Historisch Archief 1877-1940
l 5
J
l
DE S.D.A.P. OVER DE DEMOCRATIE
en de corporatieve staatsgedachte
OP het Paaschcongres van de .'S.D.A.P.,
dat te Rotterdam gehouden werd, kwam
een resolutie in behandeling, die door het
partijbestuur was voorgesteld en door Mr. Dr.
G. van den Bergh werd toegelicht. Die motie, die
met overweldigende meerderheid van stemmen
' werd aangenomen, is daarom merkwaardig, om
dat de S.D.A.P. daarin uitdrukkelijk en in den
meest absoluten zin de dictatuur afwijst en zich
uitspreekt vóór de democratie.
Het is een gelukkige gedachte geweest de
verdediging van deze motie op te dragen aan
den Heer van den Bergh, omdat deze niet alleen
een hoogst bekwaam jurist is, maar omdat hij
bovendien nooit, zooals sommigen van zijn
partijgenooten, met de dictatuur heeft
gecoquetteerd. Dat heeft hij niet alleen niet met woorden
gedaan, maar hij is ook metterdaad voor de
handhaving van de democratie opgekomen.
De indertijd door de Federatie Amsterdam van
de S. D. A. P. aangenomen motie, die gericht
was tegen die socialistische leden van den ge
meenteraad van Amsterdam, die hun stem aan
een loonsverlaging van het gemeentepersoneel
hadden gegeven, hoewel diezelfde Federatie
moest erkennen, dat zulks niet behoefde in te
druischen tegen de socialistische beginselen, was
een even groote schande voor die Federatie, als
zij een eer was voor Mr. van den Bergh, die ten
gevolge van die motie zijn zetel in dien gemeente
raad moest ruimen.
In de op het jongste Paaschcongres aange
nomen motie verklaart de S.D.A.P. de demo
cratie te huldigen, niet alleen als methode in
haar strijd, maar ook als beginsel en als doel,
omdat slechts de democratie de waarborgen
biedt voor de geestelijke vrijheid, zoowel voor
de verschillende groepen des volks als voor den
enkeling; voor eerbiediging van de rechten der
minderheden en mitsdien voor rechtvaardige
behartiging van het algemeen belang.
Uitdrukkelijk en onomwonden wordt de
dictatuur afgewezen, als strijdig met de
menschelijke waardigheid, met de medeverant
woordelijkheid van elk individu voor het lot
van volk en menschheid en met ieders recht op
medezeggenschap; als vernietigend voor de
geestelijke waarden, die aan het leven hoogeren
zin en beteekenis geven en bovendien als een
bedreiging voor den vrede tusschen de volken.
De S.D.A.P. wijsteen corporatieve volksverte
genwoordiging af, aangezien het algemeen belang
niet mag worden opgevat als de som van bijzon
dere belangen en omdat een dergelij ke volksverte
genwoordiging niet de hoedster kan zijn van het
algemeen belang. Men zal zich herinneren, hoe
ik herhaaldelijk die gedachte heb uitgesproken.
MEUBELEN
V A N HOOG GEHALTE
DOCH LAAG IN PRIJS
&MDER
ZONEN
Wel is de S.D.A.P. bereid de corporatieve
staatsgedachte in dien zin te aanvaarden, dat
binnen het kader der parlementaire democratie
behoefte en ruimte is voor nieuwe organen,
waarin naast vertegenwoordigers van het alge
meen belang vertegenwoordigers van bijzondere
belangen worden opgenomen en waaraan een
taak kan worden opgedragen bij de voorberei
ding en bij uitvoering van maatregelen betreffen
de bijzondere belangen. Ik moet mij al zeer
bedriegen als dit niet letterlijk dezelfde woorden
zijn, waarin ik bijna vier jaar geleden in mijn
Delftsche intreerede het vraagstuk heb gefor
muleerd.
De S.D.A.P. zou de S.D.A.P. niet zijn,
wanneer zij niet bovendien de stelling zou uit
spreken, in dezelfde motie belichaamd, dat de
leiding van het economische leven in toenemen
de mate door de gemeenschap in handen zal
moeten worden genomen. Tegen dit deel van
de motie heb ik principieele bezwaren.
Deze motie beteekent dus opnieuw een zeer
duidelijk symptoom van de evolutie van de
S.D.A.P. van een revolutionnaire partij tot een
democratische hervormingspartij.
Kan men in dit opzicht, wat de S.D.A.P.
betreft, volkomen gerust zijn?
Het zal er van afhangen, of de S.D.A.P,.
mocht ooit weer een revolutie dreigen, of mocht
zij als regeeringspartij gedwongen worden deze
resolutie in practijk te brengen, al haar volge
lingen in de hand heeft.
Voor eenig wantrouwen in dit opzicht bestaat
nog altijd grond.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat
Prof. R. Kuyper, bijzonder hoogleeraar in de
marxistische leer dus een autoriteit par
excellence heeft geschreven, dat voor het
socialisme de democratie een middel is en geen
doel op zichzelf. Mocht blijken", zoo schreef
hij, dat op ondemocratische wijze het socia
lisme beter zou kunnen worden gediend, dan:
weg met de democratie."
In een Amsterdamsen proefschrift van 1933
van Dr. B. van den Tempel Jzn., zoon van het
bekende lid van de Tweede Kamer, wordt de
dictatuur allerminst afgewezen.
En mij persoonlijk staat nog helder voor oogen,
hoe ik nog maar even een jaar geleden in een
groote openbare vergadering te Amsterdam
een debat heb gevoerd met het lid van de
S.D.A.P. S. de Wolff over den klassenstrijd.
Tusschen het socialisme van den Heer de Wolff,
dat in deze overwegend door socialisten bezochte
vergadering met groote instemming werd be
groet en het communisme van Stalin vermocht
ik geen verschil te ontwaren. De Heer de Wolff
erkende, dat de S.D.A.P. evolueert naar de
democratie. Maar hij zag daarin een
conjunctüurverschijnsel, materie, waarin hij, naar alge
meen bekend is, een specialiteit is.
De eenige repliek, die ik in dit opzicht van
hem mocht ontvangen, was, dat ik een fascist
was. De boudheid van die bewering is niet groot
genoeg, om het gebrek aan argumenten van
hem, die haar bezigde, te verbergen.
Men moet dus de evolutie der S.D.A.P.,
die uit de motie van het Paaschcongres blijkt,
met groote vreugde begroeten, maar eenige
voorzichtigheid is geboden ten aanzien van de
vraag, of wij hier misschien nog slechts hebben
te maken met een conjunctuur verschijnsel.
A. C. JOSEPHUS JlTTA
fUuB J-DF nROFNF No.3072
iiiHiiiiimiiiiMiiiiiiHiiiMmiiiiiimn
S
s
s
s
Kerkelijke efficiency.
ER bestaat in de kerkelijke wereld m
laatste jaren een toenemende drant>
samenwerking op die gebieden, waar samen.1
werking niet door principieele -verschillen OQ.|
mogelijk is. De vrijzinnige kerkgenootschap
hebben zelfs een gemeenschappelijk leu
orgaan, de Centrale Commissie voor het Vri
zinnig-Protestantisme n de Nederlandscht]
Protestantenbond die uit individueele leden
| samengesteld. Wat ligt er dus meer voor
i hand, dan dat, nu er een vereeniging opgericht]
is van Vrijzinnig-Protestante onderwijzers
de bedoeling het godsdienstig element op
openbare school te versterken, de leiding daar-j
l van in overleg met een dezer beide o
| gevormd wordt?
| Maar neen, alsof het vak van ondervijz
| niet voor Remonstranten of Doopsgezind
| mogelijk was, lezen wij dat de Raad vat.
| vies van deze vereeniging door het hoofdbestuuj
~iiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiuiimniimmiiiimimimiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIIHIHIH*
veieeniging van Vrijzinnig-Hervormden zal
benoemd.
[0e v. il tot samenwerking en efficiency is er
god-dienstige organisaties wel, maar ook
si i milt de oude Adam der eigengereidheid.
nsat e troef.
kp den Hollander die Engelsche kranten |
1. est maakt het altijd een pijnlijken in- |
wanneer hij onder politieberichten en recht- |
re slagen namen en adressen van ver- |
en veroordeilden voluit leest. In Holland |
en wij voor deze soort ongezonde nieuws- i
righ idsbevrediging tot nog toe gespaard. |
[Nu t >ont de ,,groote" pers waarin zij klein i
zi: j door een foto af te drukken van vier |
usc ile diefjes, opgebracht door twee |
hen icurs. Is hun daad zoo slecht, dat zij
n >g gestraft moeten worden door deze =
jijk r openbaarheid, gelijk een boef aan het |
>ord ? |
HiiiHii.i'HimiiiMiuiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiimii tiuiitiiimmi
Frans Coenjfventig jaar
FRANS Coenen is nog niet zoo oud als BertuM* ' orden met de kudde-vorming. Bolland heeft
Shaw, maar hij wordt niettemin dezer datM Pr(tetlscfl uitgeroepen: Na mij zal het Nacht
zeventig jaar.
Van hem is te zeggen, hetgeen van weinigen
worden getuigd, die zijn leeftijd hebben bereikt:
geldt. Hij heeft een eigen plaats in het Nederlan
geestesleven, hij speelt mee. Geen generatie liep
omver Deze mensch, met zijn merkwaardig-]
vitaliteit, in den ouderdom, was al een oude, teen
jeugd om hem bruiste. Hij heeft de puberteit m
gekend, hij werd er niet door uitgeput, en d<i
waarschijnlijk heeft het proces van den teruggang
hem minder vat.
Ik zie er een Noodlotsvoltrekking in, dat hij
moest zijn, die, in zijn Studiën der Tachtiger Bi
ging" over dien laatsten opbloei der Renaissa,
precies dat gezegd heeft, wat er gezegd moest wordt,
De andere beschouwingen over den Nieuwen GiJ
die kwamen en zullen komen, zijn herhaling
breedsprakige commentaar.
Hij had zijn feiüooze diagnostiek niet A-unne
geven, indien hij aan de beweging van '80 zelf d*
had gehad. Coenen heeft nooit geloof d aan de
die het Holland in de vaart der volkeren h
opstootende' geslacht voor zijn opgetogen oogen aai
schouwde, maar de versombering, die den romuncit
Coenen, den auteur van Een Zwakke1', "
Levens", Zondagsrust" wordt toegeschreven, h
met de romantische versombering, waarin het A'e
landsch realisme tijdens den overgang der e<-u
een tijdlang verviel, niets uit te staan. Wie, biiv»
beeld, het tranen-doordrenkte werk van een schnj
als A. Aletrino naast de romans van Coenen
wordt getroffen door het verschil. Nimmer verdrv
bij Coenen zelfs de gevoeligste waarneming in
lyrisme. Wat Coenen in zijn scheppend proza ga ?g te lijf willen door liefelijke toespraken te
was geen elegie, maar enkel een conclusie. rndie *««''? Coenen vervult een onontbeerlijke taak. Hoe
menschen en dingen van hun wanen worden Iwriji <nS''- Hen qualiteit en oordeel nog stand houden tegen
dan zien wij ze armelijk en lijdend aan een smai *&i i dat komt aangemarcheerd? Wij hopen dat
telijke of potsierlijke onvolkomenheid. Dit is a w«' ten minste tachtig wordt, want weinigen
omdat wij zelf meestal de menschen en de dingt *"»«' als hij de ironie zonder barok, den inval
maar kunnen aanschouwen en construeeren achtt ^er potsierlijkheid en willekeur, de onderscheiding,
het kijkglas van den waan. Voor wie de gave A«"_2<V'z uitspreekt in besef van eigen grenzen.
ontvangen, menschheid en wereld los te maken va
.de metaphysische, d.i. de ideeën-verzakeljten*
zienswijze, voor hem worden de dingen dun en
menschen (waaronder hij zélf) armelijk, zi.li?
hun betrekkelijkheid. Als men Coenen een
of een versomberde noemt, deelt men hem in bij
romantiek. Terwijl deze schrijvers-verschijnir :,
de plaats en de waarde der romantiek weet te btpal
de tegengesteldheid van de romantische houding
tegenwoordigt.
'T'OCH is er iets van weemoed in Coenen g«
?* toen hij de beweging van '80 met
gistreerde. Hij wist dat al die hartverkwikkende o
wondenheid moest uitvloeien en verdwijnen,
dat de enkelen die overbleven op hun eenzame p
heel andere dingen zouden hebben te, bevechten
de Van Sorgens en de Jan ten Brinken, dat het
dien laten vleug van individualisme, welke i
beweging van '80 nog over Holtand kwam, ernst
'den <jver Europa", maar Coenen heeft de komende
?eig-ng der persoonlijkheid met een glimlach om
sp tsen baard beseft: m'n lieve menschen, hoe wil
and' >-s? Dit alles ligt in de natuur der dingen !
Ik h<:b er ten bepaalde behoefte aan om het op
mer's zeventigsten verjaardag te zeggen: deze
ur. die in het spreekkoor der openbare meening
Gei -t der Ontkenning wordt gevonnist, is.. .. de
ur die meer dan wij een van allen alles heeft
;va< -d. Wat doet men anders dan het leven
aan:rdc-t> wanneer men het poogt te begrijpen?
A JAT hij deel gehad had aan de Voorzegging
- dingen, die thans aan het gebeuren zijn, ten
t Carry van Bruggen, aan wier beteekenis hij
;g een studie te wijden, haar laatste werken
?eej bleef hij in kleine artikelen, hoofdzakelijk in
G'-iene, opstellen waarvan iedere zinswending
ironie te verstaan weet een genieting is,
in :» r bizonderen geest openbaren. En wederom
ht noodzakelijk misverstand tusschen hem en de
?igt<. die hem niet begrijpt, omdat hij haar begrijpt.
'm ' wmde hem revolutionair, ofschoon hij de
c n revolutionair essentieele daadwerkelijkheid
ist, \ 'ant Coenen staat te medelijdend tegenover de
mdheid om haar aan te vallen; hij houdt alleen
in s f egel voor hen gereed, om de rare grimassen te
ien, welke de menschen maken wanneer zij
doen. Hij is de trekker van de
onverbiddelijkconveguentie en daardoor zien wij bij Coenen de
'eren ook in hun onbarmhartigste folachlijkheid,
'ti sollen met het lijk van Generaal van
Heutsflat het dames zijn die op een afternoon-tea den
te
'an is er de mensch Coenen l Maar daarover
(/? k niet, die blijf t voor ons, zijn naaste vrienden,
lief hebben met een diepe genegenheid. 5^
P. H. RlTTER Jr.
DB OORLOG IN ABBESSYNIE heeft voor het aan
gevallen land een zeer ongunstigen keer ge
nomen. Dessié, het keizerlijk hoofdkwartier
schijnt thans bszeten de Italianen beweren zelfs in de
loop van de volgende week Addis Abeba (dat er 300
K.M. van verwijderd is) te zullen binnen trekken.
En dit is geenszins uitgesloten omdat de Abbesijnen
wel niet weer een slag in het open veld zullen leveren.
nadat hun twee of driemaal is kunnen blijken, dat
daar tegen het moderne wapentuig en bovenal tegen
de gifgassen niet te vechten is. De guerilla duurt
natuurlijk voort en kan de Italianen nog jaren lang
last genoeg bezorgen, onverschillig of er te Genève
besloten wordt den Negus in den steek te laten, dan
wel of man de sancties voortzet en versterkt. Toch
is het pleit, als de Italiaansche overwinningsreeks
op het laatste oogenblik niet onderbroken wordt,
in principe beslecht. Hoewel de economische sanc
ties als gevolg gehad hebben, dat de Italiaansche
in- en uitvoer met bijna de helft is teruggeloopen,
kunnen zij na een volledige nederlaag van Abessyni
niet meer baten, ook al versterkt men ze nog. En mi
litaire sancties of afsluiting van het Suezkanaal, wat
zelfs de Engelschen in het najaar uit vrees voor een
Middellandsche zeeoorlog (of erger!) in September
niet aangedurfd hsbbsn, zijn we nog veel minder
te wachten. *iW
De middelen die Italiëgebruikt heeft om dit
resultaat te breiken zijn even weerzinwekkend als
het feit van den verovenngsaanval zelf. De gifgassen
tegen een negerbavolking zonder gasmaskers, het
mosterdgas voor het eerst o zooveelste schoone
overwinning der techniek! uit vliegtuigen ge
sproeid, de bombardementen van onverdedigde steden
en vaa de ambulances dr. Van Schelven bracht
nog treffende bewijzen voor de opzettelijkheid
ervan aan het licht vormen te samen een vrijwel
volledige staalkaart der schendingen van het oor
logsrecht. Daarbij komen dan nog de onridderlijke
plagerijen als het verstoren van de radiorede van de
Keizerin op j.l. Dinsdagavond. Dit alles opent de
sombïrste perspectieven voor een eventueelen oorlog
tusschen meer gelijkwaardige tegenstanders in Europa
en bewijst ten volle het betoog der pacifisten, dat
alle krachten besteed moeten worden om oorlogen
te voorkómen, niet om ze te humaniseeren, daar
hij die in staat is het vredesrecht te schenden, geen
enkelen waarborg biedt, dat hij dit niet ook met het
oorlogsrscht zal doen.
DE VOLKENBOND, tot nog toe het betrouw
baarste apparaat ter voorkoming van oorlog,
beleeft echter op dit oogenblik zijn ernstigste
crisis sedert zijn oprichting in 1919: nl. door den
samenloop van twee rechtsinbreuken, en door het feit,
dat van de twee voornaamste groote mogendheden
in dien bond Engeland de Abessijnsche kwestie en
Frankrijk de schending van het verdrag van Locarno
verreweg het belangrijkste vindt. De pers van elk
van dezs beide grootmachtigen verwijt den ander
hevig zijn slapheid in de kwastie die hem het meest
ter harte gaat; voor den buitenstaander klinken deze
stemmen in gelijke mate hypocriet, omdat het
recht, .evenals de vrede, nu eenmaal ondeelbaar
is.
Engeland heeft misschien nog het meest gelijk,
omdat dit land met recht kan beweren, dat wanneer
er in September krachtiger was opgetreden, n de
Absssijnsche kwestie reeds in het nadeel van Itali
beslecht zou zijn, n Duitschland zich met dit voor
beeld voor oogen nog wel eens tweemaal bedacht
zou hebben alvorens een der sterkste vredesbarrières
van Europa te verbreken. Engeland, dat wil zeggen
Eden en achter hem de meerderheid der Engelsche
publieke opinie; maar in het kabinet en in de conser
vatieve partij heeft hij mat grooten tegenstand te
kampan gehad. . Nu wreekt zich déhalfslachtige
houding die de resultante was van de tegengestelde
stroomingen in de Engelsche regeeringskringen. En
nu de mislukking dreigt, loopt ook de Engelsche
regeering gevaar tusschen twee stoelen terecht te
komen. De buitenlandsche debatten in het Lagerhuis
vertoonen reeds het spook van een drievoudig
monsterverbond van isolationisten als Amery en
radicale pacifisten als Lansbury, wien de regeering
te vér, en strengere voorstanders, vooral der
Europeesche, collectieve veiligheid, als Austen Chamberlain
en de meeste liberale en labour-voormannen, wien
zij niet ver genoeg is gegaan. En de verdediging van
Baldwin en de zijoen is maar zwak.
Want de zelfde aarzelingen die Frankrijk t.o.z.
van Italiëvertoond heeft, vertoont Engeland t.o.z.
van Duitschland. In dit land heeft het besef van de
onrechtvaardigheden van het Verdrag van Versailles
de sterke nawerking, dat men geneigd is Duitsch
land veel te vergeven en men vergeet dat het huidige
bewind geheel andere oogmerken heeft dan dat van
een Stresemann. Engeland heeft nu bij de
bespresprekingen te Cenève in zooverre zijn zin gekregen,
dat aan Eden nog een volle maand tijd gelaten is,
om met Duitschland te onderhandelen alvorens
er over sancties tegen Duitschland gesproken wordt.
En als deze geen resultaten opleveren, zal Engeland
dan nog blijven tegenstribbelen? En zal daarmee
het stelsel van dezen Volkenbond ook voor Europa
gefaald hebben?
Veel zal er voor de beantwoording van deze vraag
afhangen van het lot van het kabinet-Baldwin en
van de Fransche verkiezingen, waarvan tot nog toe
alleen met waarschijnlijkheid is te zeggen, dat het
Volksfront de meerderheid zal krijgen en dat de
communisten groote winst zullen behalen.
IN SPANJE zijn de resultaten van de overwinning
die het Volksfront aldaar ten deel is gevallen
nog niet zeer merkbaar. Het eenig duidelijke is, dat
de nieuw gekozen Cortes alle moeite doet
alleenheerscher te worden in Spanje. President Zamora,
die gepoogd had een middenkoers te houden, en in
strijd met de grondwet het parlement meer dan
tweemaal had ontbonden, is door haar met een
afkeurend votum naar huis gezonden. En de ver
kiezing van een linkschen president, die nauwer bij
de huidige meerderheid in de Cortes aansluit, is te
verwachten. Zoo dreigt het gevaar van het ontbreken
van een tegenwicht en dus van een ,,dictatuur van het
parlement." En al is deze van alle dictaturen nog de
verdragelijkste, het blijft een dictatuur met de ge
varen van dien. Gevaren die extra groot zijn omdat
een krachtige regeering noodig is, die zoowel te
kampen heeft met relletjes en provocaties van
rechtsche groepen als met een financieele boycot
der Spaansclie bankwereld, als mét de noodzaak
van zeer ingrijpende en technisch zeer moeilijke
agrarische hervormingen; een hervorming die zeer
dringend is omdat de boerenbevolking reeds hier
en daar het grootgrondbezit op revolutionaire wijze
onteigent. De toestand is zoo gespannen dat de
regeering-Azafia de gemeenteraadsverkiezingen tot
rustiger datum heeft uitgesteld. Maar die is bij de
huidige scherpe verdeeldheid nauwelijks in het
zicht.
IN BELGIË, waar het parlement gedurende negen
maanden zijn macht uit handen had gegeven
aan de ,,volrnachten"-regeering van Paul van Zee
land, is deze periode thans ten einde geloopen. De
rekenschap, die de regeering thans van het door haar
gevoerde beleid heeft afgelegd in een uitgebreid
document, heeft in de Belgische Kamer een zeer
welwillend onthaal gevonden en dat is niet zoo'n
wonder; deze regeering mag op belangrijke resul
taten bogen: de werkloosheid is tot de helft
gein.
GROOTE LEICA FOTO-EXPOSITIE
VAN 18 APRIL TOT EN MET 7 MEI 1936 IN DE ZALEN VAN
ARTI ET AMICITIAE" ROKIN 112 -AMSTERDAM c. TOEGANG VRIJ
Meer dan 1OO prachtige Leica-opnamen van Dr. Paul Wolft en Alfred Person
K pos itie Is geopend; 18 April van 15.3O tot 21.30 uur. Verder dagelijks van 10 tot 18 uur. Bovendien Dinsdags en Zaterdags van
19 tot 21.3O uur
ElC A-voordracht op 29 April 20.18 in Bellevue, Marnixstraat 4OO. Introducties verkrijgbaar bij den Fotohandel
PAG. 3 DE GROENE No 3072
m