De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 8 mei pagina 4

8 mei 1936 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

In een buitenwijk van Tel Aviv. Geen orkonen Arabieren hebben hier gewoed! ARABISCHE ONLUSTEN IN PALESTINA Probleem van verreikende beteekenis DE dagbladen hebben ons in de laatste weken rijkelijk van berichten uit Palestina voor zien- Er was weer ernstige gisting onder de Arabieren, die zich richtte tegen den door de Zionis ten ondernomen opbouw van het Joodsch Nationaal Tehuis. Er zijn een twintigtal Joden vermoord en vele gewond. Er zijn wat akkers en boomgaarden afgebrand en een aantal huizen in brand gestoken. De Arabieren hebben een stakingsparool uitgegeven, dat zij het niet algemeen toch over het geheele land opgevolgd is. Het is dwaasheid de ernst van dit alles te onder schatten. Er is een sterke Arabische beweging, die trouwens niet tot Palestina beperkt blijft. Dat geeft te denken. Syriëheeft kortgeleden zijn Arabi sche opstanden gekend. En toch is daar van een Joodsche immigratie laat staan van een Joodsch Nationaal Tehuis geen sprake. In Egypte is het ook verre van rustig geweest. En toch hadden de Joden hun oog op dat land niet gevestigd. Komt het verzet in Palestina dus wel voort uit den Joodschen opbouw, gaat het in werkelijkheid daar tegen? Of is dat alleen voorwendsel, vormt het meer dan agitatiemateriaal de leuze, die geschikt is om aangeheven te worden ter bereiking van doel einden, die veel verder liggen, dan het ondermijnen en beletten van den Joodschen opbouw? Dat is natuurlijk de belangrijke vraag. Moet aan het Arabische verzet worden toegegeven? Zoo ja, dan is de laatste conclusie, dat Engeland Palestina te verlaten heeft en het mandaat moet opgeven! Daarvan is echter in velden of wegen geen sprake. Thans na den Italiaansch-Abessynischen oorlog, en vooral na den afloop daarvan, minder dan ooit. Het strategische belang van Pales tina voor den Mandataris is overduidelijk gebleken. Met het mandaat echter is de Balfour-verklaring en zijn de toezeggingen, den Joden gedaan, ten nauwste verbonden. Zij vormen er een onderdeel van. En waar Engeland blijft, blijven ook de aanspraken der Joden en de verplichtingen van den Mandataris jegens de Joden, bestaan. Het mandaat is door Engeland verkregen, maar de Joden hebben het betaald. Er is om interpretatie van het mandaat en van de taak van den Mandataris gevraagd. Men zou zoo zeggen, aan interpretaties heeft het niet ont broken, noch aan interpretaties van interpretaties. De Mandataris is er, volgens het artikel 2 van het mandaat voor verantwoordelijk, dat het land onder zulke politieke, administratieve en economi sche voorwaarden wordt geplaatst, dat de oprich ting van het Joodsch Nationaal Tehuis, gelijk in de preambule bedoeld, verzekerd zij. Het Bestuur champagne kruq brui que (l c T i nesse/ van Palestina moet, volgens artikel 6, mits de rechten en de positie van andere deelen der bevol king niet geschaad worden, de Joodsche immigratie onder de daartoe geschikte voorwaarden verge makkelijken, en in samenwerking met de Jewish Agency, als vertegenwoordiging van het Joodsche volk, een gesloten kolonisatie van Joden op het land, met inbegrip van de niet voor publieke doel einden benoodigde staatslanderijen en braak liggende gronden, bevorderen. De Mandataris moet den eersten stap nog doen om iets van dat alles te bevorderen. Hij heeft zich tot nogtoe tot een, niet eens altijd erg vriendelijke, passiviteit bepaald, Bevorderd" heeft hij aan het Joodsch Nationaal Tehuis zoo goed als niets. Pat heeft een objectievere instantie dan de Jewish Agency geconstateerd, te weten de Mandaats commissie van den Volkenbond, tot voor kort onder presidium van den diep betreurden Nederlander Van Rees. Dit zij vooropgesteld, als er van inter pretatie" gesproken wordt. DE politiek die de Joden in Palestina tegenover de Arabieren volgen is in het algemeen er eene van economische overtuiging. Dat is zeker de beste politiek, die zij kunnen voeren, in het bijzonder als men waarde hecht aan ethische rechtvaardiging. De Joden gaan er prat op, dat hun kolonisatie den Arabier slechts voordeelen brengt. Daar is duizend malen op gewezen, en het is met overtuigende bewijzen gestaafd. De Arabische onlusten spruiten dan ook niet voort uit economische verbittering jegens de Joden. Er vallen zelfs merkwaardige symptomen van het tegendeel te registreeren. De geproclameerde staking heeft zich wel over het geheele land uitgebreid, maar de Arabieren, die in de Joodsche kolonies werken, namen er geen deel aan. De havenarbeiders in Haifa evenmin. Arabische handelaren in jaffa hebben den district commissaris verzocht den vrede te herstellen, omdat de onlusten hun f inancieele nadeelen brengen. In verschillende deelen van het land hebben Arabische boeren bezoeken gebracht in de Joodsche kolonies en hun leedwezen over de onlusten uitge drukt. Tal van Joden hebben bij Arabische zakenvrienden en notabelen bescherming gevonden. De Arabische bootslui in Jaffa hebben hun Joodsche collega's en Joodsche havenwerkèrs naar Tel-Aviv geroeid en in veiligheid gebracht. Dat alles is niet mogelijk, als er een economische verbittering heersenen zou. Hiermede is men er echter niet. De welvaart, die de Joden in het land brengen, maakt de Ara bieren sterker. De opheffing van het levenspeil, economisch en cultureel, voedt ook de Arabische nationale krachten. TOT nog toe zijn deze krachten echter slechts in dienst gesteld van een uitsluitend negatief en agressief program. De Arabische nationale beweging in Palestina heeft het niet verstaan het land tot PAG. 6 DE GROENE No 3075 ontwikkeling te brengen of socialen vooruitgang te bevorderen. Zij beperkte zich voorshands tot het voeren van een destructieve geweldpolitiek. Nu zijn er altijd menschen, op wie geweld bijzonderen indruk maakt, en voor wie dat geweld op zich zelf al een soort rechtvaardiging vormt voor de nationale beweging, welke dit toepast. Dat is zoo de politieke mode van den dag. Maar daarom nog verre van aanvaardbaar. Ongetwijfeld wijst het geweld op het bestaan van een sterk nationalisme en ongetwijfeld is het nationalisme een der rijkste energie-bronnen der tegenwoordige menschheid. Maar daarin alleen ligt de rechtvaardiging nog niet voor iedere z.g. nationale beweging. De bewegingen namelijk, die door het nationalisme worden opgeroepen, moeten nog altijd worden onderscheiden naar hun zin en redelijke doelmatigheid. Aan alle nationale bewegingen ligt nzelfde nationalisme ten grond slag, zooals aan alle Godsdiensten eenzelfde religio siteit. En toch zijn er nationale bewegingen, die onaanvaardbaar zijn en andere die behooren te worden bevorderd. Het komt er slechts op aan, wat zij beoogen, welke nationale problemen zij tot oplossing willen brengen en wat haar concrete politieke doelstelling is. Van zulke eenvoudige waarheden moet men zich telkens weer door dringen, als de wereld niet in een hel veranderd worden zal. Deze eenvoudige waarheden zijn het ook, die ons leeren, dat de Joodsch nationale beweging, die in Palestina wil opbouwen, met de extremistischArabische niet te vergelijken is. De Joden ver overen geen land en verdrijven zijn inwoners niet, maar zij koopen het en maken het vruchtbaar, zpodat een veelvoud der huidige bevolking daar leven kan. Zij doen dat uit eigen belang, ook, omdat zij een verbittering onder de Arabieren niet zouden kunnen verdragen. TELKENS als de Arabieren tot nu toe onlusten verwekt hebben, heeft de Engelsche regeering met concessies aan hen geantwoord. Het is natuur lijk de vraag wat thans het antwoord wezen zal. Wij zijn er weinig van overtuigd, dat de neiging tot nieuwe concessies ook thans niet weer zal opkomen. Reeds wordt er gesproken over vermindering van Joodsche immigratie, die dan, naar het heet, ontspanning in den toestand zou brengen. Men weet nu, wat deze z.g. ontspanning beduidt. Aanmoedi ging van het geweld, verkrachting van het recht en van redelijke rechtvaardigheid. Nieuwe ver scherping van het Joodsche vraagstuk en de diepste verbittering onder de Joden, alom in de wereld. Onder de gegeven omstandigheden bestaat voor tallooze Joden slechts het alternatief: of voort zetting van den Palestina-arbeid of volslagen declasseering elders. De gevolgen die een dergelijke declasseering van belangrijke, in doorsnee bovenmiddelmatig intelligente, volksgroepen voor de rest van de beschaafde wereld zou hebben, kan men zich niet ernstig genoeg voorstellen. De keuze waarvoor men hier gesteld wordt is er niet eene die slechts den Joden, den Arabieren en de Engelsche regeering aangaat A 'Jtiitet Relletjes In Jaffa E Hailie Selassie Frankrijk* aandeel aan Abbesaynlë'* ondergang 1 EN van de vele voorspel_ lingen over den oorlog in Abessynië, die valsch gebleken zijn, was, dat het L?t Italiaansche leger zou trachten om den spoorweg van Dzjiboeti naar Addis Abeba op te breken. Deze spoorweg, de eenige in Abessynië, was de eenige be hoorlijke toegangsweg,waarlangs de Negus de wapens en munitie, welke zijn land kon betalen, kon vervoeren; toch is er, hoewel de Italiaansche vliegmachines er dikwijls overheen gevlogen zijn, nooit een poging gedaan om deze vitale lijn te vernielen. Eenige opheldering kan ge vonden worden in een zin van den oproep van de Keizerin, die de vorige week aan de pers verstrekt werd: Dit onrecht vaardige meten met twee maten in ons nadeel wordt nog verscherpt, door het feit, dat er nog steeds groote hoeveel heden wapenen in Dzjiboeti worden vast gehouden, hoewel de mogendheid onder wier toezicht de spoorweg staat, bij tractaat gebonden is zulk materiaal naar Abessyniëte vervoeren". Deze mogend heid is Frankrijk en het is gebonden door de Wapenconventie van 1930. Waarom houdt het dan die wapens in Dzjiboeti vast ? Het kan zijn, dat een of ander technisch excuus is, maar de ware reden is, dat wanneer het dit vervoer toestaat, de Italianen de spoorweg zullen bombar deeren. Maar bij het verdrag met Abes synië, verplichtte de Fransche maat schappij zich niet alleen om deze lijn ook in oorlogstijd te blijven exploiteeren, maar ook om dit te doen volgens de wensc'ien van den Negus. Is dit niet een twee de verdragsschennis ? Hiertegen kan zelfs geen enkel technisch excuus aangevoerd worden, maar alleen dit antwoord, dat zij alles wat zij kon doen in het werk zou stellen, of nog erger, omdat de maat schappij geen geld wenschte uit te geven voor de reparatie van een geschonden spoorlijn. Ook op 2 April vroeg de Abes- ' sijnsche regeering reeds aan den Volken bond, ((dat de hindernissen, welke zekere staten nog steeds tegen wapentransporten opwierpen, verwijderd zouden worden". Daar Engeland het vervoer door zijn koloniën toelaat, waar het met auto's of zelfs met kameelen vele honderden mijlen door woestijn- en bergland gezeuld wordt, kan dit alleen op Frankrijk en zijn spoorlijn slaan. Toch is de Fransche regeering, voorzoover bekend, bij alle besprekingen in Genève nimmer ondervraagd .... (Manchester Guardian) Koning Foead DE dood van Koning Foead kan in het belang van het Egyptische volk zijn in het driehoeksduel tusschen Turken. fellah's en Engelschen, dat de geschiede nis van Egypte reeds een halve eeuw beheerscht. Foead was gesproten uit een aanzienlijke familie en was een bekwaam man, met groote belangstelling voor verschillende takken van wetenschap. Maar hij was hevig baatzuchtig en in halig, en ontwikkelde op later leeftijd alle minderwaardige streken van den Oosterschen despoot, die behalve zijn steun aan de wetenschap geen spoor van belang stelling voor het heil van zijn volk toonde. Hij trok daarvan een inkomen van bijna vier en een " -"'llioen gulden, boven de groote . c van de publieke do meinen. In ;& was hij typisch het hoofd van .Turkschen" landadel, afstammelingen ..ir Mamalukken, en der Circassische en Albaneesche kooplieden, die de boeren uitmergelen, en de bebouwers van den rijksten grond der aarde, die drie oogsten per jaar opbrengt, tot.onmenschelijke armoede dwingen. Sinds Lord Cromer's dagen is de gewone Engelsche tactiek geweest, te steunen op de Turken en de nationalistische,,ft!lah"massa's te onderdrukken, de Koning (of vroeger: de Khedive) beurtelings ge bruikend en tegenwerkend. Gewoonlijk was Foead in de gunst, terwijl de Wafd, de populaire partij van den kleinen mid denstand, altijd verdacht was. Men stond hem toe, zette hem misschien aan, de Grondwet te verscheuren, en hij slaag' . de gedeeltelijk door onderdrukking, ge deeltelijk door handige omkooping om in de laatste jaren als een volledig auto craat te heerschen. Alleen in de laatste phase van zijn regeeringstijd ging hij: ' H' ver, en werd hij 'gedwongen tot herstel der democratie met de groote waar schijnlijkheid, dat na de a.s. verkiezingen de gevreesde Wafd aan het bewind zal komen. Het is dan zeer de vraag of de driehoekstactiek onder het regentschap het zal doen. (New Statesman and Nation, Londen) Gisting in Oostenrijk OEWEL het schijnt, dat voorloopig de be richten over zware troepenconcentraties aan de DuitschOostenrijksche en Duitsch- Tsjechische grens overdreven zijn schijnt het niettemin zeker dat er ernVon Schuschnigg stige redenen voor de Oostenrijksche regeering waren om troe pen naar Salzburg en Tirol te zenden. De reden ligt in de verhouding tusschen de twee groepen in de regeering: de fascis tische vleugel, geleid door Prins Starhemberg en gesteund door de Heimwehr; en het kleinste deel van het ministerie onder leiding van Dr. Dobretsberger, den jongen en bekwamen minister van Sociale Zaken, die onlangs druk uitgeoefend heeft op Kanselier Von Schuschnigg om hem de noodzaak van een verbond met de werklieden duidelijk te maken. De arbeiders, speciaal de Weensche, koesteren bittere herinneringen aan de woeste slachting, die de Heimwehren onder hen hebben aangericht in de noodlottige Februari-maand van 1934. Prins Starhemberg heeft, hoewel hij indertijd het ont slag bewerkte van majoor Fey als commandant van de Weensche Heimwehr, thans toch een ,,broeder naast den troon" moeten slikken; want de Kanse lier heeft onlangs met verbreking van het Verdrag van St. Germain, weder algemeene dienstplicht ingesteld. En men bericht, dat de regeering reeds 50.000 man heeft opgeroepen. Deze uitdaging aan Prins Starhemberg's potentieele oppermacht als leider der praetorianen van Fascistisch Oostenrijk, heeft hem spijtig gestemd. Vorige weekend hield hij een rede te Horn waarin hij ,,gezag hebbende personen" waarschuwde, die openlijk op een inlijving van de Heimwchr en de eigen Katholieke Sturmscharen van den kanselier in het nieuwe en in grootte toenemende leger hadden gezinspeeld, dat zij hun doel niet dan over zijn lijk zouden bereiken. Zoo is de regeering-Von Schuschnigg ten prooi aan verdeeldheid, terwijl de Nazi-propaganda nu uit alle macht hamert op de pasgepubliceerde lijst van betalingen van de failliete Phoenix-Verzekering Maatschap pij aan voormannen van de Heimwehr. Prins Starhemberg redevoeringen geven meer geschreeuw dan wol; maar deze laatste uiting schijnt onheilspellend. Het kan zijn dat hierdoor het onvermijdelijke conflict tusschen de twee richtingen, die van den kanselier en zijn aanhangers, die Monseigneur Seipel's droom van het verdraagzame Oostenrijk willen ver wezenlijken en die van den jongen prins,die zichzelf en zijn bentgenooten als de paladijnen van het Austro-Fascisme ziet. De onhoudbaarheid van de combinatie is duidelijk. Maar het kan Oostenrijk (en Europa) duur te staan komen als de Heimwehren hun steun aan de regeering ' onttrekken en toegeeflijk komen te staan tegenover de Nazi's. (The Economist, Londen) In Spanje DE toestand in Spanje "blijft verward. En de verkiezing van den president zal de zaken niet eenvoudiger maken. Wij beleven waarlijk hier een heel merk waardig proces, waardoor enkele weken na de verkiezingen compromissarios een staatshoofd met zeer uitgebreide bevoegd heden moeten aanwijzen. Men vraagt zich af wat er gebeurd zou zijn als in dit korte tijdsverloop het kie zerscorps aanzienlijk van meening ver anderd bleek. Een ernstigs spanning tus schen de uitvoerende en wetgevende macht zou er het gevolg van hebben kun nen zijn. Wij willen daarmee niet zeggen; dat de a.s. president van Spanje (waar schijnlijk Azafia) noodzakelijk in conflict zal komen met de parlementaire meerder heid maar het schijnt ons van belang er de aandacht op te vestigen dat in sommige omstandigheden dergelijke conflicten mo gelijk zijn. Zal de Spaansche grondwet in dit opzicht verbeterd worden ? (Mariannet Parijs) de* w&te&l De held die de hel ontketende (Low in Evening Standard, Londen) Zullen we nu eens over vrede praten ?" (Birmingham Gazette) DE DROOM DIE WERKELIJKHEID WERD omdat de Volkenbond te zwak was om de eerste twee engelen vast te leggen (Marianne, Parijs) Arme Europa: ze dacht dat ze een stier had en het is maar een os '' ' (Kladderadatsch, Berlijn, twee jaar geleden; i 1

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl