De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 20 maart pagina 2

20 maart 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

ATTENTIESEIN NEEfc IIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIII DE Duitschers komen over de brug.* Ze zijn in Londen om de Raadszitting bij te wonen. Hetgeen tenslotte wil zeggen dat zij het standpunt verlaten hebben, dat Hitler nog innam toen hij te München zijn verkiezingsrede uitsprak en zei dat hij de wereld aan zijn laars lapte. Hij weigerde voor een internationaal forum gedaagd te worden. Hij erkende over Duitschland slechts het Duitsche oordeel. Voorloopig is hierdoor een keer ten goede gekomen in de Europeesche zaken. De kans op een onmiddellijk en hevig conflict is nu waarschijnlijk voorbij. Tenminste in dit stadium van de zaak. De Franschen voelen zich echter nog alles behalve op hun gemak. Toen Von Ribbentrop arriveerde aan het hoofd van de Duitsche delegatie moet Flandin uitgeroepen hebben: Timeo Danaos et dona ferentes! En heelemaal ongelijk had hij niet, om de ,,vijandige Grieken" te duchten die nu concessies komen aanbieden. Want het zijn ook concessies die deze verwachten en geen geringe l Maar het spel kan intusschen beginnen. De procedure, en daarmee de afwikkeling van de kwesties, die zich voorgedaan hebben, is als volgt: I. Behandeling van de verdragsbreuk voor den Volkenbondsraad. II. Uitspraak van den Raad, met eventueel daaraan verbonden consequenties. III. Onderhandelingen, mettertijd (alsbald, m due course ?) over een nieuw West-Europeesch garantieverdrag. Een nieuw Locarno". ZOO ziet het er eenvoudig genoeg uit. In de practijk is het evenwel gecompliceerd genoeg. De Duitschers eischten volledige rechtsgelijkheid en gelijke bevoegdheid tot onderhandelen alvorens zij den hun toekomenden Raadszetel wilden inne men. Dat was even logisch als onjuist. Logisch omdat er geen recht geschieden kan, wanneer er geen rechtsgelijkheid bestaat. Maar wat is rechts gelijkheid? Niet anders dan dat ieder subject, met gelijke bescherming, hetzelfde recht geniet, op toepassing van dezelfde rechtsnormen aanspraak kan maken als ieder ander subject. Niet dat hij evenveel rechten" heeft, over evenveel goederen zijn heerschappij kan uitoefenen, als een ander. Wanneer een vagebond uw tuin binnenkomt, of uw buurman u uw recht van ongestoord uitzicht beneemt, dan daagt ge hem voor den Kadi. Hij verschijnt daar dan als beklaagde of als gedaagde. Natuurlijk staat hij tot u en tot iedereen in de verhouding van rechtsgelijkheid. Maar dat wil nog niet zeggen dat hij, hangende het geding, even veel rechten op uw (koloniale) appeltjes of op uw recht van uitkijk mag doen gelden, als gij zelf. Het is goed dat deze kwestie ter sprake is gekomen en is uitgevochten. De Duitschers weten nu ten minste op welk soort rechtsgelijkheid zij, en ieder ander, aanspraak kunnen maken. Ook in de toe komst. Hun eisch waarschijnlijk Hitler's eisch van gelijke onderhapdelingsrechten, was lichtelijk lach wekkend. Wanneer partijen in een geschil bij den Volkenbondsraad terecht komen, hebben geen van beiden rechten". En in geen geval een stem. Wel heeft iedere partij recht op aanwezigheid. Of hij Raadslid is, of niet. En of hij Volkenbondslid is, of niet. In dit geschil is Duitschland gedaagde. Het hoort dus tegenwoordig te zijn. Frankrijk en Belgiëzijn klagers. Zij hebben dus evenmin een stem. Engeland is inzake het verbroken Locarno slechts de garant. Niet de gelaedeerde. Het ziet dat zijn borgtocht nu bedenkelijk veel op een opeischbare schuld begint te lijken: Maar partij is Enge land niet. Er is geen twijfel aan, of er heeft een flagrante schending van het verdrag plaats gehad. Niettemin zou het interessant zijn, indien zooals Frankrijk dat niet ongaarne zou zien de opinie van het Internationale Gerechtshof in Den Haag kon wor den ingewonnen omtrent de door Duitschland op geworpen exceptie dat reeds het Russisch verdrag het Verdrag van Locarno heeft geschonden. Dit is niet het geval. Maar zelfs wanneer het wél het geval was, dan kon Duitschland daaraan nog geen eigen machtig recht tot een nieuwe schending ontleenen, aangezien Duitschland hierin nog steeds onderwor pen is aan de Jurisdictie van het Haagsche Hof. Ge ziet dus dat het lang kan duren, wanneer de decisie van het Hof ingewonnen moet worden, voor dat het zoover is, dat de Raad zijn uitspraak doet. Tot zoover dus punt I. NU punt II. We kunnen er zeker van zijn dat als uitspraak vallen zal: Verdragsschending heef t plaats gehad." Verleden jaar heeft de Raad (naar aanleiding van de eenzijdige herwapening) uitgemaakt dat verdrags schending gewraakt zou worden en aanbevolen dat de Volkenbond zich dat zou aantrekken. Dat is on getwijfeld mooi en goed geweest. Maar de Assemblee heeft nooit eenig bindend besluit dienaangaande ge nomen. Het is dus onmogelijk om dit, op gelijken voet als een daad van agressie, tot een voor het toe passen van sancties vatbare Volkenbondszaak te maken. Gezien het feit dat verleden jaar reeds deze zuiver platonische uitspraak is gevallen, lijkt het wel waar schijnlijk dat de Raad ditmaal eens boter bij de visch zal geven. Een beetje boter, niet te veel. Flan din verlangt het en Frankrijks rechten zijn sterk. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de Raad de aan beveling" zal geven, dat Duitschland mitsdien een groot deel van zijn troepen uit het Rijnland weg neemt, geen versterkingen aanlegt, geen luchtstrijd krachten concentreert, tot tijd en wijle naar genoege van de eischende partij een nieuw garantie verdrag gesloten is." Het is duidelijk dat hiermee een thema wordt aangeraakt, dat nu reeds voor officieuze onderhan delingen vatbaar is. En het is duidelijk dat Eden hierin zijn bemiddelaars-taak ziet. Maar het is tot aan dit punt, en geen streep verder, dat ik den lezer kan zeggen: Attentie-sein neer." Want hierna wordt het weer: Wees op uw hoede." AAN een ernstige behandeling van punt III, aan de officieele bespreking die tot een nieuw Lo carno" leiden moet, zijn wij dus nog lang niet toe. Er kan nog zooveel gebeuren. Zelfs in het eerste stadium, dat van vóór het Raadsoordeel, zijn er nog genoeg voetangels en klemmen. Hitler zou bijvoorbeeld kunnen weigeren om aan het Haagsche Hof de vraag voor te leggen of het Russisch pact en het Verdrag van Locarno al-of-niet vereenigbaar zijn. En tegelijk zou hij dan de conclusie kunnen loochenen, dat hij dan ook geen recht tot eenzijdige verbreking had. Een dergelijke houding zou natuur lijk volkomen onlogisch en volkomen a-juridisch wezen, zelfs a-moreel. Maar het zou heelemaal Hitler" zijn. En geheel in overeenstemming met zijn redevoeringen. Het is duidelijk dat Hitler de mogelijkheid van een beroep op het Haagsen e Hof niet voelt als een recht (van rechtsgelijkheid gesproken... ?) maar als een dure last. Hetgeen het feitelijk ook is, door het totaal gemis aan waaracntig gevoel voor legaliteit dat steeds zijn daden en zijn politiek kenmerkt. Maar wanneer hij dezen gang naar Den Haag als een last voelt, dan is het óók mogelijk dat de uicoetening van dit recht op een ot andere wijze langs den weg der diplomatieke onderhandelingen van hem kan worden gekocht". Niettemin is het dui delijk dat reeds hierin een oorzaak kan liggen voor scherpe geschillen, zoodat nog steeds binnen be trekkelijk korten tijd een internationaal conflict kan ontstaan. Dit is immers een kwestie, waarbij duidelijk Hitlers binnenlandsch prestige op het spel staat. Het is merkwaardig dat hierover in Duitschland zelf dan ook zoo vrijmoedig wordt gesproken. Leest men de Frankfurter Zeitung, dan Krijgt men zehs den indruk dat de politieke artikelen in deze krant zich van geen enkelen vorm van censuur meer iets aantrekken. Zoo weinig rijmen zij op de otticieele redevoeringen. Het is nog te vroeg om hieruit te concludeeren dat reeds nu hierdoor het prestige van het nationaalsocialisme in Duitschland zelt, dat reeds menigen knauw heelt gekregen, op nieuw is gaan tanen. Maar de afgelaste parades en vaandelwijümgen geven ons toch een aanwijzing dat de meerdere glorie, die Hitler door middel van zijn Rijnlandsche triomten en zijn stoutmoedige ongenoorzaamheid, wilde bij zetten aan de verkiezingen, die niets anders zijn dan een plebisciet zonder wederpartij,?dat die verwachte glorie toch niet geheel en al aan de bedoelingen beantwoordt. Maar juist dit verschijnsel kan Hitler even goed gedwee maken, als al te driest. En bij gevolg gevaar lijk voor den Vrede. Het kan zijn dat net hem gedwee maakt tegenover de uitspraak van het Internatio nale Hof maar dat hij uit den band springt, wan neer de Volkenbondsraad daaraan bij zijn eind beslissing consequenties verbindt, die voor Hitler's Duitsche superioriteitsgevoelens vernederend, doch voor het behoud van den Vrede onontbeerlijk zijn. Zeg niet: Voor het behoud van een theoretiscnen vrede l", waarde lezer. Want al te veel toegeven in zulke zaken beteekent slechts uitstel van het einde van den vrede tot het oogenblik dat 't een aanvaller het best gelegen komt. Dit is geen optimistisch slot. Maar dat neemt niet weg dat wij voorloopig het attentiesein neer kunnen halen. MR. M. KANN PAG.2 DE GROENE Ne. 3068 *< 9 etttie i l Hij weet het beter s 5 s IN Amsterdam is een vergadering waar een katholiek, een calvinist ,n ee, marxist onder voorzitterschap van een vrij] zinnige dominee tot veertienhonderd menschen' hebben gesproken vóór eenheid door democratie. Natuurlijk vindt Volk en Vaderland prettig. Het blad constateert dat de r- de van den katholieken journalist Van Duinkerke (men kon ze den volgenden dag in extenso De Tijd lezen, een blad dat behoorlijk kerkelijke tucht staat) bewees hoezeer zelfs in katholieke kringen van eigen \n en wereldbeschouwing volkomen vervr begint te raken." Voor de woorden van christelijk-historische Statenlid Schmal hetzelfde: Welk een afval van de betji van Groen trad hier aan den dag!" Goddank dat er in Nederland tenminste man is die den katholieken kan leeien katholiek en den calvinisten wat calvinis-.ischis l Citeeren s . l /"""\P deze zelfde vergadering hebben de so | V.X listen van harte het Wilhelmus mei, | zongen. Volk en Vaderland plaatst een citi = van het enthousiaste verslag van dit l uit Het Volk (zonder Vaderland) naast een f citaat uit de Socialistische Gids van 1933 l zet daarboven Janus in topvorm". Het citi J begint: De socialistische arbeider zingt l.etvoll | liedje niet. De geschiedenis van zijn land ir i resseert hem niet. Hij heeft in gedachten i | nieuwe jaartelling ingevoerd, die aanvangt me | de geboorte van het Wetenschappelijk Soda = lisme" en gaat in denzelfden geest nog wat vo i Wie de moeite neemt dit citaat na te sla i zal vinden dat: | i. dit citaat niet gaat over het Wilb 'Imus", i maar over In naam van Oranje, doe jperi ' poort"; l 2. het hier een constateeren van ef n | schijnsel betreft, dat de schrijver eerst v-Tkla | en vervolgens.... bestrijdt! | VoVa citeert alsof het gedrukt staat 7iiiiiiimiimiiiiiiiiii iiiiiiin iiiimiMiiMimiilliiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiM immuun Het in dienst houdt 'T N de avondbladen van de vorige week . )t'r l las men de verrassende mededeeltng, <'it zelfden avond om 8 uur minister Colijn doort radio een korte rede zou uitspreken, die verba; d hiel met den -internationalen toestand, welke rede over r beide zenders zou worden uitgezonden. JV/.n aannemen, dat vrijwel ieder in Nederland, dit /ai in de gelegenheid was, naar de rede van d, n H» Colijn heeft geluisterd. Iri een zeer korte, in 'ijn f wonen rusligen trant voorgedragen rede deeile minister-president mede, dat de regeering net oog op den onrustigen internationalen toestand, bislctin de miliciens van de winterlichting, ('ier eenkomstig de regelen den Zaterdag daarop hun eersten oefeningstijd hadden beëindigd en verlof gezonden zouden worden, voor onbt,>aalty tijd onder de wapenen te houden. Dat ir as w sluitend een voorzorgsmaatregel, voegde < 'e K* Colijn aan die mededeeling toe, voor ongerust' eid stond geen aanleiding. Deze merkwaardige rede uniek in on:.1 mentaire geschiedenis r heeft tot twee vra^-n leiding gegeven. Is het juist dat de Heer Co ijn mededeeling rechtstreeks aan hét Nederland; '-hèt heeft gedaan, of had hij beier gedaan die nde u#' spreken in een vergadering van de Tweedt X?"* der Staten-Generaal, die juist dien dag zittin> /i««wj En in de tweede plaats, is het niet noodzaktijk,» onverwijld een wetsontwerp wordt ingediend om l onder de wapenen houden van deze dienstp ichtiS te bevestigen? Het motief, dat de Heer Colijn heeft aange voor de plaats, waar hij zijn rede heeft g^o is alleszins aanvaardbaar. Een onverwachte / en rede van den Minister in de Tweede Ko-ner binnen en buiten onze grenzen een veel _ salie hebben te weeg gebracht. Een uitschakel mg \ de Staten-Generaal kon men er moeilijk in den. Staten-Generaal was in de gelegenheid desg^wen onmiddellijk iedere nadere toelichting te vragen. A stonds heeft de Tweede Kamer trouwens van dit l voegdheid gebruik gemaakt. Twee leden van MIIIMIIIIIIIIIIIHIMIIIIIIIIIIIIIIMIIINI^ Stichtelijk rijmpje OUD-MINISTER Posthuma heeft het weer gedaan. Aan een gezelligen maaltijd heeft minister Oud geadviseerd, de Tweede Kamer | te'laten zingen, en wel het rijmpj^': Laat mij niet mijn lot beslissen, Zoo ik mocht, ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, Als gij mij de keuze liet!" Dit grapje werd met gelach ontvangen. Ach teraf b1 jkt nu dat het rijmpje" een godsdienstig . lied is lat voorkomt in een bundel liederen voor kerkel':k gebruik. En deswege wordt Dr. Post huma aangevallen. Ten onrechte. De oud-minister is een vroom man en hij heeft dit lied ongetwijfeld meer dan eens in de kerk gezongen. Maar is hét hem kwate nemen dat het als rijmpje" in zijn ge heugen is blijven hangen? Noch de intentie van de maakster, noch de vrome bedoelingen der bundelaars kunnen aan rijmelarij verhevenheid of dichterlijke kracht schenken. s i " Het roode spook VOLGENS een ingezonden stuk van het oud- 5 kamerlid van den Vrijheidsbond, prof. B. | D. Eei dmans in de N.R.C. (17 Mrt. Av.) staan f de zomerkampen van de Vrijzinnig-Christelijke | Jeugdc. ntrale onder sterk sociaal-democrati- | 5chen nvloed", omdat deze Centrale tezamen f et eeu politiek-neutrale vereeniging en op een = confen itie-oord, waarvan het bestuurslid der | S.D.A.P., dr. Banning, directeur is, bijeenkomt l met de ouders der kamp jeugd. ' | Volg -ns deze redeneering zou de J(ongeren) | A(ctie) onder sterk Vrijheidsbondschen | I invloed" staan, omdat deze anti-militaristen f tijdens prof. Eerdmans' kamerlidmaatschap | gewoon waren te confereeren in het Bondshuis | van don Protestantenbond, van welken Bond f irof. Eerdmans toen voorzitter was. f En hoe als deze hooggeleerde zelf eens een f Zomerhuisje van een geheim lid der N.S.B, zou | haren' Onder sterk facistischen invloed"? | Tot v elke logica politiek wantrouwen al leidt. MIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllMlllllllllllT de miliciens Kamer, de Heeren Aalberse en Vliegen, di /i m '.n of meer de leiders voelen van de oppositie de Heer Aalberse min" en de Heer Vliegen l.meer hebben nadere inlichtingen gevraagd. .De leer Colijn had zoo voorkomend kunnen zijn, uit fich zt'f den dag na zijn radio-rede die rede in de *a>eedc Kamer te herhalen. Maar ware dat niet een ns belachelijke vertooning geweest? Mij dunkt Hier Colijn valt in dit opzicht niets te verwijten. Is hu noodig, dat deze verlenging van den tijd, dat "epen onder de wapenen blijven, door een wet wordt 'chtigd? De regeer ing was van oordeel, dat dit u >rdt voorgeschreven. De grondwet bepaalt r,v (in artikel 187) dat, indien in geval van , oorlogsgevaar of andere buitengewone om'eden de diénstplichtingen, die niet in werkeienst zijn onder de wapenen worden geroepen, trui- ld een wetsvoorstel moet worden ingediend, het '-nder de wapenen blijven der diénstplichtingen veel noodig te bepalen. Naar de letter gelezen wordt getn wetsvoorstel geëischt, wanneer de dienst, die in werkelijken dienst zijn, onder de worden gehouden. Maar het is aan den ren kant duidelijk, dat, gaat men op de strekking i de bepaling af, ook voor de thans gebruikte figuur ue; olijke goedkeuring evenzeer gewenscht is. ar nidus op zijn minst twijfel geoorloofd is, verhi't aanbeveling het zekere voor het onzekere te onverwijld een wetsvoorstel van de bedoelde 'rekking in te dienen. Over het woordje onverwijld" '*oef t men zich niet ongerust te maken. Vroeger 'reeds uitgemaakt, dat een termijn van zes weken f% juist voldoende is, om aan den eisch van onverdheid te voldoen. r Behoeft niet den minsten twijfel te bestaan, een dergelijk wetsvoorstel met overweldigende rderheid of misschien zelfs met algemeene stemmen wden dangenomen. Merkwaardig zal het zijn varen, of onze communisten of de Heer Westerman kans zien een afwijzende houding in te nemen <*ie te motiveeren. A. C. J. J. jijken VENIZELOS, de oude Grieksche leeuw, is op 7i-jarigen leeftijd te Parijs overleden. Hij is ongetwijfeld een figuur geweest, waaraan Griekenland veel heeft te danken. In den opstand van 1897 was hij een van de groote leiders. Onder Prins George's voorloopig bewind werd hij premier. Hij was de schepper van het moderne Griekenland, dat tot koninkrijk werd uitgeroepen. De Balkanoorlogen brachten territoriale winst voor het rijk van Koning George. Maar de overwinnende koning werd in Saloniki vermoord. Met Konstantijn kon Venïzelos het niet vinden. De jonge koning stuurde tijdens den wereldoorlog op een pro-Duitsche poli tiek aan. Venizelos steunde de Entente. Konstantijn verdween. Zijn zoon Alexander kwam op den troon. Griekenland maakte een onrustigen tijd door. Het trachtte het aller-onderste uit de kan te halen en staakte den strijd na '18 niet. De Turken verjoegen de Grieken uit Smyrna. Venizelos kostte dit zijn populariteit. Na den geheimzinnigen dood van Alexander kwam Konstantijn terug. Maar met de rust in Griekenland was het gedaan. Er volgden moeilijke tijden, revoluties, dictaturen, muiterij. Verleden jaar heeft Venizelos nog eens een op stand beproefd. Het slot is merkwaardigerwijze ge weest het herstel, onder George II, van het koning schap en het herstel van de volkseenheid. Het is een schoone geste geweest van George II den dooden leeuw een krans te sturen. DE ENGELSCHE DIPLOMATIE moge uit alle macht den weg des vredes bewandelen, dat neemt niet weg, dat het Britsche Kabinet en de diverse ministers der militaire departementen het beginsel van het Para bellum" accentueeren. De Kroon heeft Sir Thomas Inskip benoemd in den post die geschapen is om, met behoud van de be staande ministerszetels, de effectieven onder het respectieve beheer der departementen van Oor log, Marine en Luchtverdediging nu als n mili taire weermacht te coördineeren. Deze man oud procureur-generaal behoort tot die burgers", zooals men ze in Engeland aantreft, die terdege van het defensie-wezen op de hoogte zijn. Tijdens den oorlog was hij overigens bij den staf werkzaam bij den inlichtingendienst. Engeland toont dus, dat het op zijn hoede is tegen mogelijk dreigend gevaar. Dit is een stok achter de deur der onderhandelingen, waarin Eden de rol van bemiddelaar speelt. Velen conservatieven is de benoeming van den heer Inskip niet naar den zin. Zij zouden liever Winston Churchill op diens plaats hebben gezien, die in eenige publicaties en in het parlement ge wezen heeft op de gevaren die er van Duitsche zijde dreigen, niet zoozeer door de politiek van dit oogen blik, als wel door de paedagogische" idealen en de industrieele organisatie van het Derde Rijk. Hij was ook de eerste die in ronde woorden voor de Joden opkwam. Churchill en de arbeidersleiders hebben ook nog deelgenomen aan de Lagerhuisdebatten over de bewapening. Churchill sprak eenige ware woorden. Maar Lansbury deed denken aan het lam, dat niet bij machte is de wolven te herkennen. DE VOLKENBOND heeft allerlei lastige en tegen strijdige puzzles op te lossen. Idealisten, althans zij die enkel de idealistische kant van de zaak zien, doen beter niet te vragen waar het recht" blijft, wanneer zulke Gordiaansche knoopen worden door gehakt als het Locarno-embrouillement of de Abessijnsche kwestie. Die zaken kunnen echter worden opgelost. Er zijn er ook, waarvan iedere oplossing hopeloos lijkt. Indertijd heeft, de Amerikaan James MacDonald, de Hooge Commissaris van het hulpverleeningsinstituut voor Joodsche vluchtelingen uit Duitsch land, het bijltje er bij neef gegooid. Nu is een nieuwe Hooge Commissaris benoemd, de Engelsche Generaal-majoor Sir Neill Malcolm. Nog voordat Avenol, de secretaris-generaal van den Volkenbond, tijdelijk van Genève naar Londen ver trok, hebben Sir Neill en hij geconfereerd over preliminaire stappen, om te komen tot het bijeen roepen van een internationale conferentie die zou beginnen met een regeling te scheppen betreffende den status der uitgestooten en in vele gevallen van hun staatsburgerschap beroofde vluchtelingen. Men weet, dat het niet alleen Joodsche vluchtelingen zijn. Het is ongetwijfeld heel fraai, wanneer deze paria's, die .tengevolge van de toepassing der Neurenberger wetten binnenkort hun gelederen nog met een paar honderd-duizend zullen zien groeien, inter nationaal zullen worden geholpen met passen en papieren. Maar zou het niet beter zijn wanneer zij in de eerste plaats geholpen zouden kunnen worden met geld en een plaats in de wereld waar zij weer aan het werk kunnen gaan? ITALIËSPINT zij bij den toestand. In Abessyni wordt wel is waar nog steeds gevochten. De Italianen schieten ook wel wat op. Maar de Abessijnsche tegenstand blijkt geenszins gebroken. De Commissie van Dertien leidt de onderhande lingen in. Men zal waarschijnlijk nog niet kunnen zeggen en niet zonder eenige hypocrisie dat deze besprekingen over het toekomstig Statuut van Ethiopiëin het kader van den Volkenbond zullen plaats vinden. Maar het is duidelijk dat alle idea lisme hier zoek is en dat de Duce zijn prijs vraagt wanneer hij Grand! zwijgend, maar solidair, aan de Londensche Locarnoconferentie laat deelnemen. Mussolini's positie is echter zoo precair (met Duitsch land samengaan kan hij óók niet) dat zijn prijs niet hoog zal zijn. Alvorens men tot vredesonderhandelingen komt, zal het nog heel wat voeten in de aarde hebben. De Duce is zoo verstandig geweest van een unieke constellatie partij te trekken om veilig en heelhuids van het Abessijnsche avontuur af te komen. En waarschijnlijk nog met winst. Zijn militaire situatie is volstrekt niet zoo mooi als het lijkt. Want on danks de successen van de laatste weken is hij nog lang niet aan de onderwerping van het land toe en het ziet er nog steeds niet naar uit dat hem dit bin nen afzienbaren tijd zal gelukken. Maar hij heeft dan toch eenige groote veldslagen gewonnen. De ironie van het Lot heeft gewild, dat Badoglio moest komen om deze successen te behalen, Badoglio, die zoo ernstig van de gevaren van deze escapade over tuigd was, dat hij 't zijn plicht geacht heeft den Duce den oorlog af te raden.... DE JAPANSCHE GEZANT TE MOSKOU, Ota, heeft dezer dagen den plaatsvervangenden commis saris van buitenlandsche zaken bezocht Litwinof is nu voor de Raadsvergadering in Londen en het is niet al te voorbarig hieruit te concludeeren dat, tenminste voor het oogenblik, de Japansche regeering den strijdbijl wil begraven. Het heeft zeer gespannen. Zoozeer zelfs dat Stalin het noodig vond, door de tegenwoordig meer-en-meer gebrui kelijke methode van een interview dat hij een Amerikaanschen journalist toestond, eens een waar schuwend geluid te laten hooren. Het ging om de vroegere Chineesche provincie Buiten-Mongolië, die half onder Russischen invloed stond, maar die de Japansche slok-op nu ook onder controle wenschte te krijgen. Wie zich in Buiten-Mongoli vast zet, bedreigt de Siberische verbindingslijnen. Vandaar dat de Russen zorgden dat dit onbe treden gebied" bleef.... Het schijnt nu dat de Japanners voor den Rus sischen eisch van integriteit van dit gebied zullen zwichten. Zij willen nu wel toestemmen in wat zij met een mooi woord noemen: de grensafbakening tusschen Mongolië, Mandsjoekwo en Rusland in die grensgebieden. Dit is tenminste n straaltje van de voorjaarszon over het duistere gebied tusschen Oorlog en Vrede. IN NEDERLAND bestaat eenstemmigheid inzake de afwijzing van HITLER'S AANBOD om een nonagressie verdrag te sluiten. Bij dit eenheidsfront heeft zich ook Mussert aangesloten; hij protesteert tegen het aanbod en verklaart, dat hij en de zijnen het hoffelijk, maar onmiddellijk en beslist afwij zen" zouden. Evenals generaal Snijders juicht de N.S.B, leider de Duitsche rechtsinbreuk zelf volledig toe, ja hij gaat hierin zelfs verder dan de Duitsche gelijkgeschakende pers; maar wat Nederland's rol betreft schaart hij zich naast het demo-liberale eenheidsfront". En het doet,,De Groene" genoegen dat zij het ditmaal waarlijk met den heer Mussert eens is, of liever, dat Mussert het ditmaal met het geheele volk eens is. (Slot pp volgende pagina) DE GROENE komt in dezen Jubileumjaargang met eenige belangrijke extra-nummers! Een abonnement tot 31 Dec. 1936 kost slechts ? 7.50 Zie den BON op pagina 19 *? ?; !s ?'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl