De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 27 maart pagina 2

27 maart 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

fel -i en ontspanning. Dezer dagen houdt de Centrale voor Werkloozenzorg, waarvoor alle niet-R.K. kerken, van Remonstrant af tot Gereformeerd toe, samenwerken, een inzameling voor minstens een ton. Verleden jaar organi seerde zij voor de helft van dit bedrag 17 groote achtweeksche kampen. Deze groep moge wat later aan het werk gegaan zijn dan de A. J. C. met het N.V.V. en de R.K. werkkampen, thans kan zij zich rustig met deze groepen meten. De ministers SLOTE MAKER en COLIJN hebben voor deze Jong Holland snakt naar werk"-actie over de radio gesproken en het bij het protestantsche volksdeel (de vrijzinni gen ditmaal inbegrepen) aanbevolen. Colijn heeft daarbij echter duidelijk gezegd dat hij op eenzelfde ruimen steun aan andere kampen door de andere volksgroepen hoopte. Een derde maatregel tot verminde ring van den druk der werkloosheid, zij hè!: van ondergeschilcter belang, is door minister Colijn zelf genomen: Werklooz* grootverlofgangers kunnen thans dienstnemen en kunnen daardoor hen die door den tijdelijk verlengden diensttijd werkloos dreigen te worden vervangen. Een nuttige maatregel, waardoor zonder kosten velen ge holpen kunnen zijn. /""VRDENING, vage formuleering van \*S een veel omstreden punt in de huidige crisisbestrijding en in een po litiek die volgende crises wil voorkomen of verzwakken, staat midden in de belangstelling. Jhr. van Citters heeft er bij de behandeling van het VERKEERSFONDS in de EERSTE KAMER een lange philippica aan gewijd, die de gevaren der ordening, de bevriezende tendenz voor den stand der techniek, duidelijk in het licht stelde, maar den nood die er toe dwingt op den achtergrond liet. Zoo kunnen winkelbedrijf, ambacht en kleine nijverheid niet meer zonder or dening; men behoeft slechts om zich heen te kijken om te zien hoe de win keltjes als paddestoelen uit den grond schieten en hoe elke straat door tallooze variëteiten van bakkers en melkboeren overstroomd wordt, en men heeft maar eens even in een faillissementenlijst te zien, welk een groot percentage binnen enkele jaren of zelfs maanden weer verdwijnt, om te be grijpen dat hier beperkt moet worden. De regeering heeft slechts willen be perken door in haar wetsontwerp eischen te stellen van beroepsbekwaam heid en voldoende bedrij f scrediet; het zal te bezien staan of dit voldoende is. Niet alleen ongezonde maar ook een overmaat van gezonde varkens kunnen de spoeling zóó dun maken, dat zij angstwekkend gaan vermageren; en al heeft de regeering groot gelijk dat zij niet een dikke soep voor de geves tigden" wil reserveeren, het blijft twij felachtig of de vrije concurrentie die gehandhaafd moet blijven niet tot evenveel ongelukken aanleiding zal geven als ongeordend verkeer, wan neer devoertuigen sterk toenemen. Van rnr. Van Sonsbeek naar de fensie is slechts een kleine stap. Deze begrooting en het defensiefonds zijn, met de stemmen van de S. D. A. P. en prof. van Embden tegen, aange nomen. LIMBURG krijgt zijn nieuwe Com missaris der Koningin: mr. dr. W. G. A. van Sonsbeek, de huidige burge meester van Breda, is bsnoemd. Injzijn 17-jarig Brabantsch burgemeester schap heeft hij zich een voortreffelijk en terecht populair magistraat betoond. Alles wijst er op dat de heer van Sons beek een waardig opvolger zal zijn van den diep betreurden baron Van Hoê'vell tot Westerflier, den in alle deelen van het Limburgsche volk zoo geliefden vorigen gouverneur" van dit gewest. v/li VSMVIC jaai gangen «011 ZIE ónze puzzles op pagina 20 DE BEWAPENINGSWEDLOOP Als men de jaargangen van vóór doorbladert, is het merkwaardig hoe men telkens blijk geeft van verontrusting over de toenemende bewapening t over den wedstrijd, die zich in steeds beangsti gender tempo tusschen de mogend heden voltrekt, maar ook hoe deze blijkt verscholen te liggen in platen, opmerkin gen en artikelen over andere onderwer pen. Het gebeuren zelf laat men min of meer als een fataliteit over zich komen. En Van Vollenhoven's pleidooi in 1912 voor een internationale rechtsorde wordt nog algemeen als utopie be schouwd. 30 October 189* In het buitenlandsch overzicht van dr. E. D. Pijzel vinden wij het onder staande naar aanleiding van een Du.itsche leger uitbreiding: ALS de keizer en de heer Von Caprivi hun zin krijgen, dan zal de sterkte van het Duitsche leger op voet van vrede worden ver meerderd met 72.037 man, 2138 offi cieren, il.857 onderofficieren enz. enz. De blijvende jaarlijksche uitgaven zul len worden verhoogd met 64 millioen Mark, voor de niet-terugkeerende uit gaven wordt daarenboven eene som van 66.800.000 Mark gevraagd. Maar daarmede is de lijst der offers die van den armen Michel worden geëischt, nog lang niet afgesloten.... Er moe ten voor 100.000 man kazernes worden bij gebouwd, met alles wat daarbij be hoort .... De motiveering van het regeeringsvoorstel is uiterst schraal. Zij komt alleen hier op neer, dat de voorgestelde regeling aan het Duitsche leger op voet van oorlog een grootere getalsterkte zal geven dan aan het Fransche, dat 4.053.000 man te velde kan brengen, en eene die eenigszins kleiner is dan die van het Russische leger, dat op voet van oorlog 4.550.000 man telt. Maar indien Duitschland allén dezen dollen wedloop wil aanvaarden en volhouden, dan mag men met recht vragen, welke waarde de zoo hooggeroemde onder linge verzekering der drie geallieerden (Dreibund) heeft. Daarenboven dient de concurrentie met Rusland op dit punt al dadelijk als wanhopig te worden opgeheven.... Bij geen enkele partij heeft het ont werp onverdeelde instemming gevon den, bij de meeste de scherpste afkeu ring. Het gerucht is reeds verspreid, dat de keizer (Wilhelm II) in geen geval zijn toestemming zou geven tot in trekking van het ontwerp, maar den Heer Von Caprivi reeds bij voorbaat zou hebben gemachtigd tot ontbinding van den Rijkdsag. 4 September 189* ? In een artikel over de Nederlandsche defensiepolitiek: HET valt niet te ontkennen, dat de oude spreuk: Wilt gij den vrede, zoo rust u ten strijde," in onze dagen bijna eene parodie is geworden. Het zijn juist de toerustingen, voort gezet met een koortsachtigen ijver, die slechts let op wat den buurman doet en niet wat eigen krachten toelaten, welke het gevaar voor het uitbreken van een oorlog steeds dreigender maken. In 25 jaren zijn de gezamen lijke oorlogsbudgetten der Europeesche staten verdubbeld. En niets geeft reden te onderstellen, dat er aan deze be angstigende progressie van grooten deels nuttelooze uitgaven een einde zal komen. 3 Januari 1904 Na enkele jaren blijkt de wedstrijd voor kleine landen niet meer bij te houden. HOE lang zal het nog duren, dat het Nederlandsche volk, en de volkeren van de kleine Staten, die in ongeveer gelijke omstandigheden verkeeren, beginnen te begrijpen geenszins geroepen te zijn tot een wapening, als waartoe de groote mogendheden elkaar nopen; een toestand, die voor deze alleen te verdedigen is, omdat zij althans met eenig recht kunnen vermoeden elkaar te kunnen weerstaan? De tijd, dunkt ons, kan niet ver meer zijn, dat de kleine Staten tot zelfbewustheid komen en van hun Regeeringen eischen een tegenovergestelde richting in te slaan: van wapenvermeerdering te schrijden tot geleidelijke ontwapening, ten voordeele van de waarachtige, de allerhoogste belangen, de zedelijke en stoffelijke ontwikkeling van het vredelievend volk. 11 Januari 1914 Met de bewapening neemt ook de macht der militaire kaste toe. OVERAL in Europa rijzen de oor logsbudgetten. De legers breiden zich uit, men maakt vloten op de werven bij halve eskaders tegelijk, en slagschepen en kanonnen zijn ieder jaar grooter van stuk. Maar al die weermachten der mogendheden bleven wat ze moesten wezen: middelen in handen van den (burgerlijken) Staat, die ze schiep en onderhoudt. Dit is anders in Duitschland, dat door Pruisen gedomi neerd wordt. Daar.... beheerscht de burgerij het middel niet en wordt in tegendeel door het middel" zeer beheerscht: in Duitschland wist de leger-kaste, door alle evolutiën der samenleving heen, zichzelve als uit doel uit zich zelf te handhaven en zij schijnt steeds driester te kunnen wordenTenslotte in het zelfde nummer een blik op de financieele uitputting waar. toe de wapeningswedstrijd vlak vóór den oorlog reeds heeft geleid. NIET alleen wordt den bankiers veelal een provisie van 5% be. taald.terwijl andere staten Va%(0ost m. rijk il/a%) betalen, maar tegelijkertijd bestelt Rusland een groot bedrag aan oorlogsmaterieel bij de geldschieters. De haute f inance staat even weinig alt de Fransche, Duitsche en Engelsche regeering op gespannen voet met de Creusots, Krupps, Vickers enz. Dit alles zou evenwel niet voldoende zijn om een schuldenaar als Rusland nog rreer crediet te geven. Laat ons eens nagaan wat er zoo ongeveer gegeven wordt en wat hiervan nu werkelijk ten goode komt aan het Russische Rijk. Nemen wij als voorbeeld de groote leening" van 1906. De laagste koers van d?ze leening was toen 74Va%' Rekenen wij dus dat het consortium 75 betaalde en zichzelf met 5% tevreden stelde, dan zou Rusland in werkelijkheid 70 ontvangen hebben, waartegen de Russische regeering heeft af te lossen de volle honderd percent. Rusland ge bruikt 56% van zijn budget voor het leger, zoodat van de ontvangen 70 niet minder dan 39 afgaat en dus 41 voor productieve doeleinden zou kunnen overblijven, indien in Rusland zelf riet bovendien een kleinigheid verlo:en ging. Voor ? 39 wordt dan jaarlijks ? 5 rente (dit is ruim 12%) betaald, boven dien moet 150% meer worden te' ug betaald dan in waarde belegd is. DE VREDE-KEIZER (Het snorretje is wat kleiner geworden, maar voor het overige is deze plaat van 1904 op het oogenblik helaas actueeler dan ooit. . . .) T!MV(C(iSEt. v» fH Am . < l.hni.ii 'V* no.1. n Si««.|i«lV«tij. Oi. Kl.rf-m. "'? ' DÉVREDE: O. f/eve Wilhelm, als je met mij uit wandelen gaat, zag ik je ,we»| //ever in burgerkleeding en met een wandelstok. WILHELM: Ja, kind, maar de wereld is zoo boos; en ze zouden maar denken, < ik n/et goed op je poste. HET TOONEEL MET DEURWAARDERSEXPLOITEK GERED? Bedreigingen in plaats van argumenten Eduard Verkade als tooneelcriticus BIJ den aanvang van het thans reeds zijn einde naderend seizoen heeft het optreden van Eduard Verkade als schrijver van critische tooneelbeschouwingen voor De Groene" aan leiding gegeven tot levendige discussies in verschil lende zuster-organen. De tooneelwereld zelve heeft daaraan geen deel genomen, tenzij, ditmaal dan achter de schermen, zij zich heeft doen gelden en anderen als spreekbuis gebruikte. Onze tooneelleiders zwegen en bleven zwijgen ook toen Verkade van zijn meeningen geregeld in ons blad deed blijken. Geen zijner beschouwingen gaf aanleiding tot ook maar een enkel woord van protest. Dat scheen geenszins verwonderlijk. Voor den onbevangen lezer toch gaven zijn beoordeelingen, gelijk te verwachten was, blijk, niet alleen van ge degen vakkennis en toewijding aan de zaak van het hedendaagsche tooneel, maar ook van onpartijdig heid in opbouwende critiek en hartelijke waardee ring voor ieder ernstig streven, ook daar waar het naar zijn meening faalde. Van het werk van andere critici onderscheidde het zijne zich zeker niet door gebrek aan welwillendheid ten aanzien van het door het tooneel gebodene. Plotseling ontving sub dato 3 Maart j.l. omze hoofdredactie echter een door de directies van de N.V. Tooneelgroep Het Masker", de N.V. Amsterdamsche Tooneelvereeniging" en Centraal Tooneel N.V. onderteekend schrijven waarin haar werd aan gezegd, dat men Verkadèvoortaan den toegang tot zijn voorstellingen zou weigeren en haar verzocht een anderen criticus aan te stellen, zulks in verband me': tendenzen, die hoe langer hoe duidelijker in de artikelen van Verkade naar voren zouden komen en mede gezien het feit, dat hij als regisseur thans weer persoonlijke belangen bij de tooneelspeelkunst zou hebben. Dezerzijds werd daarop geantwoord met een be leefde maar stellige afwijzing van het aldus gedane verzoek. Van, klaarblijkelijk der tooneeldirecties niet aan gename, maar door haar met geen enkel woord zelfs nader aangeduide, laat staan geadstrueerde ten denzen, die ook maar de geringste aanleiding zou den kunnen geven tot gerechtvaardigd bezwaar, is nooit iets gebleken in het critisch werk van Verkade. Ook toen hij zich daarmede ging belasten was hij practisch aan het tooneel werkzaam, en natuurlijk heeft de redactie van De Groene", alvorens haar uitnoodiging tot hem te richten, zorgvuldig over wogen of het gewenscht mocht heeten een nog geenszins uitgespeeld tooneelkunstenaar gelegen heid te bieden in haar blad geregeld zijn meening over anderer werk kenbaar te maken. Zij heeft des tijds gemeend die vraag onvoorwaardelijk bevesti gend te kunnen beantwoorden en is in de in het num mer van den I4den September 1935 uiteengezette overwegingen en verwachtingen, die haar daartoe leidden, geenszins beschaamd, zoodat zij thans geen enkele aanleiding heeft om op die meening terug te komen. Thans wordt Verkade door de opponeerende tooneeldirecties besprongen met deurwaarders exploten, waarvan er n hiernevens wordt gere produceerd. De bedoeling daarvan is duidelijk. Een tooneelgezelschap dat openbare voorstellingen geeft en daarvoor entréebewijzen voor het publiek verkrijg baar stelt, is verplicht dezelve aan een ieder, die dat verlangt, te verkoopen en hem daarop toegang tot de betrokken voorstelling te geven. Men meent zich aan deze verplichtingen, uit het zoogenaamd openbaar aanbod voortvloeiende, tegenover Verkade 65.- 85.Stalencollectie op aanvraag NIEUW. ENGELAND KONINGSPLEIN AMSTERDAM PAG. S DE GROENE No. 3049 klaarblijkelijk te kunnen onttrekken door hem tevoren en eens en voor al den toegang te ontzeggen. Of dat werkelijk zoo maar kan, is een vraag die, nu men het terrein van den strijd wenscht te verplaat sen, hier vooralsnog buiten beschouwing blijft. De betrokken directies gelooven blijkbaar de zaak van het tooneel met deurwaardersexploiten te kunnen redden en haar een dienst te bewijzen door in den strijd der meeningen argumenten te vervan gen door bedreigingen met civielrechtelijke en zelfs strafrechtelijke maatregelen. Men kan het betreuren, dat onze tooneelleiders een dergelijk gebrek toonen aan begrip voor de verhoudingen van den huidigen tijd en het streven can een blad als het onze, dat zijn geheele bestaansrecht ontleent aan de ondanks .alles volhardende verdediging van de daarin zoozeer bedreigde cultuurwaarden, waarvan het tooneel en de vrije kritiek gelijkelijk deel uitmaken. Nu de zaak gesteld is, zooals zij thans staat, zal zij uitge vochten dienen te worden met de wapens die de wederpartij zich gekozen heeft en ter plaatse waar zulks behoort en kan men alleen hopen dat de uit komst er niet eene zal zijn, waarover slechts anderen dan de partijen zelve, die een gemeene zaak behooren te dienen, zich zouden kunnen verheugen. A champagne K T U O D T U l \ L i ' - (' L > la toiuc premiere quatue Zegel 50 cent In den jare 1900 zes en dertig, den twintigsten Maart; i Ten verzoeke van de Naamlooze Vennootschap Amsterdamsche Tooneelvereeniging, gevestigd te Amsterdam en aldaar kantoorhoudende in het gebouw van den Stadsschouwburg aan het Leidscheplein. Heb ik,- HENRI ANTOINE SCHMITT, deurwaarder by de Arrondissements-Rechtbank te Amsterdam, wonende en kantoorhoudende aldaar aan de Keizersgracht 796; AAN: EDUARD VERKADE, wonende te Amsterdam, Stadionstraat 7/i8 mijn exploit doende, afschrift dezes latende aan en sprekende met: hem in persoon te eAmsterdam AANGEZEGD: dat insinuante aan den geinsinueerde reeds heeft te kennen gegeven, dat insinuante niet gesteld is op beoordeelingen over haar tooneelopyoeringen van de hand van geinsinu eerde in het Weekblad ''De Groene Amster dammer* ', in welk weekblad de geinsinueerde regelmatig beoordeelingen over nieuwe tooneelopvoeringen publiceert; dat insinuante dan ook geinsinueerde heeft verzocht geen verslagen of beoordeelingen over de tooneelqpvoeringen van insinuante meer in genoemd weekblad te publiceeren; dat, naar insinuante van de Redactie van ge noemd weekblad heeft vernomen, geinsinueerde voornemens is voort te.gaan met het schrijven en publiceeren van verslagen en beoordeelin gen over de door insinuante te geven tooneelopvoeringen; dat insinuante in deze omstandigheden ge noodzaakt is den geinsinueerde den toegang tot haar tooneelopvoeringen te weigeren; En heb ik, deurwaarder mitsdien ten verzoeke van, exploit doende en sprekende als boven, den geinsinueerde nadrukkelijk: VERBONDEN: alle Schouwburgen en andere lokaliteiten ge durende de tijden dat insinuante daarvan het gebruik heeft, te betreden, ME^T _A_ANZEGG_IJI_G_: dat, indien geinsinueerde zal trachten dit verbod te overtreden, insinuante hem den toegang-tot bedoelde lokaliteiten met alle haar ten dienste staande middelen zal moeten beletten, terwijl de geinsinueerde zich alsdan tevens bloot stelt aan strafrechter lijke en civielrechterlijke vervolging vol gens de Wet. De kosten dezes zijn F. 7.25 faef.j . -9cf/nf#t Q)eurw. afsc/ïriff. V:\ I. ? !,i ' " .' '< T:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl