verlegd, dan is niet alleen alle gevaar geweken, maar er ontstaat misschien een heel nieuw breed strand met nieuwe duinen. Zoo iets hebben we nog niet zoo heel lang geleden zien gebeuren aan de Noord-Westpunt van Schiermonnikoog De storm kan heel wat zand ver plaatsen. Ik weet niet, of daar wel eens behoorlijke bsrekeningen van zijn opgezet, moet maar eens informeeren bij mijn vrienden aan Waterstaat. Ik heb dat bij verschillende gelegen heden wel eens geprobeerd door zands taart j es op te meten of stuif zandophooping op een plank, maar moet dat nog eens herhalen, want de uitkom sten zijn mij nog te verbijsterend. De snelste verplaatsingen heb je natuurlijk op het vlakke strand, want in het duin zelf vangen de planten de windkracht op en het zand slaat neer. Daar hebben we dus geen afbraak, maar opbouw en ik heb menigmaal een duinrichel door een f linken storm een halven meter hooger zien worden en daardoor liepen de planten dan weer min of meer gevaar, al naardat ze al of niet gewapend zijn tegen derge lijk avontuur. Wie bij een stijve bries door het duin heen zeewaarts wandelt, zal aanvankelijk heelemaal geen last hebbsn van stuivend zand, maar bij het bestijgen van de laatste richel krijg je den stekenden aanslag van de scherpe korreltjes te verduren in steeds stijgende frequentie. Ook daar zou je een leerzame berekening over kunnen opzetten. Het strandzand komt dus niet zoo heel ver het duin in en hoogt de buitenste duinen op, die daardoor ook alweer een heel bepaal den plantengroei hebben. WAT binnen de zeereep ligt is betrekkelijk rustig, zoolang het plantenkleed niet wordt verbroken. Doch wanneer dit gebeurt, dan kunnen verstuivingen ontstaan en krijgen wij zelfs wandelduinen. In onze jeugd kregen we over zulke stuifduinen de allerijselijkste dingen te hooren, van wouden en dorpen, die werden bedol ven enz. enz. Maar dat gebeurde alle maal geruststellend ver weg, heelemaal in de Landes bij Bordeaux of op de Kurische Nehrung in Oost-Pruisen. Intusschen hebben ook bij ons. de duinen wel danig gewandeld en gesto ven, anders waren ze ook nooit zoo mooi geworden. Ook zijn er wel boerderijen en bosschen bedolven en je ziet thans nog op menige plaats aan den binnenduinrand zoowel in NoordHolland als in Zuid-Holland eeuwen oude eiken tot aan hun hals in voor malig stuif zand staan. In het Schoorlsche duin hebben we een heel beroemden wandelaar, die heet de Ijsbeer. Die kan voorloopig geen kwaad en is alleen een belang wekkend natuurverschijnsel, evenals de kleinere en grootere wandelduinen en duinen-met-stuifkoppen op de Wad deneilanden. Het is inderdaad een groot genot, om deze levende duinen te beschouwen en in hen alweer een van de vele onderhoudende uitdrukkingen te zien van ons bewonderenswaardig klimaat en gelukkige ligging. Zoo'n levend duin vertelt allerlei van zomerregen en winterregen, van de wisseling der klimaatperioden, van vestiging en ver dwijning van plantensoorten en van de eigenschappen van die planten zelf, waardoor ze in staat zijn de wisse lingen van den bewegenden bodem te doorstaan of er zelfs van te profiteeren. Zie maar op onze foto, hoe de groote Zwarte Populier stand houdt en hoe in het rond de Kruipwilg gereed staat om weer over het stuifzand heen te groeien. Maar op 't oogenblik is daarvoor weinig kans, want we hebben onrustig weer, getuige de windribbels in 't zand voor het stuif gat. Wanneer we nu dat stuif gat dichten (ik denk er niet aan) en er volgen twee rustige vochtige zomers, dan komt dit wandel.düintje alweer tot stilstand en ver andert in een aardige boschhelling. .Inmiddels is dan wel elders weer eenige beweging gekomen, want de mogelijkheden daartoe zijn vele, ook buiten mensch en konijn om. GEKLEURDE FILMS zijn al oud: meer dan twintig jaar geleden liep er hier te lande een grote film over Alva geheel in natuurlijke kleuren", zooals het programma ver meldde. De kleuren waren ongeveer even natuurlijk als die van de goed koopste gekleurde prentbriefkaarten uit dezelfde tijd, en als Alva voor een rood tafelkleed ging staan werd de vergulde schede van zijn degen eens klaps rood doordat de man die de beeldjes had gekleurd onmogelijk zulke fijne details had kunnen verzorgen. Het geheel was van dien aard dat zelfs het weinig verwende bioscooppubliek van die dagen het niet wenste te slik ken, en daar het procédé(kleuren met de hand) bovendien nogal kostbaar was verdween de gekleurde film van het programma. Voor lange tijd. Een redelijke kans kreeg de kleuren film pas toen men er in geslaagd was, langs zuiver optisch-mechanische weg gekleurde beelden op het witte doek te krijgen. Bepaald volmaakt is de weer gave nog wel niet, en wat er op die manier van de film als kunstwerk terecht komt, zullen we veiligheids halve maar in het midden laten, maar de kleurenfilm is er n er is geen twijfel aan of ze zal er blijven ook. En nu in teresseert ons natuurlijk de vraag: hoe wordt zo'n film gemaakt, en hoe komt het dat daar zo veel moeilijkheden aan vast zitten? IN principe is het zoo: men maakt eenvoudig" drie films met dezelfde beelden maar in verschillende kleuren, de eerste b.v. rood, de tweede geel en de derde blauw. Deze films projec teert men over elkaar heen, zo dat de beelden elkaar precies bedekken. En dan heeft men 'een beeld in vrijwel de natuurlijke kleuren, een echte drie kleurendruk". Hetzelfde gebeurt bij het drukken van gekleurde prenten. De clichémaker fotografeert daar toe het af te beelden voorwerp of schil derij drie maal: eerst door een rood filter (een filter is in de fotografie een gekleurd glazen schijfje), waardoor alleen de rode partijen van het origi neel worden opgenomen, dan door een geel en en slotte door een blauw filter. Van elke opname maakt hij een cliché, en als die drie cliché's over elkaar heen worden afgedrukt, elk met inkt van de kleur die correspondeert met de kleur van het filter, krijgt men een gekleurde afbeelding die de waarheid heel aardig nabij komt. Voor n filmbeeldje moet men dus drie opnamen hebben die precies op hetzelfde ogenblik gemaakt zijn, anders zouden de beelden niet identiek zijn en elkander bijgevolg niet vol komen kunnen bedekken. Men zou dus drie filmcamera's naast elkaar moeten opstellen, maar dan komt een tweede moeilijkheid. Ieder kent, zo al niet bij name dan toch uit ervaring, het ver schijnsel der parallaxis. Als men langs een voorwerp A een raamkozijn b.v. of een lantarenpaal kijkt naar een verderaf gelegen voorwerp B, eerst alleen door (het linker en vervolgens door het rechter oog, dan ziet men in het ene geval A dichter bij B staan dan in het andere. Dit komt doordat we onze ogen naast elkaar hebben zitten: we kijken van twee verschillende pun ten uit. Het verschil tussen de waar genomen beelden is te verwaarlozen als er geen diepte in zit (dus als we naar een vlakke prent kijken), maar zodra we dingen gaan waarnemen die niet in hetzelfde vlak liggen, wordt het verschil aanzienlijk genoeg om te maken dat van een elkaar bedekken der beelden geen sprake kan zijn. Dit geldt niet alleen voor het zien met twee ogen maar ook voor het fotograferen met twee camera's, en zelfs als men Wandtlduintjt met kruipwilg en populier werkt met n toestel met twee /lak bij elkaar gebouwde objectieven £ als al deze moeilijkheden overwoi nen zijn, staat men voor de volgende: te zorgen dat de verkregen beelden van verschillende kleur elkaar bij de «o. jectie ook inderdaad precies bedek «n Lukt dit niet, dan krijgt men wat nen in de drukkerij een misdruk noem : de kleuren lopen door elkaar en alle gu. ren en voorwerpen krijgen gekle irde randen. HET laatste krijgt men nog al ens te zien bij Gaumont-films. /ol. gens de werkwijze van Gaumont vorden er met n camera, voorzien /an drie boven elkaar gelegen objectie- en, elk met een kleurenfilter, telkens Iri beeldjes tegelijk opgenomen. Bij ^en gewone film wordt de schijnbare be. weging verkregen door het snel ac iter elkaar projecteren van beeldjes, die telkens een kleinigheid verschillen de gekleurde Gaumont-film werpt teil ens inplaats van n gewoon beeld er irie na elkaar op het doek, die in vorm gelijk maar van kleur verschillend ?ijn. Om te voorkomen dat de film drie maal zo snel door het toestel zou motten lopen, waardoor de slijtage te groot ou worden, zijn de beeldjes slechts 14 i im hoog; men krijgt dus een langwe )it beeldvlak. 8 Enigszins anders werkt het toe tel van Audibert. Ook hier worden - rie beelden tegelijk opgenomen, maar nu naast elkaar op een film van (schrik niet) 53 mm breedte. De parallaxi is hierbij op vernuftige wijze gecorrige rd doordat door een lenzenstelsel al >reerst een virtueel beeld van de op te nemen scène wordt gevormd (d.v z. een beeld dat men niet op een sche m kan opvangen, en dit beeld, dat ?!{ geen diepte heeft, wordt door de c ie van filters voorziene objectieven pgenomen. Bij deze werkwijze kum en geen gekleurde randen optreden. Zeer interessant is het systeem Fr, ncita. Ook hierbij worden telkens c ie gelijke beeldjes opgenomen, op ten film van normale breedte; daarvan liggen er twee boven elkaar en :et derde ligt er naast. 2e liggen dus in < -n drieh'oek. In het objectief van cam. ra en projectietoestel is een stel prisrr i's gemonteerd, waardoor de paralla is wordt gecorrigeerd. Het mooie van it systeem is dat, afgezien van de speci Ie objectieven, elke camera, elk project etoestel en elke panchromatische film .-r bij te gebruiken zijn. De films die m n krijgt zijn zwart-en-wit en kunnen d is zonder meer tot in het oneindige w< rden afgedrukt; bij de projectie geeft l-et drievoudige objectief van de drie bee 1jes der positieve film n beeld, rat door de lens op het scherm wordt ge projecteerd. De stralen die van de ;Af zonderlijke beeldjes komen passer n daarbij gekleurde filters, zodat i -t beeld op het doek weer een?driekleurt idruk" is. Het interessante zit hem hierbij n de wijze waarop de speciale moeili;:*heden, aan dit systeem verbonden, 2 in opgelost. Om verschuiving der beelr -n te voorkomen, moet de driehoek, ,evormd door de middelpunten der d ie beeldvlakjes, steeds precies gelijk b.ijven en dezelfde stand behouden, 'iu worden voor de opname van n ii.'m altijd ettelijke camera's gebruikt; en deel der opnamen wordt gemaakt in Ie studio's bij kunstlicht, een ander d; el buiten bij zonlicht, dat geheel andere optische eigenschappen heeft. M n heeft daarom verschillende objectiev n voor binnen- en buitenopnamen, in alle objectieven van alle camera's moeten precies op elkaar en op de h-a-, zenstelsels der projectie-apparaten zijn afgesteld, waarbij een nauwkeurigheid van o.oo i mm vereiste is. Dr. B. HILHAN FAG. U D! GROENE Ne. SOM ([UZEN ZEGGEN \ los ons van den preektoon Heer, C f ons natuur en waarheid weer. DE verzuchting van de Genestet is niet zonder heilzame uitwer king gebleven, meen ik, want ils ; -n door de radio een predikant hooi preken, bespeurt men nooit meer iets tn die opgeschroefdheid en die jalvi ;» die er vroeger bij behoorden. Het hijnt evenwel, dat ook de onnatu: ., als men haar verjaagt, in galo; terugkomt, om zich alleen maar erge. anders te vestigen. Ei '.oo noodig ik allen, die nog iets voor .natuur en waarheid" voelen, uit, om ? ns eenige aandacht te besteden aan ie wijze, waarop tegenwoordig veel» wordt beoefend, wat men nu reeds een generatie lang betitelt met den f ecieuzen naam verzen zeggen". Ik heb onlangs door diezelfde radio Gezt e hooren voordragen. Tenminste: het il Gezelle zijn geweest, blijkens enke'- woorden die ik mocht verstaan. Maa ik ben er nog niet zeker van. Ik heb ;ie altijd verbeeld, dat deze vrome dich'or zich onderscheidde door een voud en de galmende klanken, alle op ( i toon van zoetsappige extase, hebb ;i mij niets van zijn geest doen herk men. Het is kunstig. Ik geloof niet. at het van ouds beproefde middel van en warmen aardappel tegen het verh nelte gelegd, volstaat om de pleci igheid aan de stem te geven, die hier verd bereikt. Het was een zuurzoet plechtigheid, die ons terdege en ban ;i scheen te waarschuwen dat we te d< n hadden met zoo iets verhevens als 'dichten, en ze suggereerde een moe ame hooggestemdheid, waarbij mer het gevoel had, dat de spreekster erve r op de teenen moest blijven staan en r n hals geweldig rekken. H t is niet de vraag, wat zulk ver zen eggen" mij en anderen, die wel n zonder tusschenkomst van een derc iets aan verzen hebben gehad, aani .et. Belangrijk is alleen, wat het aan Ie poëzie misdoet. Vele luisteraars zullt i, bij het aanbreken van deze geluidt \, uitschakelen. Geheele gezinnen echt r verwelkomen ze als de gelegen heid tot een nieuw en profaan gezelscha-.sspel, en hebben het reeds, in het nabc >tsen van deze jammertonen, tot f oote virtuositeit gebracht. Mc ar beide categorieën.van luisteraars en t et-luisteraars ontvangen in dezen toch al niet bijster voor het ideeële ontvan! elijken .tijd den fatalen indruk, dat « poëzie iets opgeschroef ds en aan stel rigs is, waar ze niet alleen niet Wj unnen, maar ook niet bij willen kün-ien. Mevrouw Dorbeen, in de Camera Obs ura-?men vergeve mij de ouder wet :he, aanhaling, reeds mijn tweede, helaas ! werd eenigszins bleek, toen ze . het Rhijntjen" dan nog maar reis gini reciteeren (er bestond toen nog 8e«' zeggen"): Zoi rust dan eindlijk 't ruwe Noorden van hagel/ac/if en stormgeloei ree i eerde zij, en Hildebrand constateert dat :ij het meesterwerk van den grooten Sorger" bedierf. N* iar ik prefereer dit soort van beder -n boven het tegenwoordige. Mevro w Dorbeen nam blijkbaar maat en rijr in acht, zij sprak duidelijk en gaf hor .der de kans, het gedicht te leeren kei ien. Onze zegsters en zeggers nen weet, dat er goede uitzonderin »n zijn bedelven alles, het woord ya; den dichter, het karakter van het geci cht, onder een drabbigen kwabbiger toon van femelarij, die argelooze 'ee en de poëzie hopeloos tegenmaakt. CORNELIS VETH STROOMLIJN TMktnlnf veer D« Gro«n« vtn Charta Roclofa Verrassende mededeelingen Baggermolen gestrand in volle zee". (Tel.) De rechter, ook zeer tot dementie geneigd, wist er nog iets beters op". _== (Tel.) Paindeluxe-brood De Italiaansche toestellen hadden bommen omlaag geworpen." (Tel.) ,,De aandacht voor hun werk schijnt weer te herleven." (H.D.) Men verwijt de regeering dat zij mede een deel van de verantwoordelijkheid draagt." (Hbl.) Zij zullen de Chineesche bevolking weder opnieuw representeeren," (Alg. Ind. Dbl.) Dat lastige Hollandsen Het water waste snel." (Tel.) De verklaringen worden niet door de feiten geloochenstraft." (Alg. Ittd. Dbl.) Taaiverrijking Er is eenige oplevering te constaCharivaria leeren en deze oplevering wordt wel duidelijk uit de telegrammen." (Tel.) ,,De leerling kan volgens deze methode gelesd worden." (Hbl.) Wij poyglotten Die Hünde jetzt herbei, beval onze gastheer." (Tel.) Dit dreigt een obcessie te worden. Wij zullen pogen te ontkomen aan de obcessie." (Kamp.) Worth' triomf te Vincennes." (Tel.) De Engelschen zetten er nog een s bij, maar die spreken de th ook zoo raar uit. Als van Haren dat eens beleefd had, zou hij zijn regels: Haast zal men er door strenge meesters leeren, wat taal Demosthenes verkondde in Pallas' stad, zeker in zijn ganzenpen gehouden hebben." (Hbl.) Dat heeft hij gedaan. Eruit kwam: Haast zal men u, o jeugd, door strenge meesters, enz." ,,Ik ben een kuikenbroeder," schrijft iemand in het Hbl. De andere kinderen protesteeren. Er werd een groote partij inbrekerswerktuigen, zooals steekvlammen en ander materiaal aangetroffen." (Hbl.) Men kan ze zonder bezwaar aan pakken als men ze eerst uitblaast. Ik heb foto's; wil je die zien? zei John, zijn zakboekje te voorschijn halend." (Tel.) Pocket-book nog eens opzoeken. Een reuzen/aak, kuchte Tobby ademloos." (Tel.) Charivarius doet het hem niet na. MUZIEK LYCEUM AMSTERDAM Een sfeer van intieme gezelligheid. Een keur van smaakvolle, moderne zalen voor velerlei doeleinden. Vraagt prijs voor het geven vam Muziek uitvoeringen * Cabaret-avonden ? Concerten Bals Masqués ? Particuliere feesten. VERES LAJOS DE BEROEMDE PRIMAS VAN DE RADIO BUDAPEST, EN ZIJN TZIGAN E ORKEST GEPROLONGEERD. CARLTON CORNER PAG. 15 DE GROENE No. 30*4 PAU. lijf;.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl