De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 3 april pagina 2

3 april 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

de afschuwlijkheid van de onontkoombare waarheid voor zichzelf niet kunnen erkennen. Wie verantwoordelijkheid draagt voor het lot van anderen, zal zich door deze valsche hoop niet laten t r V cl 'JU u! . * «^ .'V;>^^ TE WAPEN! Nederlands positie in Prof. Dr. Ir. J. GOUDRIAAN -MIIIII miiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiii i iiiiiiiiiiiiiimmiiiiii nniiiii ii! | Prof. dr. ir. J. Goudriaan, onderdirecteur der Philips- = | fabrieken te Eindhoven en hoogleeraar in de bedrijfs- S 5 n/et gaarne plaatsruimte zouden verlcenen. £iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiimiiiiit umi iiiiiiiiiiiiin n iir ,,Schon unter meinem Vorganger, dem Grafen Schlieffen (als chef van den Duitschen generalen staf door Von Moltke opgevolgd in Jan. iyoó) uar der Vormarsch durch T^lgien ausgearbeitet. Graf Schlieffen wollte sogar mit dem rechten Flügel des deutschen Heeres durch Südliolland'(Zuid Limburg) marschieren. Ich liabc dies abgeaiidert, um nicht auch die Xicderlande aüf die St-ite itiiserer Feinde su swingen, und lieber die grossen technischen Schwierigkeiten auf mich genommen, die dadurch verursacht wurden, dass der rechte Fliigel unseres Heeres sich durch den engen Kaum zwischen Aachen und der Siidgrenze der Provinz Limburg hindurchz\van£ien mu.s;te." Erinnerungen, Briefe, Dokumente 1^77 i g 16 vön Géneraloberst Helmtith ron Moltke, ,,Der Kommendc Tag A. G. Verlag", Stuttgart i<)^^; pag. 10-17. ,,.... Ie général Brun me communiquédes renseignements tres curieux que notre service d'espionnaye vient de recueillir et d'oüil résulterait que rKtat-maior allemand tudie les moven:-, de nous attaquer par Ie territoirc suisse. Trois corps d'armée, débouchant de la haute Alsace. entre Délémont et Porrentruy (twee plaatsen in X.\V. Z\\itserland), marcheraiênt suf Vesoul. de facon 't» tourner l'obstacle de Belfort-Montbéliard. L'invasion allemande s'effectuerait donc simultanément par la Belgique et par la Suisse. Il semble que l'Etat-major de la Köniasplatz ait persévéréjusqu'au début de 191.^ dans son projet de passer par Délémont et Pörrentruy pour envahir la Franche-Comte. Mais, au mois de septembre iyi2 l'empereur C;uillaume avant eu ''occasion de vóir Varmée suisse manoenvrer a Kirchherg. lul si \ra\>p de sa t'igitcur rt da son' instructiott tttililaires. qu'il la 'ittgea trrs. capaHa de's'opposer a la jnarchf des corps allematids i/ni tcnteraienl de pénétrcr sur Ie ferritoirc i!c la Con'édération lieli'cti-fue. On renonca donc l'i'dée d'atteindre la région de Vesoul par Ie Jura suisse." Mattrice 'PalJólogue, ,,Un pu'lude a l'invnsion de la Belgique. Le plan Sclilieffen 1901". Paris 1932, pag. 13^/133 l>e tweede wereldoorlog HET is juist een jaar geleden, dat de schrijver van dit artikel het plan opvatte zijn landgenooten te waarschuwen tegen hét snel nader bij gekomen gevaar van een tweeden wereldoorlog en hun de onafwijsbare plicht voor oogen wilde stellen, welke dit gevaar oplegt aan ieder, wien de on gerepte onafhankelijkheid van Nederland na aan het hart ligt, om de bewapening van Nederland tot het. hoogst bereikbare op te voeren. Hij heeft dit artikel niet gepubliceerd, omdat het gevaar nog niet acuut was: de partijen, die toegerust waren voor den oorlog, wilden den vrede en de groep, die naar oorlog dreef, was met haar voorbe reidingen nog op verre na niet gereed. En de publieke opinie in Nederland scheen nog zoo weinig toegankelijk voor de gedachte aan een nieuwen oorlog, dat elke waarschuwing aan haar zou zijn voorbijgegaan. En tenslotte: er was nog steeds een minieme kans, dat de voorbereiding van den nieuwen oorlog in de kiem zou worden gesmoord. Deze kans is nu verdwenen: de wapeningswed strijd is in alle landen op vollen gang. De oorlog zelf is nog niet uitgebroken en zal vermoedelijk de eerste jaren ook nog niet uitbreken, omdat de meest oorlogszuchtige groepen ook nu hun wapening nog lang niet hebben voltooid. Maar elk jaar brengt het reusachtige apparaat, dat voor de voering van den modernen oorlog noodzakelijk is, een stap nader tot zijn volmaaktheid ; elk jaar vindt het wederzijdsche wantrouwen nieuw voedsel in de voorbereiding van de wederpartij : de soliditeit van den wereldvrede komt meer en meer in den toestand, die de volksmond pleegt te karakteriseeren als die van een stuivertje op zijn kant"; het kan eenigen tijd blijven staan, maar het evenwicht is niet duur zaam. Vroeg of laat, niemand weet precies wanneer, niemand weet precies waarom, komt de omslag; het uitbarsten van den tweeden wereldoorlog. voor do realiteit HET Nederlandsche volkskarakter is zoo innig gehecht aan den vrede, het heeft een zoo diep gewortelden afschuw van de onmenschelijkheid van het oorlogsbedrij f, dat het de gedachte, dat deze wereld weder in koelen bloede de verschrikkingen van een tweeden wereldoorlog tegemoet gaat, weigert te aanvaarden. Maar wanneer men alle gevoelsargurnenten het zwijgen oplegt en nuchterweg de vraag stelt: Zijn de kansen om thans nog tot een duurzaam verzeker den wereldvrede te geraken gunstiger dan in de periode 1919 1934, of gunstiger dan in de 10 of 20 jaren wapeningswedstrijd, die aan den eersten wereldoorlog voorafgingen, dan moet het koele ver stand beide vragen ontkennend beantwoorden. De wereldvrede heeft de beste kansen gehad in de jaren van algemeene welvaart, die aan de crisis van 1929 voorafgingen. Er was een bescheiden begin gemaakt met de beperking van de bewapening ter zee, de toenadering tusschen Frankrijk en Duitsch land vond een tastbaar symbool in de namen Briand en Stresemahn ; de onvermoeibare Henderson scheen voet voor voet terrein te winnen met zijn algemeene ontwapeningsconferentie. Alle drie zoo juist ge noemde personen zijn overleden en, wat oneindig erger is, ook hun werk is dood, de sfeer waarin dit werk leven en gedijen kon, is in alle landen van de wereld verdwenen. Er is geen enkele reden om te geïooven, dat het geen gedurende 10 of 12 jaar probeeren na het einde van den wereldoorlog niet is geslaagd, in de zoo PAG. 2 DE GROENE No. 3070 Forten oen de Franscht oost oneindig veel ongunstiger atmosfeer, w >lke de wereldcrisis in alle landen is ontstaan, m ling wel zou gelukken. En de bewapeningswedstrijd, welke tb ms aan den gang is, draagt een veel ernstige k, dan die van de periode vóór 1914. De ec< no ontreddering van de wereld is oneindig gi oot toen, de mogelijkheid om het verlamde e' ono organisme nieuwe krachten toe te voere i do ontginning van nog niet geëxploreerde g< bied thans practisch tot nul gedaald. De tej.ensti tusschen de productieve krachten, die stoedsj goederen kunnen voortbrengen en de koopkracht der bevolkingen maakt de btwa tot een economische onvermijdelijkheid di«| steeds sterker in het bewustzijn der voxere inplanten. De allerwegen dreigende massale weiklc drijft reeds tot voortzetten van de oorlogs oer op zuiver economische gronden, omdat l et breken van deze oorlogstoerusting de we-klo onmiddellijk in een zeer sterk tempo ?ou stijgen. Maar de dreiging van deze werkloosh- id bovendien de psychologische en de polit -kei waarden voor de oorlogsatmosfeer: zij ludti eene land sterker dan in het andere, ms v uj landen tot op zekere hoogte tot de ont vit van een dictatoriaal bewind; de dictatuu; op| beurt, heeft voor haar eigen handhaving pr politiek van noode, die de oplossing van . e i werkloosheid reeds ontzaglijk vermeerder e van internationale wrijving, niet brengt do r overleg, laat staan door internationale re< it maar door het uitdagend gebaar van het fai ac en desnoods door den gewelddadigen ingrtepi eigenrichting. Wereldvrede en elke andere harmonis h«' van internationale samenwerking is niet b rei zoolang niet eerst, óp nationalen gron. sis vraagstuk der werkloosheid afdoend is o >ge En ook in het ondenkbare geval, dat n«| internationale overeenkomst alsnog een p.'gin doen om den wapeningswedstrijd te rei zal men van te voren reeds dienen te bes ff e de moreele grondslag, waarop deze verdiige hooren te berusten, niet meer aanwezig is Het bona fide nakomen van gesloten ov komsten past in de sfeer van het vrije, ien tische volk, dat in zijn eigen publieke opii ie, die tot uiting komt in pers en volksverb geit diging, een openlijke controle heeft op de der eigen regeering. , In de dictatoriaal geregeerde landen zijn| waarborgen voor de naleving van geslotet komsten volkomen vernietigd. Het past or ;et in de moraal van de dictatuur om in het óf vredespolitiek te voeren tot camouflage v ni logsvoorbereiding in het geniep; het openlij'?: l" maken van de wapening, ook wanneer de. e is met internationale verdragen, staat landverraad. Zoolang er leven is, is er hoop. Zoolang démassale slachterij nog niet >ej is, kan men nog twijfel koesteren of h misschien op het laatst nog kan worden Inderdaad. Maar deze hoop is van dtenzel'dènj als die, welke gevoelige personen koesten n "" sterfbed van een zeer geliefde, als de doe reeds is ingetreden. Zij geïooven in het w< nd eensklaps den omkeer nog zal brengen, >m De ..-enige betrouwbare werkhypothese voor de fjeder!;indsche politiek is niet de speculatie op de kleine kans, dat de wereldoorlog nog vermeden kan eii. maar het koelbloedig onder het oog zien ^ onwrikbare realiteit, die ons eiken dag ophieuw leert, dat de waarschijnlijkheid van een Itireedfn wereldoorlog grooter wordt. biiitaett voor Nederland A LS deze tweede wereldoorlog uitbreekt, hoe staan dan de kansen voor Nederland om op|aieuw ,,er buiten te blijven"? Zee', aanzienlijk slechter dan in 1914. In politiek owel als in militair-technisch opzicht. ' Wat in j9i4 fen barbaarsche aanval leek op een neutrale (mogendheid, schijnt nu een, met den omslag van [ouderv etsche vormelijkheden als ultimatum en [oorlof > verklaring omkleede, tijdroovende en noodelloos ingewikkelde procedure. In den volgenden [oorlog zal men rekening moeten houden met den (coup iie foudre, waarbij het ultimatum, de oorlogs[rerklaring en het binnenvallen van de gemotorijseerd' troepen op hetzelfde moment plaats vinden. Bij deze mentaliteit mag men weinig respect Jverwa:hten voor de onschendbaarheid der neutrale [mogendheden. Men mag hoogstens een, zij het ook [verminderde, vatbaarheid aannemen voor de uitjkoms' van de rekensom, die leert, dat het aanvallen [van een neutrale mogendheid het aantal der te [bevechten vijanden met n doet vermeerderen. JMen 'al dezen vijand meer met gerustheid aanI vaare n, indien men de krachten van dezen extra Ivijaru. gering schat tegenover de daarmede te be[reikei strategische voordeelen. En deze strategische [voord' elen zijn grooter, naarmate de rechtstreeksche laanva op den eigenlijken vijand op grooteren weerIstand stuit. De versterking van het aan Duitschland grenIzende Fransche front, zooals zich dit voortzet in Ihet Oosten van België, heeft dus een doortocht door [Nederiand voor den Duitschen generalen staf zér jveel aantrekkelijker gemaakt. Vóór 1914 heeft de leiding van het Duitsche leger afgezi.n var. een inval door Nederland en door Zwitserland, niet op grond van volkenrecht of jrespe t voor neutraliteit, maar uitsluitend op grond jiran z ;iver militair-technische overwegingen (zie de eide citaten aan het hoofd van dit artikel). Er is geen reden om aan te nemen, dat in de naaste eku ust gezichtspunten van anderen aard deze uive? militair-technische beschouwingswijze zullen jwerh erschen. En het resultaat van de strategische ptels-.»m is thans, in 1936, stellig voor Nederland ^elati f ongunstiger dan in 1914. en nog eens wapenen AT staat Nederland dan op dit oogenblik te doen P Er is naar mijn vaste overtuiging maar ntwoord: Wapenen en nog eens wapenen. De efen eve kracht van het Nederlandsche volk tot het bereikbare opvoeren. Wij moeten van Nederid naken een onneembaar bolwerk van stelling [elite : stelling, dat elke mogelijkheid van over.. i ing uitsluit, en dat reeds van de grenspalen af en zo taaie en tijdroovende weerstand op den h i»t van eiken invaller, dat strategische voorelen bij een opmarsch door Nederland niet meer beidken zijn. Hie- ontmoet men het bezwaar van den ge[lidde den Nederlander, die zegt: Een klein land zich niet verdedigen tegenover een machtigen anvaüer. Ma,v waarop berust deze apodictisch aangenomen vakt van een klein land in een algemeenen oorlog, e op alle fronten tegelijkertijd ontbrandt? Zij ^an slechts steun vinden in n objectief piste < verweging, dat namelijk het aantal weerbare int-: i per KM. grens in een klein land, bij gelijke Jchth, ld en opbouw van de bevolking, van nature t'eine; moet zijn dan dit aantal in een grooter land. Dez verschillen bestaan inderdaad, maar zij zijn 'stn <:t niet zoo groot als men op het eerste gezicht neig,; is aan te nemen, zooals blijkt uit onderincl tabel: hoog.A , ' '? Lr-nd K -MderUrid ? oWgi Vtschland n»mkrijk bul Aantal in woners in millioenen 8,3 8,25 65,3 41.9 Lengte grenslijn in KM. 650 700 3500 1600 Aan t. inw. per KM in duizenden 13.0 11,8 18,7 26,3 sterkte van de Nederlandsche bevolking per frontlijn is dus grooter dan die van Belgiëen elfsprekend kleiner dan die van Duitschland en Frankrijk. Maar zij is toch altijd nog 50 % van de Fransche en 70% van de Duitsche sterkte. En de economische kracht, die het Nederlandsche volk per KM. frontlijn aan zijn bewapening kan besteden, moet nog gunstiger zijn dan bovenge noemde percentages, omdat Nederland een der meest welvarende landen is. Het Fransche versterkte gebied van Bazel tot Longuyon beslaat'een lengte van ongeveer 350 KM. De kosten van deze versterking worden geraamd op 800 xooo millioen gulden. Indien men op deze wijze de geheele Nederlandsche landgrens wilde versterken, zou dus een bedrag noodig zijn van ruim 1,5 milliard gulden. Dit overschrijdt stellig de Neder landsche draagkracht, althans indien het bedrag binnen i of 2 jaren gevonden zou moeten worden. Het is evenwel goed hiertegenover te stellen, dat de Nederlandsche staatsschuld gedurende en direct na den oorlog, dus tusschen de jaren 1914 en 1924, is gestegen van 1,15 tot 2,78 milliard, dus met 1,63 milliard in tien jaar. Het is dus niet onmogelijk om voor een vitaal belang van de allereerste orde als de handhaving der Nederlandsche onafhankelijk heid opnieuw binnen een tiental jaren 1,5 milliard bijeen te brengen. De eerste oorlogsleening 1914 was trouwens 275 millioen gulden groot en werd zonder slag of stoot geplaatst. Houdt men rekening met de stijging van het indexcijfer en de toeneming der bevolking, dan komt het bedrag van 275 in 1914 overeen met rond 500 millioen in 1936. Er zijn dus geen onoverkome lijke financieele bezwaren om met de versterking van de meest bedreigde grensgedeelten reeds on middellijk op groote schaal een aanvang te maken. De kort geleden aangevraagde 50 millioen mag men dan ook stellig slechts beschouwen als enkele procenten van het bedrag, dat in totaal voor een behoorlijke verdediging van Nederland noodzake lijk is. Hier ligt bovendien een mogelijkheid tot be strijding van de werkloosheid op groote schaal door uitvoering van werken van de alleruiterste urgentie, die door geen enkel plan van industrialisatie of ontginning in de verte kan worden geëvenaard. Het gaat er thans slechts om of het Nederlandsche volk tijdig zal beseffen, dat de waarschijnlijkheid om in den volgenden wereldoorlog opnieuw er buiten te blijven" in eerste instantie afhankelijk is van de vastberadenheid, die het in de eerste jaren zal toonen om het daarvoor noodzakelijke geld op tafel te leggen. Maar een regeering, die zou nalaten met ruime hand de noodige fondsen te vragen of een parlement, dat weigeren zou deze voor de landsverdediging beschikbaar te stellen, laden een zware verantwoor delijkheid op zich tegenover de generaties, die na hen komen. ' De tweede wereldoorlog dreigt, maar hij is nog niet urgent. Nederland heeft vermoedelijk nog enkele jaren van voorbereiding. Als het Nederlandsche volk dezen tijd ongebruikt laat passeeren, is het zijn eigen schuld wanneer de troepen van een over weldiger door Holland's steden marcheeren, zooals zij 20 jaar geleden het ongelukkige Belgiëhebben overvallen. De qualiteit onzer weermacht DE verdediging van Nederland is quantitatief mogelijk, alle voorwaarden zijn aanwezig om haar ook quatitatief tot een volkomen succes te maken. De waarde van een leger wordt bepaald door de techniek, de organisatie en de karaktereigen schappen van manschappen en officieren; de moder ne oorlogsvoering is een industrieel bedrijf, dat voor zijn succesvolle beoefening in wezen dezelfde eisenen stelt als de normale productie. Het Nederlandsche bedrijfsleven kan in al zijn verschillende vormen de vergelijking met buitenlandsche prestaties glansrijk doorstaan. Er is geen enkele reden om aan te nemen, dat men het Neder landsche leger wat zijn qualiteit betref t niet evengoed aan de spits zou kunnen brengen. Men zegt, dat het Nederlandsche volk onmilitair is en dit is juist in dezen zin, dat het zich niet zal vergapen aan het ijdel vertoon van mooie unifor men en stijve marcheerderij. De poppekast" maakt op het Nederlandsche volk geen indruk; met kadaverdiscipline krijgt men van deze menschen weinig of niets gedaan. Maar ditzelfde Nederlandsche volk beschikt over een rijker reservoir aan zelfstandige en betrouwbare karakters dan eenig ander volk ter wereld. De Nederlandsche officiersstand heeft daarvan de laatste tientallen jaren het bewijs geleverd door met onverzwakte trouw op zijn post te blijven in een milieu, waar men deze toewijding slechts matig waardeerde. De Nederlandsche soldaat zal men tot dezelfde vrijwillige toewijding krijgen in dezelfde mate als men hem het besef kan bijbrengen van het gevaar, waarin zijn land verkeert, en van de uitvoerbare en wel. voorbereide taak, welke hij daarbij te vervullen heeft., PAG, 3 Dt GROENE N* 3070 En hier komt nog een voor Nederland bijzonder gunstige omstandigheid bij. De moderne oorlogs voering, zooals die beoefend wordt in loopgraaf, mitrailleursnest, kazemat, vliegtuig, onderzeeboot en torpedojager, is in sterke mate geconcentreerd in kleine en zeer kleine eenheden, waarbij de individueele eigenschappen van een luttel aantal per sonen doorslaggevend zijn voor het succes. Dit is een vorm van organisatie, waarbij het sterk indivi dualistische Nederlandsche karakter van nature veruit in het voordeel is tegenover de volken, die hun kracht zoeken in massahypnose en massaregie. Het grootste HET grootste gevaar, dat Nederland van binnen uit bedreigt, is stellig niet zijn eigen onmacht. Het is het gevaar zich zoetjes en maar al te gaarne in slaap te laten wiegen door sentimenteele illusies over de onaantastbaarheid van den wereldvrede en over de reëele macht van den Volkenbond. Het pacifisme, dat op grond van deze illusies de Neder landsche wapening bestrijdt, is een gevaar geworden voor Nederland van het oogenblik af, dat het in de landen, die den wereldvrede bedreigen, definitief verslagen is. Het is geen schande om een slag te verliezen, maar het is schande om de nederlaag niet openlijk te erkennen, de oogen te sluiten voor de werkelijk heid en te doen alsof er in de wereld niets ver anderd is. Wanneer men in Nederland de propaganda voor vrede en Volkenbond ook nu nog stelt tegenover de noodzakelijkheid van krachtige bewapening, dan heeft deze tegenstelling thans allen redelijken zin ver loren. Invloed op het militairistische buitenland kan van deze Nederlandsche propaganda niet meer uitgaan dan alleen in dezen averechtschen zin, dat men in het buitenland Nederland- als een ge makkelijk te verslinden prooi gaat beschouwen. Bestrijding van het agressieve karakter van het Nederlandsche militairisme is bespottelijk, omdat van Nederland geen enkele verstoring van den wereld vrede kan of zal uitgaan. Maar deze quasi-idealistische propaganda schept wel het ontzaglijke gevaar, dat men de veiligheid, ja het bestaan zelf van Nederland gaat bouwen op illusies, die in de werkelijkheid geen enkelen steun meer vinden, en daarmede de werkelijke machten, die den wereldvrede nog zouden kunnen handhaven, verwaarloost en verzwakt. De eenige reëele mogelijkheid op het behoud van den wereldvrede ligt in de hoogst mogelijke op voering van het defensief vermogen van die landen, die door een diep gewortelde volksovertuiging uit zich zelf nooit tot aanvaller zullen worden. Verzwakt men de afweerkracht van deze werkelijk pacifistische landen, dan verraadt men den wereld vrede in plaats van hem te dienen. De loop der wereldgebeurtenissen houdt geen ' rekening met goede bedoelingen ; hij reageert alleen op resultaten. Een democratie, die zich niet op leven en dood tegen een aanrander verdedigen wil en kan, is ten ondergang gedoemd. . Een pacifisme, dat de verdediging van deze democratieën belemmert, is de bondgenoot van het barbarisme. Toegerust en voorbereid WANNEER Pieter Corneliszoon Hooft in zijn Nederlandsche Historiën het beleg van Haar lem beschrijft, dan vermeldt hij afzonderlijk de manhaftigheit van Hopman Curei, zeer zachtmoedigh van aardt, maar ontsteeken door de ooverijslijkheit der Spaansche tierannije tot het aanveirden des krijgshandels, die, in zichzelven, hem teeghens de borst was. Deez, in 't aanleiden der zijnen, had voor manier, zonder eenigh dekwaapen ('t en waar alleen lijk een stormhoedt) niet dan een slaghzwaardt te voeren, waarmeede hij wijd en breedt verbolghentlijk ging weiden en grouwzaamèmoordt bedreef". Na den slag , ,stortte hij te bed en lagh, etlijke daaghen, ziek van weemoedt, zich erbarmende in 't naa denken van al dat bloedtvergieten, oover 't ellendigh lot des menschendooms." Déze Hopman Curei is als de personificatie van het Nederlandsche volkskarakter: Vol diepen af schuw van den oorlog zal het Nederlandsche volk toch in volmaakte vastberadenheid naar de wapenen grijpen op het oogenblik, dat het wordt aangerand. Maar in n opzicht mag men hopen, dat de werkelijkheid zal afwijken van dit beeld. Niet zonder eenig dekwapèn", maar tot het alleruiterste toegerust en voorbereid moet het Neder landsche volk zijn, als het noodlottige uur van den volgenden wereldoorlog mocht slaan. 11JHHHEISCHEITPOIIEEIUIIIVI» IEIEIUX1 Qepl. Kapitaal . . . Fl. 2.700.000,Reserve* , 1.372 660, Pandbrlevan .... 24.203.000, Hypotheken . . . . 20.464.980,D* Oir.i Mr. ». J. VAN ZUftT-Mr. J. F. VERSTEEVEN m -...* t.'t- ; ? T*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl