De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 29 februari pagina 11

29 februari 1936 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Een verhaal van De Groene Belastingzaken egtuigen, geen Ihemische strijdrr . eventueele vijai jfoderne wapene lomp bijten op eldspraak van [Wij helpen h [rusrt zijn wij er »ndaagsche schrijver het Alg. Ha ieid van de stelijke dem ten jnfrken di voo [,onmai d". E ttdij l van l van ^ *t, hei todh leiiibaar, lifgt W: ivoijeii", l weten da /aarde h leen chim ontwikk het b« Ibescho' EENZAME Jupiterlampen werpen nachtelijke lichtkringen op het Leidsche Plein. Het is i uur 10. De drankbronnen hebbsn opge houden te vloeien, de menschenstroom is in de laatste trams en blokbanden naar donkerder wijken afgezakt. De Kring" van kunstenaars en intellectueelen heeft ons in zijn lichtkring opge nomen. Eén hoog, Kleine Gartmanplantsoen no. X. Men danst in den Kring". Een dozijn verfijnde en vreugdeloqze, vschoonheids-bewustelingen bewegen waar eens, levenswellustelingen stolperden. O, evolutie l O tempera, tempora I Een schrijfster legde op beide armen haar Byronbobbykop en zeide: Hoe vindt u het?" Ik zeide: Ik vind het neo-klassiek". Wét is neo?" Ik kom uit de United States", zei ik, en merk, dat Amsterdam neo-klassiek is geworden zooals mijn over-grootvader was." De schrijfster stond op. Om haar edele leden sloot een nauw nkleurig kleed, en zij zette pas na pas met een heer in nauwsluitend zwart, die als mee- en tegenspel pas na pas zette. Ik had dit meer gezien ? déze danswandelingen maar met een bijaccent. Waar? Ik schrok op: Ik had dit gezien van achter tralies, doch niet nkleurig, en vooral niet zwart, neen, zeer kleurig en zebragestreept. Ik had dit gezien in den Kring" van Sing Sing. Ik zie mij nog staan tegenover den directeur van de modelgevangenis. Twee van zijn bewaarders hadden mij zoojuist leege doodencellen laten bezich tigen, en daarna was ik in den electrischen stoel gaan zitten, zooals ik als veelbelovende knaap op den Nederlandschen troon in 't Dam-paleis mij eens nestelde, totdat ik er afgerukt werd (onttroond!). De directeur monsterde mij. Hij keek door mijn pupillen heen en in de diepte van mijn huidrimpel tjes. Alles vond ik monsterlijk. Ik wil u dus een kaart geven", zei de Sing Sing-directeur, maar ik heb maar zes introductie-kaarten voor het Carnaval van onzen Kring, en u moet mij beloven door geen zucht zelfs uw aanwezigheid te verraden." Te verraden", herhaalde ik. Hetgeen ons doet griezelen werd al een menschenleeftijd geleden in de Europeesche pers .uit Amerika geïmporteerd. Tien of twintig jaar lang zijn het treinongelukken geweest, die ons 's morgens bij de porridge, als het ochtendblad naast het kop thee ligt, de haren te berge deden rijzen. Een periode, die dichterbij ligt, is die van het lynchen van negers. Die histories van pek en haneveeren volgden elkaar op met de regelmaat van het ochtendblad. De laatste jaren is er wat anders. Nu volgen wij de steeplechase tusschen befaamde terdoodveroordeelden als Hauptmann en den Dood. De doodstraf op zichzelf, nu ja, doch die heeft in Amerika niet plaats met de wiskundige scherpte van een snelle executie op n tevoren onzeker gehouden datum, neen, een veraf gelegen datum wordt vastgesteld, reclame advocaten en een op carrière gebrand openbaar ministerie beginnen in het openbaar een jacht: de eenen om dien datum gehandhaafd te krijgen, de anderen om door propaganda een uitstel af te dwingen, een herhaald uitstel, en nog eens een uitstel, en intusschen stijgt de ontzetting ten top, bij een veroordeelde, bij zijn familie, en bij ons. Ik zag doodencellen in Sing Sing. Terwijl daar drie veroordeelden wachtten op hun zwarten dag, die soms n maand, soms twee jaar van het vonnis afligt slachtoffers van juridische fantasie , genieten de andere gevangenen van een even zonder linge maar in elk geval prettiger fantasie van den directeur. Vlak bij de cellen van de terdood veroordeelden verheugen zich tegenwoordig de gewone gevangenen eens in de maand in een Kring avond en eens in 't jaar in een Carnaval. Men moet Amerika niet beoordeelen, men moet het begrijpen ! De Byronbobbykopsche, zeer elegante Adonis en schrijfster was, ongeroerd van den wandeldans, en met geen verplooiing ook, weer tegenover mij gaan zitten. U zei", zei ze, dat u in de U.S.A. was? Dansen ze daar nog romantisch?" Nee, machi naal", zei ik, tenminste in Sing Sing." En ik sprak mij uit over de gevangenisvreugden. Over den Kring van Sing Sing op den grooten dag van Carnaval. De directeur van die menschen-conservenfabriek is n.l.eenman van zeer moderne ideeën. De feesten, zei hij mij, zijn de consequentie van mijn theorie, dat men niets moet verzuimen om het zedelijk peil van de later in de maatschappij terugkomende gevangenen zooveel mogelijk te verheffen en hen af te leiden van de gedachte aan gewapende com plotten en de vlucht." Zoo leven de gewezen notarissen, kroegebazen, gangsters, kunstenaars, havenwerkers, accountants, die tot vele jaren veroordeeld zijn, zich uit in hun Kring". In hun eendere gestreepte pakken zitten zij n dag in de maand aan tafeltjes bij ververschingen en lichte alcoholhoudende dranken en sigaretten zooveel zij willen. En houden voordrach ten : literaire en instrumentale. In hun qualiteit van misdadigers hebben zij een aangeboren fantasie. En op die geneugten leven zij dan weer 30 dagen. r\E schrijfster, aan wie ik dit aan 't KleineLx Gartmanplantsoen vertelde, staarde vóór zich uit naar het rustige draaien van de slanke, intelligente vrouWen en zwarte heeren, die als porceleinen stellen kunstvol wandeldansten. Ga door", zei ze, ga door over den gevangenis-Kring, ik tracht deze Amsterdamsche kennissen van mij allemaal ineens gezebraad te zien.. .., vreemd, heel vreemd is 't." Niet zoo vreemd", antwoordde ik, alleen is de uitdrukking van de gezichten in Sing Sing irriperialer, dictatórischer, u moet niet vergeten, dat 't daar gekooide roofvogels zijn, voor 't grootste deel gevangen heerschertjes; elk droomde op zijn manier van dwang en overwinning. En in Carnavalsvrijheid komt dat gevoel van arend zijn, en gier, en dictator, weer spontaan naar boven". U zei ook: machinaal". Ja, machinaal, zeer zeker, Sing Sing is als een fabriek, Sing Sing is een fabriek, waar machtsdroomen en geweldlevens tot nog-levende conserven worden gemaakt. En je bent daar in Amerika. De deuren zijn als safedeuren, de dikke tralies worden op de gevangenispakken gerepeteerd. De cipiers en gangwachters zijn met promenade-mitrailleurs gewapend. Het zijn mannen met rijen tanden, die op rijen messen lijken." Ga door", zei ze, ga door.. .." En ik vertelde verder. Ik sprak voor Hardop uit mijn herinnering. Met nog heeren en twee dames had de intendant van Sing mij opgesteld, waar we door planten en ijzeren rooster van de feestvierende gevanM ^ waren weggehouden. Ik keek in de hall van de ketjl van Sing Sing: het middendeel was leeggehaa d J baadde in een zee van licht. Nu bemerkte ik, <|J we in de grootste getraliede kooi of loge ons b-voj den, en dat terzijde allemaal zulke ijzeren kooi^] waren, de kooien, waarin de gevangenen Zondags naar de preek luisteren. Maar preekstoel en wachtersbanken waren in 't middenruim w <_ naald. Daar waren stoeltjes, tafeltjes en een lanj.| vloer. En we keken uit op een orkestje. Die gent is Albert Chaltham", zei de intendant, ,,eea| vent waar muziek in zit; hij heeft enkele geleden zijn minnares vermoord en had zelf. het i plan de heele familie van de jonge dame v.t t» roeien, hij is door een fout in de dagvaarding den electrischen stoel ontsnapt." Deze Chaltham j bleek mij in Sing Sing heel wat te doen te hel ben. Sing Sing is overwegend muzikaal, het is er v iort. durend repeteeren en musiceeren. Men zou zeggen, dat de gevangenis haar naam ontleent aan l die muzikale voorliefde. Op het oogenblik, da- dit in onze kooi werd opgemerkt, gaf een saxofonist, als zeventiende eeuwsch admiraal verkleed, een solo. Dat is Kelly, die leider geweest is van een bankoverval in Chicago, hij heeft het carnaval,lied gecomponeerd voor dezen avond. Hij zit levenslang. Maar kijk u eens naar zijn linkerbeen, ze hebben hem aan dien pilaar met een ketting vastge »g<L Straks speelt hij. Hij speelt prachtig...." En inderdaad: een zachte, sleepende wals weer klonk. Napoleon danste met Wellington, Rockef Her met Ford. Velen in hun roode en witte zebra-ha isop dansten met anderen in zebra-hansop. Stilen vleugeldeuren gingen ineens open. Er begon een optocht. Eerst kwam uit de hoofddeur een gioep, als zeeroovers verkleede lieden, meeloopend in een van papier vervaardigd schip en met baarden van zwartgemaakte houtwol. Kerels van het v&tc?" vroeg iemand. Neen, neen l Dat zijn de kwaadsten niet. Oplichtertjes en kleine inbrekers." Vervolgens naderde een groep beroemde mannen: Napoleon, Cromwell, Wellington, Rockefeller en Ford. Napo leon was zoo rond als een ton en van Wellington had men een Don Quichote-achtige figuur gemaakt. Maar nu arriveerde iets zér onverwachts: ilen dozijn danseressen, een Spaansche, een Italiaans' hè, een Algerijnsche, een Roemeensche, en nog ande en! Dat zijn hoofdzakelijk gewezen kellners en kappers, die om een of andere reden hier zijn en die, zeegen ze, uitstekend dames weten te imiteeren." Rumoer, Plotseling zag men beweging onder de cipiers, die een wakend ook in het zeil hielden. De primitu fste elementen van het gecostumeerde bal waren in een geweldige opwinding geraakt bij het enkele zien /an de imitatie-vrouwen. De zeeroovers schenen feeroovers te zullen worden. De wachters trokken hun rubberstokken. Maskers vielen af, twee slie ten van jongens moesten worden weggedragen. Heel dat schijnvrouwenpubliek was als bij toover lag verdwenen. Het orkest zette haastig in met een kinderachtige, banale muziek. Roode halsdoeken, kartonnen mutsen lagen op den vloer...- De deining scheen te kalmeeren. Het was maar een klein intermezzo geweest, een kleine vergissing van onzen directeur...." fluisterde de intendant Het papieren schip stond nog midden in de kerkruimte. Uit de ijzeren loges rondom werden d»or, met vroolijke mutsen gesierde cipiers serpent; nes omlaaggeworpen. Een nieuw schip, een karton icn galjoen, kwam de deur ingevaren, en zeeroovers vochten nu met zeeroovers, door elkaar met papieren ballen te bekogelen. Een enorm gejuich steeg op. Nu waren ze allen als kinderen in hun element De een vergat, dat hij nog tien, de ander, dat hij iog twintig jaren voor en achter deze tralies had oor te brengen. In een der hoeken stond een als Spaar <ch hidalgo verkleede jongeman verveeld te knik<ebollen. Die is over drie dagen vrij", zei de intenc-int ons, die voelt zich hier eigenlijk al niet neer thuis." , Ademloos had de jonge schrijfster zitten lui te ren. Ze stond nu rank als een witte lelie naast iij. ,.Wilt u met me dansen?" vroeg ze. En wij wan*iel* pasten en dans-gingen. Ik vind dezen Kring sa.' i". zuchtte het uit haar op. Ik vind Holland ontzette nd saai. Ik zou best met al mijn vrienden een tij c in Sing Sing willen zitten, wat een emotie l" Romantisch ?" vroeg ik. lampocjne kruq brut' t .. /? r. / , '. o u re PPG T EENER NALATENSCHAP WANNEER een van de beide echtgenooten, stel de vader, overlijdt, wordt in vele geval[len «n regeling getroffen, waardoor Le ,r.oeder gedurende haar leven alle inkomsten uit den boedel blijft ge niete-!. Is in het testament vastge legd, dat der moeder het recht van vruchtgebruik van het vermogen toe valt, ilan zal door een verklaring van l de e-. Benamen, dat zij met de bepage-i van het testament genoegen emt u de door den erflater gewenschte rege. ng worden bevestigd. De aanJ gif te in de Inkomstenbelasting en Vermogensbelasting biedt dan geen moe;lijkheden. De moedei geeft als vermogen aan de volle waarde van het haar toekomende deel en de contanti waarde van het vermogen in vruchtgebruik volgens de regelen, die d? Wet op de Vermogensbelasting hier v :>or geeft, de kinderen daartegen over de waarde van den blooten eige; iom. Het inkomen uit den boedel W0r« . in de aangifte van de moeder opg*.. lomen. H 'ewel het in het algemeen gewéns.-ht is dit recht op de hierboven oms hreven wijze vast te leggen, treft j men herhaaldelijk gevallen aan, waar|in «v moeder stilzwijgend. of met ond"Hng goedvinden de geheèle opI brei ;st blijft genieten. Maar op i Mei [zuil-;, dan partijen zich rekenschap l hebben te geven of zij deze inkomsten n ' un aangifte moeten opnemen. Kaï; men zich hier aansluiten bij den feittiijken toestand, zoodat de in komsten door de moeder worden aan[gege>en, of moeten de kinderen de l opb .-ngst van hun erfdeel in hun ink< nen opnemen? IK behoef er nauwelijks op te wijzen, [ dat belanghebbenden ter voorkoming van .erwarring n opvatting behooren j te l Jdigen. Geeft de moeder de opbrer.v.st aan, dan laten de kinderen dit 3:3. en omgekeerd. De inspecteur is p-aouden zich in deze gevallen bij de n matting van belanghebbenden aan te s aiten, voorzoover deze verdedigbaa voorkomt en zoo zou men mogen aar-.«men, dat geschil hier vrijwel is i '(gesloten. Toch komen herhaaldeliik procedures voor, daar de erfgenar m niet altijd n lijn zullen trekken of de opvattingen van belang hebbenden niet duidelijk naar voren komen. IK het geval dat wij hier zullen be: reken werd de zoon aangeslagen voo. het inkomen, dat hij geacht werd uit zijn aandeel te hebben genoten. Hij kwant in beroep en stelde, wat trc : wens voor de hand ligt, dat deze op j. engst ten onréchte tot zijn inkom.', werd gerekend, omdat dit bedrag ni door hem, doch door zijn moeder we d genoten. Uit de jurisprudentie bh kt nu, dat belanghebbende zich all,-en met een beroep op het feit, dat hij deze inkomsten aan zijn moeder lat,'., niet kan redden. Hij toch is im.ners rechthebbende op de opbrengst, en wanneer hij deze vrijwillig ter beschikking van de moeder stelt, zon de dat deze' daarop eenig recht kan do n gelden, dan blijft dit inkomen van het kind, dat hierover beschikt dc-or toe te staan, dat zijn moeder dtxe opbrengst behield, zooals hij er ook ten eigen bate over had kunnen beschikken door er bijv. een reis naar 2 vitserland voor . te maken of een ni-uwe auto te koopen. Zonder een recht van de moeder op deze opbrengst uit den boedel is dit slechts een wijze van besteding van het inkomen door den rechthebbende. Wil men aansluiting zoeken bij den feitelijken toestand en dus de geheèle opbrengst uit de nalatenschap als inkomen van de moeder aangemerkt zien, dan zal deze een recht op de opbrengst moeten worden verleend. Ook wanneer dit slechts mondeling is overeengekomen of zelfs bij een stilzwijgende overeenkomst, kan ge steld worden dat de moeder hieraan een persoonlijk recht ontleent op deze opbrengst. Hiermede is een rechts betrekking ontstaan krachtens welke de opbrengst aan de moeder toekomt en de zoon vrij uitgaat. En dit is toch de figuur, die partijen voor den geest staat, wanneer zij de moeder in het genot van de opbrengst laten. Maar dan zal men dit argument in de proce dure ook naar voren moeten brengen. Aldus de vermaning van den Hoogen Raad aan belanghebbende, die deze nuance niet aanvoelde eh zoowel voor den Raad van Beroep als voor ons hoogste rechtscollege volstond met aan te voeren: Ik heb het niet genoten, want mijn moeder heeft toch de opbrengst ontvangen." DE gedachtengang, die aan dit recente arrest ten grondslag ligt geef ik u als volgt weer: Uw verweer middel, belanghebbende, is onge grond, want het gaat er bij het wettelijk begrip inkomen" niet om wie de opbrengst eener bron van inkomen daadwerkelijk ten goede komt, uw vrouw, uw vriend, of wellicht een bedelaar, wien gij een aalmoes geeft. Het is eerst dan inkomen van de moeder, wanneer zij in een rechts betrekking tot dit aan u nagelaten vermogen staat. Uw verweer, dat uw moeder die gelden heeft ontvangen, zegt in dit verband niets. Wanneer zij krachtens overeenkomst, zij het een stilzwijgende, een persoonlijk recht op de opbrengst kan doen gelden, maar hieromtrent hebt gij, belang hebbende, niets gesteld, dan had dit alles anders kunnen zijn. Nu blijft het uw inkomen, dat gij vrijwillig ter beschikking van uw moeder hebt gelaten." Ik wijs er nog op, dat de opbrengst van het erfdeel van een minderjarig kind den langstlevenden ouder krach tens het recht van vruchtgenot toe valt, tenzij de uiterste wilsbeschikking uitdrukkelijk anders bepaalt. Het be hoort dus tot diens inkomen, waar tegenover de kosten voor onderhoud en opvoeding van het kind niet in mindering kunnen worden gebracht. Het minderjarig kind is echter zelf belastingschuldig in de Vermogens belasting, voorzoover dit vermogen de /ló.ooo.?te boven gaat. W. H. MEIJBURG Puzzles Nieuwe opgaven Letterraadsel Uit onderstaande lettergrepen moeten 19 woorden gevormd worden, wier ie en 3e letters een versregel van Jo Kalmijn-Spierenburg vormen. a- aal-af - ar- ar-bat- de- de- dodo - e - en - gen - ger - go -hu- i- i- jonke - kron- - laat - len - loop - mo - naai ne - nen - ni - roei - ros - rij - schen - se sel - sla - ta - ta - teur - tie - tis - toir - tor trecht - u - ver - vert - Was - zaar. Omschrijving i. schenking, 2. modelbeeld, 3. her berg, 4. afgodisch, 5. groente, 6. jon gensnaam, 7. god der liefde, 8. boodschappenknecht, 9. stad in Nederland, 10. slingeren, n. raadgever, 12. taighuis, 13. bekende diergaarde, 14. water sport, 15. soldaat der lichte ruiterij, 16. reinigen, 17. slachthuis, 18. vleeschhouwer, 19. losmaken. Deêling - i . .8.9. .2.9 ..6.9. 5-4 7-4 Werk deze opgaande deeling uit, indien gegeven is dat deeler en quotiënt de 10 verschillende cijfers bevatten. Oplossingen ' Letterraadsel Ik heb u om uw schatten niet be drogen. Jef Last i. bietekroot 2. a k k e r 3. chantage 4. de u n e n : 5. obligatie 6. aureool 7. k o r t in g 8. amab i Ie 9. museum 10. kwadraat II. a s trakan 12. accompagneeren 13. c h a g r ij n i g 14. fabel 15. s t e ndhal Cijferpuzzle 481 Prijswinnaars: Letterraadsel: de Heer A. Kannenwasser, Kanaalweg 161, Den Helder. Cijferpuzzle: de Heer A. Prins, Bier kade 5, Alkmaar. Schaken Redacteur: Dr. S. G. TARTAKOWER Uit de meesterpraktijk ET eerste diagram vertoont een stelling uit een op Wieringen gegeven simultaanseance. H Zwart: een amateur a b c d e f gh a bed e f g h Wit: Dr. Tartakower Wit aan zet. Hij heeft weliswaar 2 pionnen meer, maar is een kwaliteit . PAG. 19 DE GROENE No. 3065 achter en moet ook rekening houden met de dreigingen van de tegenpartij. Er volgde: i. Tdz-cx. Het bezetten van de open lijn geschiedt met de gelijktijdige ge weldige dreiging: 2.Tc8+. i Th7-g7. Zwart probeert zich zoo taai mogelijk te verdedigen. Op. i Tcy. volgt vanzelf sprekend niet 2. Txc7?? Dfi mat, maar 2.Dd8 + , Kg7, 3- P-«8+ Kf8-4. Pf6+, Kg7 5. Dg8 mat. Op i Te7 volgt vanzelfsprekend niet direct 2. D x e7? (wegens 2 Dxf3+ en Zwart redt zich), maar eerst 2.Lg2 en eerst dan 3-D x e?. Geen verlichting voor Zwart brengt verder de teruggave van de kwaliteit: i T xdó. 2 e xdó en Wit heeft nu twee kalme pionnen meer. 2. Tci-cS-}- Kg8-h7 Men zou nu kunnen gelooven dat de witte toren wegens de dubbele vijandelijke dreiging (zoowel 3 Dfi mat als 3.-.. T xdó) overhaast naar zijn basis ei terug keeren moest; maar er is een drastische oplossing van het stellingsprobleem. 3. Df6xg7+ Kh?xg7 4. Pd6xe8+ Kg7-f8 5. Pe8-f6+ Kf8-g7 Op 5 .-?? Ke7 geeft niet alleen 6-TeS, maar oolj Ó.PgS.mat. 6. ;Tc8-g8/mat.\?En/'deAnpraal van. de t geschiedenis: Afttek/chaken zijn een uitvinding des duivels. Het tweede diagram laat een stelling zien uit een simultaanseance, die onlangs door den jongen Franschen meester Leplay gegeven^ werd. 1 .; Zwaft: tepW : B b' cd el a a bede ffl h Wit: N. Stelling 'na den zestienden zet van wit; De vraag is, of Zwaj/t zijn tegen partij kan vasthouden, voor Wit (bij voorbeeld door Dd2-c3 in verbinding met Lci-e3) zijn stelling kan consolideeren. Er volgde: 16. -. Pe7-g6! Een waarlijk artistieke Conceptie. 2Ïwart heeft de bedo'elirtg zijn Dame te offeren, om zich daardoor toegang tot de vijandelijke koningsveste te ver schaffen. 17. Pas-có. Wit wil zich het geval laten bewijzen. Op. i7-Lg2 wint 17.... Tei+, iSDxei, Pxei 19. Kxei, Dd4-2O. Pc6, Te8x. 21. Les, Dxb2. 22. Tdi, Lg4 enz. Op. 17.114 zou 17.... Tel-f. 18. Kg2, Txhi. i9Kxhi, Txby. 20. P x b7, Da8 met vervolgens D x b; enz. voldoende zijn voor winst voor Zwart. 17. .... Tb8xb7ll 18. PcóxdS Lfs-hs-f 19. Kfi-gi Pgó-es Hiermee wordt het mat op onbarm hartige wijze afgedwongen. 20. DdZxd3 In het vertwijfelde bewustzijn, dat de witte koning hermetisch afgesloten is, want ook op 20.f4 volgt 20.... Pf3 mat. 20. .... PeS-f3 + 21. Dd3Xf3 Te8-ei mat En de moraal van de geschiedenis: De pionnenmuur f2,g3,h2 zonder dat de looper opga voorhanden is, lijkt op een doorgeregende paraplu. 'h ?i ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl