De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 17 april pagina 10

17 april 1936 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Een verhaal van De Groene glasttngzaken NOTARIS HENDEL was een opgezette kot S. VESTDIJK VAN zijn beesten, die gewoonlijk in de voor kamer overnachtten, liggend of staande voor het haardvuur, en niet in de voor zijn speel goed bestemde bergplaats achter de roode gordijnen, waren Alla en Pepijtje de voornaamste, Pepijtje omdat hij het grootst was, Alla omdat hij in 't geheel niet bestond; beide waren onafscheidelijk in zijn bewustzijn: ,,Alla-en-Pepijtje", woorden die hij zelf had uitgedacht en die niets beteekenden hoege naamd. Wat was het hoogbejaarde paardje, dat op een plank met wieltjes rondreed en een stuk uit zijn witte, grijsgevlekte kop miste, wat was de olifant, een grauw en vormloos dier, een zaagselbloeder uit gaatjes, die zijn moeder met ijzergaren dichtnaaide (de slurf was al heelemaal leeg), vergeleken met die tweeëenheid, waarvan de eene helft wel is waar alleen in zijn verbeelding leefde, als geest-met-eennaam, die bestemd was om te verdwijnen in enkele jaren, maar die zelfs na dien tijd nog als een aureool Pepijtje omzweven zou, die het uithield tot zijn achtste ? Pepijtje was een opgezette kat, die op een afstand aan een grillig gevormd boudoirkussen deed denken; hij was twee maal zoo groot als een echte kat. Bij nadere beschouwing vielen het allereerst de slappe ooren op en de afscheiding van kop en romp; de verdere kattenanatomie was met sombere kleuren op het doek geschilderd, het duidelijkst de pooten, met de vaalrose, op duimafdrukken gelijkende teenballetjes aan den ovalen onderkant, waar het lichaam op rustte. Het geheel maakte een machtigen, moederlijken indruk, nog versterkt door een iet of wat benepen-ironisch, maar toch in zekeren zin geruststellend glimlachje en het ontbreken van snorharen. Maar men moest Pepijtje van voren bekijken; van opzij gezien werd hij spookachtiger, vooral op schemeravonden: een platte en puntige, silhouet tegen laat licht, een onevenredig gevaarte ongemotiveerd van boven ingesnoerd, waar niemand eigenlijk een beestenkop verwachten zou. Het was natuurlijk niet vast te stellen of notaris Mendel hem het eerst van voren had gezien of zoo op zij. Daar de spelletjes met Alla en Pepijtje even ge varieerd als geheimzinnig waren, begreep niemand goed wat er gebeuren ging, wanneer Anton het lappen monster aan een oor door den gang zeulde, waarbij het lichaam traag bengelend tegen zijn beenen sloeg en de kop dunner werd, doordat het vulsel naar beneden zakte. Zijn ouders hadden zich er aan gewend, Pepijtje op de meest onverwachte plaatsen aan te treffen. Wanneer hij niet verstopt werd, voerde hij bijvoorbeeld oorlog tegen de andere dieren, gesteund door den onzichtbaren Alla, of hij sloot een verbond met den olifant, die dat wel noodig had. Of zij allen verloren zich in urenlange gesprek ken, waaraan vooral het oude paardje deel nam, gesprekken met eigengemaakte woorden, nog heel wat anders dan gewoon krompraten, dezelfde mach tige en mysterieuze taal, waaraan ook het tweeman schap zijn namen te danken had. Maar sinds eenigen tijd was Pepijtje vooral te vinden in het kleine gangraampje, dat uitzag op de binnenplaats van notaris Mendel. Dit was een diepe, steenen afgrond, gren zend aan hun tuintje, dien hij nog nooit had gezien, evenmin als notaris Mendel zelf trouwens; het raampje lag zoo hoog, dat hij er Pepijtje alleen in* kon schuiven door op zijn teenen te gaan staan; beurtelings beschouwde hij dit als een eereplaats voor het dier of bracht het in verband met vaag verspiederswerk; maar 's zorrtersavonds deed hij het vooral om de langwerpige kattenf iguur tegen de blauwe lucht te zien afsteken, onbewegelijk, iets vooroverleunend, afgodisch zwevend boven het benedenhuis van den ouden notaris. Toen het erg warm werd en het raampje 's nachts openbleef, hoopte hij iederen avond, dat men Pepijtje zou vergeten; hoe heerlijk zou het niet zijn: Pepijtje die daar de wacht hield tot 's ochtends toe, tot hij hongerig door den gang zou loopen en het dier herkennen zou, door de zon beschenen, maar in dezelfde houding nog en met hetzelfde ironische glimlachje als altijd. Een paar maal was dit gelukt. OP een avond onder het raampje wachtend tot de omtrekken van het kattenlijf zich op zijn scherpst zouden afteekenen tegen het vierkante hemelvlak, hoorde hij beneden op het plaatsje voet stappen, gemompel, gevolgd door een korte stilte, waarna een zacht klaterend en plassend geluid tot hem doordrong, tegen het einde een paar maal onderbroken. Hij luisterde verstrooid en keek naar Pepijtje. Maar opeens klonk er een bar gevloek, schor en zwaar: Zoo zit je daar weer, verdomme ?" en: Kijk voor je, mormel!" en: Pas maar op dat ik je niet naar beneden haal, vervelende dondersteen!" en: Kan ik g.v.d. hierm'nbe hoefte weer niet doen ? !" Zonder te begrijpen wat dit allemaal te beteekenen had en van wien die stem afkomstig kon zijn liep hij achteruit naar de slaapkamerdeur, vuurrood, met neergeslagen oogen. Hij durfde niet te veronderstellen, dat de stem tegen Pepijtje gericht was. Even kwam het in hem op naar het raampje toe te sluipen en Pepijtje weg te nemen, maar hij was bang. Met bonzend hart schoof hij de slaapkamer binnen, waar hij voor het raam naar den zonsondergang ging kijken, ingespannen luisterend naar geluiden. Op straat was het heel stil. Maar toen kwamen er andere voetstappen, om de slaapkamer heen, leek het wel, rondom hem mis. schien, bijna in een volledigen kring, waarvan niemand kon zeggen of het beveiliging inhield; het konden zijn ouders zijn, maar niets was zeker; hij wachtte maar, met trillende handen, in het roode avondlicht, vlak bij het groote bed van zijn ouders, hij hoorde hoe er gelachen werd, hij hoorde een zacht geknars van de gang, een geluid alsof er iets dichtgeslagen werd, waarop de voetstappen zich verwijderden. Alles was weer rustig. Nu de gang door te loopen, naar de voorkamer kostte een enorme zelfoverwinning; daarbij keek hij hardnekkig naar links, zoodat hij niet merkte, dat het raampje ge sloten was. Eerst toen de lachende gezichten van zijn ouders hem geheel hadden gerustgesteld, en zijn moeder (maar was ze niet bleeker dan anders, was ze ook niet bang?) hem gezegd had, dat Pepijtje niet meer in het raampje mocht staan omdat hij er uit kon vallen, ontwaarde hij de kat. Moeilijk te onderscheiden in het schemerige licht, maar groot en puntig en zelfverzekerd, stond het dier met zijn rug naar hem toe in de vensterbank uit te staren over het Schoolplein. DIT voorval vergat hij snel. Op school raakte hij er aan gewend, dat volwassenen hun stem boos konden uitzetten zonder naspeurbare reden, en het duurde drie jaar, voordat hij weer, en nu in zicht baar contact kwam met notaris Mendel, op een tijdstip, dat zijn vriendschap met Murk Tuinstra haar hoogtepunt bereikte en Pepijtje verwaarloosd in een hoek lag, want tegen wilde spelletjes, zooals op dien middag, toen Jan Zijlstra Pepijtje herhaalde lijk tegen de zolder trapte, kon het gekoesterde beeld van de lappenkat niet op; om van Alla maar te zwijgen.... Hij wandelde met Murk in de Schoolstraat, toen een kleine oude heer hem tegemoet kwam, met een boos fronsje in zijn voorhoofd, en loopend met stijve, voorzichtige pasjes. Waterige, flets-blauwe oogen had hij, en zijn baard was geel achtig uitgebeten alsof hij bij vergissing zoutzuur ge dronken had. Notaris Mendel Anton wist ineens, dat hij het was, en ook, dat hij hem vroe ger al ontelbare malen gezien had, zonder dat dit ooit goed tot hem was doorgedrongen hield de twee jongens staande, richtte een dikke, duide lijk bevende wijsvinger op PAG. 18 DE GROENE Ni. 3072 65.- 85.Stalencollectie op aanvraag NIEUWENGELAND KONINGSPLEIN AMSTERDAM Anton, waarachter drie vingers in [stijgende^mate krom terugbleven (de pink wou er heelemaal niets mee te maken hebben) en zei, veraf grommelend: Jij had een waterspuitje". Toen keek hij Murk even aan, maar dadelijk daarop richtte hij zich weer streng tot Anton, die bedremmeld voor zich uit bleef staren. Erg bang voelde hij zich niet. Alleen wist hij niet wat een waterspuitje was, en nog minder kwam het in hem op dat de notaris door het raampje van Pepijtje natgespoten meende te zijn. Maar nu her innerde hij zich, dat Jules Salemons, een van de J oden jonge t j es in zijn klas, op school een water spuitje had meegebracht, een plat, rond ding van metaal met een pijpje er aan; het spoot niet alleen water, als je er op drukte, maar maakte ook een knappend geluid. Met veel overtuiging, en in het streelende bewustzijn dit keer eens in staat te zijn de volledige waarheid te spreken, zei hij: Neen meneer, ik had geen waterspuitje !" Hij zei had" in plaats van heb", alsof de zinnelooze vraag op dezelfde manier beantwoord moest worden als ze gesteld was. Murk begon zenuwachtig te lachen. Jongen, lieg niet!" kwam de notaris, maar erg boos scheen hij toch niet te zijn, en na nogmaals Jij had een waterspuitje" uitgebracht te hebben, meer een krachtelooze constateering dan een beschuldiging, liep hij met stijve stapjes verder, en verdween over het Schoolpleiri. Een avontuur! In hun consternatie liepen ze dadelijk Anton's huis binnen en vertelden alles aan zijn moeder. Tijdens het verwarde verslag waren de Jij had een waterspuitje's" van Anton en de bassende Jongen, lieg niet's" van Murk niet van de lucht, maar Anton's moeder vond nu het oogenblik gekomen om hem in te lichten over de drankgewoonten van den notaris, en ook, achteraf, over Pepijtje en het raampje en het vloeken 's avonds. Eerst wilde hij het niet gelooven, hij moest het telkens opnieuw hooren, en daarbij was het niet zoozeer het vermakelijke van de beide voor vallen, het vroegere, angstaanjagende, en nu dit nieuwe met Murk, dat hem het meest trof, als wel de omstandigheid dat een volwassen en deftig man als notaris Mendel (bovendien hun buurman) gelijkgesteld moest worden met de dronke kerels", die soms op Zaterdagavond over het Schoolplein waggelden, onder een gelal dat het midden hield tusschen zingen en braakgeluiden, en die dan 's Maandags door de jongens geïmiteerd werden in het vrij-kwartier: n als dronken man en de rest politieagent. Was het mogelijk notaris Mendel in zooiets te betrekken? In elk geval, als voortaan Anton en Murk elkaar vermaakten met Jij had een waterspuitje" en Jongen, lieg niet", dachten ze er geen oogenblik aan, een spel te spelen, dat aan dronke kereltje" nog het meest verwant was. al uitte de dronkenschap zich hier dan ook slechts in het vloeken tegen een lappen kat en in het steller. van onbegrijpelijke vragen. toen een kleine oude heer hem tegemoet kwam E VAN EEN FLAT W. H. Meyburg NZE zin voor comfort heeft zich de laatste jaren in snel tempo ontwikkeld. Dit heeft in 't bijncier bij de inrichting van onze wo ning tot opvoering van eischen geleid. een tijd die nog niet zoo ver achter ligt verlangde men van den huisenaar geen andere prestatie dan de sring van de voor woning bestemde en werd het aan het inzicht en smaak van den huurder overItlaten, daarin de voorzieningen te fr-n, die hij ter voldoening van zijn e? tal bescheiden eischen noodig oor«l('.e. Geleidelijk heeft zich de huiser.aar ontpopt als de vriend, die ons tiet alleen een beschuttend dak verbaft, maar tevens die veraangenaning des levens waarborgt, welke de moderne mensen nu eenmaal noode ntberen. Verwarming, bewaking, ediening en telefoon, om van de badallatie niet eens te spreken, beon-n tot de attracties, die de flatvoner over de bezwaren van de aanhuursom doen heenstappen. lad KT is evenwel niet eenvoudig, den gulden regel huurwaarde is huurijs' toe te passen, wanneer inde huureen aanzienlijk bedrag is begrepen belooning van door den verhuurder presteerde diensten die in normale ! val) en ten laste van den huurder ;omen. Allereerst bezien we aan de hand eenige arresten de principieele zijde het vraagstuk. Belanghebbende een flatwoning in gebruik en be dt- hiervoor ? 3.000, 's jaars. Bij huurovereenkomst was bepaald, dat ! huurprijs van de flatwoning ? 1.500 droeg en dat in de ? 3.000,?verder ras begrepen een bedrag voor levering an centrale verwarming, koud en «nr water, telefoon, personeel voor Igeireene diensten, lif toediening enz. )e R-iad van Beroep was van oordeel, at ais uitgangspunt kon worden geomen de huurprijs van ? 1.500, , relke som door het college als een ormale vergoeding voor het gebruik er eigenlijke woning werd beschouwd. it be-irag was dan alleen te verhoogen iet oen kleine vergoeding voor het itde.rebruik van den tuin en rijwielergplaats. Basis voor de huurwaarde«paling was dus het door partijen geKeerde bedrag voor het gebruik der «ming. Van de betaling voor verdere reste/ies werd aangenomen, dat deze iet het genot en gebruik der woning «troffen. De Hooge Raad kon zich diter met dezen gedachtengang niet «"«enigen. De som van ? 3.000, prmt het bedrag aan geld, dat in den in van art. 9 2 der wet op de Per«net . ;? Belasting voor het gebruik 'an i-et perceel, zoowel woning als anhc >righeden moet worden betaald n in tegenstelling met den Raad van was dit college van oordeel, dat bijzondere prestaties wel deel uit"aak-en van het genot van de verM* woning. Art. 9 2 gaat er juist u '-t, dat in den huurprijs een verJij.;/ kan zijn begrepen voor pres sies / an den verhuurder, waartoe deze tt wettelijk is verplicht. Ons uitgangs"int is dus de totale som die door den van de flatwoning jaarlijks 'ordt betaald. Dan dient te worden nderzocht met welk bedrag deze huurmoet worden verminderd voor r?ieningen en diensten, die naar hun ten laste van den huurder komen. door beide partijen bij det huur wet nkomst doorgevoerde splitsing daarbij echter zondet belang. l'lERUIT blijkt dus een verschil in de wijze van huurwaardebepaling, naar de praktijk uitwijst, tot uiteenopende uitkomsten kan voeren. Wij GROENE Na. 3072 dienen nu, uitgaande van de totale huursom, te onderzoeken welk bedrag hierin is begrepen voor belooning van voorzieningen, die naar hun aard ten laste van den huurder zouden komen om aldus na aftrek hiervan de belast bare huurwaarde over te houden. Het is niet aan twijfel onderhevig, dat de kosten voor verwarming, warm en koudwatervoorziening en telefoon aansluiting, zoo deze in den huurprijs zijn begrepen, in aftrek mogen worden gebracht. Als regel hebben de flat bewoners verder het medegebruik van den tuin, garage en rijwielbergplaats, en ook van de te hunnen behoeve in het flatgebouw ingebouwde safe-inrich ting. Dat de bewoning tevens het ge meenschappelijk gebruik van gangen, portalen en liften omvat is duidelijk. Deze ruimten zijn te beschouwen als aanhoorigheden van de woning en als zoodanig bij elk dezer woningen in ge bruik. Het schoonhouden, de verwar ming en verlichting van deze gemeen schappelijke ruimten, alsmede bedie ning en verzorging van de lift zou in een perceel van bescheidener afme tingen, bij n bewoner in gebruik, ge heel ten laste van den gebuiker komen. De vergoeding hiervoor is dus in min dering te brengen. Men mag zich vleien met deze aftrekmethode de huurwaarde van de flatwoning te hebben benaderd, inclusief het aandeel van den flat bewoner in de huurwaarde van de aan hoorigheden in gemeenschappelijk ge bruik. Badinstallaties, vaste waschtafels, vaste vloerbedekking, deel uit makende van het perceel, zullen op deze wijze mede in de huurwaarde zijn begrepen. Trekken wij de scheidslijn aan de hand van de laatste arresten, dan zal door waardeering van deze bijzondere prestaties van den verhuurder het bedrag kunnen worden gevonden, waar mede de totale som moet worden ver minderd. Het is niet uitgesloten, dat ook over het bedrag, waarop deze pres taties zijn te waardeeren, geschil zal rijzen. De eene partij zal nu eenmaal geneigd zijn deze aftrekposten" hoog aan te slaan, terwijl de ander ze lager zal waardeeren en dan is het leed voorloopig nog niet geleden. De bovengeschetste ontwikkeling brengt nu een maal mede, dat de huurprijs veelvuldig een aantal elementen bevat, die bij de bepaling der belastbare huurwaarde moeten worden geëlimineerd. En waar deze verteringsbelasting zich ter wille van de uniformiteit moet blijven rich ten naar den grondslag huurwaarde van de woon- of kantoorruimten mogen wij aannemen, dat deze analyse van de huursom in huurwaarde en belooning voor verdere voorzieningen voorloopig wel een bron van geschillen zal blijven. Rondom Jen wijnstok , on o om oen wi 'ET aanhalen van gezegden waarvan oorsprong HET aanhalen van beroemde gezegden waarvan men den niet kent wordt ondanks of misschien wel door Margadant's Citatenboek nog altijd druk bedreven, ook in de beste kringen. Daarom herinner ik u met vrijmoedig heid aan het Wijze woord, volgens het welk de journalistiek tot alles leidt, mits men er uit trekt. Dit gezegde moet al oud zijn, want de laatste beperking is uit den tijd. J. W. F. Werumeus Buning is met journalistiek en al in den wijn gegaan, en ik moet zeggen dat.hij er een goede beurt mee maakt. Rondom den wijnstok", dat zich aan dient als een tijdschrift met goede bedoelingen", is een uitgave der Fa. Wed. G. Oud Pzn. en Co. te Haar lem. Als deze haar wijn even goed verzorgt als Buning haar tijdschrift, is het dik in orde. Rs. Een polis der LEVENSVERZEKERING MY. ARNHEM is een waarborg voor het welzijn van Uw gezin. N.Ï.DEHMEMSCIE HYPOTHEEKBANK Directie: A. E. THIKRRY DB BYE DÓLLEMAN en Mr. A. E. C. DB GROOT VAN EMBDEN Hypotheken ? 36.934.972. Pandbrieven ? 37.026.400. Reserves. . . i.ioo.ooo. NVIZ ROTTERDAMSCHE HYPOTHEEKBANK l _ VOOR NEDERLAND N.V. DE HOLLAND8CHE VOORSCHOTBANK KRUISWEG 70 HAARLEM De Bank verstrekt voorschotten met een minimum van ?1000.-op billijke en wat de terugbetaling betreft gunstige voorwaarden, onder borgtocht of zake* lijke zekerheid. Een prospectus wordt op aanvraag gaarne toegezonden. DE U/ONINGETQGE VQNDE EYENKOPF OF UW GASTEN ZlCH BIJ U THUIS GEVOELEN HANGT GROOTENDEELS AF VAN DE SFEER IN UW HUIS. RAADPLEEGT ONS BU HET INRICHTEN. BEZOEKT EENS ONZE GEHEEL-VcRN EUWDE MEUBEL-AFDEELING MET AANSLUITENDE TAPIJTENEN GORDIJNEN-AFDEELING. VRAAGT FRANCO TOEZEN DING VAN ONZE FRAAIGEILLUSIREERDE CATALO GUS VOOR MODERNE WONING-INRICHTING COLBERT. COSTUMES Moderne Coupe TER OVERNAME AUBURN-8 Allweather 3 j. in zeer goeden f 1 C\C\ staat metpas gekotterden motor J J. v/v/»"" Te zien en tébevragen bij E. EKKER ~~ VEERE (Z.) ? ; < l ? l ?r ' \.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl