Historisch Archief 1877-1940
Tooneel
Vliegtuigen, geer
|hemische strijdt!
jeventueele vija
fioderne wapent
Lrr.p bijten op
leo'.dspraak van
| Wij helpen h«
vat zijn wij ei
schrijver
het Alg. H»
iheid van de
stelijke den
en d
voo
,onma
E
rdi
en
Kd
l var
t
|de #001
rJng'tot
-?ld sle<
it'?ei
BIOGRAFIE
Eduard Verkade
HET is interessant eenige dagen
achtereen comedie te zien spe
len. Natuurlijk treft men dan
onvermijdelijk avonden zooals bij
Maak mijn vrouw gelukkig". Een
zouteloos blijspel: een goedaardig, lief
gespeeld vrouwtje tusschen drie man
nen, een nonchalanten jaloerschen
echtgenoot, een laffen ministerie-klerk
en een onweerstaanbaren veroveraar;
waarbij men eenvoudig niet kan blij
ven zitten, omdat alle begrip van
contrast en samenspel in de regie ont
breekt en tenminste twee mannelijke
hoofdrollen beneden peil zijn; het ge
heel van een beproefde brutale ongelikte
banaliteit, die in een Stadsschouwburg
eenvoudig te gek is. Of wel men zucht
drieacten lang onder Alle rechten voor
behouden"; een goed sluitende op
voering van een afgezaagde historie,
zonder veel phantasie gespeeld, waar
van de afloop na de eerste scène vast
staat en de dialoog niet charmeert.
Des te duidelijker wordt het daarna
wat een goed stuk beteekent.
,,Biographie" van Behrman is een waarlijk
kunstwerk. Geen politiek of propa
gandistisch gedoe, geen humanitair
geleuter, neen, een waarachtig
tooneelspel van een kunstenaar, geschikt voor
alle innerlijk beschaafde menschen, die
moeten herademen nu zij zich eens
niet vergist hebben met naar den
schouwburg te gaan.
Het stuk behandelt twee mannen,
geplaatst tegenover een bijzonder lief
lijk vrouwelijk wezen. Marion is een
onbedorven vrouw van 35, die haar
leven geleefd heeft en door zal leven,
omdat zij het geniet, zooals het zich
aan haar openbaart. Zij heeft vele
vrienden gehad, waaronder een be
roemd componist tot zijn plotselingen
dood een bijzondere plaats innam. De
overigen zijn voor haar voorbijgaande
levensphasen, passende bij haar snellen
innerlijken groei. Zij schildert, en legt
haar scherpe visie op hun karakter
neer in een portret, waarna het leven
haar weer verder drijft. Zoo wordt de
mensch haar geheel begrijpelijk, het
leven haar een open boek, waarvan zij
zich echter pas bewust wordt, wanneer
haar gevraagd is, een auto-biografie
te schrijven. Na eenige aarzeling neemt
zij dit op zich. Zij denkt niet aan
sensatie, en omdat het haar plaatst
tegenover haar eigen leven, en doordat
zij innerlijk rijp genoeg is, daarin het
algemeene leven te herleven, vindt zij
er groote vreugde aan.
De opdracht, deze biografie voor
zijn weekblad te schrijven, komt uit
het brein van Richard Kurt. Deze
Kurt (met een K), is bedoeld als een
fanaticus. Na op gruwelijke wijze zijn
vader te hebben verloren, is hij de
onrechtvaardige maatschappij meer
gaan haten, dan hij het leven kan
liefhebben. Hij verzet zich tegen alle
maatschappelijke misstanden, en wei
gert zoo uit edele motieven iedere con
cessie aan eenig gevoelsmotief, ook bij
zichzelf. Zoo is hij vereenzaamd, kei
hard, en wars van alle sentimentaliteit.
Hij vraagt Marion niet de biografie te
schrijven, omdat zij persoonlijk zoo
interessant is, maar omdat zij zooveel
vooraanstaande mannen intiem heeft
UILKEMA
Grootste Horloge Mag.
Zwitsers anker werk
15 stenen
Chroom . . . f l 10.
Goud . . . . f l 22.
39 REGULIERSBREESTRAAT
leeren kennen. Hij hoopt door de bio
grafie al die groote figuren, en zoo
doende de maatschappij aan de kaak
te stellen.
Oorspronkelijk doorziet Marion dezen
opzet niet. Zij is volkomen vrouwelijk;
zij moet liefhebben, en vanzelfspre
kend krijgt zij den verbeten sterken
tien jaar jongeren man lief, en hij een
zame kan niet ongevoelig blijven voor
de charme en warmte, die van haar
uitstraalt; maar daar haar wezen een
bedreiging wordt voor zijn levenshou
ding, sluit zijn liefde een felle haat in.
Zoo vindt hij de harde kracht zijn
levensdoel vast te houden; zijn haat
is sterker dan zijn liefde, waardoor hij
Marion verliest. Want als zij doorziet,
dat haat en verzet zijn wezen zijn, be
grijpt zij volkomen wat haar van den
jeugdigen opdracht-gever scheidt. Ze
verbrandt de biografie, en begint een
nieuwe bladzijde van haar boeiend
leven.
BEHRMAN is een tooneelschrijver,
die veel van zijn spelers eischt. Zon
der de voortreffelijke vertolking van
Loudi Nijhoff zou het stuk beslist
gevallen zijn. Ze maakt veel begrijpelijk
van hetgeen de auteur bedoelt en heeft
prachtig gespeeld. Uitstekende dictie,
mimiek, kleeding en houding, gevoel
en begrip. Loudi Nijhoff bewijst hier
mee een actrice van het eerste plan
te zijn, waardoor de
repertoire-mogelijkheden van het Amsterdamsch Too
neel enorm verruimd kunnen worden.
Haar tegenspelers stonden niet op
dezelfde hoogte. Chapelle als broeder
lijke vriend voldeed het best. Paul
Storm's rol van Richard Kurt eischt
voor alles een vaste mannelijke even
wichtige scherpe uitbeelding, mag geen
slap-huilerige verongelijkte figuur wor
den zoo gauw het er werkelijk om
gaat, gelijk op het einde der tweede en
in de derde acte. Deze jongeman
minacht ieder individueel leven, ook
zijn eigen, elk zelfbeklag in toon en
houding is hier uit den booze; juist
het tegendeel is bedoeld, en hoe
krachtiger hij blijft hoe meer het
conflict tusschen hem en Marion tot
zijn recht zal komen. En verdeeling,
n speler, n regie waren er hier naast,
en zonder Loudi Nijhoff zou het stuk
in de laatste acte volmaakt onbegrij
pelijk worden.
Huf daarentegen zou de rol van den
a.s. senator goed kunnen spelen, maar
hij heeft niet gezien waar het effect
van zijn rol ligt; hij beging de fout, den
tekst te gebruiken tot een in details
uitspelen van zijn Streber-kant,
Lysander, terwijl het karakter van de feitelijk
goeie Bunny" verwaarloosd werd.
Zoo kreeg men in plaats van den door
den schrijver bedoelde gespleten per
soonlijkheid een caricatuur. Hij be
reikte daarmede menig komisch effect
wie kent niet den middelmatigen
Streber ? maar verspeelde zoodoende
de sympathie, die voor deze rol onont
beerlijk is, en die Marion, als zij zich
hem weer herinnert, voor hem gevoelt,
terwijl zijn a.s. vrouw (onjuist ver
deeld aan Georgette Hagedoorn) dien
kant tevergeefs tracht te ontdekken.
Zoo miste de vrouwenrol feitelijk
het scherpe tegenspel van deze beide
mannen waar het voor haar in het
stuk om gaat. Maar ondanks dit blijft
de voorstelling bijzonder interessant.
Ze is een ernstige uiting van goede
tooneelspeelkunst: een boeiend gaaf
stuk, met een voortreffelijk gespeelde
vrouwelijke hoofdrol, en dus een
ware verademing voor de toeschouwers.
IN VELERLEI TOON EEI
Naar aanleiding van de conferentie over het Unit
siteitsvraagstuk door de gezamenlijke Nederlandse
studentenverenigingen gehouden op Woudschot
IN het conferentiehuis
Woudschoten" bij Zeist werd de weekend van
21 tot 23 Februari j.1. door het
Nederlandsch Comitéder International Stu
dent Service (I.S.S.) en de
StudentenCommissie voor Volkseenheid een con
ferentie belegd over het Universiteits
vraagstuk. Deze beide organiseerende
studentenfederaties omvatten samen
de geheele Nederlandsche studenten
wereld, het I.S.S.-Comitéals Neder
landsche afdeeling van een internatio
nale studentenorganisatie met als doel
,,To encourage and support all efforts
on the part of professors, studentsand
others, to develop the universities and
institutions of higher learning as true
centres of national culture, intimately
bound up with the international, eco
nomie and social realities of the mo
dern world", de
Volkseenheids-commissie, bestaande uit vertegenwoordi
gers van alle religieuse en politieke
studentenverenigingen, met als doel
door kennisname van en het verwerven
van inzicht in eikaars standpunt te
komen tot een samenwerking in het
belang van de eenheid van ons Neder
landsche volk.
Aanleiding tot het organiseeren van
deze conferentie was het rapport van de
Commissie-Limburg, het vraagstuk
der overbevolking van Universiteiten
en Hoogescholen. Dit rapport was ech
ter tevens het uitgangspunt om de
vraag, welke plaats de Universiteit in
het huidige maatschappelijke leven be
hoort te bekleeden, in de discussie te
betrekken. Het was verheugend, dat
zoovelen aan de roepstem der organi
satoren van deze conferentie hadden
gevolg gegeven, dat niet alleen vele
studenten, maar ook de Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
enkele hooge ambtenaren van ver
schillende departementen en vertegen
woordigers van de curatoria en acade
mische senaten van vrijwel al onze
Universiteiten en Hoogescholen als
gasten van deze studenten aan de con
ferentie deelnamen. Deze belangstel
ling en ook de levendige discussies,
waaraan door allen zonder aanzien des
persoons werd deelgenomen, getuigden
van een groeiend eenheidsbesef en ge
voel voor samenwerking in de acade
mische wereld, die slechts vruchtbaar
kan zijn voor de oplossing van de pro
blemen, waarvoor zij staat.
,,Elk volk op hoogen trap van
ontwikkeling beseft de waarde der
bezinning, wenscht het bev
het hoogere levend (d.i. zic:i
nieuwend) te houden en loetj
het gebied van kunst, wijsb ge
gie en wetenschap. De
instituut voor wijsbegeert, en
schap, heeft de dubbele ta ik
gripsvorming het leerei
standig onderzoek en uit lra_
het verworvene het doceerenj
studenten. Zij dient allereerst j
hoefte aan geestelijke waard
Deze woorden werden op de|
rentie niet gesproken door Pr
die sprak over de waarde van <
demicus afgezien van ziji sp
maatschappelijke functie en
men dus deze geestelijke b<
mogen verwachten, maar doa|
Kruyt, de man van de prarijk,J
zulke uitermate concretepla me;
Op andere wijze, telkens
het verband, werd hetze fde
door eigenlijk alle sprekers n dor]
debaters. De eerste taak va dei
siteit is het vormen van >id
menschen, die door hun ii zie
hun vermogen waarden tt on
nen, wezenlijk het recht r .? de j
hebben de maatschappij, l et
brengen naar een hooger pi; n.
Onze huidige universit it
geenszins aan die eischen; ij i$|
meer geworden tot een oplei.iing
voor bepaalde beroepen; in alg
vorming schiet zij teneenen- laleij
Hoe kan dit veranderen ?
Prof. Kors bepleit het ve plic
len van een propaedeuse, i ie
moet duren en die den stv ientj
sofisch denken zal leeren zo
inzicht krijgt in de waarde ? an l
in de beteekenis van woo den.]
de groote fout van dezen ti l is, i
leiding geven, die de begrip) an,
in de gebruikte woorden, ni t ?
Mr. Stufkens, die een : -er
en overtuigende rede hield c -erl
siteit en Maatschappij, zo kt
betering langs anderen weg De t
siteit moet niet meer alleet
dige opleiding geven tot en
schappelijke functie, zij mo t<
den trant van de Engelse, e
de gelegenheid geven gedu ende|
of drie jaar de universitai e
beleven. Daarna keert de st; dentj
in de maatschappij, waar ij dj
geschiktheid tot een wille
roep heeft verloren, of hij w» rdt'
schappelijk werker en blijft
I
ELUID
Me r dan de gedachte wil
[overnemen, met de Engelsche
BS hij het lang niet eens. Iets
|ks h* ioelden de
Akademigien", die voor de
revoen tijd in Pruisen bestaan
hebwildt-a den
Volksschulleh| voor (ie practijk kon volstaan
betrekkelijk geringe kennis,
ergrond geven van breeder
appel
kont
erna
?in l'
Ider
i;.< inzicht, van een
wijop zijn beurt acht
? volksleven
noodzaketversiteit gaat een volk
r evenzeer is een
unidie m t het volk dient, d.w.z.
:t aar de verheffing van de
hei volk tot waarheid en
?dighrid, levensvatbaar. De
?>et instaan voor het
een wijze, die
univeris. Wie, voortgekomen
milieu in de
Hollandit hoort verkondigen,
n niet. Maar de
BraLmrger, die ziet, hoe de
lugkomt van de
uni|als dokter misschien bekwaam
orpsc/noot geheel vervreemd,
i de v 'i. ag van de ver
hollandzooa hij het zal noemen,
acad micus een levend pro
;ren .in is het doel van de
:ente ing, die Dr. Ph. J.
in -rincipe niet verwerpt,
Inc n de toelating tot de
iit moeilijker wordt, indien
idi. wijze selectie wordt
tijging van het peil der
uurlijk gevolg zijn. Een
wilde een scherpe
scheischen selectie op
paeda' economische gronden.
commissie-Limburg dit
. haar rapport niet te
iet. Dr. Idenburg stelde
dat de scheiding, zoo
uist is; de beperking op
g« :hiktheid brengt vanzelf
oordeelen mee.
?ende sprekers hadden
p deze vraag der
beperrooten toevloed naar de
Idenburg meent, dat er
r teveel aan academici is,
-t in 1940 zal maken,
verwachten 4000
plaatiidaten zijn. De
acade> werk zijner waardig kan
genoegen moet nemen
?- beter door iemand met
?leiding kan worden v
rgevaar een zoo sterk
?heidscomplex te krijgen,
, za
het r.
ent
len
'eet <
eid
>en
novc
'i, O'
kche
krsch
nsie
der
D
i e«
Idèt
ca';
igee
lid c
CONFERENTIEGANGERS .
OP WOUDSCHOTEN
Bovenste rij van links naar 'rechts:
Prof. Dr. T. Brandsma (Nijmegen) en
Mr. A. J. L van Beeck Co/koen, chef der
afdeeling Hooger Onderwijs (den Haag) ;
Dr. Ph. j. Idenburg met de conferentie
leiding : A. C. M. van Metsen, j. H. G.
Ferman en Mr, W. H. Fockema Andreae;
Prof. Mr. W, P. J. Pompe (Utrecht) en
moderator Visser (Amsterdam). Daar
onder: A. C. M. van Meteen, Prof. Dr.
H. R. Kruyt (Utrecht) en Dro. M.G. Schenk,
perschef der conferentie. Geheel onder:
Prof. Dr. J. van Loon (Deventer) aan
het woord,
dat dit, indien het bij een groot aantal
menschen voorkomt, een rem wordt
voor de maatschappij. Prof. van Loon
daarentegen meent, dat er nog plaats is,
dat er nog tal van beroepen worden
waargenomen door niet-academici, die
zeer zeker passen voor afgestudeerden.
Zijn geheele betoog is sterk gericht naar
de practijk, waarin hij zelf staat. Blij
kens dit betoog beantwoordt hij al
deed hij dit niet met zooveel woorden
de vraag, of het wenschelijk of gevaar
lijk is, dat iemand, die een willekeurig
beroep zal waarnemen, academisch
wordt gevormd, met een ontkenning
van het gevaarlijke.
Prof. Kors wil door de voorgestelde
propaedeuse ook den toevloed van stu
denten tegengaan; Mr. Stufkens acht
het ademen in de universitaire wereld
van zoo groote beteekenis, dat hij de
deuren wijder wil openzetten en meer
dan tot nu toe practisch mogelijk is,
ieder de gelegenheid tot academische
vorming wil geven. Dit zal gepaard
moeten gaan met versobering der
eischen thans door afgestudeerden ge
steld. Voor een gezond universitair
leven acht hij het dringend noodig,
dat alle volksgroepen er deel aan
hebben.
Prof. Kruyt tenslotte ziet de geheele
vraag der overbevolking allereerst als
probleem der middelmatigheid', goede
chemici krijgen nog steeds gemakkelijk
een plaats, hoewel volgens de statistiek
er een groot overschot is. De practische
voorstellen tot reorganisatie, die hij
doet, beoogen dan ook het peil te
verhoogen en daardoor de mogelijkheid te
scheppen, dat de universiteit haar taak
vervult, dat zij weer wordt tot de ge
meenschap van alle wetenschappelijke
werkers: docenten, studenten en afge
studeerden. Maar dan is ook de onver
biddelijke eisch, dat zij wordt bestuurd
door hen, die zelf midden in het weten
schappelijk leven staan, niet door cura
toria, zooals thans practisch geschiedt
de rector en de academische senaat
zijn immers met lamheid geslagen,
omdat hun bewind slechts n jaar
duurt die niet bevoegd zijn. De cu
ratoren worden benoemd uit de kringen
der hooge staatsambtenaren en zijn
bijna zonder uitzondering juristen,
alumni van de faculteit, waar de wet
nschap het meest verstard is, waar be
halve in uitzonderingsgevallen de uni
versitaire begripsvorming ontbreekt.
Daarom kome het bestuur onzer uni
versiteiten in handen van rectores en
senaten, die levend deel hebben aan het
wetenschappelijk onderzoek en aan
wier benoeming de afgestudeerden
zij die met hun wetenschappelijke be
langstelling in de maatschappij staan
deel hebben. Indien daarbij dan ook
nog de scheidingen in de studenten
wereld worden doorbroken, is de kans
zeer groot, dat de universiteit als le
vende gemeenschap van
wetenschapsmenschen een eenheid wordt.
WIE zich afvraagt, welk nut
conferenties als deze hebben,
ontvange ditmaal de verzekering, dat
bij de deelnemers een gemengd ge
zelschap van studenten, afgestudeerden
en hoogleeraren ernst wordt ge
maakt met de reorganisatie, zoo zelfs,
dat een voorstel om de organisatoren
dezer bijeenkomst, het Nederlandsch
comitévan de International Student
Service en deVolkseenheidscommissi?,
te verzoeken op korten termijn een
vergadering samen te roepen van alle
studentenverenigingen om een werk
plan te ontwerpen, met warm applaus
werd begroet. M. G. S.
^