De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 3 april pagina 4

3 april 1936 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

i , l 'JL ?U DE STEEN DER WIJZEN VERGEEFS GEZOCHT Ervaring door teleurstellingen FLANDIN, de Fransche minister van buitenlandsche zaken, heeft Hitler op zeer goede wijze van repliek gediend toen hij Zondag een rede hield voor zijn electoraat in het plaatsje Vezelay. Deze rede was niet daarom belangrijk omdat het een verkiezingsrede was van Flandin, die voor een goedmoedig gehoor van Fransche provincialen werd uitgesproken maar omdat op zeer duidelijke wijze de antithese gesteld werd die de ware tegenstelling vormt in de Europeesche poli tiek. Het is goed, dat die tegenstelling met duidelijk krijt werd getrokken. Er zijn nog altijd politici, die in hun kortzichtigheid niets anders doen, dan deze krijtstreep verdoezelen. Daarmee komt men er niet. Het is het nut der teleurstelling, dat men een ervaring wijzer wordt. Na alle platonische verkla ringen van nationaal-socialistische vredelievend heid, die telkens weer door daden van bruskeering werden verstoord, heeft Flandin nu van Hitler een duidelijk antwoord verlangd. Het is goed, dat dit nu nog eens zóó, in volkomen pacifieke bewoordingen, werd uitgesproken. Men moet dat toejuichen. Maar verder moet men niet gaan. En zeer zeker moet men niet de oogen sluiten voer schijnbaar toevallige" bijkomstigheden, die in hun symboliek zoo verraderlijk zijn. Verleden jaar, toen naar aanleiding van de broederlijke hereeniging van het Saargebied met het Rijk tot onuitwischbare verheerlijking van dit evenement de Stresemann Strasse verdoopt werd tot Saarland Strasse, hebben wij gewezen op de beteekenis, die er school in het schrappen, juist van den gehaten naam Stresemann. Er waren natuurlijk honderd andere namen te vinden geweest. Is het overbodig hier nu nog eens de aandacht op te vestigen? Reeds in Mein Kampf werd Stresemann, die meer gedaan heeft voor het naoorlogsche Duitschland dan eenig ander man, uit gemaakt voor al wat leelijk was, en het Verdrag van Locarno reeds toen bestempeld als een verraad aan de Duitsche zaak. Hoe de tallooze verzeke ringen, dat het Verdrag hoog gehouden zou worden, slechts een listig om den tuin leiden zijn geweest van de opponente staatslieden, dat is iets dat nu inderdaad door de feiten bewezen is. Ik wil evenwel niet terugkomen op de Locarnogeschiedenis zelf. Het was uitsluitend.de bedoeling om te wijzen op de symbolische beteekenis van be paalde gebeurtenissen. Op dat kleine verraderlijke karaktertrekje, dat we tenslotte allemaal hebben, en dat per ongeluk" onze innerlijkste wenschen verraadt. En of we nu al trachten deze wenschen te verbergen, ons helpt dat niet! In dit verband is de Rijksdagverkiezing", een wedstrijd die met Hitler's overwinning van negen en negentig tegen nul eindigde, een feit zonder eenige beteekenis. Bij dit soort volksstemmingen staat de uitslag van te voren vast. Zelfs de hoegrootheid van de overwinning. Veel belangrijker was Hitler's laatste verkiezings rede. Niet om wat hij zei. Maar om de plaats voor de verkiezingsrede die Hitler zich had uitgekozen, nl. de groote hallen van Krupp. Wanneer Hitler uiting geeft aan de gedachte dat dit de werkplaatsbij-uitnemendheid is van het Duitsche Volk, dan weten wij precies hoe laat het is. En wat te denken van Hitler's verklaring dat Duitschland terug wil naar den Volkenbond ? Aan dachtige toeschouwers berichten, dat in de portalen van die gebouwen, waar de redevoeringen uitge sproken werden, een Stürmerkast prijkte met de waarschuwing: Der Völkerbund ist eine Judeneinrichtung. Een regiefout misschien. Maar welke con clusie hadden wij moeten trekken, wanneer deze fout tijdig hersteld was ? De zelfde conclusie immers! NOG een ander feit is er, dat ons niet mag ont gaan. De Rijksdagverkiezing was niets anders dan een benoeming van een rij personen bij enkele candidaatstelling. Daaronder bevinden zich de twee Oostenrijksche nationaal-socialistische leiders Frauenfeld en Habicht. Deze lieden zijn, na den moord .op Dollfuss, die Hitler moest desavoueeren, in Duitschland geïnterneerd". Dat de Oostenrijksche nazi-politiek niet ten einde is, is zonneklaar bewezen. Wij kunnen er nu van verzekerd zijn óver eenigen tijd verwikkelingen op dit gebied te zien. Het is niet toelaatbaar, bij het stellen van een diagnose van dezen aard, een overzicht der hedendaagsche historie op te stellen louter aan de hand van dergelijke, misschien veel-zeggende, maar opzich-zelf onbelangrijke teekenen. Het is alleen de moeite waard er op te letten, wanneer deze teekenen zoozeer door den loop der gebeurtenissen, door de historische feiten en data zelve, worden bevestigd. De conclusie waartoe wij op dit oogenblik komen, is dan ook deze dat wij alle reden hebben, om te blijven bij de overtuiging dat in de Europeesche politiek twee tegengestelde stroomingen loopen, die van het agressie-verheerlijkend nationaal-socialisme en die van de veiligheid zoekende vredesgedachte. Wij hebben steeds op het principieel onvereenigbare van deze twee stroomen gewezen. Wij hebben steeds gesteld, dat het zoeken naar een oplossing vergeefsche moeite was. Dientengevolge namen wij de vredesverkondigingen van Hitler nooit aux sérieux. We zagen er inderdaad niet veel anders in dan manoeuvres en chicanes. Chicanes vooral dan, wanneer het er om te doen was, te ver hinderen dat het net der collectieve waarborgen vaster werd aangeknoopt. Er is dan ook geen enkel motief denkbaar, dat inderdaad gewicht in de schaal zou kunnen leggen vóór Hitler's zoo ge prezen bi-laterale non-agressie-verdragen en tegen collectieve pacten. Geen enkel. Wij willen daaruit niet concludeeren, dat reeds nu het nationaalsocialisme den oorlog wil. Slechts dit: dat wij zeer sceptisch gestemd zijn ten aanzien van de mogelijk heid, dat Hitler zich zou kunnen binden zonder uitgesproken of innerlijk voorbehoud aan een systeem dat ten doel heeft den Europeeschen vrede, voor allen, t<s waarborgen. Zeer sceptisch is nog maar een hoogst voorzichtige wijze om deze gedachte uit te drukken. Want wij gelooven er niet aan, hoe graag wij er ook wél aan zouden willen gelooven. EEN overzichtschrijver heeft het, wanneer hij zich voor deze vraagstukken geplaatst ziet, natuurlijk duizend maal gemakkelijker dan een verantwoordelijk staatsman. Want die mag niet zeggen: ik geloof er niet aan dus handel ik er ook maar naar alsof al die aanhankelijkheidsbetuigingen voor den vrede, die ik van zekere zijde hoor, lucht zijn! Integendeel, een staatsman die zich van zijn verantwoordelijkheid bewust is, moet zóó ma» noeuvreeren, alsof hij onderstellenderwijze deze vredesgezindheid een kans van verwezenlijking geeft. Hij mag echter niet zoover gaan, dat hij, omdat het gemakkelijk en pleizierig zou zijn maar in de oprecht heid van deze betuigingen te gelooven, werkelijk den kop onder het zand graaft en struisvogelpolitiek gaat spelen. Tusschen deze twee houdingen is niet slechts een gradueel verschil. Ook een principieel. Flandin heeft te kennen gegeven, dat hij den kop niet in het zand graaft. Maar toch, juist omdat hij een verantwoordelijk staatsman is, heeft hij den weg tot verstandhouding niet gebarricadeerd. Hij heeft van Hitler een duidelijk antwoord ver langd een ja of neen. Of Flandin zich zelf daarbij voorstelde dat een volmondig en door feitelijke waar borgen gegarandeerd Ja" niet verwacht kon worden, doet eigenlijk weinig ter zake. Het was hem slechts te doen om een duidelijk antwoord. Mér dan om: welk antwoord. Het gaat om het laatste woord in een debat, dat zich door kronkelige chicanes, onverwachte wendingen en tegen strijdigheid tusschen theorie en praktijk heeft ge kenmerkt. Het gaat om den definitieven uitslag van een proefneming, een uitslag die alleen dan juist en betrouwbaar kan zijn, wanneer het gecijfer der redeneeringen" klopt met de uitkomst in de kolven en retorten van het laboratorium. HET ANTWOORD VAN HITLER door Von Ribbentrop aan Eden overgebracht, wekt eens te meer het vermoeden dat het Derde Rijk er op uit is om de onderhandelingen te rekken. Althans laten de 17 positieve voorstellen, hoe aanlokkelijk zij er op het eerste gezicht ook uitzien, meer dan genoeg openingen om een land, dat het recht opeischt zelf te bepalen, of de omstandigheden aanleiding geven vrijwillig gesloten verdragen te verscheuren, toch de mogelijkheid van een nieuw agressief fait accompli" te bieden. Zeker blijft die mogelijkheid er voor Duitschland aan zijn Zuid- en Oostgrenzen bij de vage formuleering van het laatste punt. In de middeleeuwen zocht de gouddorstige menschheid naar Den Steen der Wijzen". Wij hebben door deze alchemisterij veel geleerd de Steen der Wijzen is nooit gevonden. Zelfs hebben wij leeren inzien dat hij hooit gevonden zou worden, dat het on mogelijk was om goud te maken". En wanneer wij uit de politieke teleurstellingen van dit eerste kwar taal zullen leeren dat ook de Europeesche Steen der Wijzen niet te vinden is, dat geen overeenstemming tusschen pacifisme en nationaal-socialisme b staanbaar is, dan zullen wij in het jaar 1936 een ern stige maar rijke ervaring hebben opgedaan. MR. M. KANN PAG. 4 DE GROENE Ne. 3070 niHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii i ? l Van het veld van eer a eerste berichten over den aanval op e«g deel der Nederlandsche ambulance in Abe$. syniëkwamen van het Italiaansche persbureau Stefani: Abessijnen hadden het kamp o ver v,. 11^ de Abessijnsche beschermingstroepen waren g(. vlucht, Dr. van Schelven had allén de plunde. raars ontvangen en was neergeschoten tot n hij protesteerde. Ziedaar de dankbaarheid fa Abessijnen," hoonde Stefani. Nu de werkelijkheid: de bewakingstrt hebben de ambulance dapper en met succe< dedigd, de Negus heeft een strafexpeditie i itge. zonden en de voornaamste plunderaars zij t op. gehangen. Meer kan men van een Abessijn toch moeilijk verwachten, zou men zoo zeggen. Maat neen: De aanvallers stonden waarschijnlijk in Italiaanschen dienst," meldt Addis Abet a. | We weten weer hoe laat het is. Oorlogv*. ertn | zonder liegen gaat nu eenmaal niet. s Geestelijke afwijkingen TOEN een half jaar geleden bij het Cenrraall Station in Amsterdam een revolverschot op| een N.S.B.-colporteur werd gelost, was de diagnose] van Volk en Vaderland" onmiddellijk: een! uitgebreid complot, georganiseerd door een] geheime communistische centrale in Parijs. Deze diagnose zou gewaagd zijn, maar ni«-t bijl riiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiiMiii) Goede wijn... A NTON VAN W EL IE, jaren lang degenen IJL mode-portrettist van de Parijsche en Hau%s " ^ beau-monde en hof schilder bij het Vati-.'M heeft tijdens de hoogconjunctuur van zijn rep'ita een particuliere verzameling aangelegd van oud meesters; deze collectie wordt dezer dagen geveild \ Amsterdam en een welverzorgde catalogus noovigt i tot koopen met de vermelding, dat het bijeenzamelt plaats vond guidépar un gout raffinéet trèi siirj doublé, en outre, de ceflair qui fait les collectionneu d'élite". Het vertrouwen in dezen verfijnden en t-it& zekeren smaak" is waarschijnlijk mede oor zaai. de striktheid, waarmee de veilinghouder zich 's heeren Van Welie's beschrijving der schilderije.?>. wr-j klaart te hebben gehouden. Deze auctionnair is c- dy onschuldig aan, dat er bij het doorbladeren va:* catalogus twijfel rijst of de eigenaar wel zoo ,,o ertfj en tres sur" was bij het bepalen aan wien zijn f-art schatten moeten worden toegeschreven: die twijfel uj b.v. moeilijk te onderdrukken als wij onder den naa Maarten van Heemskerck een Italiaan herfann en wij achter de namen van Giotto, Ver m Correggio en Titiaan geen vraagteeken ontdekken werkstukken, die zeker meer dan n van die teA zouden wettigen. Grappiger wordt de beschrijving als bij een Jacques Callot vermeld wordt, dat denzelfden meester naar dit schilderij ook een pre gemaakt is en het schilderstuk integendeel een M copie van die prent blijkt te zijn. Als de Mad<t aan Verrocchio en de Voetwassching" aan Tintt retto toegeschreven inderdaad van deze meester:, zijl hebben zij toen zij ze maakten inderdaad een heel slechte dagen gehad. Voor de RembramH" ( de Rafaël" die bij de collectie zouden zijn, niemand, wiens oogen niet door den glans var V4 Welie's oeuvre verblind zijn, commentaar van 10 En zoo zou men door kunnen gaan: de af beeld'r waarbij de auteursnamen geen twijfel wekken men tusschen de andere bepaald zoeken. Het komt wel meer voor, dat schilders verzameling aanleggen, niét om de namen en niét om een se ie heid der stukken, waarover ieder het eens zal Het kan heel goed zijn, dat al deze werken d ta van kleur en lijn hebben, die den heer Van zélf zeer getroffen hebben. Maar als men schilderij» gaat veilen richt men zich niet tot het publiek begenadigden, die geen behoef te hebben aan het hot van namen"t en hoopt men op koopprijzen, dit i de namen in overeenstemming zijn en niet op welke de gek er voor geeft". Mogelijk blijft het intusschen, dat de teleurstel'.^ bij het doorbladeren van den catalogus weggevo<. wordt door verrassingen op de kijkdagen; maar verdere verzorging van den catalogus geeft wtirtij IMIinilllMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIHIII rbaat uitgesloten, wanneer daarmee het m gepaard ging, dat als uitvoerder het complot een echte betrouwbare linke en uit de onderwereld" was uitgezocht. "jn hoeverre deze diagnose dus klopt blijkt wel ?t het vonnis, dat onze objectieve rechterlijke acht, over den dader heeft geveld: wegens verminderde toerekeningsvatbaarheid lts ..nderhalf jaar gevangenisstraf en daarna ileg ng van regeeringswege wegens zijn steli i-^e afwijkingen. Maar VoVa zal voor dader en rechters wel et dr Delfde standaard-diagnose hebben: demo :ne". i i 8 s Seuzenhlstorle e«r onzer liberale bladen werd per ingezon den stuk dezer dagen voorgesteld om tot ationale feestdag te verheffen .... den eersten pril! Niet omdat wij de grappemakers. van Europa zouden zijn, maar omdat Alva op dien _ zijn Bri(e)l verloor. Waarschijnlijk zijn onze Roomsche landnooten dichter bij de waarheid, als zij deze euttenis vooral zien als de inval van een pjr ruwe, geestelijken-martelende zeeschui ers, wier optreden slechts een toevallig incident de geschiedenis van den Opstand vormt. Als Aprilgrap is het voorstel echter aardig S S i 3 ' iilllllllll l tl l ittllllllllliMlIl l MHMi p, 'af het slechts de reproducties zijn, die de rs Hing verwekken. Voc. in den catalogus wordt medegedeeld, dat dr. op het verzoek om deze collectie met eenige bij het publiek in te leiden, geantwoord t: ,Goede wijn behoeft geen krans !" deze dronk wordt ons gereikt, bedolven onder l mr vele aan het verkeerde adres bezorgde kransen, K. H. I. Exploit zonder explosie ,-ïopvoering van het eenige oorspronkelijk Nederlandsche drama der laatste jaren, dat zich in een algemeene belangstelling scheen te uilen. mogen verheugen alsof het een voetbalwedstrijd old, i- voorshands afgelast. Me. is met het concipieeren van den proloog der ardersexploiten ietwat overhaast te werk gaar. en alras bleek de daarin vervatte these een dramatisch verloop niet te kunnen dekken. Dies >/#? !."t spel van den deurwaarder, de drie tooneelcties, den criticus en de krant, Les six personnages ite d'un juge", onvoltooid. Ree is den vorigen Zaterdag heeft Eduard Verkade ges*, -ord en alsof hij van den prins geen kwaad ^ist zijn plaats te midden van het publiek ingenomen de Medea-voorstelling van de Amsterdamsche int'Ivereeniging om daarover te zijner tijd zijn ritiscn licht te laten schijnen. Noi.it De Groene en de heer Verkade te kennen gegeven den hun per deurwaardersexploit aanie- strijd, zij het ongaarne, te zullen opvatten en it-.en gebleken was, dat de gemeente Amsterdam eignaresse en exploitante van den Stadsschouwr et voornemens was zich daarin aan de zijde to> neeldirecties te scharen, hebben deze, heeft alJe Amsterdamsche Tooneelvereeniging er de '?:ir aan gegeven terug tekeeren van wat wij zagen dwalingen haars weegs. De ^eacties van de publieke opinie op het geval duidelijk uitgewezen, dat de tooneeldireciies 'Vol larding in de aanvankelijk gekozen tactiek zeer ' riet op haar sympathie zouden kunnen rekenen. ' '-s dus alle reden om aan te nemen, dat de fcnooten der Amsterdamsche Tooneelvereenig haar goede voorbeeld zullen volgen, zoodot wij ? "i' ident-Verkade als gesloten kunnen beschouwen weder over kunnen gaan tot de critische orde van Sar.s rancune/ 'ons hopen: van beide zijden. ER IS IN DB BUITBNLANDSCHB POLITIEK MAAR BEN ONDERWERP: welke mogelijkheden be staan er nog, na Duitschlands vergrijp tegen Locarno, om de Europeesche samenleving zóó te organiseeren, dat de vrede in stand kan blijven. Hierbij verbleeken alle andere, nóg zoo hartstochte lijk omstreden vraagstukken. Zelfs de Oosten rijksche verdragsbreuk door de herinvoering van den algemeenen dienstplicht zal wel geen erger verzet wekken dan papieren protesten. Te minder omdat men dit fait accompli verleden jaar Maart ook van Duitschland op dergelijke wijze heeft geaccepteerd. Ook het Abessijnsche conflict raakt op den achter grond. Wij hopen dat het de Commissie van Dertien, den Volkenbondsraad minus de strijdende partijen, gelukken zal spoedig een basis te vinden waarop het openen van onderhandelingen mogelijk zal zijn. Na Mussolini's accepteering, nu reeds bijna een maand geleden, van den voorslag om binnen het kader van den Bond naar een oplossing te zoeken, is overeenstemming tenminste niet meer totaal uitgesloten. Intusschen gaat de strijd verder, op barbaarsche wijze. De Italianen vorderen weer. Er zijn nu onweerlegbare bewijzen dat zij hun heil zoeken in gas-aanvallen. Avanti, Westersche Cultuur ! BIJ ONZE NEDERLANDSCHE AMBULANCE JS Waarlijk het eerste bloed niet gevloeid door Italiaansche bommen ! Dit ligt meer aan de snelheid, waarmee men zich in veiligheid heeft leeren brengen, dan aan een speciale vriendelijkheid der Italiaansche luchtmacht. Nu zijn Abessijnsche roovers hen vóór geweest. Dank zij de scherpschutterskwaliteiten van dokter Veeneklaas, het stalen vest van dr. van Schel ven, en de trouw van het bewakings-escorte uit de kei zerlijke lijfwacht, zijn onze landslieden er met lichte verwondingen afgekomen. Men moet respect hebben voor deze Hollanders, die onder zoo gevaarlijke omstandigheden van twee kanten, de wetenschap en de menschlievendheid dienen. En dr. van Schelven zij een behouden thuisreis en spoedig herstel gewenscht. OOK MET DE EUROPEESCHE VERWIKKELINGEN is NEDERLAND door een intense belangstelling verbonden. Maar wij beseffen dat, in het huidige sta dium, het Locarno-geschil tenslotte alleen nog maar de betrokken partijen aangaat. Het blijft echter waar, dat het ongedaan maken van de demilitarisatie van het Rijnland een van de symptomen ré, die ons be wijzen dat, strategisch gesproken, onze territoriale integriteit niet zoo gemakkelijk meer zal zijn te handhaven. Feitelijk is er natuurlijk niets veranderd. De veranderingen die zich langzamerhand hebben voltrokken, zijn nu manifest geworden en onze defensieplannen moeten zich daar zoo goed moge lijk bij aanpassen. Wij moeten baas in eigen huis kunnen blijven. Dit mag echter nooit den vorm aannemen van afkeer van het vreemde en voor onze Hollandsche samenleving is XENOPHOBIE uit den booze. Namen als die van Cartesius, Comenius en Spinoza bewijzen ons ook, dat het in strijd zou zijn met onze traditie, wanneer wij de deur dicht zouden doen voor den vreemden geest. En wat voor het geestesleven geldt, geldt tevens de Amsterdamsche historie bewijst dat voor het bedrijfsleven. In dit opzicht is een repliek van den minister van justitie de moeite van het vermelden waard, waarin. op een opmerking wordt geantwoord, die in een van de afdeelingen van de Tweede Kamer gemaakt werd ten aanzien van de naturalisatie-aanvrage van DR. F. MANNHEIMER. Het was den minister gebleken dat tegenwerpingen tegen deze naturalisatie vol komen ongegrond waren. En een zoo bevoegde autoriteit als de Nederlandsche Bank komt op voor Dr. Mannheimer. Iedereen in Amsteram weet, dat er een soort van f luistercampagne op touw was gezet om dezen eminenten financier hier het leven onaangenaam te maken. Of hij zich daar iets van aantrok, of niet, is een andere kwestie. Het is curieus, dat de uitgestrooide praatjes nu eens een z.g. goed-vaderlandsch en anti-Duitsch karakter hadden, dan weer niet geheel vrij bleken van een anti-semitisch luchtje. Een innerlijke tegenspraak, die op zich zelf reeds evenzeer de onzinnigheid der oppositie bewijst, als de anonyme bezwaren waar over minister Van Schaick sprak. DEZELFDE KAMER behandelde salarissen en zede lijkheid in n middag. De combinatie was minder onaannemelijk, dan men zou verwachten, omdat bij de behandeling van de 5% korting voor ambtenaren met een wettelijk vastgesteld salaris PAG. S DE GROENE Ne. 3070 het hoofdpunt juist een moreele vraag was: Mocht de regeering deze korting met terugwerkende kracht invoeren of niet? Het antwoord was dubieus voor de leden van den Raad van State en der Rekenkamer, die uiteraard reeds lang van het ontwerp en zijn kansen op de hoogte waren. Maar tegenover onze toch reeds zoo schraal gehonoreerde rechterlijke macht, was het een handeling, die in het vrije be drijf als zeer onfatsoenlijk wordt beschouwd. Alleen bij een deel der liberalen en bij de anti-revolutionnairen was de bezuinigingsdrang zoo groot dat zij tot dezen maatregel bereid waren. De rest der Tweede Kamer bezorgde den betrokken ambtenaarsgezin nen eenige maanden uitstel van executie. Meer succes had minister van Schaick met zijn zedelijkheidswetgeving, de strengere tendenz werd door het amendement-Goseling hier zelfs versterkt in plaats van verzwakt. Overigens kan men met ds. van der Heide zeer sceptisch staan t.a.z. van het werkelijke effect van deze bescherming van minder jarigen tegen ontucht en zinneprikkeling met be hulp van wetsartikelen. Wij willen graag gelooven, dat de nieuwe bepalingen soms nuttige toepassing kunnen vinden en dat de gevaarlijke-ruime redactie in handen van de Nederlandsche rechterlijke macht toch een veilig wapen blijft; als men dan maar bedenkt, dat men op dit gebied oneindig meer bereikt met positieve volksopvoeding, dan met een straffen van het kwaad in de sporadische gevallen, dat het aan den dag komt. DE GULDEN blijkt voorloopig weer behoorlijk stabiel. De wankeling van den Franschen franc, die met een discontoverhooging bezworen moest worden, heeft onze munteenheid niet meegemaakt. Integendeel, er zijn ons deze week weer een achttal millioenen, waarschijnlijk vooral uit Frankrijk, toegestroomd. Men slaat onze monetaire positie momenteel blijkbaar weer veel hooger aan en wat ons zelf betreft is het devaluatiegevaar, ondanks de redevoeringen van oud-minister Steenberghe, wel van de baan. Maar in een Europa waar Frankrijk en Duitschland om het hardst naar de inflatie-pers schijnen te loopen, kan men van een klein land niets met zekerheid zeggen. In INDIE, waar de animo voor devaluatie grooter is dan hier, is dit een zooveelste punt, waaruit men een onverschilligheid van het moederland pleegt op te maken. Terecht is deze week tegen deze wan trouwigheid gewaarschuwd door de N.R.C. Indiëen Nederland hebben elkaar veel te veel noodig, dan dat een verkoeling der onderlinge verhouding niet voor beide schadelijk zou zijn. En dat te sterker nu de gevaren in de Pacific en omgeving na het voor meer dan negen tienden mislukte VLOOTVERDRAG voortdurend ernstiger worden. De dienst tijd-verlenging op de Indische vloot en de afwijzing van de goedkoopere oplossing van de vlootplannen door de Indische regeering zijn hiervan de zooveel ste symptomen. Ik ga rriyn haar vandaag zelf w&sschen men rcgt-,dö.t het zoo gemakkelijk is met Silvikrin liquid ?>-y Shampoon... het Kaar n*ctI ro* k e n, mat warm w&te r, j dan een dopje vol Silvikrin , Liquid Shampoon ") en dan ,-iZie je hoe prachtig mijn haar i* ? lOOOmaal mooier- dan vroeger. Ik gebruik nooit; meer eenandere! Shampoon, vva,nt mijn haar l ging er op den duur van lijden. maar Silvikrin " i'l l-1 «.'1 -J.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl