De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 8 mei pagina 2

8 mei 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Ons Jubileumgeschenk Bij den zestigsten verjaardag van De' Groene EEN Januari van dit jaar zijn wij onzen zestigsten jaargang ingegaan en wij hebben ons diamanten feest reeds ingeluid, door artikelen en platen (van Braakensiek natuurlijk!) uit onze vóóroorlogsche jaargangen over te nemen. Zooals men elders op deze bladzijde ziet is hierenboven nog een jubileumnummer van ons blad in voorbereiding waarmee wij onzen verjaardag waar dig willen vieren. Maar gezien de toezeggingen van hooggeachte zijde, die wij reeds voor dit nummer kregen, zal dit minstens evenzeer een bundel gelukwenschen aan ons zijn, als een geschenk van ons aan onze lezers. Daarom hebben wij naast dit jubileumnummer gezocht naar een geschenk aan het Nederlandsche volk in al zijn lagen en niet alleen tot onze qualitatief belangrijken maar in verhouding tot de vier millioen volwassen Nederlanders toch altijd betrek kelijk kleinen lezerskring. Bovendien zochten wij naar een geschenk, dat in overeenstemming zou zijn met de traditie van zestig jaren, die ons weekblad op staatkundig terrein achter zich heeft: en wel van onafhankelijkheid, redelijkheid, gerechtigheid en bovenal van een streven naar klaarheid en waar achtigheid. En al moeten er soms belemmeringen worden weggebroken, alvorens er met het eigenlijke bouwen kan worden begonnen, ons blad streefde er steeds naar in deze lijn opbouwend werkzaam te zijn. Het is de beperking van de pers, dat zij niet zelf kan uitvoeren wat zij aanraadt, en niet zelf beter kan doen, wat zij critiseert. Maar wat zij wel kan doen, is het inventariseeren van de mogelijk heden en weerstanden; het aandragen van bouwsteenen, waarmee de bouwlieden moeten werken; en het wekken van begrip voor het geprojecteerde bouwwerk in zijn geheel bij de werkers die slechts aan een onderdeeltje arbeiden en daardoor hen opvoeden tot een betere wijze van samenwerken. Het was in deze lijn, dat wij zochten. De groei van een grootsch plan 7OO rijpte en groeide langzamerhand een grootsch plan. Het begon met een imitatie: met bewondering hadden wij den arbeid van de Engelsche Peace Ballot aanschouwd. Men herinnert zich deze grootsche poging om van het Engelsche volk een uitspraak te verkrijgen over Vredes- en Volkenbondsvraagstukken, waarvoor een half mil lioen vrijwilligers de menschen bezocht en n mil lioen (bijna de helft van het geheele kiezerscorps) zich uitsprak met overweldigende getallen: 97 % voor het Volkenbondslidmaatschap, 92 £ % voor algemeene ontwapening, 94 % voor afschaffing der particuliere wapenindustrie, hetzelfde percen tage voor economische en 74^ % voor militaire sancties. En dit alles had vermoedelijk groote gevolgen: vrij zeker bekeerde het de Engelsche regeering tot het zenden van troepen naar de Saarstemming; vermoedelijk droeg het bij tot de vervanging van Si r John Simon door Si r Samuel Hoare als minister van buitenlandsche zaken en evenzeer tot het massale verzet tegen diens plan met Laval, tot belooning van Italiëmet een groot stuk Abessynië. En zeker is het hierdoor ook niet aan Engeland te wijten, dat Italiëniet voldoende gedwarsboomd is bij zijn verovering van Abessynië. Er rees bij onze redactie de vraag; kunnen wij in dezelfde richting ook in Nederland niet iets ondernemen? Het eerste bezwaar MAAR tegelijk met deze gedachten kwamen ook de bezwaren: als Engeland, als de open bare meening daar zich op een duidelijke wijze Thans ?4.60 per II. uitspreekt over de buitenlandsche politiek, heeft dat via het Parlement een rechtstreekschen invloed op den Volkenbond. Aan de vredelievendheid van ons land wordt echter nergens getwijfeld en de poging om hier een uitspraak in deze richting uit te lokken kan niet de animo wekken van een arbeid, welke, afgezien van het risico van mislukking onmid dellijke uitwerking belooft. Dit mocht voor ons geen reden zijn, het heele plan te laten vallen: Nederland heeft een goeden naam in Genève en in het geestelijk verkeer der volkeren; en een moedig, constructief, onbaat zuchtig en reëel plan van onzen kant zou minstens evenveel gehoor vinden als een plan van n der groote mogendheden, dat altijd angst voor bijge dachten wekt. En als onze regeering zich in dezen door een vaste publieke opinie gedragen wist, zou dit haar kunnen steunen wanneer zij een moedigen stap in deze richting wilde ondernemen. Maar ook dan zou de uitkomst nog zeer ongewis zijn. Daarom scheen het ons noodig, dat naast een uitspraak over internationale vragen ook de vragen in het geding werden gebracht die ons eigen volk voortdurend bezighouden, zonder dat men weet hoe de getalsverhouding is tusschen de voor standers der verschillende oplossingsmogelijkheden. Deze komt namelijk niet steeds tot uiting in onze politieke partijschakeeringen. Een stem bij de komende verkiezingen op de R.K. Staatspartij zegt bij voorbeeld niet of deze kiezer met Colijn de aanpassingspolitiek nastreeft of dat hij hoopt, dat zijn partij met de S. D. A. P. samen in de richting van het Plan van den Arbeid zal werken. Een stem op Nationaal Herstel zegt nog niet dat men het parlementaire stelsel over boord wil gooien. De kiezer van een der groote Christelijke partijen kan evengoed enthousiast voorstander als scepticus zijn t. a. z. van den Volkenbond. Onze partij-indeeling was zinvol in den tijd van den schoolstrijd wat de onderscheiding rechts-links n in den strijd om het algemeen kiesrecht wat de scha keeringen der linkerzijde betreft. Maar thans hebben wij geen enkele garantie voor duidelijkheid aangaande de verhoudingen bij de werkelijk belangrijke vragen, als wij de op de diverse partijen uitgebrachte stemcijfers nagaan. In het zicht van de verkiezingen van 1937 zou een dergelijke uitspraak wel degelijk effect kunnen hebben, zoowel wat betreft de toenadering van partijen, die geen wezenlijke actueele strijdpunten meer hebben als wat betreft een tijdige openhartig heid omtrent de werkelijke strijdvragen. Wij beslo ten dus ook in een aantal vragen de binnenlandsche politiek te behandelen. Het tweede bezwaar HET tweede bezwaar was ernstiger: aan het Engelsche voorbeeld was te zien dat men niet zóó maar een organisatie uit den grond stampt die millioenen beweegt om zich over politieke vragen uit te spreken. Te minder zou dit mogelijk zijn voor een blad, dat geen vereeniging of eigen georganiseerde groep achter zich heeft. Wij moesten dus een selec tie maken die de deelnemers van honderdduizenden tot tienduizenden beperkte- Hoe zou dit billijk te doen zijn? Een logische oplossing kwam na rijpe over^ weging tot stand: verreweg de meeste menschen laten zich bij hun politieke keuze leiden en voor lichten door personen die hun vertrouwen hebben. Wanneer wij onze vragen aan deze personen voorlegden, zouden wij met vrij groote zekerheid kunnen bepalen hoe het geheele volk daarover dacht. Een ingenieus stelsel, dat U hiernaast nader uitgewerkt vindt werd ontworpen om deze personen te vinden: intellectueelen, vakbondsen verenigingsbesturen, het hoogere en lagere kader der politieke partijen en groepen. Het totaal van de kiezers", die een referendum stembiljet toegezonden krijgen zal ruim honderdvijftigduizend bedragen, waaronder menschelijkerwijs gesproken alle vallen, die bijdragen tot het vormen van de gedachten op politiek gebied. De referendum-commissie ["MT alles zou echter nooit tot stand gekomen "^ zijn wanneer wij niet een ReferendumCommissie bereid gevonden hadden, om de uit werking van en de verantwoordelijkheid voor dit plan van ons over te nemen. Bij de samenstelling daarvan was uitgezien naar de beste deskundigen op het gebied van statistiek en verkiezingstechniek, Consultati*ferendum Peiling der openbare meening y^.RY'C.E' uang* zijn beroemde boek l-< Modern Democracies" aan mei ..f i J onderscheiding van de bestaande <, cratieën in drie groepen: dédemocratieër, worden gekarakteriseerd door een gekozen pr( dent, door een parlementair stelsel en door referendum. De Zwitsersche handboeken staatsrecht plegen de verschillende bestuur] vormen, die in de Zwitsersche kantons en het bondgenootschap zelf bestaan en die alle naam van democratie verdienen, te onderschei-I» in de zuivere democratie, aanwezig in die enkè, kantons, waar van tijd tot tijd de geheele volwa, mannelijke bevolking op een marktplaats bij* komt ten einde rechtstreeks zelf de wetten van stellen en de ambtenaren aan te wijzen, ei beide andere vormen van wat dan een onzuii democratie moet heeten: het vertegenwoordig stelsel en het referendum. Door middel van een referendum regeer volk zich zelf; wel is waar niet rechtstreeks, het beslist toch in allerhoogste ressort omtret reeds door regeering en volksvertegenwoordi\ aanvaarde ontwerpen van wet of over n ringsbesluiten. Iets dat op een referendum lijkt, dat nie' zelfde is, maar toch een rechtstreeksch berovp het volk, kent ons staatsrecht in de ontbinfa van de Staten-Generaal in geval van coifl tusschen regeering en volksvertegenwoordiging in het geval van grondwetsherziening. In gevallen beslist het volk niet rechtstreeks, spreekt het slechts een oordeel uit over zijn ; vertegenwoordigers. En somtijds herkiest de-A groep kiezers tegelijkertijd twee volksvertegen i, SnillIllMIlllMIUIMMIIHIHIMnilMIMIIUMIIIIIIHIIIIUII UUUUIIIIIIUIIIIIIH en op dat van staatkundige formuleering en vereenigingsleven. Daarbij werd tevens zcrf dragen, dat de vier hoofdstroomingen in om alle vertegenwoordigd waren. Het was deze commissie, die de vragen k« welke het meest geschikt waren om thans aan s volk voor te leggen en deze op de juiste wijze l formuleeren. Het resultaat daarvan vindt U het artikel van haar secretaris, den heer A. Brouwer. Het was ook de commissie, die de ji' normen en definities uitdacht voor het s.ir stellen van de ,,kiezerslijst" en het was haar >ec taris, die met enkele helpers den ontzaglijken artó| verzette van in korten tijd alle personen en groept te bereiken en te overtuigen, welker steun voer' slagen van het plan onontbeerlijk was. Vele tientallen organisaties hebben n.l. medewerking toegezegd tot het verschaffen adressen en een deel daarvan zelfs tot het zenden van het a.s. Zaterdag verschijnende Kt rendumnummer. De genoemde hulp heeft het mogelijk gem; dat ons plan nu werkelijkheid gaat worden. hen allen reeds thans onze hartelijke dank. Zij tot het antwoorden op dit referendum worden i genoodigd zijn ook in de gelegenheid hun dat baarheid te toonen: nl. door een hoog percenU ingevulde biljetten. Ook onze vreugde waarmee wij dit geschenk bieden zal tot dankbaarheid groeien, wanneer een machtig getal antwoorden blijkt, dat on jubileumgave door het Nederlandsche vo!k gewaardeerd. De redactie van DE GROENE AMSTERDAMM Zakelijke mededeelingen D E oplaag van het Referendumnummer?ven de 150.000 exemplaren heeft het noodza lijk gemaakt dat De Groene de voig< week in een eenigszms andere gedaante verse* dan gewoonlijk. Het formaat zal kleiner omvang 48 bladzijden; een aantal der rubrieken zal moeten vervallen. Het nummer waarin de uitslag vanhetRefe' dum bekend zal worden gemaakt hopen wij i»! tweede helft van Juni te laten verschijnen. ' wordt dan het Jubileumnummer, waarin het zest jarig bestaan van De Groene op gepaste wijze, worden herdacht. Dit nummer zal verschiji onder de auspiciën van een Eerecomité. Het ic» merkend voor de plaats die De Groene in het Ne< landsche geestesleven inneemt en gedurende " trs, die in verschillenden zin gestemd hebben. [Zou het wenschelijk zijn hier te lande door tring van een referendum de burgerij een iter rechtstreeksch aandeel te geven in wetgeving bestuur? Hiet te lande wordt dat in het bij ier van radicale zijde aanbevolen. In Frankrijk ten conservatieve staatslieden als Tardieu dat ilet aan, ten einde daardoor een controle te tppen op het gedrag der volksvertegenwoors. In Duitschland is sinds de laatste revolutie referendum een ieder jaar terugkeerende nirtenis. Ik persoonlijk verwacht meer kwaad dan goed [ Je invoering van een beslissend referendum 'te lande. De waarde van een volksvertegenwoorru ? steekt hierin, dat ieder lid daarvan de rar (woordelijkheid moet dragen voor de conse?ies van zijn daden. Een meerderheid, die een >ing heeft laten vallen, moet toonen, dat zij fater kan. Die verantwoordelijkheid ontbreekt bij een refeidi.m. Een referendum kan op hetzelfde oogen|t/c besluiten tot kostbare uitgaven en tevens de iastingen verwerpen, die daartoe noodzakelijk \jn. Ik zou niet gaarne beslissingen omtrent bestir^en en omtrent onze landsverdediging aan een jertidum onderwerpen. \He.>l iets anders is een consultatief referendum, h de Groene thans op beperkte schaal onderit. Het is slechts een poging om de publieke instelling voor gewichtige en actueele vraagn te wekken en de publieke opinie te polsen. il i; een zeer nuttige poging tot het kweeken van Ie mentaliteit, die voor een gezonde democratie is. A. C. JOSEPHUS JlTTA heeft ingenomen, dat vooraanstaande land den uit velerlei kring en van velerlei richting i b-reid hebben verklaard hierin zitting te nemen. een der laatste openbare daden van den beird -n Dr. Wibaut is geweest tot dit comitétoe [treeën, is een weemoedige gedachte. [Het Eerecomitébestaat uit de navolgende personen: H. COLIJN, Minister van Koloniën en Minister yan Defensie a. i. P J. OUD, Minister van Financiën OF. DR. J. R. SLOTEMAKER DE BRUÏNE, Miniser /an Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen .W. DE VLUGT, burgemeester van Amsterdam OF. MR. P. J. M. AALBERSE, Minister van Staat J. W. ALBARDA, lid v. d. Tweede Kamer F. MR. A. ANEMA, lid v. d. Eerste Kamer |VR. LIZZY ANSINGH, kunstschilderes |-',BF SDENIS v. BERLEKOM te Middelburg BOEKMAN, wethouder van Amsterdam MHNNO TER BRAAK, letterkundige K. I RAAKENSIEK OF. DR. H. BRUGMANS D CRENA DE IONG, dir. Nederlandsche Han~ i aatschappij | H. CRONE, voorzitter v. d. Kamer van Koopidel en Fabrieken te Amsterdam | VAN DUINKERKEN, letterkundige MR. D. J. DE GEER, Minister van Staat GELDERMAN, voorz. Vereeniging van Werk ER HAAR j R., oud-wethouder van Amsterdam IA:JS, voorzitter v. d. Ned. Journalistenkring F. DR. J. A. VAN HAMEL J- MR. C. F. KATZ, lid v. d. Tweede Kamer \>f- I>R. G. W. KERNRAMP L- G, KORTENHORST, lid v. d. Tweede Kamer o KROP, beeldhouwer G. C. J. D. KROPMAN, wethouder van erdam f W H. VAN LEEUWEN, pres.-dir. der Ned. en Spiritusfabrieken F. E. POSTHUMA, oud-minister van LandHandel en Nijverheid TOP VAN RHIJN-NAEFF, letterkundige 01 AND HOLST, letterkundige *? MR. F. G. SCHELTEMA J)< VAN SCHENDEL, letterkundige SL-JYTERS, kunstschilder L- J. A. TRIP, president van de Nederland? 3ank MR. J. A. VERAART, L. E. VISSER, vice-president van den ogen Raad J- A. DE VISSER, procureur-generaal bij het *reehtshof te Arnhem [W- C. WENDELAAR, lid v. d. Tweede Kamer " M. WIBAUT (f) Vrede, Welvaart, Staatsorde De inhoud van ons referendum HET is van zeer groot belang, wanneer een in zicht gekregen kan worden in de meening van het Nederlandsche volk, omtrent de belang rijkste maatschappelijke en politieke vragen van dit oogenblik. Er is n.m. binnen het Nederlandsche volk een steeds sterkere strooming merkbaar, die met behoud van de historisch geworden en ook noodzakelijke verschillen van levensovertuiging er naar streeft saamhoorigheid ook op maatschappe lijk en politiek gebied te bereiken en te demonstreeren. In welke richting beweegt zich dit ont waakte streven ? Hoe denkt men het beste deze saamhoorigheid in de praktijk van het maatschappe lijk leven te kunnen verwerkelijken ? Ziedaar de vraag waarop een consultatief referendum een antwoord kan geven. Ziedaar ook de vraag die door slaggevend is geweest voor den inhoud van dit referen dum. Wil men deze vraag beantwoorden, dan moet een inzicht verkregen worden in minstens een viertal vraagstukken,respectievelijk betrekking hebbende op: a. den maatschappijvorm b. den staatsvorm c. de vérhouding tot den Volkenbond d. de verhouding tusschen Nederland en Indië. Natuurlijk zou men ook nog andere vragen kunnen stellen. B.v. die van de verhouding van Kerk en Staat, van aard en oorsprong van ons volk als ras, die van de monetaire politiek. Maar het vraagstuk van de verhouding van Kerk en Staat is bij ons niet actueel. Wij leven in een vrij land, waarin de kerk zijn beweegruimte heeft. Het rassenvraagstuk is van formeelen aard, slechts die vragen die betrekking hebben op recht en gerechtigheid zijn van principieele beteekenis. De monetaire politiek is niet te beoordeelen door den leek. Zoo kan men in groote lijnen met bovenvermelde vier groepen vraag stukken volstaan. Nu zijn er binnen alle vier genoemde groepen vraagstukken verschillende opvattingen mogelijk. Zoowel voor de begrenzing van de vier hoofd groepen van de vragen zelf als voor de formuleering van de oplossingen binnen deze hoofdgroepen, heeft zich een commissie samengesteld bestaande uit de volgende personen: Mr. Dr. G. van den Bergh, oud-lid 2e Kamer. Dr. A. J. M. Cornelissen, Bibliothecaris a.d. R.K. Universiteit. Dr. Ph. J. Idenburg, Centr. Bur. v. Statistiek. Mej. Mr. C. Fr. Katz, Pres. Nat. Vrouwenraad. Mr. Dr. J. H. van Zanten, Dir. Gem. Bur. v. Sta tistiek te Amsterdam (Voorzitter). A. M. Brouwer, Oud-Voorzitter Volkseenheid-" conferenties (Secretaris). Deze commissie omvat de 4 hoofdstroomingen van de Nederlandsche bevolking: de Vrijzinnigen, de Orthodox Protestanten, de Katholieken en de Socia listen. Tevens heeft een vooraanstaande vrouw er in plaatsgenomen. Overigens is zij niet van politieke maar van wetenschappelijke samenstelling. Behalve het formuleeren van de hoofdgroepen en de formuleering van de oplossingen binnen deze hoofdgroepen, heeft de commissie schrijvers gezocht die de verschillende standpunten zullen toelichten. De formuleering van de vragen is nu. als volgt vastgesteld; de namen van de schrijvers die ze toe lichten zijn er tusschen haakjes achter geplaatst. Groep I. Zijt gij wat de maatschappelijke orde betreft .voorstander van: i. vrije werking, van sociale en economische krachten ? (Mej. Dr. E.C. van Dorp) ; 2. opbouw van de maatschappij in solidaristischen zin? (Prof. Dr. J. B. Kors en Mr. G. E. v. Walsum); 3. opbouw van een vrije volksgemeenschap op socialistischen grondslag? (Dr. Ir. Th. v. d. Waerden); 4. overwinning in communistischen zin der klasse tegenstellingen? (Mr. A. S. de Leeuw en P. J. Schmidt). Groep IL Zijt gij wat den regeeringsvorm betreft voor stander van: . i. parlementairen regeeringsvorm? (Dr. J. Note boom en Ir. J. W. Albarda); 2. autoritairen regeeringsvorm? (het betreffende punt uit het programma van de N.S.B, (leider Ir. A. A. Mussert). Groep III. Zijt gij wat de buitenlandsche politiek betreft, een voorstander van: i. actieve nationaliteitspolitiek met een zoo sterk mo- ' gelijke bewapening ? (Mr. Dr. W. M. Westerman); 2. traditioneele neutraliteitspolitiek met de daar toe noodzakelijke bewapening? (Mr. F. Pollema); 3. volkenbondspolitiek met een eigen weermacht gebaseerd op het beginsel der collectieve veilig heid? (Mevr. C. A. Kluyver); 4. volkenbondspolitiek met geen andere militaire voorbereiding dan een bijdrage voor een volkenbondsweermacht? (Prof. Dr. D. v. Embden); 5. volkenbondspolitiek zonder eenige militaire voorbereiding? (Ds. J. J. Buskes). Groep IV. Zijt gij ten aanzien van Nederlandsch-Indiëvoor stander van: i. een politiek, waarbij aan het Nederlandsch belang een zelfstandige waarde wordt toegekend ? (Mr. Dr. H. H. A. van Gybland Oosterhoff); 2. een politiek, welker doelstelling en inhoud gericht worden op de behoeften en belangen van Indiëzelf ? (Mr. F. M. baron van Asbeck); 3. een politiek ,,Indiëlos van Holland nu"? (H. J. F. M. Sneevliet). Het aantal oplossingen is zoo gekozen, dat alleen een beslissing omtrent hoofdlijnen wordt gevraagd. Een nadere detailleering ware te onoverzichtelijk. Behalve de beantwoording van de vragen is het heel interessant iets te weten over woonplaats, beroep, geslacht, opleiding, leeftijd, kerkgenootschap en politieke richting van de deelnemers. In verband met de beantwoording van de vragen omtrent maatschappelijke en politieke overtuiging kunnen hieruit zeer interessante gegevens gedistilleerd worden. Daar de naam niet gevraagd wordt is de stemming onvoorwaardelijk geheim. ZOO wordt aan alle deelnemers een brochure toegestuurd waarin zich de verschillende vragen en de verdediging van de standpunten, benevens een stembiljet bevinden. Zoowel de betrekkelijke kost baarheid als ook de min of meer ingewikkelde vraagstelling maakte het onmogelijk dit geschrift aan alle Nederlandsche mannen en vrouwen toe te zenden. De Commissie heeft daarom een groep van Nederlandsche mannen en vrouwen uitgezocht die geacht kunnen worden representatief te zijn voor het geheele volk; n.m. diegenen die geacht kunnen worden actief bij te dragen tot de gedachtenvorming van het Nederlandsche volk. Na lang wikken en wegen verstond zij daaronder: A. De academisch gevormden en die men daarmee tot op zekere hoogte gelijk kan stellen. B. Het kader van de vakorganisaties van de boeren bonden, de middenstandsbonden, de grootere vrouwenverenigingen (ongeveer 6 pCt. van het aantal leden). Terwijl bij deze groep tevens ondergebracht werden de grootere werkgevers. C. Het kader van de politieke partijen. Bij deze partijen werd als verhouding onderling de ver houding van het aantal zetels bij de laatste ver kiezingen voor de Provinciale Staten aangenomen. De verhouding van groep A tot B en C samen werd gebracht op i: 2. Terwijl eveneens er voor ge zorgd werd dat de verhouding R.K.?niet Katho liek i: 2 werd. Het eindgetal van de bereikte mannen en vrouwen is bij elkaar 150.000. Natuurlijk zullen er ook buiten deze 150.000 nog mannen en vrouwen zijn die geacht kunnen worden actief bij te dragen tot de gedachtenvorming van het Neder landsche volk. Maar niet alle Nederlanders zijn georganiseerd en ook zijn wellicht nog groepen overgeslagen. Men neme indien men, in aanmer king komend, geen geschrift ontvangt den goeden wil voor de daad. Zijn de 150.000 geschriften met stembiljet een maal verstuurd, dan wordt binnen 14 dagen ant woord verwacht. De telling van de stemmen ge schiedt onder de directe leiding van de statistici uit de commissie en de uitslag wordt het eerst gepubli ceerd in het Jublileumnummer van de Groene Am sterdammer. De commissie zal waarschijnlijk ook bevoegden buiten eigen college verzoeken beschou wingen over den uitslag te geven. Uit de groote medewerking die de commissie ont ving uit alle standen, kringen, confessies en poli tieke richtingen van ons volk, kan blijken dat het Nederlandsche volk deze poging om duidelijk heid en saamhoorigheid op politiek en maatschap pelijk gebied naderbij te brengen zeer waardeert. Moge ook de enkeling, man of vrouw die dit ge schrift toegestuurd krijgt, blijk geven van evenveel belangstelling en ons het stembiljet zoo volledig mogelijk ingevuld binnen den daartoe bestemden tijd terugzenden! ANTON M. BROUWER, S eer. Referendum-commissie t l PAG. l DE GROENE No/3075 PAG. 3 DE GROENE Ne. 3075

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl