Historisch Archief 1877-1940
In een buitenwijk van Tel Aviv. Geen orkonen Arabieren hebben hier gewoed!
ARABISCHE ONLUSTEN IN PALESTINA
Probleem van verreikende beteekenis
DE dagbladen hebben ons in de laatste weken
rijkelijk van berichten uit Palestina voor
zien- Er was weer ernstige gisting onder de
Arabieren, die zich richtte tegen den door de Zionis
ten ondernomen opbouw van het Joodsch Nationaal
Tehuis. Er zijn een twintigtal Joden vermoord en
vele gewond. Er zijn wat akkers en boomgaarden
afgebrand en een aantal huizen in brand gestoken.
De Arabieren hebben een stakingsparool uitgegeven,
dat zij het niet algemeen toch over het geheele
land opgevolgd is.
Het is dwaasheid de ernst van dit alles te onder
schatten. Er is een sterke Arabische beweging, die
trouwens niet tot Palestina beperkt blijft. Dat
geeft te denken. Syriëheeft kortgeleden zijn Arabi
sche opstanden gekend. En toch is daar van een
Joodsche immigratie laat staan van een Joodsch
Nationaal Tehuis geen sprake. In Egypte is
het ook verre van rustig geweest. En toch hadden
de Joden hun oog op dat land niet gevestigd. Komt
het verzet in Palestina dus wel voort uit den
Joodschen opbouw, gaat het in werkelijkheid daar
tegen? Of is dat alleen voorwendsel, vormt het
meer dan agitatiemateriaal de leuze, die geschikt
is om aangeheven te worden ter bereiking van doel
einden, die veel verder liggen, dan het ondermijnen
en beletten van den Joodschen opbouw?
Dat is natuurlijk de belangrijke vraag. Moet
aan het Arabische verzet worden toegegeven?
Zoo ja, dan is de laatste conclusie, dat Engeland
Palestina te verlaten heeft en het mandaat moet
opgeven! Daarvan is echter in velden of wegen
geen sprake. Thans na den
Italiaansch-Abessynischen oorlog, en vooral na den afloop daarvan,
minder dan ooit. Het strategische belang van Pales
tina voor den Mandataris is overduidelijk gebleken.
Met het mandaat echter is de Balfour-verklaring
en zijn de toezeggingen, den Joden gedaan, ten
nauwste verbonden.
Zij vormen er een onderdeel van. En waar
Engeland blijft, blijven ook de aanspraken der
Joden en de verplichtingen van den Mandataris
jegens de Joden, bestaan. Het mandaat is door
Engeland verkregen, maar de Joden hebben het
betaald.
Er is om interpretatie van het mandaat en van
de taak van den Mandataris gevraagd. Men zou
zoo zeggen, aan interpretaties heeft het niet ont
broken, noch aan interpretaties van interpretaties.
De Mandataris is er, volgens het artikel 2 van het
mandaat voor verantwoordelijk, dat het land
onder zulke politieke, administratieve en economi
sche voorwaarden wordt geplaatst, dat de oprich
ting van het Joodsch Nationaal Tehuis, gelijk in
de preambule bedoeld, verzekerd zij. Het Bestuur
champagne
kruq brui
que (l c T i nesse/
van Palestina moet, volgens artikel 6, mits de
rechten en de positie van andere deelen der bevol
king niet geschaad worden, de Joodsche immigratie
onder de daartoe geschikte voorwaarden verge
makkelijken, en in samenwerking met de Jewish
Agency, als vertegenwoordiging van het Joodsche
volk, een gesloten kolonisatie van Joden op het
land, met inbegrip van de niet voor publieke doel
einden benoodigde staatslanderijen en braak
liggende gronden, bevorderen.
De Mandataris moet den eersten stap nog doen
om iets van dat alles te bevorderen. Hij heeft zich tot
nogtoe tot een, niet eens altijd erg vriendelijke,
passiviteit bepaald, Bevorderd" heeft hij aan het
Joodsch Nationaal Tehuis zoo goed als niets. Pat
heeft een objectievere instantie dan de Jewish
Agency geconstateerd, te weten de Mandaats
commissie van den Volkenbond, tot voor kort onder
presidium van den diep betreurden Nederlander Van
Rees. Dit zij vooropgesteld, als er van inter
pretatie" gesproken wordt.
DE politiek die de Joden in Palestina tegenover
de Arabieren volgen is in het algemeen er eene
van economische overtuiging. Dat is zeker de beste
politiek, die zij kunnen voeren, in het bijzonder
als men waarde hecht aan ethische rechtvaardiging.
De Joden gaan er prat op, dat hun kolonisatie den
Arabier slechts voordeelen brengt. Daar is duizend
malen op gewezen, en het is met overtuigende
bewijzen gestaafd. De Arabische onlusten spruiten
dan ook niet voort uit economische verbittering
jegens de Joden. Er vallen zelfs merkwaardige
symptomen van het tegendeel te registreeren. De
geproclameerde staking heeft zich wel over het
geheele land uitgebreid, maar de Arabieren, die
in de Joodsche kolonies werken, namen er geen
deel aan. De havenarbeiders in Haifa evenmin.
Arabische handelaren in jaffa hebben den district
commissaris verzocht den vrede te herstellen,
omdat de onlusten hun f inancieele nadeelen brengen.
In verschillende deelen van het land hebben
Arabische boeren bezoeken gebracht in de Joodsche
kolonies en hun leedwezen over de onlusten uitge
drukt. Tal van Joden hebben bij Arabische
zakenvrienden en notabelen bescherming gevonden. De
Arabische bootslui in Jaffa hebben hun Joodsche
collega's en Joodsche havenwerkèrs naar Tel-Aviv
geroeid en in veiligheid gebracht. Dat alles is niet
mogelijk, als er een economische verbittering
heersenen zou.
Hiermede is men er echter niet. De welvaart,
die de Joden in het land brengen, maakt de Ara
bieren sterker.
De opheffing van het levenspeil, economisch en
cultureel, voedt ook de Arabische nationale krachten.
TOT nog toe zijn deze krachten echter slechts
in dienst gesteld van een uitsluitend negatief en
agressief program. De Arabische nationale beweging
in Palestina heeft het niet verstaan het land tot
PAG. 6 DE GROENE No 3075
ontwikkeling te brengen of socialen vooruitgang
te bevorderen. Zij beperkte zich voorshands tot het
voeren van een destructieve geweldpolitiek.
Nu zijn er altijd menschen, op wie geweld
bijzonderen indruk maakt, en voor wie dat geweld op zich
zelf al een soort rechtvaardiging vormt voor de
nationale beweging, welke dit toepast. Dat is zoo
de politieke mode van den dag. Maar daarom nog
verre van aanvaardbaar.
Ongetwijfeld wijst het geweld op het bestaan
van een sterk nationalisme en ongetwijfeld is het
nationalisme een der rijkste energie-bronnen der
tegenwoordige menschheid. Maar daarin alleen
ligt de rechtvaardiging nog niet voor iedere z.g.
nationale beweging. De bewegingen namelijk, die
door het nationalisme worden opgeroepen, moeten
nog altijd worden onderscheiden naar hun zin
en redelijke doelmatigheid. Aan alle nationale
bewegingen ligt nzelfde nationalisme ten grond
slag, zooals aan alle Godsdiensten eenzelfde religio
siteit. En toch zijn er nationale bewegingen, die
onaanvaardbaar zijn en andere die behooren te
worden bevorderd. Het komt er slechts op aan,
wat zij beoogen, welke nationale problemen zij tot
oplossing willen brengen en wat haar concrete
politieke doelstelling is. Van zulke eenvoudige
waarheden moet men zich telkens weer door
dringen, als de wereld niet in een hel veranderd
worden zal.
Deze eenvoudige waarheden zijn het ook, die
ons leeren, dat de Joodsch nationale beweging, die
in Palestina wil opbouwen, met de
extremistischArabische niet te vergelijken is. De Joden ver
overen geen land en verdrijven zijn inwoners niet,
maar zij koopen het en maken het vruchtbaar,
zpodat een veelvoud der huidige bevolking daar
leven kan. Zij doen dat uit eigen belang, ook, omdat
zij een verbittering onder de Arabieren niet zouden
kunnen verdragen.
TELKENS als de Arabieren tot nu toe onlusten
verwekt hebben, heeft de Engelsche regeering
met concessies aan hen geantwoord. Het is natuur
lijk de vraag wat thans het antwoord wezen zal.
Wij zijn er weinig van overtuigd, dat de neiging tot
nieuwe concessies ook thans niet weer zal opkomen.
Reeds wordt er gesproken over vermindering van
Joodsche immigratie, die dan, naar het heet,
ontspanning in den toestand zou brengen. Men weet
nu, wat deze z.g. ontspanning beduidt. Aanmoedi
ging van het geweld, verkrachting van het recht
en van redelijke rechtvaardigheid. Nieuwe ver
scherping van het Joodsche vraagstuk en de diepste
verbittering onder de Joden, alom in de wereld.
Onder de gegeven omstandigheden bestaat voor
tallooze Joden slechts het alternatief: of voort
zetting van den Palestina-arbeid of volslagen
declasseering elders. De gevolgen die een dergelijke
declasseering van belangrijke, in doorsnee
bovenmiddelmatig intelligente, volksgroepen voor de
rest van de beschaafde wereld zou hebben, kan men
zich niet ernstig genoeg voorstellen.
De keuze waarvoor men hier gesteld wordt is
er niet eene die slechts den Joden, den Arabieren en
de Engelsche regeering aangaat A
'Jtiitet
Relletjes In Jaffa
E
Hailie Selassie
Frankrijk* aandeel aan
Abbesaynlë'* ondergang
1 EN van de
vele
voorspel_ lingen over den
oorlog in Abessynië,
die valsch gebleken
zijn, was, dat het
L?t Italiaansche leger zou
trachten om den
spoorweg van
Dzjiboeti naar Addis
Abeba op te breken.
Deze spoorweg, de
eenige in Abessynië, was de eenige be
hoorlijke toegangsweg,waarlangs de Negus
de wapens en munitie, welke zijn land
kon betalen, kon vervoeren; toch is er,
hoewel de Italiaansche vliegmachines er
dikwijls overheen gevlogen zijn, nooit
een poging gedaan om deze vitale lijn
te vernielen. Eenige opheldering kan ge
vonden worden in een zin van den oproep
van de Keizerin, die de vorige week aan
de pers verstrekt werd: Dit onrecht
vaardige meten met twee maten in ons
nadeel wordt nog verscherpt, door het
feit, dat er nog steeds groote hoeveel
heden wapenen in Dzjiboeti worden vast
gehouden, hoewel de mogendheid onder
wier toezicht de spoorweg staat, bij
tractaat gebonden is zulk materiaal naar
Abessyniëte vervoeren". Deze mogend
heid is Frankrijk en het is gebonden door
de Wapenconventie van 1930. Waarom
houdt het dan die wapens in Dzjiboeti
vast ? Het kan zijn, dat een of ander
technisch excuus is, maar de ware reden
is, dat wanneer het dit vervoer toestaat,
de Italianen de spoorweg zullen bombar
deeren. Maar bij het verdrag met Abes
synië, verplichtte de Fransche maat
schappij zich niet alleen om deze lijn
ook in oorlogstijd te blijven exploiteeren,
maar ook om dit te doen volgens de
wensc'ien van den Negus. Is dit niet een twee
de verdragsschennis ? Hiertegen kan zelfs
geen enkel technisch excuus aangevoerd
worden, maar alleen dit antwoord, dat
zij alles wat zij kon doen in het werk
zou stellen, of nog erger, omdat de maat
schappij geen geld wenschte uit te geven
voor de reparatie van een geschonden
spoorlijn. Ook op 2 April vroeg de Abes- '
sijnsche regeering reeds aan den Volken
bond, ((dat de hindernissen, welke zekere
staten nog steeds tegen wapentransporten
opwierpen, verwijderd zouden worden".
Daar Engeland het vervoer door zijn
koloniën toelaat, waar het met auto's
of zelfs met kameelen vele honderden
mijlen door woestijn- en bergland
gezeuld wordt, kan dit alleen op Frankrijk
en zijn spoorlijn slaan. Toch is de
Fransche regeering, voorzoover bekend,
bij alle besprekingen in Genève nimmer
ondervraagd ....
(Manchester Guardian)
Koning Foead
DE dood van Koning Foead kan in
het belang van het Egyptische volk
zijn in het driehoeksduel tusschen Turken.
fellah's en Engelschen, dat de geschiede
nis van Egypte reeds een halve eeuw
beheerscht. Foead was gesproten uit een
aanzienlijke familie en was een bekwaam
man, met groote belangstelling voor
verschillende takken van wetenschap.
Maar hij was hevig baatzuchtig en in
halig, en ontwikkelde op later leeftijd
alle minderwaardige streken van den
Oosterschen despoot, die behalve zijn steun
aan de wetenschap geen spoor van belang
stelling voor het heil van zijn volk toonde.
Hij trok daarvan een inkomen van bijna
vier en een " -"'llioen gulden, boven
de groote . c van de publieke do
meinen. In ;& was hij typisch het
hoofd van .Turkschen" landadel,
afstammelingen ..ir Mamalukken, en der
Circassische en Albaneesche kooplieden,
die de boeren uitmergelen, en de
bebouwers van den rijksten grond der aarde, die
drie oogsten per jaar opbrengt,
tot.onmenschelijke armoede dwingen. Sinds
Lord Cromer's dagen is de gewone
Engelsche tactiek geweest, te steunen op
de Turken en de
nationalistische,,ft!lah"massa's te onderdrukken, de Koning
(of vroeger: de Khedive) beurtelings ge
bruikend en tegenwerkend. Gewoonlijk
was Foead in de gunst, terwijl de Wafd,
de populaire partij van den kleinen mid
denstand, altijd verdacht was. Men stond
hem toe, zette hem misschien aan,
de Grondwet te verscheuren, en hij slaag'
. de gedeeltelijk door onderdrukking, ge
deeltelijk door handige omkooping om
in de laatste jaren als een volledig auto
craat te heerschen. Alleen in de laatste
phase van zijn regeeringstijd ging hij: '
H'
ver, en werd hij 'gedwongen tot herstel
der democratie met de groote waar
schijnlijkheid, dat na de a.s. verkiezingen
de gevreesde Wafd aan het bewind zal
komen. Het is dan zeer de vraag of de
driehoekstactiek onder het regentschap
het zal doen.
(New Statesman and Nation, Londen)
Gisting in Oostenrijk
OEWEL het
schijnt, dat
voorloopig de be
richten over zware
troepenconcentraties
aan de
DuitschOostenrijksche en
Duitsch- Tsjechische
grens overdreven zijn
schijnt het niettemin
zeker dat er
ernVon Schuschnigg stige redenen voor de
Oostenrijksche regeering waren om troe
pen naar Salzburg en Tirol te zenden. De
reden ligt in de verhouding tusschen de
twee groepen in de regeering: de fascis
tische vleugel, geleid door Prins
Starhemberg en gesteund door de Heimwehr;
en het kleinste deel van het ministerie
onder leiding van Dr. Dobretsberger, den
jongen en bekwamen minister van Sociale
Zaken, die onlangs druk uitgeoefend
heeft op Kanselier Von Schuschnigg om
hem de noodzaak van een verbond met
de werklieden duidelijk te maken. De
arbeiders, speciaal de Weensche, koesteren
bittere herinneringen aan de woeste
slachting, die de Heimwehren onder hen
hebben aangericht in de noodlottige
Februari-maand van 1934. Prins
Starhemberg heeft, hoewel hij indertijd het ont
slag bewerkte van majoor Fey als
commandant van de Weensche
Heimwehr, thans toch een ,,broeder naast den
troon" moeten slikken; want de Kanse
lier heeft onlangs met verbreking van
het Verdrag van St. Germain, weder
algemeene dienstplicht ingesteld. En
men bericht, dat de regeering reeds 50.000
man heeft opgeroepen. Deze uitdaging
aan Prins Starhemberg's potentieele
oppermacht als leider der praetorianen
van Fascistisch Oostenrijk, heeft hem
spijtig gestemd. Vorige weekend hield hij
een rede te Horn waarin hij ,,gezag
hebbende personen" waarschuwde, die
openlijk op een inlijving van de
Heimwchr en de eigen Katholieke
Sturmscharen van den kanselier in het nieuwe
en in grootte toenemende leger hadden
gezinspeeld, dat zij hun doel niet dan
over zijn lijk zouden bereiken. Zoo is de
regeering-Von Schuschnigg ten prooi aan
verdeeldheid, terwijl de Nazi-propaganda
nu uit alle macht hamert op de
pasgepubliceerde lijst van betalingen van de
failliete Phoenix-Verzekering Maatschap
pij aan voormannen van de Heimwehr.
Prins Starhemberg redevoeringen geven
meer geschreeuw dan wol; maar deze
laatste uiting schijnt onheilspellend. Het
kan zijn dat hierdoor het onvermijdelijke
conflict tusschen de twee richtingen, die
van den kanselier en zijn aanhangers, die
Monseigneur Seipel's droom van het
verdraagzame Oostenrijk willen ver
wezenlijken en die van den jongen
prins,die zichzelf en zijn bentgenooten als de
paladijnen van het Austro-Fascisme ziet.
De onhoudbaarheid van de combinatie
is duidelijk. Maar het kan Oostenrijk (en
Europa) duur te staan komen als de
Heimwehren hun steun aan de regeering '
onttrekken en toegeeflijk komen te staan
tegenover de Nazi's.
(The Economist, Londen)
In Spanje
DE toestand in Spanje "blijft verward.
En de verkiezing van den president
zal de zaken niet eenvoudiger maken.
Wij beleven waarlijk hier een heel merk
waardig proces, waardoor enkele weken
na de verkiezingen compromissarios een
staatshoofd met zeer uitgebreide bevoegd
heden moeten aanwijzen.
Men vraagt zich af wat er gebeurd zou
zijn als in dit korte tijdsverloop het kie
zerscorps aanzienlijk van meening ver
anderd bleek. Een ernstigs spanning tus
schen de uitvoerende en wetgevende
macht zou er het gevolg van hebben kun
nen zijn. Wij willen daarmee niet zeggen;
dat de a.s. president van Spanje (waar
schijnlijk Azafia) noodzakelijk in conflict
zal komen met de parlementaire meerder
heid maar het schijnt ons van belang er
de aandacht op te vestigen dat in sommige
omstandigheden dergelijke conflicten mo
gelijk zijn. Zal de Spaansche grondwet in
dit opzicht verbeterd worden ?
(Mariannet Parijs)
de* w&te&l
De held die de hel ontketende
(Low in Evening Standard, Londen)
Zullen we nu eens over vrede praten ?"
(Birmingham Gazette)
DE DROOM DIE WERKELIJKHEID WERD
omdat de Volkenbond te zwak was om de eerste twee engelen vast te leggen
(Marianne, Parijs)
Arme Europa: ze dacht dat ze een stier had en het is maar een os '' '
(Kladderadatsch, Berlijn, twee jaar geleden;
i 1