Historisch Archief 1877-1940
i
i'
K ?<>?
Een verhaal van De Groene
EEN BEKENTENIS
F. Bordewijk
HET was eerst in den laten namiddag dat
Mr. de Jong, bekend advocaat, naar zijn
kantoor terugkeerde. Hij gaapte, hij was
korzelig. De zitting had lang geduurd, en aan de
zaak was het eind misschien voorloopig nog niet
te zien.
Daar het vak zich tot specialiseeren weinig leende,
behoorde de Jong tot die zeldzame advocaten wier
praktijk althans in hoofdzaak bestaat uit zaken
van een bepaalden aard: het waren bij hem straf
zaken. Maar zij konden zijn werklust niet volkomen
bevredigen en in zijn stoffelijke behoeften niet ten
volle voorzien, hij had daarnaast ook een ge
mengde praktijk.
Hij ging nog even naar zijn kantoor, hij moest
de post nog teekenen en hooren wie er geweest was
of had gebeld. Hij was een man op leeftijd, hij klom
langzaam de trap op naar zijn kamers, twee kale
voor zijn personeel, een passabele voor de clientèle,
een weelderig privékantoor.
Het was een hoogst vervelende affaire waarin hij
de verdediging voerde. Den heelen morgen, den
heelen middag alleen met een uur pauze om een
stukje te eten hadden de rechtbank, het openbaar
ministerie, de verdachte, de deskundigen, de
getuigen, en hij, gebogen gezeten of gestaan over
allerlei paperassen, zonder dat de vervalschingen
nog opgehelderd waren. De rechtbank had besloten
om den avond door te werken. Mogelijk kwam ze
er doorheen. Hij moest er zich op voorbereiden
dat hij vandaag nog aan het woord zou komen
voor zijn pleidooi, maar misschien pas heel laat,
misschien pas tegen middernacht.
Hij liep met een kort bonjour de twee
bediendenkamers door. Zijn eerste klerk opende de deur van
zijn privékantoor, stak het licht op, schoof de
gordijnen dicht, nam zijn hoed, jas, wandelstok mee.
Nog iets geweest, Johan?
De klerk gaf hem een lijstje met een paar tele
foontjes. Hij liep het vlug door. Hij herinnerde zich
dat hij niet in zijn wachtkamer had gekeken. Maar
de bediende zei het al:
Er zit nog n meneer op u te wachten.
Hij verbeterde zich:
Een man.
.De Jong keek naar de klok. Het was bijna zes
uur, bijna .sluitingstijd. Hij moest nog thuis eten,
en om acht uur terug zijn op de rechtbank.
Hij zit er al een paar uur, hij wil u absoluut
vandaag nog spreken.
De advocaat kende dat. Die dwingelanden zonder
consideratie voor iemand anders zijn vrijen tijd,
hoe krap gemeten, dat waren de straf klant j es.
Maar hij was als een dokter. Hij kwam voor de
cliënten desnoods 's nachts uit zijn bed.
Even wachten. Eerst de post.. .. En dan
kunnen jullie gaan. Zet alleen de telefoon over.
Het was hier gelukkig behoorlijk warm. De
haard werd altijd zorgvuldig onderhouden, hoe lang
hij ook mocht wegblijven. Hij gaapte, niet uit
moeheid, uit verveling.
De post werd gebracht. Hij liet de brieven nog
even achter zijn rug liggen, stond behaaglijk bij
den haard en dronk langzaam een glas water.
HIJ was een zeer sober mensch, een man op
leeftijd, maar geestelijk nog achttien karaats.
Fysiek ook. Alleen trappenklimmen ging niet meer
in het tempo van de jeugd. Maar verder stond hij
zijn man. Het kanon noemden ze hem wel in de
advocatenkamer, of de witte leeuw. Zijn stem
mocht er wezen, zijn haren ook. Het kanon, de
witte leeuw, dat klonk. Hij had die namen zelf
voorzichtig gepousseerd, zoo met: zeg, weet je dat
ze me tegenwoordig het kanon schijnen te noemen ?
Niemand wist het, natuurlijk niet, maar zoo kreeg
hij van lieverlede de bijnamen er toch in.
65.-
85.Stalencollectie op aanvraag
NIEUWENGELAND
KONINGSPLEIN
AMSTERDAM
Wie pleit er in de strafkamer?
De witte leeuw brult.
Werkelijk kon men hem bij vlagen in de gang
hooren brullen.
Nu stond hij zwijgend bij zijn haard, heelemaal
niet met reminiscenties aan een kanon. En aan een
leeuw op jaren deed alleen vaag zijn rijkelijke,
witte haar denken, wat langer dan de gewone
dracht, maar toch niet de manen van een artiest.
Zijn haar dat in het openbaar een rol vervulde
evengoed als zijn stem. Want zooals hij zijn stem
banden bespeelde en er soms een fortissimo uit
bracht waarvan een onervaren rechter kon schrik
ken, en het publiek schrok, altijd, zoo wendde
hij ook de fraaie bekroning van zijn schedel aan
tot meerder effect, door er mee te schudden, mis
moedig, twijfelend, furieus, en vooral door haar
naar achteren te strijken en het volle licht op zijn
voorhoofd te doen vallen in die momenten waarin
hij zijn exposéals een zegen van verheldering op
zijn gehoor wilde uitgieten.
Hij teekende zijn post en ontbood zijn laatste n
cliënt. Een man, had zijn klerk gezegd. Een man,
meer niet.
Meneer, begon de man, staande dichtbij de
achter hem gesloten deur. Mijn naam is Meyer.
Marcus Meyer. U zult me niet kennen. U hebt me
niet verdedigd. Ik ben net ontslagen. Ik heb twee
en een half jaar gezeten, zonder aftrek.
Ga dan zitten, noodigde de advocaat met
breed gebaar, gul en grof. Het was zoo zijn aard.
Hij had van die invallen, die hij móést plaatsen ten
koste van alles.
De cliënt reageerde op het gebaar, niet op de grap.
Hij nam plaats tegenover het breede bureau, rustig
en bescheiden. Hij zat stil op een punt van den stoel.
Hij durfde niet zoo vrijpostig zijn te leunen. Onge
twijfeld kwam hij pas uit de gevangenis. Hij had het
typische gevangenisteint, dat minder bleek is dan
kleurloos. De Jong achterover in zijn bureaustoel,
open voor iedere confidentie, wachtte.
De man begon opnieuw.
Mijn naam is Meyer. U kent me niet, maar
mogelijk hebt u mijn naam wel es meer gehoord.
Hij pauseerde. Hij keek niet op, toch scheen het
of hij eenig wederwoord verwachtte.
De Jong keek scherp. Halt l Was dat een tegen
zet? Werd daar bedekt el ij k gezinspeeld op zijn
eigen, allerminst zeldzamen naam? Zoo ja, dan
was het tegenover zijn vrij vulgair grapje een
meesterzet van fijnheid. Zulke dingen waardeerde
hij, een leven van redetwisten had hem ontzag
gegeven voor de macht van het woord.
? Ga door, zei hij alleen.
De man hervatte:
Ik ben
Nu volgde geen naam meer, maar heel wat anders.
De advocaat zat stil achter zijn bureau te luisteren.
Hij zag achter den bezoeker den wandspiegel, en
daarin een onbeweeglijke neutrale rug, en dan
verder weg zichzelf, en vooral de witte kap van
zijn haar. Langs gelaat en achterhoofd keek hij in
zijn eigen oogen.
Hij had zoo dikwijls tijdens cliëntenbezoek aldus
in de verte in zijn eigen oogen gezien, die witte
leeuw was hem zoo vertrouwd, hij knipoogde hem
soms gewoon toe. Maar ditmaal knipoogde hij niet.
Wel keek hij, maar wat hij zag was een paar oogen
dat almaar grooter en ronder werd, waarin een
verbijstering zich begon af te teekenen.
Ik ben.. .., had de man gezegd.
Wie was die raadselachtige persoonlijkheid die
twee en een half jaar gezeten had,. die daar aan
hem kwam vertellen wie hij was, een schobbejak,
een schavuit, een schurk, een bandiet ?
De advocaat zag in den spiegel. De lange lijst
der meest eerlooze kwalificaties die de bezoeker
aan zichzelf uitreikte bezorgde hem kippevel. Zijn
haar rees niette berge, het was misschein te lang.
Maar toch, de manen stonden breeder uit, de spiegel
bedroog niet.
Ik heb.. .., zei de man.
Het was aldoor heel stil. Het personeel was al
een poos vertrokken, in het huis klonk geen geluid
dan het murmelen van de stem die aan het tweede,
meer gedetailleerde deel der bekentenis begon.
DE Jong kwam onwillekeurig met het bovenlijf
meer en meer naar voren. De ander ook. Hij
scheen wat stoutmoediger geworden. Hij legde zijn
armen op het blad van het bureau, en keek nu en
dan, maar nog schuw, naar den rechtsgeleerde,
een onpersoonlijke, gedoofde blik. Middelerwij l
hampacjr
kruq brut
f t r. ' -? /
'inesse.
biechtte hij wat hij was geweest, wat'hij had gedaan.
Hij stapelde verschrikking op verschrikking, hij
beschreef wandaden zóó afgrijselijk dat ze voor de
beproefde ervaring van den ouden rot nieuw waren,
gloednieuw.
Ik heb een ontsnapten krankzinnige tegenover
me, dacht hij. Maar neen, dat kon niet. Zoo sprak
niet iemand wiens verstand was verbijsterd. En,
wat meer zegt, hij noemde man en paard. Dat wil
zeggen, hij noemde minder ruiters dan wel voet
gangers, eenzame voetgangers op buiten we gen,
mannen, vrouwen,.... kinderen! En de Jong
herinnerde zich: hij kon sommige feiten verifieeren,
al was het ook jaren .geleden. Inderdaad, die en die
was toen daar en daar verdwenen, en die en die
weer daar. Deze onbekende Marcus Meyer sloeg
met stukken n Jack the Ripper n Haarman n
Angerstein n Peter Kürten, heel die bloedige file
van grootmoordenaars in de historische galerijen
der zwaarste criminaliteit.
Het geluid in de kamer zweeg. Men zou een speld
hebben kunnen hooren vallen, indien niet het
bodemtapijt zoo mollig was geweest dat men be
zwaarlijk den val van een klinknagel hadde gehoord.
Maar hoe dan ook, het was buitengewoon stil.
De doorgewinterde pleitbezorger zat daar als een
hulpeloos kind. Hij was niet persoonlijk bang van
het individu dat plots een staalharden blik in den
zijnen boorde, want hij kende geen doodsvrees.
Maar wel had deze afschuwelijke bekentenis hem
tot in zijn diepste vezelen geschokt, en de afschuw
van het gansche degelijke, gerangeerde menschdom
tegenover de infamie lag op zijn trekken.
Hoe komt het dat je maar twee en een half
jaar.. .. ? wilde hij vragen. Wat bezielt je in 's
hemelsnaam om hier.. .. ?
Maar de woorden wilden zich niet vormen. Het
kanon was vernageld. Daar klonk nog niet het
geluid van een speelgoedpistooltje.
Toen, ouder gewoonte want een mensen leert
zijn oude gewoonten evenmin af als het ademhalen
keek hij in den spiegel. En hij zag geen leeuw,
maar een egel.
Met moeite kwam hij overeind. Hij beende een
paar maal de kamer door. Maar hij wist niet wat
hij deed.
Hoe nu.. .. ? begon hij deftig.
Maar hij wist niet wat hij zei. Intusschen had hij
in den anderen spiegel, boven zijn haard, zich
nogmaals bekeken. Hij had het gevoel dat zijn haar
zich nooit meer leggen zou, en toen hij het neer
streek rees het dan ook weer omhoog als een graan
veld na een windstoot. Door dit verschijnsel was
hij volkomen gepreoccupeerd, en zulks te meer
daar het hem een onwelkom hiaat op de kruin
onthulde dat de vaardige hand van zijn kapper
voor het oog der wereld had weten te verheime
lijken. Hoe moest dat straks gaan, om acht uur op
de rechtbank? Men zou hem niet herkennen, men
zou naar zijn papieren vragen. En bovenal, hij zou
onsterfelijk belachelijk wezen.
Toen hoorde hij weer de stem van den bezoeker.
tot vertrekken gereed.
Wat ben ik u schuldig ?
Maar, lieve hemel, wat was hij hem schuldig?
Hij had geen advies gevraagd, hij was alleen maar
gekomen om den duldeloozen last van een berg
van zonden via een bekentenis te schuiven op den
rug van een weerloos advocaat, of liever in diens
weerlooze coiffure.
Maar dat zou niet gebeuren. Liever een ouder-.
wetsche coupe a la brosse", dan deze ragebol
Zijn stem althans keerde reeds tot hem terug, er
hij zei eenvoudig;
Drie kwartjes voor haarknippen aan huis.
Het monster Marcus Meyer vertrok. En nauv
was de voordeur gesloten of de stormgolven var
het afgrijzen legden zich onder déolie van hè'
eenzaam achterblijven. Hij hervond zijn kalmte
zijn routine, zijn huid hervond haar gladheid, en.
waarlijk, zijn haat voegde zich weer tot de vertrouw
de, eerbiedwaardige leeuwenlokken om den schedel
Ze zouden nog weer eens hun rol vervullen in dt
oratie van een groot pleiter.
Hij ging nu maar niet meer een stukje eten. He'
werd tijd voor de rechtbank en hïj heesch zich ir.
zijn jas.
Daar lagen op een hoek van zijn bureau de drie
kwartjes zedig bijeen. Pecunia non olet, mees*.
muilde hij, en stak ze bij zich met een verteederden
glimlach. Hij was vrijgezel, voor hem bezat elk
vragend klein volkskind iets onweerstaanbaar
engelachtigs. De eerste drie kleuters die hem om
een sigarenbandje vleiden zouden er een krijgen,
een mooi, van zilver.
Schaken
ONDERSTAANDE partij werd
kortgeleden gespeeld te Weenen.
De ex-wereldkampioen speelde
daar zes partijen tegen de zes sterkste
(Unateurs met het schitterende
resul.aat, dat hij geen enkele partij verloor.
Franache verdediging
Wit: Zwart:
l)r. A. Aljechin.Eenige consulteer enden
i. e2 e4 e7-eó
2. d2-d4 dy-ds
3. Pbi-ca Pg8-f6
4. Lci-gs Lf8-e7
5. e4xd5
Gewoonlijk geschiedt deze afruil
i >eds met den derden zet.
eóxds
cy-có
6. Lfi-dj
Hier is Pb8-c6 sterker.
7. Pgi-e2 o-o
8. Ddi-dz Tf8-e8
.j. h2-h4 ........
Wit stelt de lange rokade nog uit om
te zien welke taktiek zwart nu kiezen
Een psychologisch sterke zet. Op
-o-o zou zwart met b7>b5 een
koningsinval inleiden, welke sneller tot zijn
cht komt dan de witte.
.). Kei-fï! ........
Hier staat de koning voorloopig
eilig en wit kan met zijn aanvals
lannen voortgaan.
o ......... Pb8-a6
. a2-as Pa6-c7
.. Pe2-g3 Fc7-e6
... Pc3-e2 ..... ...
E»it is niet het beste, met Pg3-fszou
;t zijn druk op den koningsvleugel
r.terkt kunnen hebben.
;» ......... h7-hó
10n.gg ? 38»
B
mm
&%%& y ?«-/'> w:w>. ?' '*"??
Een fraai offer, welk bij correcte
iTdediging minstens tot remise moet
? iden.
M- ........ gyxh
De pointe i Op onmiddellijk D x h6
zou zwart met Lf8 in het voordeel
:-, ...... ... Le7-f8
In aanmerking kwam hó-hs, waarop
vit waarschijnlijk met Ph6+, Kf8;
I ;4 (dreigend Dhó +) Kg8, Phó + met
t mise genoegen moet nemen.
i . Pfsxh6+ LfSxhó
i. Ddsxhó Pd7-f8!
Pareert de dreiging Th3 en dreigt
F ó-hy benevens Dfó,
i . Pe2-g3 ........
Om Phy met Ph5 te beantwoorden.
i ... .. . ..... Pf6-g4
'i . Dh6-gs+ ???? .-..'?
Wit, alhoewel een stuk achter, vreest
< dameruil niet. In zijn sterk
figuren* >el heeft hij voldoende compensatie.
"?>. .. .... .'. DdSxgS
'?t*. h4XgS Pf8-g6
Op Pe6 zou Te i gevolgd zijn.
;r. 12-13? ...... ???
Hier verzuimt wit met Phs (dreigt
i 3) zijn voordeel te demonstreeren. Na
«.en tekstzet krijgt zwart eenige
tegenkansen.
.23.
Kfl-f2
Tai-ez l
Pg6-f4
Pf4xg2
PAG. 19 DE GROENE Na. 3068
Kg8-f8
Kf8-e7
Te8-f8
Pg2xe3
24- Tei-e2
25- Pg3-hS
25. Phs-f6
27.
28.
Nu is wit nog maar de kwaliteit
achter, maar heeft behalve een pion
ook nog de beste stelling.
28 Lc8-e6?
Hiermede geeft zwart een belangeijk
tempo cadeau. Beter was
Ld729. f3-f4 Tf8-h8
30. Pf6-h7 Ta8-g8
31. f4-f$ Le6-d7
32. Ke3-f4 K«7-d6
33. Thi-h6 + Kd6-c7
o . Ph7-f6 ThSxhó
35- g5 xhó Tg8-h8
36. hó-h7 Kc7-d6
37. Kf4-g5 Kd6-e7
38. Pfó xd7 Ke7 xd7
39. Kg5-h6 Opgegeven.
L.
Puzzles
immiiiiMiiiiiiiimiiimHiimmmmiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiMiMiiiii
5 Prijswinnaars z ijn deze week: voor het f
l letterraadsel B. Tideman, Prof, van |
Wotenweg /, Bloemendaal; voor het |
| vermenigvuldigingraadsel: K. de |
| Wit, Willem de Zwijgerlaan 80', |
| Amsterdam-W. |
= Voor elke puzzle wordt een plastiek
van Hildo Krop uitgeloofd.Inzendingen |
| vóór Dinsdag op een BRIEFKAART; |
| op de adreszijde het woord LETTER- i
| RAADSEL of MAGISCH RAAM ver- l
| melden. i
mmiiiimiiiiiiiiiiimiiMiiimmiiiiiiiiliiiiMiiiii iiiiiiiiiiiiinii
Nieuwe opgaven
Letterraadsel.
Uit onderstaande lettergrepen moe
ten 22 woorden worden gevormd, wier
ie letters, van boven naar beneden ge
lezen en 3e letters van beneden naar
boven, een versregel vormen van J. C.
Noordstar.
acht - am - baar - bo - dam - dam
de - de - dek - del - e - e - e - e - ek
en - en - er - gaal - ge - gen - gen
gen - gie - go - in - in - kar - ker
klap - ko - Ie - len- len - H - ling - lor
lijk - lijk - ma - man - me - me - me
me - mer - mi - mie - na - na - na - na
no - pe - pim - re - ree - ren - ren - rie
ron - se - ster - ster - ta - ta - te - te
tel - ten - tri - trie - tu - wa - wil - zei.
Omschrijving.
i. van aard veranderen, 2. dichtsoort,
3. ambacht, 4. titel, 5. eensgezindheid,
6. stuk veesch, 7. motregen, 8. stad,
9. werven, 10. vogel, n. middelmatig,
12. wagentje, 13. ongelijk, 14. kluize
naarswoning, 15. drinken, 16. drie
hoeksmeting, 17. aanklampen, 18. te
weten, 19- kaassoort, 20. toegeven,
21. afstammeling, 22. voorwendsel.
Magisch raam
Vul in onderstaande figuur de vol
gende letters in:..
a, a, a, a, a, a, a, a, a, d, d, e, e, e, e,
g» g».g» g» *» k» k, l, l, m, m, n, n, n, n,
p, p, r, r, s, s, s, s, s, t, t, v, v, w, w,
Zoowel in horizontale als in ver
ticale richting moeten nu 5 woorden
van zeven letters ontstaan van de
volgende beteekenis:
i. exotisch orkest.
2. edelsteen.
? 3. naad in schilderij- of
spiegellijsten.
4. edel metaal.
5. belangrijk onderdeel van een
spoorwagen.
Oplossingen
Letterraadsel
Letter r aadsel.
Hoe glimt de gulden zon op uw
zwartglanzend haar l (PaulVlemminx).
i. herman.
2. o g a den.
3. elaboratie.
4. g henna.
5. l d e p o p.
6. l nemen.
7. m enin gs ver sch il.
8. t z a m e n.
9. d nemarken.
10. egalisatie.
xt. galeiboef.
12. urgentie.
13. l i t a n i e.
14. d i r eet or i u m.
15. evacuatie.
16. nawerking.
17. z i z elmar mo t.
18. onwezenlijk.
19. n e u ze l e n.
20. o n p a s s e l ij k.
Vermenigvuldiging
Vliegkunst.
CITY THEATER
Kleine-Gartmanplantsoen
HET ZEER BIJZONDERE EN IMPONEERENDE FILMWERK
GA NOOIT VAN ME WEG!"
(Escape me never)
London film der United Artists van L. C. B.
Regie: Dr. Paul Czinner
In de hoofdrol de groote actrice, begiftigd met een waarlijk grootse h talent
EL IS A B ET H BERGNER
die reeds duizenden tot geestdrift bracht door haar vorige groote filmwerken.
AMUSANT VOORPROGRAMMA
Nieuwste actualiteiten uit binnen» en buitenland
Toegang boven 18 jaar
PEREZ
PERZISCHE TAPIJTEN
AMSTERDAM G - Singel 480-482 b/h Koningsplein
HOTTERDAM
'S-GRAVENHACtE
UTRECHT
etaleert uitstekende
kleeden voor de huiskamer.
Hat Huis Perez valt als er
n imitatie in buis komt.
U leeft haastig...
en daarom hebt U er behoefte aan, U
snel, vlot en gemakkelijk te oriënteeren;
maar geenszins oppervlakkig . . .
en daarom verlangt U dat Uw oriën
teering toch grondig en degelijk zij.
U kunt kiezen uit een aantal interessante
weekbladen en tijdschriften en er is in de
Nederlandsche periodieke pers zeker geen
tekort aan degelijkheid. Maar als U een
blad zoekt dat frisch, vlot n gezaghebbend
is - dan komt U bij DE GROENE terecht.
Abonnement tot 31 December 1936 ?7.50
BON
ADMINISTRATIE DE GROENE"
KEIZERSGRACHT 355 - AMSTERDAM
Postjlro 72880 ? G«m««nt« Giro G 1000 - Telefoon 37964
Qndergeteekende wenscht zich met ingang van heden te
abonneeren op DE GROENE AMSTERDAMMER. De abon
nementsprijs van heden af tot 31 December 1936 bedraagt
f7.50. Abonnementen kunnen slechts op 31 December eindigen
en worden anders stilzwijgend voor een jaar verlengd.
Naam.: ? ; ;.;? ?.; ''
Straat: :.; : ;.. Nr,
Woonplaats: .. i, ....? ,