Historisch Archief 1877-1940
de afschuwlijkheid van de onontkoombare waarheid
voor zichzelf niet kunnen erkennen.
Wie verantwoordelijkheid draagt voor het lot van
anderen, zal zich door deze valsche hoop niet laten
t
r
V
cl
'JU
u!
. * «^
.'V;>^^
TE WAPEN!
Nederlands positie in
Prof. Dr. Ir. J. GOUDRIAAN
-MIIIII miiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiii i iiiiiiiiiiiiiimmiiiiii nniiiii ii!
| Prof. dr. ir. J. Goudriaan, onderdirecteur der Philips- =
| fabrieken te Eindhoven en hoogleeraar in de bedrijfs- S
5 n/et gaarne plaatsruimte zouden verlcenen.
£iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiimiiiiit umi iiiiiiiiiiiiin n iir
,,Schon unter meinem Vorganger, dem Grafen
Schlieffen (als chef van den Duitschen generalen
staf door Von Moltke opgevolgd in Jan. iyoó) uar
der Vormarsch durch T^lgien ausgearbeitet. Graf
Schlieffen wollte sogar mit dem rechten Flügel des
deutschen Heeres durch Südliolland'(Zuid Limburg)
marschieren. Ich liabc dies abgeaiidert, um nicht auch
die Xicderlande aüf die St-ite itiiserer Feinde su
swingen, und lieber die grossen technischen
Schwierigkeiten auf mich genommen, die dadurch
verursacht wurden, dass der rechte Fliigel unseres
Heeres sich durch den engen Kaum zwischen Aachen
und der Siidgrenze der Provinz Limburg
hindurchz\van£ien mu.s;te."
Erinnerungen, Briefe, Dokumente 1^77
i g 16 vön Géneraloberst Helmtith ron Moltke,
,,Der Kommendc Tag A. G. Verlag",
Stuttgart i<)^^; pag. 10-17.
,,.... Ie général Brun me communiquédes
renseignements tres curieux que notre service
d'espionnaye vient de recueillir et d'oüil résulterait que
rKtat-maior allemand tudie les moven:-, de nous
attaquer par Ie territoirc suisse. Trois corps d'armée,
débouchant de la haute Alsace. entre Délémont et
Porrentruy (twee plaatsen in X.\V. Z\\itserland),
marcheraiênt suf Vesoul. de facon 't» tourner
l'obstacle de Belfort-Montbéliard. L'invasion allemande
s'effectuerait donc simultanément par la Belgique
et par la Suisse.
Il semble que l'Etat-major de la Köniasplatz ait
persévéréjusqu'au début de 191.^ dans son projet
de passer par Délémont et Pörrentruy pour envahir
la Franche-Comte. Mais, au mois de septembre iyi2
l'empereur C;uillaume avant eu ''occasion de vóir
Varmée suisse manoenvrer a Kirchherg. lul si \ra\>p
de sa t'igitcur rt da son' instructiott tttililaires. qu'il
la 'ittgea trrs. capaHa de's'opposer a la jnarchf des
corps allematids i/ni tcnteraienl de pénétrcr sur Ie
ferritoirc i!c la Con'édération lieli'cti-fue. On renonca
donc l'i'dée d'atteindre la région de Vesoul par Ie
Jura suisse."
Mattrice 'PalJólogue, ,,Un pu'lude a
l'invnsion de la Belgique. Le plan Sclilieffen 1901".
Paris 1932, pag.
13^/133
l>e tweede wereldoorlog
HET is juist een jaar geleden, dat de schrijver
van dit artikel het plan opvatte zijn
landgenooten te waarschuwen tegen hét snel nader
bij gekomen gevaar van een tweeden wereldoorlog
en hun de onafwijsbare plicht voor oogen wilde
stellen, welke dit gevaar oplegt aan ieder, wien de on
gerepte onafhankelijkheid van Nederland na aan het
hart ligt, om de bewapening van Nederland tot het.
hoogst bereikbare op te voeren.
Hij heeft dit artikel niet gepubliceerd, omdat het
gevaar nog niet acuut was: de partijen, die toegerust
waren voor den oorlog, wilden den vrede en de
groep, die naar oorlog dreef, was met haar voorbe
reidingen nog op verre na niet gereed.
En de publieke opinie in Nederland scheen nog
zoo weinig toegankelijk voor de gedachte aan een
nieuwen oorlog, dat elke waarschuwing aan haar
zou zijn voorbijgegaan.
En tenslotte: er was nog steeds een minieme kans,
dat de voorbereiding van den nieuwen oorlog in
de kiem zou worden gesmoord.
Deze kans is nu verdwenen: de wapeningswed
strijd is in alle landen op vollen gang.
De oorlog zelf is nog niet uitgebroken en zal
vermoedelijk de eerste jaren ook nog niet uitbreken,
omdat de meest oorlogszuchtige groepen ook nu hun
wapening nog lang niet hebben voltooid. Maar elk
jaar brengt het reusachtige apparaat, dat voor de
voering van den modernen oorlog noodzakelijk is,
een stap nader tot zijn volmaaktheid ; elk jaar vindt
het wederzijdsche wantrouwen nieuw voedsel in de
voorbereiding van de wederpartij : de soliditeit van
den wereldvrede komt meer en meer in den toestand,
die de volksmond pleegt te karakteriseeren als die
van een stuivertje op zijn kant"; het kan eenigen
tijd blijven staan, maar het evenwicht is niet duur
zaam. Vroeg of laat, niemand weet precies wanneer,
niemand weet precies waarom, komt de omslag;
het uitbarsten van den tweeden wereldoorlog.
voor do realiteit
HET Nederlandsche volkskarakter is zoo innig
gehecht aan den vrede, het heeft een zoo diep
gewortelden afschuw van de onmenschelijkheid van
het oorlogsbedrij f, dat het de gedachte, dat deze
wereld weder in koelen bloede de verschrikkingen
van een tweeden wereldoorlog tegemoet gaat,
weigert te aanvaarden.
Maar wanneer men alle gevoelsargurnenten het
zwijgen oplegt en nuchterweg de vraag stelt: Zijn
de kansen om thans nog tot een duurzaam verzeker
den wereldvrede te geraken gunstiger dan in de
periode 1919 1934, of gunstiger dan in de 10 of 20
jaren wapeningswedstrijd, die aan den eersten
wereldoorlog voorafgingen, dan moet het koele ver
stand beide vragen ontkennend beantwoorden.
De wereldvrede heeft de beste kansen gehad in
de jaren van algemeene welvaart, die aan de crisis
van 1929 voorafgingen. Er was een bescheiden begin
gemaakt met de beperking van de bewapening ter
zee, de toenadering tusschen Frankrijk en Duitsch
land vond een tastbaar symbool in de namen Briand
en Stresemahn ; de onvermoeibare Henderson scheen
voet voor voet terrein te winnen met zijn algemeene
ontwapeningsconferentie. Alle drie zoo juist ge
noemde personen zijn overleden en, wat oneindig
erger is, ook hun werk is dood, de sfeer waarin dit
werk leven en gedijen kon, is in alle landen van de
wereld verdwenen.
Er is geen enkele reden om te geïooven, dat het
geen gedurende 10 of 12 jaar probeeren na het einde
van den wereldoorlog niet is geslaagd, in de zoo
PAG. 2 DE GROENE No. 3070
Forten oen de Franscht oost
oneindig veel ongunstiger atmosfeer, w >lke
de wereldcrisis in alle landen is ontstaan, m
ling wel zou gelukken.
En de bewapeningswedstrijd, welke tb ms
aan den gang is, draagt een veel ernstige k,
dan die van de periode vóór 1914. De ec< no
ontreddering van de wereld is oneindig gi oot
toen, de mogelijkheid om het verlamde e' ono
organisme nieuwe krachten toe te voere i do
ontginning van nog niet geëxploreerde g< bied
thans practisch tot nul gedaald. De tej.ensti
tusschen de productieve krachten, die stoedsj
goederen kunnen voortbrengen en de
koopkracht der bevolkingen maakt de btwa
tot een economische onvermijdelijkheid di«|
steeds sterker in het bewustzijn der voxere
inplanten.
De allerwegen dreigende massale weiklc
drijft reeds tot voortzetten van de oorlogs oer
op zuiver economische gronden, omdat l et
breken van deze oorlogstoerusting de we-klo
onmiddellijk in een zeer sterk tempo ?ou
stijgen.
Maar de dreiging van deze werkloosh- id
bovendien de psychologische en de polit -kei
waarden voor de oorlogsatmosfeer: zij ludti
eene land sterker dan in het andere, ms v uj
landen tot op zekere hoogte tot de ont vit
van een dictatoriaal bewind; de dictatuu; op|
beurt, heeft voor haar eigen handhaving pr
politiek van noode, die de oplossing van . e i
werkloosheid reeds ontzaglijk vermeerder e
van internationale wrijving, niet brengt do r
overleg, laat staan door internationale re< it
maar door het uitdagend gebaar van het fai ac
en desnoods door den gewelddadigen ingrtepi
eigenrichting.
Wereldvrede en elke andere harmonis h«'
van internationale samenwerking is niet b rei
zoolang niet eerst, óp nationalen gron. sis
vraagstuk der werkloosheid afdoend is o >ge
En ook in het ondenkbare geval, dat n«|
internationale overeenkomst alsnog een p.'gin
doen om den wapeningswedstrijd te rei
zal men van te voren reeds dienen te bes ff e
de moreele grondslag, waarop deze verdiige
hooren te berusten, niet meer aanwezig is
Het bona fide nakomen van gesloten ov
komsten past in de sfeer van het vrije, ien
tische volk, dat in zijn eigen publieke opii ie,
die tot uiting komt in pers en volksverb geit
diging, een openlijke controle heeft op de
der eigen regeering. ,
In de dictatoriaal geregeerde landen zijn|
waarborgen voor de naleving van geslotet
komsten volkomen vernietigd. Het past or ;et
in de moraal van de dictatuur om in het óf
vredespolitiek te voeren tot camouflage v ni
logsvoorbereiding in het geniep; het openlij'?: l"
maken van de wapening, ook wanneer de. e
is met internationale verdragen, staat
landverraad.
Zoolang er leven is, is er hoop.
Zoolang démassale slachterij nog niet >ej
is, kan men nog twijfel koesteren of h
misschien op het laatst nog kan worden
Inderdaad. Maar deze hoop is van dtenzel'dènj
als die, welke gevoelige personen koesten n ""
sterfbed van een zeer geliefde, als de doe
reeds is ingetreden. Zij geïooven in het w< nd
eensklaps den omkeer nog zal brengen, >m
De ..-enige betrouwbare werkhypothese voor de
fjeder!;indsche politiek is niet de speculatie op de
kleine kans, dat de wereldoorlog nog vermeden kan
eii. maar het koelbloedig onder het oog zien
^ onwrikbare realiteit, die ons eiken dag
ophieuw leert, dat de waarschijnlijkheid van een
Itireedfn wereldoorlog grooter wordt.
biiitaett voor Nederland
A LS deze tweede wereldoorlog uitbreekt, hoe
staan dan de kansen voor Nederland om
op|aieuw ,,er buiten te blijven"?
Zee', aanzienlijk slechter dan in 1914. In politiek
owel als in militair-technisch opzicht. ' Wat in
j9i4 fen barbaarsche aanval leek op een neutrale
(mogendheid, schijnt nu een, met den omslag van
[ouderv etsche vormelijkheden als ultimatum en
[oorlof > verklaring omkleede, tijdroovende en
noodelloos ingewikkelde procedure. In den volgenden
[oorlog zal men rekening moeten houden met den
(coup iie foudre, waarbij het ultimatum, de
oorlogs[rerklaring en het binnenvallen van de
gemotorijseerd' troepen op hetzelfde moment plaats vinden.
Bij deze mentaliteit mag men weinig respect
Jverwa:hten voor de onschendbaarheid der neutrale
[mogendheden. Men mag hoogstens een, zij het ook
[verminderde, vatbaarheid aannemen voor de
uitjkoms' van de rekensom, die leert, dat het aanvallen
[van een neutrale mogendheid het aantal der te
[bevechten vijanden met n doet vermeerderen.
JMen 'al dezen vijand meer met gerustheid
aanI vaare n, indien men de krachten van dezen extra
Ivijaru. gering schat tegenover de daarmede te
be[reikei strategische voordeelen. En deze strategische
[voord' elen zijn grooter, naarmate de rechtstreeksche
laanva op den eigenlijken vijand op grooteren
weerIstand stuit.
De versterking van het aan Duitschland
grenIzende Fransche front, zooals zich dit voortzet in
Ihet Oosten van België, heeft dus een doortocht door
[Nederiand voor den Duitschen generalen staf zér
jveel aantrekkelijker gemaakt.
Vóór 1914 heeft de leiding van het Duitsche leger
afgezi.n var. een inval door Nederland en door
Zwitserland, niet op grond van volkenrecht of
jrespe t voor neutraliteit, maar uitsluitend op grond
jiran z ;iver militair-technische overwegingen (zie de
eide citaten aan het hoofd van dit artikel).
Er is geen reden om aan te nemen, dat in de naaste
eku ust gezichtspunten van anderen aard deze
uive? militair-technische beschouwingswijze zullen
jwerh erschen. En het resultaat van de strategische
ptels-.»m is thans, in 1936, stellig voor Nederland
^elati f ongunstiger dan in 1914.
en nog eens wapenen
AT staat Nederland dan op dit oogenblik te
doen P Er is naar mijn vaste overtuiging maar
ntwoord: Wapenen en nog eens wapenen. De
efen eve kracht van het Nederlandsche volk tot het
bereikbare opvoeren. Wij moeten van
Nederid naken een onneembaar bolwerk van stelling
[elite : stelling, dat elke mogelijkheid van
over.. i ing uitsluit, en dat reeds van de grenspalen af
en zo taaie en tijdroovende weerstand op den
h i»t van eiken invaller, dat strategische
voorelen bij een opmarsch door Nederland niet meer
beidken zijn.
Hie- ontmoet men het bezwaar van den
ge[lidde den Nederlander, die zegt: Een klein land
zich niet verdedigen tegenover een machtigen
anvaüer.
Ma,v waarop berust deze apodictisch aangenomen
vakt van een klein land in een algemeenen oorlog,
e op alle fronten tegelijkertijd ontbrandt?
Zij ^an slechts steun vinden in n objectief
piste < verweging, dat namelijk het aantal weerbare
int-: i per KM. grens in een klein land, bij gelijke
Jchth, ld en opbouw van de bevolking, van nature
t'eine; moet zijn dan dit aantal in een grooter land.
Dez verschillen bestaan inderdaad, maar zij zijn
'stn <:t niet zoo groot als men op het eerste gezicht
neig,; is aan te nemen, zooals blijkt uit
onderincl tabel:
hoog.A , '
'? Lr-nd
K
-MderUrid ?
oWgi
Vtschland
n»mkrijk
bul
Aantal in
woners in
millioenen
8,3
8,25
65,3
41.9
Lengte
grenslijn
in KM.
650
700
3500
1600
Aan t. inw.
per KM in
duizenden
13.0
11,8
18,7
26,3
sterkte van de Nederlandsche bevolking per
frontlijn is dus grooter dan die van Belgiëen
elfsprekend kleiner dan die van Duitschland
en Frankrijk. Maar zij is toch altijd nog 50 % van
de Fransche en 70% van de Duitsche sterkte.
En de economische kracht, die het Nederlandsche
volk per KM. frontlijn aan zijn bewapening kan
besteden, moet nog gunstiger zijn dan bovenge
noemde percentages, omdat Nederland een der meest
welvarende landen is.
Het Fransche versterkte gebied van Bazel tot
Longuyon beslaat'een lengte van ongeveer 350 KM.
De kosten van deze versterking worden geraamd
op 800 xooo millioen gulden. Indien men op deze
wijze de geheele Nederlandsche landgrens wilde
versterken, zou dus een bedrag noodig zijn van ruim
1,5 milliard gulden. Dit overschrijdt stellig de Neder
landsche draagkracht, althans indien het bedrag
binnen i of 2 jaren gevonden zou moeten worden.
Het is evenwel goed hiertegenover te stellen,
dat de Nederlandsche staatsschuld gedurende en
direct na den oorlog, dus tusschen de jaren 1914 en
1924, is gestegen van 1,15 tot 2,78 milliard, dus met
1,63 milliard in tien jaar. Het is dus niet onmogelijk
om voor een vitaal belang van de allereerste orde
als de handhaving der Nederlandsche onafhankelijk
heid opnieuw binnen een tiental jaren 1,5 milliard
bijeen te brengen.
De eerste oorlogsleening 1914 was trouwens 275
millioen gulden groot en werd zonder slag of stoot
geplaatst. Houdt men rekening met de stijging van
het indexcijfer en de toeneming der bevolking, dan
komt het bedrag van 275 in 1914 overeen met rond
500 millioen in 1936. Er zijn dus geen onoverkome
lijke financieele bezwaren om met de versterking
van de meest bedreigde grensgedeelten reeds on
middellijk op groote schaal een aanvang te maken.
De kort geleden aangevraagde 50 millioen mag
men dan ook stellig slechts beschouwen als enkele
procenten van het bedrag, dat in totaal voor een
behoorlijke verdediging van Nederland noodzake
lijk is.
Hier ligt bovendien een mogelijkheid tot be
strijding van de werkloosheid op groote schaal door
uitvoering van werken van de alleruiterste urgentie,
die door geen enkel plan van industrialisatie of
ontginning in de verte kan worden geëvenaard.
Het gaat er thans slechts om of het Nederlandsche
volk tijdig zal beseffen, dat de waarschijnlijkheid
om in den volgenden wereldoorlog opnieuw er
buiten te blijven" in eerste instantie afhankelijk
is van de vastberadenheid, die het in de eerste jaren
zal toonen om het daarvoor noodzakelijke geld op
tafel te leggen.
Maar een regeering, die zou nalaten met ruime
hand de noodige fondsen te vragen of een parlement,
dat weigeren zou deze voor de landsverdediging
beschikbaar te stellen, laden een zware verantwoor
delijkheid op zich tegenover de generaties, die na
hen komen. '
De tweede wereldoorlog dreigt, maar hij is nog
niet urgent. Nederland heeft vermoedelijk nog enkele
jaren van voorbereiding. Als het Nederlandsche
volk dezen tijd ongebruikt laat passeeren, is het
zijn eigen schuld wanneer de troepen van een over
weldiger door Holland's steden marcheeren, zooals
zij 20 jaar geleden het ongelukkige Belgiëhebben
overvallen.
De qualiteit onzer weermacht
DE verdediging van Nederland is quantitatief
mogelijk, alle voorwaarden zijn aanwezig om
haar ook quatitatief tot een volkomen succes te
maken.
De waarde van een leger wordt bepaald door de
techniek, de organisatie en de karaktereigen
schappen van manschappen en officieren; de moder
ne oorlogsvoering is een industrieel bedrijf, dat voor
zijn succesvolle beoefening in wezen dezelfde eisenen
stelt als de normale productie.
Het Nederlandsche bedrijfsleven kan in al zijn
verschillende vormen de vergelijking met
buitenlandsche prestaties glansrijk doorstaan. Er is geen
enkele reden om aan te nemen, dat men het Neder
landsche leger wat zijn qualiteit betref t niet evengoed
aan de spits zou kunnen brengen.
Men zegt, dat het Nederlandsche volk onmilitair
is en dit is juist in dezen zin, dat het zich niet zal
vergapen aan het ijdel vertoon van mooie unifor
men en stijve marcheerderij. De poppekast" maakt
op het Nederlandsche volk geen indruk; met
kadaverdiscipline krijgt men van deze menschen
weinig of niets gedaan.
Maar ditzelfde Nederlandsche volk beschikt over
een rijker reservoir aan zelfstandige en betrouwbare
karakters dan eenig ander volk ter wereld.
De Nederlandsche officiersstand heeft daarvan
de laatste tientallen jaren het bewijs geleverd door
met onverzwakte trouw op zijn post te blijven in een
milieu, waar men deze toewijding slechts matig
waardeerde.
De Nederlandsche soldaat zal men tot dezelfde
vrijwillige toewijding krijgen in dezelfde mate als men
hem het besef kan bijbrengen van het gevaar, waarin
zijn land verkeert, en van de uitvoerbare en wel.
voorbereide taak, welke hij daarbij te vervullen heeft.,
PAG, 3 Dt GROENE N* 3070
En hier komt nog een voor Nederland bijzonder
gunstige omstandigheid bij. De moderne oorlogs
voering, zooals die beoefend wordt in loopgraaf,
mitrailleursnest, kazemat, vliegtuig, onderzeeboot
en torpedojager, is in sterke mate geconcentreerd
in kleine en zeer kleine eenheden, waarbij de
individueele eigenschappen van een luttel aantal per
sonen doorslaggevend zijn voor het succes. Dit is
een vorm van organisatie, waarbij het sterk indivi
dualistische Nederlandsche karakter van nature
veruit in het voordeel is tegenover de volken, die hun
kracht zoeken in massahypnose en massaregie.
Het grootste
HET grootste gevaar, dat Nederland van binnen
uit bedreigt, is stellig niet zijn eigen onmacht.
Het is het gevaar zich zoetjes en maar al te gaarne in
slaap te laten wiegen door sentimenteele illusies
over de onaantastbaarheid van den wereldvrede en
over de reëele macht van den Volkenbond. Het
pacifisme, dat op grond van deze illusies de Neder
landsche wapening bestrijdt, is een gevaar geworden
voor Nederland van het oogenblik af, dat het in de
landen, die den wereldvrede bedreigen, definitief
verslagen is.
Het is geen schande om een slag te verliezen,
maar het is schande om de nederlaag niet openlijk
te erkennen, de oogen te sluiten voor de werkelijk
heid en te doen alsof er in de wereld niets ver
anderd is.
Wanneer men in Nederland de propaganda voor
vrede en Volkenbond ook nu nog stelt tegenover
de noodzakelijkheid van krachtige bewapening, dan
heeft deze tegenstelling thans allen redelijken zin ver
loren. Invloed op het militairistische buitenland kan
van deze Nederlandsche propaganda niet meer
uitgaan dan alleen in dezen averechtschen zin,
dat men in het buitenland Nederland- als een ge
makkelijk te verslinden prooi gaat beschouwen.
Bestrijding van het agressieve karakter van het
Nederlandsche militairisme is bespottelijk, omdat
van Nederland geen enkele verstoring van den wereld
vrede kan of zal uitgaan.
Maar deze quasi-idealistische propaganda schept
wel het ontzaglijke gevaar, dat men de veiligheid,
ja het bestaan zelf van Nederland gaat bouwen op
illusies, die in de werkelijkheid geen enkelen steun
meer vinden, en daarmede de werkelijke machten,
die den wereldvrede nog zouden kunnen handhaven,
verwaarloost en verzwakt.
De eenige reëele mogelijkheid op het behoud van
den wereldvrede ligt in de hoogst mogelijke op
voering van het defensief vermogen van die landen,
die door een diep gewortelde volksovertuiging uit
zich zelf nooit tot aanvaller zullen worden.
Verzwakt men de afweerkracht van deze werkelijk
pacifistische landen, dan verraadt men den wereld
vrede in plaats van hem te dienen.
De loop der wereldgebeurtenissen houdt geen
' rekening met goede bedoelingen ; hij reageert alleen
op resultaten.
Een democratie, die zich niet op leven en dood
tegen een aanrander verdedigen wil en kan, is ten
ondergang gedoemd.
. Een pacifisme, dat de verdediging van deze
democratieën belemmert, is de bondgenoot van het
barbarisme.
Toegerust en voorbereid
WANNEER Pieter Corneliszoon Hooft in zijn
Nederlandsche Historiën het beleg van Haar
lem beschrijft, dan vermeldt hij afzonderlijk de
manhaftigheit van Hopman Curei, zeer zachtmoedigh
van aardt, maar ontsteeken door de ooverijslijkheit
der Spaansche tierannije tot het aanveirden des
krijgshandels, die, in zichzelven, hem teeghens de
borst was. Deez, in 't aanleiden der zijnen, had voor
manier, zonder eenigh dekwaapen ('t en waar alleen
lijk een stormhoedt) niet dan een slaghzwaardt te
voeren, waarmeede hij wijd en breedt
verbolghentlijk ging weiden en grouwzaamèmoordt bedreef".
Na den slag , ,stortte hij te bed en lagh, etlijke daaghen,
ziek van weemoedt, zich erbarmende in 't naa
denken van al dat bloedtvergieten, oover 't ellendigh
lot des menschendooms."
Déze Hopman Curei is als de personificatie van
het Nederlandsche volkskarakter: Vol diepen af
schuw van den oorlog zal het Nederlandsche volk
toch in volmaakte vastberadenheid naar de wapenen
grijpen op het oogenblik, dat het wordt aangerand.
Maar in n opzicht mag men hopen, dat de
werkelijkheid zal afwijken van dit beeld.
Niet zonder eenig dekwapèn", maar tot het
alleruiterste toegerust en voorbereid moet het Neder
landsche volk zijn, als het noodlottige uur van den
volgenden wereldoorlog mocht slaan.
11JHHHEISCHEITPOIIEEIUIIIVI» IEIEIUX1
Qepl. Kapitaal . . . Fl.
2.700.000,Reserve* , 1.372 660,
Pandbrlevan .... 24.203.000,
Hypotheken . . . .
20.464.980,D* Oir.i Mr. ». J. VAN ZUftT-Mr. J. F. VERSTEEVEN
m
-...*
t.'t- ;
? T*