Historisch Archief 1877-1940
fel -i
en ontspanning. Dezer dagen houdt
de Centrale voor Werkloozenzorg,
waarvoor alle niet-R.K. kerken, van
Remonstrant af tot Gereformeerd toe,
samenwerken, een inzameling voor
minstens een ton. Verleden jaar organi
seerde zij voor de helft van dit bedrag
17 groote achtweeksche kampen. Deze
groep moge wat later aan het werk
gegaan zijn dan de A. J. C. met het
N.V.V. en de R.K. werkkampen,
thans kan zij zich rustig met deze
groepen meten. De ministers SLOTE
MAKER en COLIJN hebben voor deze
Jong Holland snakt naar werk"-actie
over de radio gesproken en het bij het
protestantsche volksdeel (de vrijzinni
gen ditmaal inbegrepen) aanbevolen.
Colijn heeft daarbij echter duidelijk
gezegd dat hij op eenzelfde ruimen steun
aan andere kampen door de andere
volksgroepen hoopte.
Een derde maatregel tot verminde
ring van den druk der werkloosheid, zij
hè!: van ondergeschilcter belang, is door
minister Colijn zelf genomen:
Werklooz* grootverlofgangers kunnen thans
dienstnemen en kunnen daardoor
hen die door den tijdelijk verlengden
diensttijd werkloos dreigen te worden
vervangen. Een nuttige maatregel,
waardoor zonder kosten velen ge
holpen kunnen zijn.
/""VRDENING, vage formuleering van
\*S een veel omstreden punt in de
huidige crisisbestrijding en in een po
litiek die volgende crises wil voorkomen
of verzwakken, staat midden in de
belangstelling. Jhr. van Citters heeft er
bij de behandeling van het
VERKEERSFONDS in de EERSTE KAMER een lange
philippica aan gewijd, die de gevaren
der ordening, de bevriezende tendenz
voor den stand der techniek, duidelijk
in het licht stelde, maar den nood die er
toe dwingt op den achtergrond liet.
Zoo kunnen winkelbedrijf, ambacht en
kleine nijverheid niet meer zonder or
dening; men behoeft slechts om zich
heen te kijken om te zien hoe de win
keltjes als paddestoelen uit den grond
schieten en hoe elke straat door
tallooze variëteiten van bakkers en
melkboeren overstroomd wordt, en
men heeft maar eens even in een
faillissementenlijst te zien, welk een groot
percentage binnen enkele jaren of zelfs
maanden weer verdwijnt, om te be
grijpen dat hier beperkt moet worden.
De regeering heeft slechts willen be
perken door in haar wetsontwerp
eischen te stellen van beroepsbekwaam
heid en voldoende bedrij f scrediet; het
zal te bezien staan of dit voldoende is.
Niet alleen ongezonde maar ook een
overmaat van gezonde varkens kunnen
de spoeling zóó dun maken, dat zij
angstwekkend gaan vermageren; en
al heeft de regeering groot gelijk dat
zij niet een dikke soep voor de geves
tigden" wil reserveeren, het blijft twij
felachtig of de vrije concurrentie die
gehandhaafd moet blijven niet tot
evenveel ongelukken aanleiding zal
geven als ongeordend verkeer, wan
neer devoertuigen sterk toenemen.
Van rnr. Van Sonsbeek naar de
fensie is slechts een kleine stap. Deze
begrooting en het defensiefonds zijn,
met de stemmen van de S. D. A. P.
en prof. van Embden tegen, aange
nomen.
LIMBURG krijgt zijn nieuwe Com
missaris der Koningin: mr. dr. W.
G. A. van Sonsbeek, de huidige burge
meester van Breda, is bsnoemd. Injzijn
17-jarig Brabantsch burgemeester
schap heeft hij zich een voortreffelijk
en terecht populair magistraat betoond.
Alles wijst er op dat de heer van Sons
beek een waardig opvolger zal zijn van
den diep betreurden baron Van Hoê'vell
tot Westerflier, den in alle deelen van
het Limburgsche volk zoo geliefden
vorigen gouverneur" van dit gewest.
v/li VSMVIC jaai gangen «011
ZIE ónze puzzles
op pagina 20
DE BEWAPENINGSWEDLOOP
Als men de jaargangen van vóór
doorbladert, is het merkwaardig hoe men
telkens blijk geeft van verontrusting over
de toenemende bewapening t over den
wedstrijd, die zich in steeds beangsti
gender tempo tusschen de mogend
heden voltrekt, maar ook hoe deze blijkt
verscholen te liggen in platen, opmerkin
gen en artikelen over andere onderwer
pen. Het gebeuren zelf laat men min of
meer als een fataliteit over zich komen.
En Van Vollenhoven's pleidooi in
1912 voor een internationale rechtsorde
wordt nog algemeen als utopie be
schouwd.
30 October 189*
In het buitenlandsch overzicht van
dr. E. D. Pijzel vinden wij het onder
staande naar aanleiding van een
Du.itsche leger uitbreiding:
ALS de keizer en de heer Von
Caprivi hun zin krijgen, dan zal
de sterkte van het Duitsche
leger op voet van vrede worden ver
meerderd met 72.037 man, 2138 offi
cieren, il.857 onderofficieren enz. enz.
De blijvende jaarlijksche uitgaven zul
len worden verhoogd met 64 millioen
Mark, voor de niet-terugkeerende uit
gaven wordt daarenboven eene som
van 66.800.000 Mark gevraagd. Maar
daarmede is de lijst der offers die van
den armen Michel worden geëischt,
nog lang niet afgesloten.... Er moe
ten voor 100.000 man kazernes worden
bij gebouwd, met alles wat daarbij be
hoort ....
De motiveering van het
regeeringsvoorstel is uiterst schraal. Zij komt
alleen hier op neer, dat de voorgestelde
regeling aan het Duitsche leger op voet
van oorlog een grootere getalsterkte
zal geven dan aan het Fransche, dat
4.053.000 man te velde kan brengen, en
eene die eenigszins kleiner is dan die
van het Russische leger, dat op voet
van oorlog 4.550.000 man telt. Maar
indien Duitschland allén dezen dollen
wedloop wil aanvaarden en volhouden,
dan mag men met recht vragen, welke
waarde de zoo hooggeroemde onder
linge verzekering der drie geallieerden
(Dreibund) heeft. Daarenboven dient
de concurrentie met Rusland op dit
punt al dadelijk als wanhopig te worden
opgeheven....
Bij geen enkele partij heeft het ont
werp onverdeelde instemming gevon
den, bij de meeste de scherpste afkeu
ring. Het gerucht is reeds verspreid, dat
de keizer (Wilhelm II) in geen geval
zijn toestemming zou geven tot in
trekking van het ontwerp, maar den
Heer Von Caprivi reeds bij voorbaat
zou hebben gemachtigd tot ontbinding
van den Rijkdsag.
4 September 189*
? In een artikel over de Nederlandsche
defensiepolitiek:
HET valt niet te ontkennen, dat
de oude spreuk: Wilt gij den
vrede, zoo rust u ten strijde," in onze
dagen bijna eene parodie is geworden.
Het zijn juist de toerustingen, voort
gezet met een koortsachtigen ijver, die
slechts let op wat den buurman doet
en niet wat eigen krachten toelaten,
welke het gevaar voor het uitbreken
van een oorlog steeds dreigender
maken. In 25 jaren zijn de gezamen
lijke oorlogsbudgetten der Europeesche
staten verdubbeld. En niets geeft reden
te onderstellen, dat er aan deze be
angstigende progressie van grooten
deels nuttelooze uitgaven een einde zal
komen.
3 Januari 1904
Na enkele jaren blijkt de wedstrijd
voor kleine landen niet meer bij te
houden.
HOE lang zal het nog duren, dat
het Nederlandsche volk, en de
volkeren van de kleine Staten, die in
ongeveer gelijke omstandigheden
verkeeren, beginnen te begrijpen geenszins
geroepen te zijn tot een wapening, als
waartoe de groote mogendheden elkaar
nopen; een toestand, die voor deze
alleen te verdedigen is, omdat zij althans
met eenig recht kunnen vermoeden
elkaar te kunnen weerstaan? De tijd,
dunkt ons, kan niet ver meer zijn, dat
de kleine Staten tot zelfbewustheid
komen en van hun Regeeringen eischen
een tegenovergestelde richting in te
slaan: van wapenvermeerdering te
schrijden tot geleidelijke ontwapening,
ten voordeele van de waarachtige, de
allerhoogste belangen, de zedelijke
en stoffelijke ontwikkeling van het
vredelievend volk.
11 Januari 1914
Met de bewapening neemt ook de
macht der militaire kaste toe.
OVERAL in Europa rijzen de oor
logsbudgetten. De legers breiden
zich uit, men maakt vloten op de
werven bij halve eskaders tegelijk,
en slagschepen en kanonnen zijn ieder
jaar grooter van stuk. Maar al die
weermachten der mogendheden bleven wat
ze moesten wezen: middelen in handen
van den (burgerlijken) Staat, die ze
schiep en onderhoudt. Dit is anders in
Duitschland, dat door Pruisen gedomi
neerd wordt. Daar.... beheerscht de
burgerij het middel niet en wordt in
tegendeel door het middel" zeer
beheerscht: in Duitschland wist de
leger-kaste, door alle evolutiën der
samenleving heen, zichzelve als uit
doel uit zich zelf te handhaven en
zij schijnt steeds driester te kunnen
wordenTenslotte in het zelfde nummer een
blik op de financieele uitputting waar.
toe de wapeningswedstrijd vlak vóór
den oorlog reeds heeft geleid.
NIET alleen wordt den bankiers
veelal een provisie van 5% be.
taald.terwijl andere staten Va%(0ost m.
rijk il/a%) betalen, maar tegelijkertijd
bestelt Rusland een groot bedrag aan
oorlogsmaterieel bij de geldschieters. De
haute f inance staat even weinig alt de
Fransche, Duitsche en Engelsche
regeering op gespannen voet met de
Creusots, Krupps, Vickers enz. Dit alles
zou evenwel niet voldoende zijn om
een schuldenaar als Rusland nog rreer
crediet te geven. Laat ons eens nagaan
wat er zoo ongeveer gegeven wordt
en wat hiervan nu werkelijk ten goode
komt aan het Russische Rijk. Nemen
wij als voorbeeld de groote leening"
van 1906. De laagste koers van d?ze
leening was toen 74Va%' Rekenen wij
dus dat het consortium 75 betaalde
en zichzelf met 5% tevreden stelde,
dan zou Rusland in werkelijkheid 70
ontvangen hebben, waartegen de
Russische regeering heeft af te lossen de
volle honderd percent. Rusland ge
bruikt 56% van zijn budget voor het
leger, zoodat van de ontvangen 70 niet
minder dan 39 afgaat en dus 41 voor
productieve doeleinden zou kunnen
overblijven, indien in Rusland zelf riet
bovendien een kleinigheid verlo:en
ging. Voor ? 39 wordt dan jaarlijks ? 5
rente (dit is ruim 12%) betaald, boven
dien moet 150% meer worden te' ug
betaald dan in waarde belegd is.
DE VREDE-KEIZER
(Het snorretje is wat kleiner geworden, maar voor het overige is deze
plaat van 1904 op het oogenblik helaas actueeler dan ooit. . . .)
T!MV(C(iSEt. v» fH Am
. < l.hni.ii 'V*
no.1. n Si««.|i«lV«tij. Oi. Kl.rf-m. "'? '
DÉVREDE: O. f/eve Wilhelm, als je met mij uit wandelen gaat, zag ik je ,we»|
//ever in burgerkleeding en met een wandelstok.
WILHELM: Ja, kind, maar de wereld is zoo boos; en ze zouden maar denken, <
ik n/et goed op je poste.
HET TOONEEL MET DEURWAARDERSEXPLOITEK GERED?
Bedreigingen in plaats
van argumenten
Eduard Verkade als tooneelcriticus
BIJ den aanvang van het thans reeds zijn
einde naderend seizoen heeft het optreden
van Eduard Verkade als schrijver van
critische tooneelbeschouwingen voor De Groene" aan
leiding gegeven tot levendige discussies in verschil
lende zuster-organen.
De tooneelwereld zelve heeft daaraan geen deel
genomen, tenzij, ditmaal dan achter de schermen,
zij zich heeft doen gelden en anderen als spreekbuis
gebruikte.
Onze tooneelleiders zwegen en bleven zwijgen
ook toen Verkade van zijn meeningen geregeld in
ons blad deed blijken. Geen zijner beschouwingen
gaf aanleiding tot ook maar een enkel woord van
protest.
Dat scheen geenszins verwonderlijk. Voor den
onbevangen lezer toch gaven zijn beoordeelingen,
gelijk te verwachten was, blijk, niet alleen van ge
degen vakkennis en toewijding aan de zaak van het
hedendaagsche tooneel, maar ook van onpartijdig
heid in opbouwende critiek en hartelijke waardee
ring voor ieder ernstig streven, ook daar waar het
naar zijn meening faalde. Van het werk van andere
critici onderscheidde het zijne zich zeker niet door
gebrek aan welwillendheid ten aanzien van het door
het tooneel gebodene.
Plotseling ontving sub dato 3 Maart j.l. omze
hoofdredactie echter een door de directies van de
N.V. Tooneelgroep Het Masker", de N.V.
Amsterdamsche Tooneelvereeniging" en Centraal Tooneel
N.V. onderteekend schrijven waarin haar werd aan
gezegd, dat men Verkadèvoortaan den toegang tot
zijn voorstellingen zou weigeren en haar verzocht
een anderen criticus aan te stellen, zulks in verband
me': tendenzen, die hoe langer hoe duidelijker in de
artikelen van Verkade naar voren zouden komen en
mede gezien het feit, dat hij als regisseur thans weer
persoonlijke belangen bij de tooneelspeelkunst zou
hebben.
Dezerzijds werd daarop geantwoord met een be
leefde maar stellige afwijzing van het aldus gedane
verzoek.
Van, klaarblijkelijk der tooneeldirecties niet aan
gename, maar door haar met geen enkel woord
zelfs nader aangeduide, laat staan geadstrueerde ten
denzen, die ook maar de geringste aanleiding zou
den kunnen geven tot gerechtvaardigd bezwaar, is
nooit iets gebleken in het critisch werk van Verkade.
Ook toen hij zich daarmede ging belasten was hij
practisch aan het tooneel werkzaam, en natuurlijk
heeft de redactie van De Groene", alvorens haar
uitnoodiging tot hem te richten, zorgvuldig over
wogen of het gewenscht mocht heeten een nog
geenszins uitgespeeld tooneelkunstenaar gelegen
heid te bieden in haar blad geregeld zijn meening
over anderer werk kenbaar te maken. Zij heeft des
tijds gemeend die vraag onvoorwaardelijk bevesti
gend te kunnen beantwoorden en is in de in het num
mer van den I4den September 1935 uiteengezette
overwegingen en verwachtingen, die haar daartoe
leidden, geenszins beschaamd, zoodat zij thans geen
enkele aanleiding heeft om op die meening terug
te komen.
Thans wordt Verkade door de opponeerende
tooneeldirecties besprongen met deurwaarders
exploten, waarvan er n hiernevens wordt gere
produceerd.
De bedoeling daarvan is duidelijk. Een
tooneelgezelschap dat openbare voorstellingen geeft en
daarvoor entréebewijzen voor het publiek verkrijg
baar stelt, is verplicht dezelve aan een ieder, die dat
verlangt, te verkoopen en hem daarop toegang tot
de betrokken voorstelling te geven. Men meent
zich aan deze verplichtingen, uit het zoogenaamd
openbaar aanbod voortvloeiende, tegenover Verkade
65.-
85.Stalencollectie op aanvraag
NIEUW. ENGELAND
KONINGSPLEIN
AMSTERDAM
PAG. S DE GROENE No. 3049
klaarblijkelijk te kunnen onttrekken door hem
tevoren en eens en voor al den toegang te ontzeggen.
Of dat werkelijk zoo maar kan, is een vraag die, nu
men het terrein van den strijd wenscht te verplaat
sen, hier vooralsnog buiten beschouwing blijft.
De betrokken directies gelooven blijkbaar de zaak
van het tooneel met deurwaardersexploiten te
kunnen redden en haar een dienst te bewijzen door
in den strijd der meeningen argumenten te vervan
gen door bedreigingen met civielrechtelijke en zelfs
strafrechtelijke maatregelen. Men kan het betreuren,
dat onze tooneelleiders een dergelijk gebrek toonen
aan begrip voor de verhoudingen van den huidigen
tijd en het streven can een blad als het onze, dat
zijn geheele bestaansrecht ontleent aan de ondanks
.alles volhardende verdediging van de daarin zoozeer
bedreigde cultuurwaarden, waarvan het tooneel
en de vrije kritiek gelijkelijk deel uitmaken. Nu de
zaak gesteld is, zooals zij thans staat, zal zij uitge
vochten dienen te worden met de wapens die de
wederpartij zich gekozen heeft en ter plaatse waar
zulks behoort en kan men alleen hopen dat de uit
komst er niet eene zal zijn, waarover slechts anderen
dan de partijen zelve, die een gemeene zaak behooren
te dienen, zich zouden kunnen verheugen.
A
champagne K T U O D T U l
\ L i ' - (' L >
la toiuc premiere quatue
Zegel
50 cent
In den jare 1900 zes en dertig, den
twintigsten Maart;
i Ten verzoeke van de Naamlooze Vennootschap
Amsterdamsche Tooneelvereeniging, gevestigd
te Amsterdam en aldaar kantoorhoudende in
het gebouw van den Stadsschouwburg aan het
Leidscheplein.
Heb ik,- HENRI ANTOINE SCHMITT, deurwaarder
by de Arrondissements-Rechtbank te Amsterdam,
wonende en kantoorhoudende aldaar aan de
Keizersgracht 796;
AAN:
EDUARD VERKADE, wonende te Amsterdam,
Stadionstraat 7/i8 mijn exploit doende, afschrift dezes
latende aan en sprekende met: hem in persoon te
eAmsterdam
AANGEZEGD:
dat insinuante aan den geinsinueerde reeds
heeft te kennen gegeven, dat insinuante niet
gesteld is op beoordeelingen over haar
tooneelopyoeringen van de hand van geinsinu
eerde in het Weekblad ''De Groene Amster
dammer* ', in welk weekblad de geinsinueerde
regelmatig beoordeelingen over nieuwe
tooneelopvoeringen publiceert;
dat insinuante dan ook geinsinueerde heeft
verzocht geen verslagen of beoordeelingen
over de tooneelqpvoeringen van insinuante
meer in genoemd weekblad te publiceeren;
dat, naar insinuante van de Redactie van ge
noemd weekblad heeft vernomen, geinsinueerde
voornemens is voort te.gaan met het schrijven
en publiceeren van verslagen en beoordeelin
gen over de door insinuante te geven
tooneelopvoeringen;
dat insinuante in deze omstandigheden ge
noodzaakt is den geinsinueerde den toegang
tot haar tooneelopvoeringen te weigeren;
En heb ik, deurwaarder mitsdien ten verzoeke
van, exploit doende en sprekende als boven,
den geinsinueerde nadrukkelijk:
VERBONDEN:
alle Schouwburgen en andere lokaliteiten ge
durende de tijden dat insinuante daarvan het
gebruik heeft, te betreden,
ME^T _A_ANZEGG_IJI_G_:
dat, indien geinsinueerde zal trachten dit
verbod te overtreden, insinuante hem den
toegang-tot bedoelde lokaliteiten met alle
haar ten dienste staande middelen zal moeten
beletten, terwijl de geinsinueerde zich
alsdan tevens bloot stelt aan strafrechter
lijke en civielrechterlijke vervolging vol
gens de Wet.
De kosten dezes zijn F.
7.25
faef.j
. -9cf/nf#t Q)eurw.
afsc/ïriff.
V:\
I. ?
!,i ' "
.' '< T: