Historisch Archief 1877-1940
ATTENTIESEIN NEEfc
IIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIII
DE Duitschers komen over de brug.* Ze zijn
in Londen om de Raadszitting bij te wonen.
Hetgeen tenslotte wil zeggen dat zij het
standpunt verlaten hebben, dat Hitler nog innam
toen hij te München zijn verkiezingsrede uitsprak
en zei dat hij de wereld aan zijn laars lapte. Hij
weigerde voor een internationaal forum gedaagd
te worden. Hij erkende over Duitschland slechts het
Duitsche oordeel. Voorloopig is hierdoor een keer
ten goede gekomen in de Europeesche zaken.
De kans op een onmiddellijk en hevig conflict is
nu waarschijnlijk voorbij. Tenminste in dit stadium
van de zaak.
De Franschen voelen zich echter nog alles
behalve op hun gemak. Toen Von Ribbentrop
arriveerde aan het hoofd van de Duitsche delegatie
moet Flandin uitgeroepen hebben: Timeo Danaos
et dona ferentes! En heelemaal ongelijk had hij
niet, om de ,,vijandige Grieken" te duchten die nu
concessies komen aanbieden. Want het zijn ook
concessies die deze verwachten en geen geringe l
Maar het spel kan intusschen beginnen.
De procedure, en daarmee de afwikkeling van
de kwesties, die zich voorgedaan hebben, is als
volgt:
I. Behandeling van de verdragsbreuk
voor den Volkenbondsraad.
II. Uitspraak van den Raad, met eventueel
daaraan verbonden consequenties.
III. Onderhandelingen, mettertijd
(alsbald, m due course ?) over een nieuw
West-Europeesch garantieverdrag.
Een nieuw Locarno".
ZOO ziet het er eenvoudig genoeg uit. In de
practijk is het evenwel gecompliceerd genoeg.
De Duitschers eischten volledige rechtsgelijkheid
en gelijke bevoegdheid tot onderhandelen alvorens
zij den hun toekomenden Raadszetel wilden inne
men. Dat was even logisch als onjuist. Logisch
omdat er geen recht geschieden kan, wanneer er
geen rechtsgelijkheid bestaat. Maar wat is rechts
gelijkheid? Niet anders dan dat ieder subject, met
gelijke bescherming, hetzelfde recht geniet, op
toepassing van dezelfde rechtsnormen aanspraak
kan maken als ieder ander subject. Niet dat hij
evenveel rechten" heeft, over evenveel goederen
zijn heerschappij kan uitoefenen, als een ander.
Wanneer een vagebond uw tuin binnenkomt,
of uw buurman u uw recht van ongestoord uitzicht
beneemt, dan daagt ge hem voor den Kadi. Hij
verschijnt daar dan als beklaagde of als gedaagde.
Natuurlijk staat hij tot u en tot iedereen in de
verhouding van rechtsgelijkheid. Maar dat wil
nog niet zeggen dat hij, hangende het geding, even
veel rechten op uw (koloniale) appeltjes of op uw
recht van uitkijk mag doen gelden, als gij zelf.
Het is goed dat deze kwestie ter sprake is gekomen
en is uitgevochten. De Duitschers weten nu ten
minste op welk soort rechtsgelijkheid zij, en ieder
ander, aanspraak kunnen maken. Ook in de toe
komst.
Hun eisch waarschijnlijk Hitler's eisch van
gelijke onderhapdelingsrechten, was lichtelijk lach
wekkend. Wanneer partijen in een geschil bij den
Volkenbondsraad terecht komen, hebben geen van
beiden rechten". En in geen geval een stem. Wel
heeft iedere partij recht op aanwezigheid. Of hij
Raadslid is, of niet. En of hij Volkenbondslid is,
of niet. In dit geschil is Duitschland gedaagde.
Het hoort dus tegenwoordig te zijn. Frankrijk en
Belgiëzijn klagers. Zij hebben dus evenmin een
stem. Engeland is inzake het verbroken Locarno
slechts de garant. Niet de gelaedeerde. Het ziet dat
zijn borgtocht nu bedenkelijk veel op een
opeischbare schuld begint te lijken: Maar partij is Enge
land niet.
Er is geen twijfel aan, of er heeft een flagrante
schending van het verdrag plaats gehad. Niettemin
zou het interessant zijn, indien zooals Frankrijk
dat niet ongaarne zou zien de opinie van het
Internationale Gerechtshof in Den Haag kon wor
den ingewonnen omtrent de door Duitschland op
geworpen exceptie dat reeds het Russisch verdrag
het Verdrag van Locarno heeft geschonden. Dit is
niet het geval. Maar zelfs wanneer het wél het geval
was, dan kon Duitschland daaraan nog geen eigen
machtig recht tot een nieuwe schending ontleenen,
aangezien Duitschland hierin nog steeds onderwor
pen is aan de Jurisdictie van het Haagsche Hof.
Ge ziet dus dat het lang kan duren, wanneer de
decisie van het Hof ingewonnen moet worden, voor
dat het zoover is, dat de Raad zijn uitspraak doet.
Tot zoover dus punt I.
NU punt II. We kunnen er zeker van zijn dat als
uitspraak vallen zal: Verdragsschending heef t
plaats gehad."
Verleden jaar heeft de Raad (naar aanleiding van
de eenzijdige herwapening) uitgemaakt dat verdrags
schending gewraakt zou worden en aanbevolen dat
de Volkenbond zich dat zou aantrekken. Dat is on
getwijfeld mooi en goed geweest. Maar de Assemblee
heeft nooit eenig bindend besluit dienaangaande ge
nomen. Het is dus onmogelijk om dit, op gelijken
voet als een daad van agressie, tot een voor het toe
passen van sancties vatbare Volkenbondszaak te
maken.
Gezien het feit dat verleden jaar reeds deze zuiver
platonische uitspraak is gevallen, lijkt het wel waar
schijnlijk dat de Raad ditmaal eens boter bij de
visch zal geven. Een beetje boter, niet te veel. Flan
din verlangt het en Frankrijks rechten zijn sterk.
Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de Raad de aan
beveling" zal geven, dat Duitschland mitsdien een
groot deel van zijn troepen uit het Rijnland weg
neemt, geen versterkingen aanlegt, geen luchtstrijd
krachten concentreert, tot tijd en wijle naar
genoege van de eischende partij een nieuw garantie
verdrag gesloten is."
Het is duidelijk dat hiermee een thema wordt
aangeraakt, dat nu reeds voor officieuze onderhan
delingen vatbaar is. En het is duidelijk dat Eden
hierin zijn bemiddelaars-taak ziet. Maar het is tot
aan dit punt, en geen streep verder, dat ik den lezer
kan zeggen: Attentie-sein neer." Want hierna
wordt het weer: Wees op uw hoede."
AAN een ernstige behandeling van punt III, aan
de officieele bespreking die tot een nieuw Lo
carno" leiden moet, zijn wij dus nog lang niet toe.
Er kan nog zooveel gebeuren. Zelfs in het eerste
stadium, dat van vóór het Raadsoordeel, zijn er
nog genoeg voetangels en klemmen. Hitler zou
bijvoorbeeld kunnen weigeren om aan het Haagsche
Hof de vraag voor te leggen of het Russisch pact en
het Verdrag van Locarno al-of-niet vereenigbaar
zijn. En tegelijk zou hij dan de conclusie kunnen
loochenen, dat hij dan ook geen recht tot eenzijdige
verbreking had. Een dergelijke houding zou natuur
lijk volkomen onlogisch en volkomen a-juridisch
wezen, zelfs a-moreel. Maar het zou heelemaal
Hitler" zijn. En geheel in overeenstemming met
zijn redevoeringen.
Het is duidelijk dat Hitler de mogelijkheid van
een beroep op het Haagsen e Hof niet voelt als een
recht (van rechtsgelijkheid gesproken... ?) maar als
een dure last. Hetgeen het feitelijk ook is, door het
totaal gemis aan waaracntig gevoel voor legaliteit
dat steeds zijn daden en zijn politiek kenmerkt.
Maar wanneer hij dezen gang naar Den Haag als een
last voelt, dan is het óók mogelijk dat de uicoetening
van dit recht op een ot andere wijze langs den
weg der diplomatieke onderhandelingen van
hem kan worden gekocht". Niettemin is het dui
delijk dat reeds hierin een oorzaak kan liggen voor
scherpe geschillen, zoodat nog steeds binnen be
trekkelijk korten tijd een internationaal conflict
kan ontstaan.
Dit is immers een kwestie, waarbij duidelijk
Hitlers binnenlandsch prestige op het spel staat. Het
is merkwaardig dat hierover in Duitschland zelf
dan ook zoo vrijmoedig wordt gesproken. Leest men
de Frankfurter Zeitung, dan Krijgt men zehs den
indruk dat de politieke artikelen in deze krant zich van
geen enkelen vorm van censuur meer iets aantrekken.
Zoo weinig rijmen zij op de otticieele redevoeringen.
Het is nog te vroeg om hieruit te concludeeren
dat reeds nu hierdoor het prestige van het
nationaalsocialisme in Duitschland zelt, dat reeds menigen
knauw heelt gekregen, op nieuw is gaan tanen.
Maar de afgelaste parades en vaandelwijümgen geven
ons toch een aanwijzing dat de meerdere glorie, die
Hitler door middel van zijn Rijnlandsche triomten
en zijn stoutmoedige ongenoorzaamheid, wilde bij
zetten aan de verkiezingen, die niets anders zijn dan
een plebisciet zonder wederpartij,?dat die verwachte
glorie toch niet geheel en al aan de bedoelingen
beantwoordt.
Maar juist dit verschijnsel kan Hitler even goed
gedwee maken, als al te driest. En bij gevolg gevaar
lijk voor den Vrede. Het kan zijn dat net hem gedwee
maakt tegenover de uitspraak van het Internatio
nale Hof maar dat hij uit den band springt, wan
neer de Volkenbondsraad daaraan bij zijn eind
beslissing consequenties verbindt, die voor Hitler's
Duitsche superioriteitsgevoelens vernederend, doch
voor het behoud van den Vrede onontbeerlijk zijn.
Zeg niet: Voor het behoud van een theoretiscnen
vrede l", waarde lezer. Want al te veel toegeven in
zulke zaken beteekent slechts uitstel van het einde
van den vrede tot het oogenblik dat 't een aanvaller
het best gelegen komt.
Dit is geen optimistisch slot. Maar dat neemt niet
weg dat wij voorloopig het attentiesein neer kunnen
halen. MR. M. KANN
PAG.2 DE GROENE Ne. 3068
*<
9
etttie
i
l Hij weet het beter
s
5
s
IN Amsterdam is een vergadering
waar een katholiek, een calvinist ,n ee,
marxist onder voorzitterschap van een vrij]
zinnige dominee tot veertienhonderd menschen'
hebben gesproken vóór eenheid door democratie.
Natuurlijk vindt Volk en Vaderland
prettig. Het blad constateert dat de r- de van
den katholieken journalist Van Duinkerke
(men kon ze den volgenden dag in extenso
De Tijd lezen, een blad dat behoorlijk
kerkelijke tucht staat) bewees hoezeer
zelfs in katholieke kringen van eigen \n
en wereldbeschouwing volkomen vervr
begint te raken." Voor de woorden van
christelijk-historische Statenlid Schmal
hetzelfde: Welk een afval van de betji
van Groen trad hier aan den dag!"
Goddank dat er in Nederland tenminste
man is die den katholieken kan leeien
katholiek en den calvinisten wat calvinis-.ischis
l Citeeren
s .
l /"""\P deze zelfde vergadering hebben de so
| V.X listen van harte het Wilhelmus mei,
| zongen. Volk en Vaderland plaatst een citi
= van het enthousiaste verslag van dit
l uit Het Volk (zonder Vaderland) naast een
f citaat uit de Socialistische Gids van 1933
l zet daarboven Janus in topvorm". Het citi
J begint: De socialistische arbeider zingt l.etvoll
| liedje niet. De geschiedenis van zijn land ir
i resseert hem niet. Hij heeft in gedachten i
| nieuwe jaartelling ingevoerd, die aanvangt me
| de geboorte van het Wetenschappelijk Soda
= lisme" en gaat in denzelfden geest nog wat vo
i Wie de moeite neemt dit citaat na te sla
i zal vinden dat:
| i. dit citaat niet gaat over het Wilb 'Imus",
i maar over In naam van Oranje, doe jperi '
poort";
l 2. het hier een constateeren van ef n
| schijnsel betreft, dat de schrijver eerst v-Tkla
| en vervolgens.... bestrijdt!
| VoVa citeert alsof het gedrukt staat
7iiiiiiimiimiiiiiiiiii iiiiiiin iiiimiMiiMimiilliiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiM immuun
Het in dienst houdt
'T N de avondbladen van de vorige week . )t'r
l las men de verrassende mededeeltng, <'it
zelfden avond om 8 uur minister Colijn doort
radio een korte rede zou uitspreken, die verba; d hiel
met den -internationalen toestand, welke rede over r
beide zenders zou worden uitgezonden. JV/.n
aannemen, dat vrijwel ieder in Nederland, dit /ai
in de gelegenheid was, naar de rede van d, n H»
Colijn heeft geluisterd. Iri een zeer korte, in 'ijn f
wonen rusligen trant voorgedragen rede deeile
minister-president mede, dat de regeering net
oog op den onrustigen internationalen toestand,
bislctin de miliciens van de winterlichting, ('ier
eenkomstig de regelen den Zaterdag daarop
hun eersten oefeningstijd hadden beëindigd en
verlof gezonden zouden worden, voor onbt,>aalty
tijd onder de wapenen te houden. Dat ir as w
sluitend een voorzorgsmaatregel, voegde < 'e K*
Colijn aan die mededeeling toe, voor ongerust' eid
stond geen aanleiding.
Deze merkwaardige rede uniek in on:.1
mentaire geschiedenis r heeft tot twee vra^-n
leiding gegeven. Is het juist dat de Heer Co ijn
mededeeling rechtstreeks aan hét Nederland; '-hèt
heeft gedaan, of had hij beier gedaan die nde u#'
spreken in een vergadering van de Tweedt X?"*
der Staten-Generaal, die juist dien dag zittin> /i««wj
En in de tweede plaats, is het niet noodzaktijk,»
onverwijld een wetsontwerp wordt ingediend om l
onder de wapenen houden van deze dienstp ichtiS
te bevestigen?
Het motief, dat de Heer Colijn heeft aange
voor de plaats, waar hij zijn rede heeft g^o
is alleszins aanvaardbaar. Een onverwachte /
en rede van den Minister in de Tweede Ko-ner
binnen en buiten onze grenzen een veel _
salie hebben te weeg gebracht. Een uitschakel mg \
de Staten-Generaal kon men er moeilijk in den.
Staten-Generaal was in de gelegenheid desg^wen
onmiddellijk iedere nadere toelichting te vragen. A
stonds heeft de Tweede Kamer trouwens van dit l
voegdheid gebruik gemaakt. Twee leden van
MIIIMIIIIIIIIIIIHIMIIIIIIIIIIIIIIMIIINI^
Stichtelijk rijmpje
OUD-MINISTER Posthuma heeft het weer
gedaan. Aan een gezelligen maaltijd heeft
minister Oud geadviseerd, de Tweede Kamer
| te'laten zingen, en wel het rijmpj^':
Laat mij niet mijn lot beslissen,
Zoo ik mocht, ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
Als gij mij de keuze liet!"
Dit grapje werd met gelach ontvangen. Ach
teraf b1 jkt nu dat het rijmpje" een godsdienstig
. lied is lat voorkomt in een bundel liederen voor
kerkel':k gebruik. En deswege wordt Dr. Post
huma aangevallen.
Ten onrechte. De oud-minister is een vroom
man en hij heeft dit lied ongetwijfeld meer dan
eens in de kerk gezongen. Maar is hét hem
kwate nemen dat het als rijmpje" in zijn ge
heugen is blijven hangen? Noch de intentie van
de maakster, noch de vrome bedoelingen der
bundelaars kunnen aan rijmelarij verhevenheid
of dichterlijke kracht schenken.
s
i
"
Het roode spook
VOLGENS een ingezonden stuk van het oud- 5
kamerlid van den Vrijheidsbond, prof. B. |
D. Eei dmans in de N.R.C. (17 Mrt. Av.) staan f
de zomerkampen van de Vrijzinnig-Christelijke |
Jeugdc. ntrale onder sterk sociaal-democrati- |
5chen nvloed", omdat deze Centrale tezamen f
et eeu politiek-neutrale vereeniging en op een =
confen itie-oord, waarvan het bestuurslid der |
S.D.A.P., dr. Banning, directeur is, bijeenkomt l
met de ouders der kamp jeugd. ' |
Volg -ns deze redeneering zou de J(ongeren) |
A(ctie) onder sterk Vrijheidsbondschen |
I invloed" staan, omdat deze anti-militaristen f
tijdens prof. Eerdmans' kamerlidmaatschap |
gewoon waren te confereeren in het Bondshuis |
van don Protestantenbond, van welken Bond f
irof. Eerdmans toen voorzitter was. f
En hoe als deze hooggeleerde zelf eens een f
Zomerhuisje van een geheim lid der N.S.B, zou |
haren' Onder sterk facistischen invloed"? |
Tot v elke logica politiek wantrouwen al leidt.
MIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllMlllllllllllT
de miliciens
Kamer, de Heeren Aalberse en Vliegen, di
/i m '.n of meer de leiders voelen van de oppositie
de Heer Aalberse min" en de Heer Vliegen
l.meer hebben nadere inlichtingen gevraagd. .De
leer Colijn had zoo voorkomend kunnen zijn, uit
fich zt'f den dag na zijn radio-rede die rede in de
*a>eedc Kamer te herhalen. Maar ware dat niet een
ns belachelijke vertooning geweest? Mij dunkt
Hier Colijn valt in dit opzicht niets te verwijten.
Is hu noodig, dat deze verlenging van den tijd, dat
"epen onder de wapenen blijven, door een wet wordt
'chtigd? De regeer ing was van oordeel, dat dit
u >rdt voorgeschreven. De grondwet bepaalt
r,v (in artikel 187) dat, indien in geval van
, oorlogsgevaar of andere buitengewone
om'eden de diénstplichtingen, die niet in
werkeienst zijn onder de wapenen worden geroepen,
trui- ld een wetsvoorstel moet worden ingediend,
het '-nder de wapenen blijven der diénstplichtingen
veel noodig te bepalen. Naar de letter gelezen wordt
getn wetsvoorstel geëischt, wanneer de
dienst, die in werkelijken dienst zijn, onder de
worden gehouden. Maar het is aan den
ren kant duidelijk, dat, gaat men op de strekking
i de bepaling af, ook voor de thans gebruikte figuur
ue; olijke goedkeuring evenzeer gewenscht is.
ar nidus op zijn minst twijfel geoorloofd is,
verhi't aanbeveling het zekere voor het onzekere te
onverwijld een wetsvoorstel van de bedoelde
'rekking in te dienen. Over het woordje onverwijld"
'*oef t men zich niet ongerust te maken. Vroeger
'reeds uitgemaakt, dat een termijn van zes weken
f% juist voldoende is, om aan den eisch van
onverdheid te voldoen.
r Behoeft niet den minsten twijfel te bestaan,
een dergelijk wetsvoorstel met overweldigende
rderheid of misschien zelfs met algemeene stemmen
wden dangenomen. Merkwaardig zal het zijn
varen, of onze communisten of de Heer Westerman
kans zien een afwijzende houding in te nemen
<*ie te motiveeren.
A. C. J. J.
jijken
VENIZELOS, de oude Grieksche leeuw, is op
7i-jarigen leeftijd te Parijs overleden. Hij is
ongetwijfeld een figuur geweest, waaraan
Griekenland veel heeft te danken. In den opstand
van 1897 was hij een van de groote leiders. Onder
Prins George's voorloopig bewind werd hij premier.
Hij was de schepper van het moderne Griekenland,
dat tot koninkrijk werd uitgeroepen. De
Balkanoorlogen brachten territoriale winst voor het rijk
van Koning George. Maar de overwinnende koning
werd in Saloniki vermoord. Met Konstantijn kon
Venïzelos het niet vinden. De jonge koning stuurde
tijdens den wereldoorlog op een pro-Duitsche poli
tiek aan. Venizelos steunde de Entente. Konstantijn
verdween. Zijn zoon Alexander kwam op den troon.
Griekenland maakte een onrustigen tijd door. Het
trachtte het aller-onderste uit de kan te halen en
staakte den strijd na '18 niet. De Turken verjoegen
de Grieken uit Smyrna. Venizelos kostte dit zijn
populariteit. Na den geheimzinnigen dood van
Alexander kwam Konstantijn terug. Maar met de
rust in Griekenland was het gedaan. Er volgden
moeilijke tijden, revoluties, dictaturen, muiterij.
Verleden jaar heeft Venizelos nog eens een op
stand beproefd. Het slot is merkwaardigerwijze ge
weest het herstel, onder George II, van het koning
schap en het herstel van de volkseenheid. Het is
een schoone geste geweest van George II den dooden
leeuw een krans te sturen.
DE ENGELSCHE DIPLOMATIE moge uit alle
macht den weg des vredes bewandelen, dat
neemt niet weg, dat het Britsche Kabinet en
de diverse ministers der militaire departementen
het beginsel van het Para bellum" accentueeren.
De Kroon heeft Sir Thomas Inskip benoemd in den
post die geschapen is om, met behoud van de be
staande ministerszetels, de effectieven onder het
respectieve beheer der departementen van Oor
log, Marine en Luchtverdediging nu als n mili
taire weermacht te coördineeren. Deze man oud
procureur-generaal behoort tot die burgers",
zooals men ze in Engeland aantreft, die terdege van
het defensie-wezen op de hoogte zijn. Tijdens den
oorlog was hij overigens bij den staf werkzaam
bij den inlichtingendienst. Engeland toont dus, dat
het op zijn hoede is tegen mogelijk dreigend gevaar.
Dit is een stok achter de deur der onderhandelingen,
waarin Eden de rol van bemiddelaar speelt.
Velen conservatieven is de benoeming van den
heer Inskip niet naar den zin. Zij zouden liever
Winston Churchill op diens plaats hebben gezien,
die in eenige publicaties en in het parlement ge
wezen heeft op de gevaren die er van Duitsche zijde
dreigen, niet zoozeer door de politiek van dit oogen
blik, als wel door de paedagogische" idealen en de
industrieele organisatie van het Derde Rijk. Hij was
ook de eerste die in ronde woorden voor de Joden
opkwam.
Churchill en de arbeidersleiders hebben ook nog
deelgenomen aan de Lagerhuisdebatten over de
bewapening. Churchill sprak eenige ware woorden.
Maar Lansbury deed denken aan het lam, dat niet
bij machte is de wolven te herkennen.
DE VOLKENBOND heeft allerlei lastige en tegen
strijdige puzzles op te lossen. Idealisten, althans
zij die enkel de idealistische kant van de zaak zien,
doen beter niet te vragen waar het recht" blijft,
wanneer zulke Gordiaansche knoopen worden door
gehakt als het Locarno-embrouillement of de
Abessijnsche kwestie.
Die zaken kunnen echter worden opgelost. Er zijn
er ook, waarvan iedere oplossing hopeloos lijkt.
Indertijd heeft, de Amerikaan James MacDonald,
de Hooge Commissaris van het
hulpverleeningsinstituut voor Joodsche vluchtelingen uit Duitsch
land, het bijltje er bij neef gegooid.
Nu is een nieuwe Hooge Commissaris benoemd,
de Engelsche Generaal-majoor Sir Neill Malcolm.
Nog voordat Avenol, de secretaris-generaal van den
Volkenbond, tijdelijk van Genève naar Londen ver
trok, hebben Sir Neill en hij geconfereerd over
preliminaire stappen, om te komen tot het bijeen
roepen van een internationale conferentie die zou
beginnen met een regeling te scheppen betreffende
den status der uitgestooten en in vele gevallen van
hun staatsburgerschap beroofde vluchtelingen. Men
weet, dat het niet alleen Joodsche vluchtelingen zijn.
Het is ongetwijfeld heel fraai, wanneer deze
paria's, die .tengevolge van de toepassing der
Neurenberger wetten binnenkort hun gelederen nog met
een paar honderd-duizend zullen zien groeien, inter
nationaal zullen worden geholpen met passen en
papieren. Maar zou het niet beter zijn wanneer zij
in de eerste plaats geholpen zouden kunnen worden
met geld en een plaats in de wereld waar zij
weer aan het werk kunnen gaan?
ITALIËSPINT zij bij den toestand. In Abessyni
wordt wel is waar nog steeds gevochten. De
Italianen schieten ook wel wat op. Maar de
Abessijnsche tegenstand blijkt geenszins gebroken.
De Commissie van Dertien leidt de onderhande
lingen in. Men zal waarschijnlijk nog niet kunnen
zeggen en niet zonder eenige hypocrisie dat
deze besprekingen over het toekomstig Statuut van
Ethiopiëin het kader van den Volkenbond zullen
plaats vinden. Maar het is duidelijk dat alle idea
lisme hier zoek is en dat de Duce zijn prijs vraagt
wanneer hij Grand! zwijgend, maar solidair, aan de
Londensche Locarnoconferentie laat deelnemen.
Mussolini's positie is echter zoo precair (met Duitsch
land samengaan kan hij óók niet) dat zijn prijs niet
hoog zal zijn.
Alvorens men tot vredesonderhandelingen komt,
zal het nog heel wat voeten in de aarde hebben. De
Duce is zoo verstandig geweest van een unieke
constellatie partij te trekken om veilig en heelhuids
van het Abessijnsche avontuur af te komen. En
waarschijnlijk nog met winst. Zijn militaire situatie
is volstrekt niet zoo mooi als het lijkt. Want on
danks de successen van de laatste weken is hij nog
lang niet aan de onderwerping van het land toe en
het ziet er nog steeds niet naar uit dat hem dit bin
nen afzienbaren tijd zal gelukken. Maar hij heeft
dan toch eenige groote veldslagen gewonnen. De
ironie van het Lot heeft gewild, dat Badoglio moest
komen om deze successen te behalen, Badoglio, die
zoo ernstig van de gevaren van deze escapade over
tuigd was, dat hij 't zijn plicht geacht heeft den
Duce den oorlog af te raden....
DE JAPANSCHE GEZANT TE MOSKOU, Ota, heeft
dezer dagen den plaatsvervangenden commis
saris van buitenlandsche zaken bezocht Litwinof
is nu voor de Raadsvergadering in Londen en
het is niet al te voorbarig hieruit te concludeeren
dat, tenminste voor het oogenblik, de Japansche
regeering den strijdbijl wil begraven. Het heeft zeer
gespannen. Zoozeer zelfs dat Stalin het noodig
vond, door de tegenwoordig meer-en-meer gebrui
kelijke methode van een interview dat hij een
Amerikaanschen journalist toestond, eens een waar
schuwend geluid te laten hooren. Het ging om de
vroegere Chineesche provincie Buiten-Mongolië,
die half onder Russischen invloed stond, maar die
de Japansche slok-op nu ook onder controle
wenschte te krijgen. Wie zich in Buiten-Mongoli
vast zet, bedreigt de Siberische verbindingslijnen.
Vandaar dat de Russen zorgden dat dit onbe
treden gebied" bleef....
Het schijnt nu dat de Japanners voor den Rus
sischen eisch van integriteit van dit gebied zullen
zwichten. Zij willen nu wel toestemmen in wat
zij met een mooi woord noemen: de
grensafbakening tusschen Mongolië, Mandsjoekwo en Rusland
in die grensgebieden.
Dit is tenminste n straaltje van de voorjaarszon
over het duistere gebied tusschen Oorlog en Vrede.
IN NEDERLAND bestaat eenstemmigheid inzake
de afwijzing van HITLER'S AANBOD om een
nonagressie verdrag te sluiten. Bij dit eenheidsfront
heeft zich ook Mussert aangesloten; hij protesteert
tegen het aanbod en verklaart, dat hij en de zijnen
het hoffelijk, maar onmiddellijk en beslist afwij
zen" zouden. Evenals generaal Snijders juicht de
N.S.B, leider de Duitsche rechtsinbreuk zelf volledig
toe, ja hij gaat hierin zelfs verder dan de Duitsche
gelijkgeschakende pers; maar wat Nederland's
rol betreft schaart hij zich naast het demo-liberale
eenheidsfront". En het doet,,De Groene" genoegen
dat zij het ditmaal waarlijk met den heer Mussert
eens is, of liever, dat Mussert het ditmaal met
het geheele volk eens is.
(Slot pp volgende pagina)
DE GROENE komt in dezen
Jubileumjaargang met eenige
belangrijke extra-nummers!
Een abonnement tot 31 Dec. 1936
kost slechts ? 7.50
Zie den BON op pagina 19
*? ?;
!s ?'