Historisch Archief 1877-1940
Natuur
WIJ en de"wetenschap
BEWEGEND ZAND
Dr. Jac. P. Thijsse
DE vele stormdagen van dezen
winter" hebben bij menigeen
weer twijfel doen rijzen aan
gaande de soliditeit van Nederland.
Wanneer men de branding de kust
ziet beuken en heele brokken duin
zienderoog worden weggesleurd, ter
wijl om ons heen de zandslangen en
zandsluiers in fel beweeg worden
voortgeslingerd, dan zou men zich
licht afvragen, hoe lang dat nog kan
duren.
Men ziet daarbij over het hoofd, dat
het al meer dan veertig eeuwen heeft
geduurd, wel is waar met veel wisse
ling van goed en kwaad, maar toch
zoo dat er thans een paar millioen
menschen tamelijk rustig leven in de
beschutting van dat losse zand.
Ook moet ge er vooral aan denken,
dat het niet in de eerste plaats de storm
en de branding zijn, die de duinen
zouden afbreken. Het gebeurt wel,
dat we hier en daar een stuk strand en
duin verliezen, maar dan is de stroom
de schuldige, de vloedstroom, die
tweemaal daags langs de kust strijkt
en die dan wel eens te dicht bij
komt en de kantjes er af schuurt.
Daar is geen storm voor noodig;
men kan het zien gebeuren op stille
zonnige zomermorgens. Natuurlijk
kunnen stormen en springvloeden
hier bespoedigend optreden en bij die
gelegenheid komen dan de berichten in
de krant, dat de Noord-Oostpunt van
Texel het nu wel gauw zal begeven.
Maar wanneer, wat heel goed mogelijk
is, de banken in de zee hun ligging
eenigszins wijzigen en daardoor de
vloedstroom wordt verlegd, dan is
niet alleen alle gevaar geweken, maar
er ontstaat misschien een heel nieuw
breed strand met nieuwe duinen.
Zoo iets hebben we nog niet zoo heel
lang geleden zien gebeuren aan de
Noord-Westpunt van Schiermonnikoog
De storm kan heel wat zand ver
plaatsen. Ik weet niet, of daar wel eens
behoorlijke bsrekeningen van zijn
opgezet, moet maar eens informeeren
bij mijn vrienden aan Waterstaat. Ik
heb dat bij verschillende gelegen
heden wel eens geprobeerd door
zands taart j es op te meten of stuif
zandophooping op een plank, maar moet dat
nog eens herhalen, want de uitkom
sten zijn mij nog te verbijsterend.
De snelste verplaatsingen heb je
natuurlijk op het vlakke strand, want
in het duin zelf vangen de planten de
windkracht op en het zand slaat neer.
Daar hebben we dus geen afbraak,
maar opbouw en ik heb menigmaal
een duinrichel door een f linken storm
een halven meter hooger zien worden
en daardoor liepen de planten dan
weer min of meer gevaar, al naardat
ze al of niet gewapend zijn tegen derge
lijk avontuur. Wie bij een stijve
bries door het duin heen zeewaarts
wandelt, zal aanvankelijk heelemaal
geen last hebbsn van stuivend zand,
maar bij het bestijgen van de laatste
richel krijg je den stekenden aanslag
van de scherpe korreltjes te verduren in
steeds stijgende frequentie. Ook daar
zou je een leerzame berekening over
kunnen opzetten. Het strandzand komt
dus niet zoo heel ver het duin in en
hoogt de buitenste duinen op, die
daardoor ook alweer een heel bepaal
den plantengroei hebben.
WAT binnen de zeereep ligt is
betrekkelijk rustig, zoolang het
plantenkleed niet wordt verbroken.
Doch wanneer dit gebeurt, dan kunnen
verstuivingen ontstaan en krijgen wij
zelfs wandelduinen. In onze jeugd
kregen we over zulke stuifduinen de
allerijselijkste dingen te hooren, van
wouden en dorpen, die werden bedol
ven enz. enz. Maar dat gebeurde alle
maal geruststellend ver weg, heelemaal
in de Landes bij Bordeaux of op de
Kurische Nehrung in Oost-Pruisen.
Intusschen hebben ook bij ons. de
duinen wel danig gewandeld en gesto
ven, anders waren ze ook nooit zoo
mooi geworden. Ook zijn er wel
boerderijen en bosschen bedolven en
je ziet thans nog op menige plaats aan
den binnenduinrand zoowel in
NoordHolland als in Zuid-Holland eeuwen
oude eiken tot aan hun hals in voor
malig stuif zand staan.
In het Schoorlsche duin hebben
we een heel beroemden wandelaar, die
heet de Ijsbeer. Die kan voorloopig
geen kwaad en is alleen een belang
wekkend natuurverschijnsel, evenals
de kleinere en grootere wandelduinen
en duinen-met-stuifkoppen op de Wad
deneilanden.
Het is inderdaad een groot genot, om
deze levende duinen te beschouwen
en in hen alweer een van de vele
onderhoudende uitdrukkingen te zien
van ons bewonderenswaardig klimaat
en gelukkige ligging. Zoo'n levend
duin vertelt allerlei van zomerregen
en winterregen, van de wisseling der
klimaatperioden, van vestiging en ver
dwijning van plantensoorten en van de
eigenschappen van die planten zelf,
waardoor ze in staat zijn de wisse
lingen van den bewegenden bodem te
doorstaan of er zelfs van te profiteeren.
Zie maar op onze foto, hoe de groote
Zwarte Populier stand houdt en hoe
in het rond de Kruipwilg gereed staat
om weer over het stuifzand heen te
groeien. Maar op 't oogenblik is
daarvoor weinig kans, want we hebben
onrustig weer, getuige de windribbels
in 't zand voor het stuif gat. Wanneer
we nu dat stuif gat dichten (ik denk
er niet aan) en er volgen twee rustige
vochtige zomers, dan komt dit
wandel.düintje alweer tot stilstand en ver
andert in een aardige boschhelling.
.Inmiddels is dan wel elders weer
eenige beweging gekomen, want de
mogelijkheden daartoe zijn vele, ook
buiten mensch en konijn om.
GEKLEURDE FILMS zijn al oud:
meer dan twintig jaar geleden
liep er hier te lande een grote
film over Alva geheel in natuurlijke
kleuren", zooals het programma ver
meldde. De kleuren waren ongeveer
even natuurlijk als die van de goed
koopste gekleurde prentbriefkaarten
uit dezelfde tijd, en als Alva voor een
rood tafelkleed ging staan werd de
vergulde schede van zijn degen eens
klaps rood doordat de man die de
beeldjes had gekleurd onmogelijk zulke
fijne details had kunnen verzorgen.
Het geheel was van dien aard dat zelfs
het weinig verwende bioscooppubliek
van die dagen het niet wenste te slik
ken, en daar het procédé(kleuren met
de hand) bovendien nogal kostbaar was
verdween de gekleurde film van het
programma. Voor lange tijd.
Een redelijke kans kreeg de kleuren
film pas toen men er in geslaagd was,
langs zuiver optisch-mechanische weg
gekleurde beelden op het witte doek te
krijgen. Bepaald volmaakt is de weer
gave nog wel niet, en wat er op die
manier van de film als kunstwerk
terecht komt, zullen we veiligheids
halve maar in het midden laten, maar
de kleurenfilm is er n er is geen twijfel
aan of ze zal er blijven ook. En nu in
teresseert ons natuurlijk de vraag: hoe
wordt zo'n film gemaakt, en hoe komt
het dat daar zo veel moeilijkheden aan
vast zitten?
IN principe is het zoo: men maakt
eenvoudig" drie films met dezelfde
beelden maar in verschillende kleuren,
de eerste b.v. rood, de tweede geel en
de derde blauw. Deze films projec
teert men over elkaar heen, zo dat de
beelden elkaar precies bedekken. En
dan heeft men 'een beeld in vrijwel de
natuurlijke kleuren, een echte drie
kleurendruk". Hetzelfde gebeurt bij
het drukken van gekleurde prenten.
De clichémaker fotografeert daar
toe het af te beelden voorwerp of schil
derij drie maal: eerst door een rood
filter (een filter is in de fotografie een
gekleurd glazen schijfje), waardoor
alleen de rode partijen van het origi
neel worden opgenomen, dan door een
geel en en slotte door een blauw filter.
Van elke opname maakt hij een cliché,
en als die drie cliché's over elkaar heen
worden afgedrukt, elk met inkt van
de kleur die correspondeert met de
kleur van het filter, krijgt men een
gekleurde afbeelding die de waarheid
heel aardig nabij komt.
Voor n filmbeeldje moet men dus
drie opnamen hebben die precies
op hetzelfde ogenblik gemaakt zijn,
anders zouden de beelden niet identiek
zijn en elkander bijgevolg niet vol
komen kunnen bedekken. Men zou dus
drie filmcamera's naast elkaar moeten
opstellen, maar dan komt een tweede
moeilijkheid. Ieder kent, zo al niet bij
name dan toch uit ervaring, het ver
schijnsel der parallaxis. Als men langs
een voorwerp A een raamkozijn
b.v. of een lantarenpaal kijkt naar
een verderaf gelegen voorwerp B, eerst
alleen door (het linker en vervolgens
door het rechter oog, dan ziet men in
het ene geval A dichter bij B staan dan
in het andere. Dit komt doordat we
onze ogen naast elkaar hebben zitten:
we kijken van twee verschillende pun
ten uit. Het verschil tussen de waar
genomen beelden is te verwaarlozen
als er geen diepte in zit (dus als we naar
een vlakke prent kijken), maar zodra
we dingen gaan waarnemen die niet
in hetzelfde vlak liggen, wordt het
verschil aanzienlijk genoeg om te
maken dat van een elkaar bedekken
der beelden geen sprake kan zijn. Dit
geldt niet alleen voor het zien met twee
ogen maar ook voor het fotograferen
met twee camera's, en zelfs als men
Wandtlduintjt met
kruipwilg en populier
werkt met n toestel met twee /lak
bij elkaar gebouwde objectieven £
als al deze moeilijkheden overwoi nen
zijn, staat men voor de volgende: te
zorgen dat de verkregen beelden van
verschillende kleur elkaar bij de «o.
jectie ook inderdaad precies bedek «n
Lukt dit niet, dan krijgt men wat nen
in de drukkerij een misdruk noem : de
kleuren lopen door elkaar en alle gu.
ren en voorwerpen krijgen gekle irde
randen.
HET laatste krijgt men nog al ens
te zien bij Gaumont-films. /ol.
gens de werkwijze van Gaumont
vorden er met n camera, voorzien /an
drie boven elkaar gelegen objectie- en,
elk met een kleurenfilter, telkens Iri
beeldjes tegelijk opgenomen. Bij ^en
gewone film wordt de schijnbare be.
weging verkregen door het snel ac iter
elkaar projecteren van beeldjes, die
telkens een kleinigheid verschillen de
gekleurde Gaumont-film werpt teil ens
inplaats van n gewoon beeld er irie
na elkaar op het doek, die in vorm
gelijk maar van kleur verschillend ?ijn.
Om te voorkomen dat de film drie maal
zo snel door het toestel zou motten
lopen, waardoor de slijtage te groot ou
worden, zijn de beeldjes slechts 14 i im
hoog; men krijgt dus een langwe )it
beeldvlak. 8
Enigszins anders werkt het toe tel
van Audibert. Ook hier worden - rie
beelden tegelijk opgenomen, maar nu
naast elkaar op een film van (schrik
niet) 53 mm breedte. De parallaxi is
hierbij op vernuftige wijze gecorrige rd
doordat door een lenzenstelsel al
>reerst een virtueel beeld van de op te
nemen scène wordt gevormd (d.v z.
een beeld dat men niet op een sche m
kan opvangen, en dit beeld, dat ?!{
geen diepte heeft, wordt door de c ie
van filters voorziene objectieven
pgenomen. Bij deze werkwijze kum en
geen gekleurde randen optreden.
Zeer interessant is het systeem Fr,
ncita. Ook hierbij worden telkens c ie
gelijke beeldjes opgenomen, op ten
film van normale breedte; daarvan
liggen er twee boven elkaar en :et
derde ligt er naast. 2e liggen dus in < -n
drieh'oek. In het objectief van cam. ra
en projectietoestel is een stel prisrr i's
gemonteerd, waardoor de paralla is
wordt gecorrigeerd. Het mooie van it
systeem is dat, afgezien van de speci Ie
objectieven, elke camera, elk project
etoestel en elke panchromatische film .-r
bij te gebruiken zijn. De films die m n
krijgt zijn zwart-en-wit en kunnen d is
zonder meer tot in het oneindige w<
rden afgedrukt; bij de projectie geeft l-et
drievoudige objectief van de drie bee
1jes der positieve film n beeld, rat
door de lens op het scherm wordt ge
projecteerd. De stralen die van de ;Af
zonderlijke beeldjes komen passer n
daarbij gekleurde filters, zodat i -t
beeld op het doek weer een?driekleurt
idruk" is.
Het interessante zit hem hierbij n
de wijze waarop de speciale
moeili;:*heden, aan dit systeem verbonden, 2 in
opgelost. Om verschuiving der beelr -n
te voorkomen, moet de driehoek,
,evormd door de middelpunten der d ie
beeldvlakjes, steeds precies gelijk
b.ijven en dezelfde stand behouden, 'iu
worden voor de opname van n ii.'m
altijd ettelijke camera's gebruikt; en
deel der opnamen wordt gemaakt in Ie
studio's bij kunstlicht, een ander d; el
buiten bij zonlicht, dat geheel andere
optische eigenschappen heeft. M n
heeft daarom verschillende objectiev n
voor binnen- en buitenopnamen, in
alle objectieven van alle camera's
moeten precies op elkaar en op de h-a-,
zenstelsels der projectie-apparaten zijn
afgesteld, waarbij een nauwkeurigheid
van o.oo i mm vereiste is. Dr. B. HILHAN
FAG. U D! GROENE Ne. SOM
([UZEN ZEGGEN
\ los ons van den preektoon Heer,
C f ons natuur en waarheid weer.
DE verzuchting van de Genestet
is niet zonder heilzame uitwer
king gebleven, meen ik, want
ils ; -n door de radio een predikant
hooi preken, bespeurt men nooit meer
iets tn die opgeschroefdheid en die
jalvi ;» die er vroeger bij behoorden.
Het hijnt evenwel, dat ook de
onnatu: ., als men haar verjaagt, in
galo; terugkomt, om zich alleen maar
erge. anders te vestigen.
Ei '.oo noodig ik allen, die nog iets
voor .natuur en waarheid" voelen, uit,
om ? ns eenige aandacht te besteden
aan ie wijze, waarop tegenwoordig
veel» wordt beoefend, wat men nu
reeds een generatie lang betitelt met
den f ecieuzen naam verzen zeggen".
Ik heb onlangs door diezelfde radio
Gezt e hooren voordragen. Tenminste:
het il Gezelle zijn geweest, blijkens
enke'- woorden die ik mocht verstaan.
Maa ik ben er nog niet zeker van. Ik
heb ;ie altijd verbeeld, dat deze vrome
dich'or zich onderscheidde door een
voud en de galmende klanken, alle
op ( i toon van zoetsappige extase,
hebb ;i mij niets van zijn geest doen
herk men. Het is kunstig. Ik geloof
niet. at het van ouds beproefde middel
van en warmen aardappel tegen het
verh nelte gelegd, volstaat om de
pleci igheid aan de stem te geven, die
hier verd bereikt. Het was een
zuurzoet plechtigheid, die ons terdege en
ban ;i scheen te waarschuwen dat we
te d< n hadden met zoo iets verhevens
als 'dichten, en ze suggereerde een
moe ame hooggestemdheid, waarbij
mer het gevoel had, dat de spreekster
erve r op de teenen moest blijven staan
en r n hals geweldig rekken.
H t is niet de vraag, wat zulk ver
zen eggen" mij en anderen, die wel
n zonder tusschenkomst van een
derc iets aan verzen hebben gehad,
aani .et. Belangrijk is alleen, wat het
aan Ie poëzie misdoet. Vele luisteraars
zullt i, bij het aanbreken van deze
geluidt \, uitschakelen. Geheele gezinnen
echt r verwelkomen ze als de gelegen
heid tot een nieuw en profaan
gezelscha-.sspel, en hebben het reeds, in het
nabc >tsen van deze jammertonen,
tot f oote virtuositeit gebracht.
Mc ar beide categorieën.van luisteraars
en t et-luisteraars ontvangen in dezen
toch al niet bijster voor het ideeële
ontvan! elijken .tijd den fatalen indruk,
dat « poëzie iets opgeschroef ds en aan
stel rigs is, waar ze niet alleen niet
Wj unnen, maar ook niet bij willen
kün-ien.
Mevrouw Dorbeen, in de Camera
Obs ura-?men vergeve mij de ouder
wet :he, aanhaling, reeds mijn tweede,
helaas ! werd eenigszins bleek, toen
ze . het Rhijntjen" dan nog maar reis
gini reciteeren (er bestond toen nog
8e«' zeggen"):
Zoi rust dan eindlijk 't ruwe Noorden
van hagel/ac/if en stormgeloei
ree i eerde zij, en Hildebrand constateert
dat :ij het meesterwerk van den
grooten Sorger" bedierf.
N* iar ik prefereer dit soort van
beder -n boven het tegenwoordige.
Mevro w Dorbeen nam blijkbaar maat en
rijr in acht, zij sprak duidelijk en gaf
hor .der de kans, het gedicht te leeren
kei ien. Onze zegsters en zeggers
nen weet, dat er goede
uitzonderin »n zijn bedelven alles, het woord
ya; den dichter, het karakter van het
geci cht, onder een drabbigen
kwabbiger toon van femelarij, die argelooze
'ee en de poëzie hopeloos tegenmaakt.
CORNELIS VETH
STROOMLIJN
TMktnlnf veer D« Gro«n« vtn Charta Roclofa
Verrassende mededeelingen
Baggermolen gestrand in volle
zee". (Tel.)
De rechter, ook zeer tot dementie
geneigd, wist er nog iets beters op".
_== (Tel.)
Paindeluxe-brood
De Italiaansche toestellen hadden
bommen omlaag geworpen." (Tel.)
,,De aandacht voor hun werk schijnt
weer te herleven." (H.D.) Men
verwijt de regeering dat zij mede een
deel van de verantwoordelijkheid
draagt." (Hbl.) Zij zullen de
Chineesche bevolking weder opnieuw
representeeren," (Alg. Ind. Dbl.)
Dat lastige Hollandsen
Het water waste snel." (Tel.)
De verklaringen worden niet door
de feiten geloochenstraft."
(Alg. Ittd. Dbl.)
Taaiverrijking
Er is eenige oplevering te
constaCharivaria
leeren en deze oplevering wordt wel
duidelijk uit de telegrammen." (Tel.)
,,De leerling kan volgens deze
methode gelesd worden." (Hbl.)
Wij poyglotten
Die Hünde jetzt herbei, beval onze
gastheer." (Tel.)
Dit dreigt een obcessie te worden.
Wij zullen pogen te ontkomen aan de
obcessie." (Kamp.)
Worth' triomf te Vincennes."
(Tel.)
De Engelschen zetten er nog een
s bij, maar die spreken de th ook
zoo raar uit.
Als van Haren dat eens beleefd
had, zou hij zijn regels: Haast zal
men er door strenge meesters leeren,
wat taal Demosthenes verkondde in
Pallas' stad, zeker in zijn ganzenpen
gehouden hebben." (Hbl.)
Dat heeft hij gedaan. Eruit
kwam: Haast zal men u, o jeugd,
door strenge meesters, enz."
,,Ik ben een kuikenbroeder,"
schrijft iemand in het Hbl. De
andere kinderen protesteeren.
Er werd een groote partij
inbrekerswerktuigen, zooals steekvlammen en
ander materiaal aangetroffen." (Hbl.)
Men kan ze zonder bezwaar aan
pakken als men ze eerst uitblaast.
Ik heb foto's; wil je die zien? zei
John, zijn zakboekje te voorschijn
halend." (Tel.)
Pocket-book nog eens opzoeken.
Een reuzen/aak, kuchte Tobby
ademloos." (Tel.)
Charivarius doet het hem niet na.
MUZIEK
LYCEUM
AMSTERDAM
Een sfeer van
intieme gezelligheid.
Een keur van smaakvolle,
moderne zalen voor
velerlei doeleinden.
Vraagt prijs voor het geven vam
Muziek uitvoeringen * Cabaret-avonden ? Concerten
Bals Masqués ? Particuliere feesten.
VERES LAJOS
DE BEROEMDE PRIMAS VAN DE RADIO BUDAPEST,
EN ZIJN TZIGAN E ORKEST GEPROLONGEERD.
CARLTON CORNER
PAG. 15 DE GROENE No. 30*4
PAU.
lijf;.