De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 27 maart pagina 4

27 maart 1936 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Letterkundig leven Tooneel NIEUWE SWEAIEBESHUWillli J. Middleton Murry: Shakespearc (Jonathan Cape, Londen) ER heerst de laatste jaren weer grote bedrijvigheid op het gebied der Shakespearestudie. Er is altijd genoeg, meer dan genoeg over hem geschreven althans sedert het midden der i8e eeuw maar men kan in de onafgebroken activiteit toch perioden onderscheiden, waarin de vloed van geschriften wat luwt, andere waarin hij geweldig aanzwelt, en dit laatste zien wij in onze tijd weer ge beuren. En er zijn niet alleen vele, maar gelukkig ook verscheidene goede boe ken over hem verschenen. Ik zou er wel een tiental kunnen noemen, die iederen Shakespearebewonderaar sterk moeten interesseren. En ik durf daar wel als mijn overtuiging aan toe te voegen, dat hoewel er geen nieuwe feiten van enige betekenis aan den dag zijn ge treden, de recente verrijking van de Shakespeare-litteratuur werkelijk weer tot een wat beter begrip van zijn werk ^ en zijn geheimzinnige persoonlijkheid heeft geleid. Er komt langzamerhand een andere Shakespeare te voorschijn dan waaraan wij gewend waren. Nadat in het begin der i ge eeuw de romantiek zich van hem meester had gemaakt, ontstond het bekende beeld van Shakespeare als een bovenmenschelijk wezen, een half god, die van zijn Olympische hoogte rustig neerziet op onze vreemde wereld, die hij met volkomen objectiviteit en onfeilbaar inzicht afbeeldt. In de laatste decenniën der 196 eeuw trad hiertegen een heilzame reactie in, die echter, zooals dat gewoonlijk gaat, weldra weer veel te ver werd doorgevoerd. En wij mochten tenslotte in Shakespeare niet meer zien dan een slimme, talentvolle slagersjongen, die in Londen fortuin maakte, een schrijver wien het alleen om geld te doen was en de gunst van het grote publiek. Men ging hem, zooals Dover Wilson opmerkt, beschouwen als een typisch Engelse fabrikant, die in plaats van messen of naalden Ham? letten en Midzomernachtsdromen op de markt bracht. En de nuchtere zakelijkheid, de sceptische levensopvatting, de neiging tot denigratie zo kenmerkend voor een groot deel der nieuwere literatuur, ze hebben ook op de studie van Shake speare hun stempel gezet. Er bestaat geen Hamletprobleem, zo is er, om maar een enkel voorbeeld te noemen, uit voerig betoogd, Hamlet's aarzeling valt louter en alleen te verklaren uit de noodzakelijkheid voor den schrijver om stof te hebben voor zijn drama: geen uitstel, geen spel". Al de roman tische sentimentele Hamlet-theorieën berusten slechts op zelfbedrog, op on geoorloofde Hineininterpretierung". IN de laatste jaren nu hebben ver scheidene schrijvers een tussenliggend standpunt ingenomen, ze hebben ge poogd wat waar en goed was in de beide uiterste opvattingen te verenigen. Wij komen langzamerhand tot een meer menselijken Shakespeare. En nog in een ander opzicht valt er een streven naar synthese waar te nemen. Al blijft bij velen nog de oude argwaan en min achting bestaan, er zijn toch ook tekenen van toenadering tussen ge leerden en critici, van wederzijdse waardering. Wij kunnen dit alles ook weer be merken in het werk van J. Middleton Murry, een der interessantste stu diën, die er in de laatste tijd over Shake speare verschenen zijn. Ook hij heeft terdege rekening gehouden met wat het geduldig speurwerk van geleerden aan concrete kennis heeft opgeleverd, ook hij verwerpt zoowel de oude ro mantische, als de nieuwere nuchterzakelijke opvatting, er van overtuigd dat beide van Shakespeare slechts een onbegrijpelijk vreemd wezen, een monster" kunnen maken. Middleton Murry heeft zich reeds jarenlang met de studie van Shake speare bezig gehouden. Dit bleek uit de korte interessante notities, die vroeger af en toe in zijn tijdschrijft ,,The Adelphi" verschenen, uit belang rijke passages in zijn bekende lezingen over stijl, en vooral ook uit zijn boek over Keats en Shakespeare (1925)- Hij was de eerste, die op de innige ver wantschap tussen de twee dichters wees. En de overtuiging, dat niemand ooit beter dan Keats het essentiële van Shakespeare's dichterschap heeft door voeld en gedefinieerd, vormt ook weer het uitgangspunt en de leidende ge dachte van Murry's nieuwe boek. Het werk maakt echter niet in de eerste plaats de indruk van een eenheid, maar meer die van een reeks afzonder lijke studiën. Er zijn lacunen in: over sommige toneelstukken wordt niet gesproken, van enkele andere slechts een bepaald aspect behandeld. Maar het boek is dan ook niet bedoeld als een eerste inleiding of als een algemeen overzicht. Toch zijn ook de verschil lende phasen, die Shakespeare's kunst doorliep, wel duidelijk in het licht ge steld. Zeer goed is bijv. de overgang van de gekunsteldheid der eerste, expe rimentele stukken tot de latere vrij heid en natuurlijkheid aangegeven, en de reeds door vele anderen ontwikkelde theorie, dat Shakespeare niet alleen in Hamlet, maar in verschillende vroegere figuren veel van zijn eigen persoon lijkheid heeft gelegd, verkrijgt in dit boek een»nieuwe, zeer interessante en aannemelijke betekenis. Na Hamlet verandert het karakter van zijn werk weer, zooals Murry duidelijk aantoont, terwijl tegen het einde van zijn leven nog een geheel nieuwe phase intreedt, culminerend in The Tempest", aan welk stuk hij een belangwekkende be schouwing wijdt. Maar hij is toch op zijn best in de afzonderlijke hoofdstukken over de grote tragediën, waar hij uitgaat van een bepaalde passage, van enkele regels of een telkens terugkerend woord. Elk van deze essays werkt in een of ander opzicht verhelderend, doet ons weer wat nieuws in de welbekende stukken ontdekken. Het spreekt vanzelf, dat daarbij ver schillende grote levensvragen en prin cipiële problemen van kunst en critiek de aandacht vroegen, maar Murry heeft deze dikwijls ook op zichzelf interessante beschouwingen in dit boek geheel ondergeschikt weten te houden aan de hoofdzaak. Zij worden niet tot doel, ze blijven middel tot beter begrip van Shakespeare's kunst. Het betoog verloopt ook nergens in vage, mystieke bespiegelingen of in een spel van zuiver subjectieve impressies, het is overal helder en reëel en op een stevige grondslag van degelijke, uitgebreide kennis opgebouwd. Natuurlijk is het boek niet overal even goed. Het minst bevredigend lijkt mij zijn beschouwing over de zoge naamde Problem Plays", de vreemde stukken, die al tot zoveel commentaar aanleiding hebben gegeven, en waarin hij aan het belangrijkste ervan: het zonderlinge, zeer ongelijke, maar in sommige gedeelten toch zo wonderlijk mooie en diepzinnige Troilus and Cressida" maar heel weinig aandacht schenkt. Maar onder de overige drama's is er eigenlijk geen enkel, waarover hij niet iets nieuws, iets oorspronkelijks en indringends heeft gezegd; in zo goed als ieder hoofdstuk treffen ons verrassende en verhelderende opmerkingen. Het boek brengt ons werkelijk weer wat nader tot den mens Shakespeare en draagt er veel toe bij om ons de diepe wijsheid en schoonheid van zijn kunst weer beter te doen beseffen. Het is zonderling, dat de schrijver het nodig gevonden heeft aan een boek zo rijk aan ideeën en zo goed geschreven zulk een kinderachtige, nietszeggende epiloog waarin Shakespeare spre kend wordt ingevoerd toe te voegen. Maar dit stukje is gelukkig slechts kort, en na al het goede dat ons te voren geboden is, valt het gemakkelijk deze afdwaling te vergeven en te vergeten. PROP. A. G. v. KRANENDONK Lode Zielens T K houd van Zielens omdat hij een schrijver is geen letterkundige. Hij concentreert zijn kunstenaars ziel op zijn menschen niet op stijl of tooneelschikking. In twee van zijn boeken (zijn voornaamste), komt het woord leven al in den titel voor: een programma en een geloofsbelijdenis. Hij staat in het leven, objectiveert het leven, betrekt ons in het leven. Hij wandelt, werkt, ademt te midden van menschen; hij neemt ze op: in zijn blik en in zijn gemoed, en geeft ze ons door, met deernis beladen. Het zijn Antwerpenaren, het zijn Vlamingen. Maar ze hebben geenszins het bewust zijn, als romanhelden te fungeeren laat staan, als bewegelijke figuren in een export-decor. Het zijn, Goddank l geen Lierenaars-Plezierenaars, die zoo gezapig pinten door hun keelgat kunnen jagen. Het zijn Ellendigen; geen slacht offers van locale misstanden. Al loeien over hun verslagenheid de misthoorns der Scheldebooten, zij zijn universeel als de hongerenden van een Bove, een Hamsun, een Dostojewski. Het zijn mannen en vrouwen. Aan vankelijk zijn de mannen droeve bruten zonder meer; van hun mensch-zijn geven zij zich rekenschap, maar nauwelijks van de ellende hunner medemenschen. Overgave, teederheid, gelden een vriend, een vrouw. Maar stilaan, in Zielens' werk, evolueeren de mannen. In Nu begint het Leven" is Simon Dheere de man die het goede wil, zijn gelijke ontziet en eerbiedigt. Tegenover de mannen: de vrouwen (en Simon als schakel tusschen beiden). Simon, de oorlogsinvalide, verlaten door een wufte, of misschien enkel ongeduldig jonge Irene, ziet de Vrouw gelijk Zielens haar ziet: nogal romantisch-verheerlijkend (Netje en Maria zijn heiligen), of romantisch-vergoelijkend (Paula en Aline, haar vliedende jeugd bewust, leven naar den regel eener zinnelijke of maatschappelijke berekening). Mannen en vrouwen; en dan: het kind. Het kind, bij Zielens, is pas'in de tweede plaats symbool. Het verzinnebeeldt de heropstanding, de hoop der toekomst; maar in de eerste plaats beteekent het kind: teederheid en felle liefde. Mannen, vrouwen, een kind; dan: de Moeder. Moeders worden geschapen door het kind. En in Zielens' romans zijn twee groote moeders: Netje en.... Simon, in zijn warm gevoel voor zijn ziekelijk Petruske en zijn vurig ver langen naar een tweede kind, dat hij bewust-romantisch met den mooien naam Helga tooien wil, meer moeder dan Paula, zijn vrouw.... Er is een strekking in Zielens' romans: men begrijpt die beter wan neer men zich de evolutie van Zielens' ideeën voor den geest haalt. In Het Duistere Bloed" en De Gele Roos" strijden twee mannen en twee vrouwen tegen een verboden liefde; de maat schappij speelt geen rol, tenzij een onbewust-heredïtaire. In Moeder waarom leven wij ?" zien we de ramp zalige Netje gelaten wachten op betere tijden, die haar kinderen zullen be leven, als het socialisme het wil. Maar in Nu begint het Leven" zijn we 25 a 30 jaar verder in de wereldPAG. 8 DE GROENE Ne. 3M9 geschiedenis: het jonge geslacht, dat het geluk moest kennen, is in 1918 1935 geknakt door den oorlog, physiek, maar vooral moreel. En zie: op haar beurt groeit een jonge generatie op, vertegenwoordigd door dat arme Petruske, Simon en Paula's ziekelijk jongske, erfelijk belast met zijn vaders zwakheid. En toch is weer op dit ge slacht de hoop gebouwd op de goede toekomst. Want Simon Dheere verwezenlijkt pas zijn geheele geluk, en hij deelt dit door geestdriftbesmetting mee aan zijn door den oorlog zoo beproefde Paula, wanneer de dokter hem verzekert dat Petruske, op zevenjarigen leeftijd de ziekte overwonnen hebbende, nu even goed zeventig kan worden". Plots krijgt de vijftigjarige met zijn vreugdeloos verleden en zijn dun; slechts mede lijdend gestreeld grijs haar, die werklooze en gegaste, voorzichtig levende, peinzende en gevoelige man den levensmoed terug. Er komt een doel in zijn leven, dat nog kortstondig wezen kan, zelfs zonder de dreiging van oorlog en crisis. Nu begint het leven eerst, nu een krachtige, gezonde generatie gereed kan staan om de stooten van het lot op te vangen. Netje?Simon: evolutie van passi viteit naar activiteit. Moeder, waarom?" een boek vol ellende en met uiteindelijke moede loosheid. Nu begint het leven" een boek vol ellende en uiteindelijken levens moed. Maar beide: boeken die ons innerlijk verrijken; die ons in hun sterken, egalen en eenvoudigen stijl, waarvan de beelden zelden verrassend zijn, en in hun vizie, die de figuren eer in hun gewone. daden en bewegingen toont dan in hun houdingen of gedachten, onverbrekelijk geboeid houden. Zielens' romans zijn boeken waar ge stil van wordt. DR. MARTIN J. PREMSELA De ziel van een Hongaarsch meisje 3Iihiil.YFülili: De ziel vanAnna Kdddr (Ned. Keurboekerij, Amsterdam) IN Hongarije, waar het publiek bui tengewoon veeleischend en despo tisch kieskeurig is, bereikte deze roman in n jaar twaalf uitgaven, nadat hij ook reeds als feuilleton in een zeer verspreid dagblad was verschenen. Het eigenaardige en verscheurde Ie/en van het meisje Anna Kadar boeide den H ongaar schen lezer, zooals het ook den Nederlandschen, Engelschen of Franschen lezer ongetwijfeld zal boeien, omdat't het onrustige ik-zoeken eener gansche generatie weerspiegelt: gelijk voor alle volken en met denzelfden morbiden inslag. Anna Kadar, die van haar verloofde wegvlucht, omdat zij op een anderen man meent verliefd te zijn, vervolgens echter ook dezen verlaat, omdat zij haar tweede ik, dat haar voor de liefde en het leven ongeschikt maakt, niet overwinnen kan, is geëxalteerd en als zij sterft, is dat de eenige logische oplossing. Zij heeft een doodshoofd", dit meisje Anna Kadar, zooals een overspannen artist zoo diabolisch tref fend opmerkt en er bestaat voor haar geen ontkomen. Het helpt niet, of zij zich in een variété-nummer verbergt en als man verkleed door Europa danst; de ziel maakt zich vrij en doodt het lichaam. Het gelukt Földi met zeldzame litter aire knapheid in de eerste honderd woor den de noodige atmospheer van een roman te scheppen en deze atmospheer, zonder zich in vervelende, langademige psychologische studies te verdiepen, tot het einde te bewaren. In de rij der tegenwoordige romans verdient daar om De ziel van Anna Kadir" zeker een bijzondere plaats. IMRB RONA ZES EENACTERS IN LONDEN Het succes van Noel Coward EN Eduard Verkade TOEN in Canada vijf babies tegenover de werkloozenstatistiek werden geproduceerd (de moeder wist ook niet dat 't allemaal meisjes zouden worden), was dat een stout stukje. Coward deed er een foefje op en hield een zesling ten <'oop; hij leverde deze zes personagien ,-flfs met acteur en muziek compleet. Het succes is voor hem altijd verzekerd, hij heeft uitgaand London" sekuur ?c an zijn simmetje. No:l heeft destijds Ambities gehad groot drama te maken, ? laar toen Coward inzag, dat hij meer ? ournalist dan dramaturg was, heeft hij sinds jaren het monopolie genomen op de snikjes en glimlachjes" die, ? amen met het recht op pensioen en een borrel (op zijn tijd natuurlijk) het leven op gang houden. In elk geval is hij voor dit leven link genoeg" en dat de huidige society hem als een bijzondere kruising van Oscar Wilde t n Bernard Shaw vereert, is hun oêtise en dus zijn goed recht. Daarmee zij niet gezegd, dat zijn werk geen verdienste heeft. Het heeft allereerst een sterk verband met onzen tijd; is zeker een typische afspiegeling /an lichtreclames, waarbij twintig* jarigen boeken van Freud lezen en can schemerlampen, waarbij zij amou: ?uze crossword-puzzles oplossen. Het is over de geheele linie gevoelig voor kleine karaktertrekken, opmerk zaam voor den strijd tusschen burgen? deugd en levensdrang, geïnspireerd op , en werkelijk dramatische of humoris tische botsing tusschen en hier zit ie kneep rrienschen van klein kaliber. Al deze sketches" hebben .-en minuut, een seconde, werkelijke ;panning. Maar die wordt dan ijlings omgezet in dialoog, opgelost in woord spel, want langer kunnen zijn personen deze spanning niet verdragen. Gén -treeft naar vrijheid, hoogstens naar oevrijding van eigen-ik. Een cocktail en een dansje geven al gauw de noodige opwinding en zijn ook het tegengif /oor deze verstoring. Coward ziet het even als fruit, onrijp geplukt, en half gegeten, tusschen cigarettenstompjes <-n bonbon-papiertjes achter gelaten op een feestelijken disch. Dat kan kunst zijn, maar dat vraagt een onver schillige wrangheid, die zijn Engelsch sentiment niet toelaat. De ,,make-up" van zijn programma is] voortreffelijk. De zes nacters zijn over twee avonden verdeeld, in ieder hebben Noel Coward en Gertrude Lawrence dérollen. De motieven zijn bont genoeg en vormen geen cyclus, zoodat verscheidenheid van grime en decor het publiek telkens tot verge lijking en interesse dwingen. Hoe Coward met zich zelf en zijn Gertrude goochelt blijkt 't best uit 'n miniatuur synopsis van zijn werk: De 4O-jarige psychiater met reputatie, die zich zoozeer in een verliefdheid voor een jong ding" heeft verbeten, dat hij zich zelf slechts door zelfmoord kan genezen. Coward heeft hier een fraaie rol om de verlaten vrouw ge schreven, die door Miss Leggatt uit stekend wordt gespeeld (Astonished heart). De kleine man van Louis Davids, die plotseling vrouw en opgeschoten kinderen de bons geeft, ziende de groezeligheid des dagelijkschen levens (Fumed Oak). Met behulp van iets meer alcohol dan passend bij een begrafenis, wordt het valsch verdriet om een gestorven vader omgezet in eerlijke opluchting over de bevrijding van een potentaat (Family Album). De komieke verdediging door een stel tiende-rangs variété-artisten van hun miserabele nummers tegen de critiek van den baas" en als 't noodig is, tegen heel Hollywood (Red Pep pers). Het is allemaal goed sluitend en Coward's talent is een uitkomst voor elk cabaret van goed allooi. Maar 'n heele avond van dit alles, dan krijgt alleen het publiek, dat in de pauze, in smetteloos avondkleed aan de bar leunend, de wonderen der menschheid met dubbele whiskies en halve gedach ten bebabbelt, waar voor zijn geld. Coward en zijn kassier kunnen eiken avond knipoogen, dat is dubbel-zes". R. VAN RAVENBEEK WAAR de economische moei lijkheden van tooneeldirecties dezelfde zijn als die van an dere bedrijven heden ten dage, en het theater meer en meer op een fabriek is gaan gelijken, waarvan de afzet sterk dalende is, wil ik datgene wat er in zoo'n geval in de industrie geschiedt eens nader beschouwen. Zoodra een. fabrikant door algeheelen economischen achteruitgang de vraag naar zijn product ziet afnemen, hoewel hij den kostprijs reeds tot een minimum heeft teruggebracht, staan hem twee wegen open: of wel hij moet vóór alles zijn artikel op peil houden, opdat de naam een waarborg blijft voor een eersterangs product, en zich uit sluitend richten tot het soort afnemers, dat een weinig duurdere, goede waar stelt boven slechte artikelen voor min der geld, hetgeen dan automatisch een tijdelijke inkrimping van afzet gebied voor hem beteekent, of wel de fabrikant moet in den onderlingen concurrentiestrijd voortdurend den verkoopsprijs blijven verlagen, ten koste van de deugdelijkheid van het pro duct. Hoe minderwaardiger en populairder dan het ,,algemeene product" wordt, hoe meer fabrieken zullen verrijzen, in staat zulk een derderangs artikel te fabriceeren. Zoo blijft, bij voordurenden achteruitgang van de kwaliteit van het product, de prijs steeds afnemen, het aanbod steeds toenemen, tot het artikel zoo weinig behoefte-bevredi ging aan den verbruiker verschaft, dat hij of geheel van het verbruik afziet, of het door een nog goedkooper surro gaat vervangt, of wel terugkeert tot het duurdere product van de eerste groep fabrikanten, die zich vóór alles op den aanmaak en verkoop van de betere kwaliteit hebben geconcentreerd. De laatste jaren is het tooneel, als exploitatie, voor hetzelfde vraag stuk, eenzelfde soort tweesprong", geplaatst. Vanzelfsprekend is men be gonnen met de entreeprijzen te verla gen en de exploitatie te verbeteren, en toen dat nog niet hielp en de opkomst van het publiek bleef afnemen, heeft men zich nog meer op export geworpen, hetgeen veelal moest geschieden ten koste van datgene wat voortgebracht werd. Zij hebben tegen lagere uitkoop sommen de provincie bewerkt. Zij hebben, mede daardoor, het reizen per spoor grootendeels vervangen door het nog veel sloopender reizen per autobus, bij dag en bij nacht, ter besparing van reis- en hotelkosten, en dat terwijl de salarissen reeds tot een ongekend cijfer waren verlaagd, en niet altijd geheel betaald konden worden. Naar mate de exploitatiekosten daal den, hebben zich ieder seizoen meer tooneelspelers durven opwerpen als leiders van een tooneelspelers-groep, met het hoofddoel ook een reeks kunstwerken" voort te brengen, voor de provincie-exploitatie. Later volgden wederom splitsingen van spelers, die elk voor zich nieuwe krachten om zich heen vergaren moesten, en zoo werd het aantal van hen, di» van het tooneel motten leven, nog grooter. De afzet concentreerde zich steeds meer op den export, naar ,,de provin cie", naar de kleinere pla&tstn, waar een tooneelvoorstelling nog een ge beurtenis" bleef, eh men zich nog niet zooals in de steden van het tooneel heeft afgewend met de gedachte: Als ik dan toch een massa-artikel te zien krijg» ga ik liever naar den bioscoop !" Maar ook in de provincie zal door de onderling georganiseerde goedkoope abonnementen en den toevoer van on telbare groepen per autobus deze ge dachte zeer spoedig veld winnen, en langzaam maar zeker zal het tooneel als exploitatie, mede ten gevolge van lichamelijke uitputting en gebrek aan geestelijke voldoening van de spelers, zijn eigen graf delven. REST ons de zooveel belangrijker groep van de kunstenaar-leiders met onwrikbare artistieke illusies, die de kunst ondanks alles willen trouw blijven. Zoolang een deel van het publiek zich teleurgesteld van het t toneel af wendt en een ander deel zich nog niet zuiver oriënteeren - kan, beleeft die Noel Coward en Gertrude Lawrence in The Red Peppers" De Londensche tooneelschrijver en -speler Noel Coward . 'n '? W. il

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl