De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 6 maart pagina 3

6 maart 1936 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Hiectuigen, geen. Ihemische strijdrr ? eventueele vija: oderne wapene fomp bijten op eldspraak van l W ij helpen h [runt zijn wij er 'iidaagsche schrijver * flet Alg. Ha nheid van de fistelijke dem d. voo ,onma: i". E rdi| l van l van r-f iV ? y oo z< k h i *?* * ei todh leJti&aar, r *ft'W [vox|e>, l? l weten da Baarde h leenchim ontorikk het b< Ie ree Ett l de ooi ing 'tot ?eM sle* it?ei teur voor Economische Zaken, die voor een bespreking met Colijn is komen overvliegen, heeft b.v. slechts enkele woorden over zijn hoofdstuk kunnen hooren wisselen. DE STAATSCOMMISSIE VOOR DE ONDERWIJSCONCENTRATIE is thans geïnstalleerd: het is alleszins te wenschen, dat zij er in slagen zal de onderwijsbezuiniging-door-middel-vanhet-tegengaan-van-versplintering, wel ke bij het aftreden van minister Marchant in zulk een onevenredige ver houding voor openbaar en bijzonder onderwijs was blijven liggen, zal weten te vinden op een wijze, die het beginsel der pacificatie handhaaft en rechter- en linkerzijde beide kan bevredigen. Een tweede delicate kwestie, die onder het bewind Marchant geen voort gang heeft gevonden is het door de commissie-Bijleveld uitgewerkte voor stel uit het rapport-Welter tot lagere salarieering van kloosterlingen-onder wijzers. Dit rapport is ook nu nog geheim, maar het schijnt wel zeker, dat de commissie, waarin ook katho lieken zaten, unaniem voorstandster van een verlaging was. Dit is trouwens niet zoo vreemd: in het buitenland wordt zulk een afzonderlijke regeling overal door de katholieken aanvaard; in katholieken kring is hier en daar ook wel ontstemming over de bevoor rechting vatt kloosterlingen-leerkrach ten boven R.K. leeken bij het bijzonder onderwijs, welke hiermee gepaard gaat; en tenslotte wordt in de R.K. sociologie aan het behoefte-element in het loon een groote waarde toege kend. Het gebruik van dit laatste argument bij den aanval van den R.K. Suring op de gehuwde ambtenares is trouwens voor Mr. Boon de aanleiding geweest, deze kwestie weer aan het rollen te brengen. Bovengenoemde redenen zijn sterk genoeg om, zonder een zweem van anti-papisme, déze bezuiniging van twee . drie millioen, in een tijd waarin zooveel offers ge bracht moeten worden, noodig te achten. DE N.S.B, deed deze week veel van zich spreken, maar vermoedelijk met weinig propagandistisch effect De twee Eerste Kamerleden werden door minister Slingeberg resp. wegens een domme en een onbehoorlijke vraag afgestraft; de bisschoppen van Roer mond en Den Bosch hebben een laatste ernstige vermaning tegen het lidmaat schap van de N.S.B, en een uitdruk kelijk verbod van het lidmaatschap van derzelver Raad van Katholieken" uitgevaardigd; minister Colijn en an deren hebben gewaarschuwd tegen de onverantwoordelijke N. S. B-propaganda voor emigratie naar NjeuwGuinea; de berechting van de Duin dorp-relletjes bracht weinig verheffende kanten van de colportage-tochten met Vova" aan het volle daglicht. Maar het minst prettige voor Mussert en zijn vrienden moet toch wel wezen, dat de zoo luid toege-houzee-de N.S.B.-sigarenwinkel betrapt is op nauwere relaties met de Duitsche nazi's en wel met het onwelriekendste element daar van, het Stürmer"-antisenutisme, dan het hoofdkwartier pleegt te erkennen. De heer Boon (wiens meeningsverschillen met zijn partijbestuur hem blijk baar niet in zijn activiteit hinderen) heeft in zijn vragen aan minister Van Schaik bekend gemaakt, dat deze neo-pornografie in een kamertje achter den winkel door de winkeliers-N.S.B.functionarissen aan alle vragers met voldoende arisch" uiterlijk werd verkocht. Dat er voor deze ontdekking en daarmee samenhangende onthullingen allerlei methoden noodig zijn geweest, die aan contraspionage doen denken, is geen verheugend teeken voor de Nederlandsche politieke verhoudingen. Maar de N.S.B, is de laatste die zich daarover mag beklagen. Uit De Groene van 16 Juni 1895 LOHMAN EN KUYPER DE oneenigheid tusschen de beide deelen der a n t i - revolutionnaire partij, de groep der conser vatieve en die der democra tische leden, heeft zulk een hoogte bereikt, dat de buren op de stoep komen staan, bevreesd dat het krakeel tot handtaste- lijkheden zal lei den. De Standaard, en het is haar geenszins te misduiden, meent verstaan te hebben, dat de Nederlander haar voor verrader heeft gescholden. De Nederlander, minder be dreven in het gebruik van beeldspraak dan een polemische natuur nuttig is, heeft dadelijk erkend, dat zij het zoo erg niet bedoeld had, maar de Stan daard houdt voet bij stuk en ant woordt: die excuses neem ik niet aan. Duidelijk was in het ongeval op zee verklaard, dat Dr. Kuyper, zonder scheepsraad te houden, op eigen gezag en in strijd met de scheepspapieren, EEN ANDERE VLAG, EN WEL DIB DES VIJANDS, NAAST EN VOOR DE NEDERLANDSCHE LIET HIJSCHEN". De ruzie is zoo hevig dat een der buren al eens even aan de deur heeft getikt, om gehoor te krijgen, in de hoop de twistenden tot rede te brengen. Och, zoo riep het Centrum hun toe: Houdt toch op, ge brengt onze geheele buurt, het christelijke kwartier, door uw rumoer in opspraak. En zoo sprekende richtte het vooral het woord tot de con servatieven .... Welnu, dat de heer Lohman eer hardhandig, dan handig verdient te heeten, is bekend. Jammer genoeg dat hij, nu de huisvrede eenmaal verbroken is, zóó moeilijk zich bedwingen kan om zich heen te slaan desnoods met voor werpen, die in het hoekje van den haard moesten blijven staan, raak of mis. Maar aan den anderen kant moet opgemerkt worden, dat de hardhandige man tot drift geprikkeld is, en al moge hij zich in zijn drift komen te ontgaan, tot de eerlijke menschen be hoort gerekend te worden, steeds be reid in oogenblikken van bezinning zijn gebrek aan zelfbeheersching te erken nen en te betreuren. Kan ik het helpen, zoo hooren wij hem dan verzuchten, dat mij het bloed kookt? Man kan er zich wel over verontwaardigd betoonen, «IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIUIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllfe Nu er in onze dagen weer sprake Is van hereenigtngspoglngen der Anti-Revolutionaire en der Christelijk-Hls~ torise/ie partij', i's het interessant een artikel te herlezen uit den tijd dat de kloof tusschen beide groepen zeer diep was. interessant niet het minst, omdat de posities zoo sterk verschoven zijn: van onderstaand hoofdartikel uit J895, dat wij deze week in onze jubifeum-serie op nemen, is de voor dien tijd volkomen juiste conclusie: de sp/ij'tzwam tusschen deze geestverwante groepen is de Democratie. Hoe Is bij de jongere generatie de toestand veranderd! Nu hooren wij bij de Christefi/k-Historischen, waarvan een aantal jongeren thans De Nederlander" red/geert, veeleer vooruitstrevende geluiden. iets oneerlijks, iets om lijks, dat is jammer daad ! Aan zoo iets mr t e« einde komen. Laat da 't laatst geschied zijn in <je Nederlandsche, indeQ rjste. lijke en in de Onchris; pers. ?klIlllltlllMllinniHIHIIIIIIMIIIHHIUMIUIIIHmHIIIIIIIIIHIIHHMIIIIIIIHIIIIIIIIIIUIIIMIIIIIIIIIIU? dat wij met krachtige, soms wellicht te krachtige woorden, tegen al deze voorstellingen opkomen. Maar wat rest ons anders, tegenover een tegenstander die zijn lezers voortdurend de feiten, die hem evengoed bekend zijn of door hem vooraf kunnen worden geveri fieerd, onjuist voorstelt? Die steeds in gebreke blijft, zoo niet zijn dwaling te erkennen, althans de tegenspraak mee te deelen?" Ziedaar een verklaring van beteekenis. Lohmans hartstocht wordt ge wekt door tweeërlei: ie door de on juiste voorstelling, die Dr. Kuyper van bekende en door hem te kennen feiten geeft, 2e door zijn gewoonte om niet alleen geen schuld te belijden, maar zelfs de tegenspraak niet mede te dee len. Wat nu die voorstelling der feiten betreft, zij kan te goeder trouw zijn; deze blijven buiten beschouwing; maar het niet erkennen zijner dwaling, na een onomstootbaar bewijs, en wel het ergst nog, het niet eens opnemen der tegenspraak, is een immoreele daad. Dit moest niet Voorkomen in de pers, aller minst in de Christelijke pers, die de moraliteit een hemelsche wijding geeft; want hierdoor daalt die pers tot be neden heidensch peil.... Dat twee heroën als Lohman en Kuyper in blinkende harnassen legen elkaar optrekken en hun scherpe zwaarden kruisen, neen dat is niet iets in strijd met vroeden zin en wijs beleid. De beginselen zijn gezalfde koningen, die geen weerstand dulden.... Maar dat in dien onvermijdelijken kamp, onder nomen door twee Christen-oversten, van weerskanten de klacht kan rijzen, de gegronde klacht: daar is in de wijze waarop gij mij aanvalt en u verdedigt, OM de manier, w iar0p de leider der r ;iser, vatieve en de leider il r d{. mocratische antirevol nairen elkander weer trekken zij de aandacl * van geheel Nederland op zie ... Waarlijk oppervlakki, b*. schouwd, bestaat er alle reden to ver. wondering, tot verbazing zelfs. Beiden n in het geloof; s-men ontwerpers van n staatkundig pro. gram, aanvoerders derzelfde ; utij, beiden dragende den bijbel na; f de Volkssehool, beiden er op uit Mi erva te doen buigen voor de Openb. ing. Wat mag er geschied zijn ? vraagt uen, dat men hen zoo plomp ziet bc» en? Het raadsel is gemakkelijk <» t« lossen. Dat is de kracht der Demo*, mie. Welk een overeenstemming des geestes er moge bestaan, de verkoeling kan niet uit blijven, waar aan de wr der gelijkheid van rechten, die de nii'.uur heeft afgekondigd, door den eei oor wordt geleend, terwijl de i haar loochenen wil. De democratie dwingt de kt k'n zich naar haar te schikken en elke kerk, die in tegenstelling met den . auj van Rome, of met het calvinism» Dr. Kuyper, zich tegen hare e verzet, straft slechts zichzelve verkwijning, eindigende in een zamen, smadelijken dood. Wai :eer de kerken nog een tijdlang de d nocratie kunnen weerstaan, de poli eke partijen blaast ze uiteen en on,ver. Nu zelfs Lohman en Kuyper mr'ten scheiden, klinkt het, meenen wij, krachtiger dan ooit door hét kat h o .eke protestantsche en ongeloovige N land: de dagen uwer eendracht geteld. De democratie eischt u op haar streven.... ge zult u nv verklaren voor of tegen haar, wan conservatief-democratisme, of een raal-radicalisme, een samengaan verdedigers en van bestrijders volksrechten en der volksbela gen heeft geen toekomst meer. het ider var. hen met \ng ier:ijn oor ten een :bevan der Teekeninc van Joh. Braakènslek In D* Groene van 23 Juni IN DEN POL/T/EKEN RESTAURANT Dr. Schaepman: Kom, loop er nu met hee/emaaf uit! PAG. 4 OE GROENE Ne. MM HET ZWAARD ZIJ DE ZIEL VAN DEN SAMOEIAI MET deze woorden bond in zijn laatste levens jaar, in 1616, de stichter van het Tokugawa Shogunaat, lyeyasu, de Japansche ridder schap tot n gesloten stand van krijgslieden samen. Buiten deze kaste mocht geen Japanner de beide ?i Baarden dragen: het lange bestemd voor den vijand, ! e c korte voor het hara-kiri wanneer de nederlaag tten andere keuze Het. De Samoerai werden de nvicht waarop door de eeuwen heen het shogunaat, ,n naam wel voor den goddelijke n keizer, het Japanc hèrijk feitelijk zelf regeerden. Zij vormden de af* £ i sloten eenheid die twee en een halve eeuw iederen v: »emden invloed van buiten en vooral van het \V ->sten wist te weren. En nog, na twee en een halve eeuw, zijn het de S, moerai, is het het leger, dat het land tenslotte lieert omdat dit alleen den rechten weg van den \ i ijgsman" kent, die door geen ander gekend kan vorden. Zij immers kennen de traditie waarin Japan f root werd. Het verzet van de krijgsmanskaste teekent zich :nds 1926 af als een roode stippellijn. Telkens een ? , oord. Hooge regeeringsambtenaren, die het traditio nele streven trachtten te weerstaan, werden ver moord. Het ligt volkomen in de lijn van het Japan?;,-he denken, om hierin geen on-eerbaar ,,moorden" rt zien. Bij het beoordeelen van alles wat daar ge schiedt moeten wij in het oog houden, dat we de Japansche gebeurtenissen nooit naar westerschen ;'maatstaf mogen beoordeelen. De technische efficiency van het militaire Japan, ' t uiterlijk vertoon van westersche uniformen, mag i.as niet op een dwaalspoor brengen. Juist daar leeft ,'.- oude traditie. En een Saionji of een Takahashi, ??.ie de oude volksdracht trouw bleef, vergeeft men ruet dat hij het Westen" vertegenwoordigt. Na de gewelddadige doorbraak van deze om: uring door den Amerikaanschen admiraal Perry ;?? 1853, trad in 1868 het shogunaat terug door alle i acht weer in handen te leggen van het centraal .zag van den Mikado. Een vormwisseling, zooals > < meerdere zouden volgen. De Genro, de Raad der Ouderen, gaf voortaan het dooi slaand advies bij .-?et vormen der opvolgende regeeringen, gaf de nchtlijnen aan waarlangs de van alle kanten gretig ioge:.iomen Westersche begrippen in het Japansche -taatsleven zouden worden omgewerkt naar Japan?i.-hen geest. De sterke nationale basis, in meer dan -. ht eeuwen door de shoguns gelegd, bleek een vrucht>are bodem waarop in drie kwart eeuw een overge.- .men Europeesche staatstechniek een wereldmacht jn doen groeien, die heel het wereldgebeuren voor ellicht zeer nabije toekomst om den Pacific schijnt '. zullen samentrekken. Gepantserd door de van het esten overgenomen machtsmiddelen vindt Japan eigen geest de kracht zijn bestemming te volgen, >lgens eigen traditie. f "R is reden bij de jongste berichten uit Tokio fJ2 deze grondstroomingen van het Japansche volks- en staatsleven te blijven onderkennen. Het .' -ipansche probleem heeft voor Westersche oogen ispecten die den Japanner niet het eerst opvallen. 'n dezen tijd van economischen chaos zijn wij eneigd ook voor het Oosten die factoren het eerst ? o tellen die voor ons van het meeste gewicht schijnen. Dan zien wij hoe Aziëvan een markt waar ?e Europeesche kooplieden de goederen weghaalden ? en strijdplaats werd voor de producenten van heel >'e wereld met Japan als machtig concurrent. Dan ten wij hoe de fenomenale bevolkingstoewas van ;apan het een uitweg móét doen zoeken naar uiten de grenzen van het eigen tot iederen vier? anten meter ontgonnen en bebouwde land. De apansche expansiezucht is dus volgens Europeesche ?egrippen volkomen logisch. Maar de geschiedenis 'er volkeren pleegt zich nu eenmaal niet langs de lijnen der westersche logica te voltrekken en een gewelddadig ingrijpen in den gang van het politieke even in Japan, zooals reeds bij herhaling de laatste lecennia gebeurde en waarvan ook nu weer de lerichten komen, vindt zijn verklaring niet in de >erste plaats in economische nooden. De drang naar expansie, die eerst Korea, daarna landchoürije, nu weer Buiten-Mongoliëonder leerschappij bracht, kwam maar zeer ten deele "egemoet aan al die economische moeilijkheden waarmee ook modern Japan te kampen heeft. Door de eeuwen heen en ook nu nog is het in de eerste kruq brut.... een -uorsUU/ke cdampacine. plaats Bushido", de weg van den krijgsman, waar langs het Japansche volk voortstroomt. Op dien weg zal nu zelfs de eerbied voor den laatste der Genro's wijken, voor den ruim 8o-jarigen Saionji, die als welhaast eenige van zijn volk den geheelen opgang heeft meegemaakt van kleinmacht tot wereldmacht, maar die naar .den zin der Samoerai teveel begoocheld bleek door de bekoring van het westersche regeeringssysteem met partijen. Door zijn toedoen kwam in Mei 1932 de nu gevallen Saito aan het hoofd van een concentratieregeering volgens het naar westersche begrippen volkomen redelijke com promis van partij-inzichten, een systeem dat echter niet past op den rechten weg van den krijgsman. Op dien weg was zeker geen plaats voor mannen als Okada en zeker niet voor Takahashi, figuren die de Westersche inzichten van staatsbeleid zoozeer in zich hadden opgenomen, dat voor hen het leger op de tweede plaats werd geschoven. Daarmee was het lot bezegeld. Nooit zou het zwaard zich laten wegdringen. Verantwoordelijkheid? Begrooting? Verfoeilijke westersche begrippen evenzeer als groot-kapitaal en parlementair stelsel. Japan wil groot zijn. Het is zijn roeping om Azi te beheerschen. Zoo worden nu als eischen der rebellen" ver meld: afschaffing van het parlementaire stelsel, herstel van de feudale rechten der ridderschap, nationalisatie der groote vermogens maar bovenal: opnieuw in het midden van het staats- en volks leven de Mikado als hoofd van het leger. Toen Hideyosho, de geniale strijdmakker van den hiervoor genoemden lyeyasu, de voor zijn keizer heroverde Japansche gebieden bezocht sprak hij voor het beeld van den eersten shogun Yoritomo (overl. 1199) de volgende woorden: Gij zijt mijn vriend. Eens hebt gij alle macht in Japan bezeten zooals ik die nu bezit. Gij een edelman, ik een zoon van den donkeren akker, slechts wij beiden waren daartoe geroepen. Maar mijn uitein delijk doel is, niet alleen heel Japan te beheerschen, neen, ik wil verder en mij wagen aan de verove ring van China. Wat denkt gij hier van, gij mijn groote broeder ?" Mr. P. H. W. F. TELLEGEN Rechts: Takahashi, de Grand O/d man van Japan, het meest betreurde slachtoffer der jongste woelingen» Uiterlijk een man van traditie, was hij in werkelijkheid een stuwende kracht van het mo dernisme in zijn vaderland. PAG. 5 OE GROENE No. 306* ***VJ $ttf * /*. Boven: Generaal^ Sadao Araki, on4 donks zijn moderner uniform een der dragers van de tra-.J, ditie der Samoerai .fu Hij vertegenwoor-ffi digt de werkelijke^ macht in Japan, des,' macht van het£ leger m'i. i ? R l J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl