De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 29 mei pagina 7

29 mei 1936 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Een der mogelijke, nieuwe EVENGOED als ik het kwaad erken, dat de groote, loggeworderi lichamen, de kunstgenoot schappen, aan onze schilderkunst be rokkenen door 't doen verminderen der belangstelling voor die schilder kunst, door steeds ons de producten te toonen van die geringere broeders en door allerlei eigenschappen onder die leden ons te openbaren die niets te maken hebben noch met het goede beeld noch met het goede schilderij evenzeer ben ik een voorstander van het verlevendigen dier belangstelling, enz., door betere tentoonstellingen van een beperkter getal van schil ders; door meer reëel verkeer met het buitenland; door het zich formeeren van kleiner groepen, tesaamgekomen voor kortere periode, inniger ver bonden door gelijke wenschen b. v. van techniek ; niet zoo slaaprig-def tig, maar opgewekter, leniger en van meer ka rakter. Ik acht de moogüjkheid voor zulke kleine groepen niet uitgesloten, die iets nieuws weer eens brengen; ik heb integendeel daarvoor dit artikel geschreven .... Een der nieuwe groe pen, die ik voor zulke dingen mogelijk acht, is de groep: Ket, Koch,Schuhmacher en Hynckes. Deze vier zouden de kern zijn van een nieuwe groep. De vijfde heb ik hierbij niet genoemd, om dat ik wilde, dat bij elke jaarlijksche tentoonstelling van het geheel buiten Amsterdam, telken j ar e een verschil lend schilder werd gekozen door deze vier, zoodat elk jaar de tentoonstelling haar frisschen smaak ook hierdoor behield. Deze jaarlijksche tentoon stelling, buiten Amsterdam (in Amster dam kunnen de 4 van de vijf reeds ten toon stellen) zou een verzameling van de beste werken telkens moeten zijn en voor die jaarlijksche tentoonstelling zou elk jaar een andere der daarvoor geschikte steden in ons land moeten uitgekozen worden, desnoods een mu seum, zoo er geen andere gelegenheid was. Ik ken de moeilijkheden waarop zulke ondernemingen struikelen en het lijkt mij geschikt dat deze vier om het stranden op zulke moeielijkheden te vermijden, een geschikten manager kiezen, die, daarin ervaren, zich bezig houdt met de organisatie der ten toonstellingen buiten Amsterdam. En zoo noodig in het buitenland ! Zoo'n groep heeft dit voor, dat wan neer het buitenland zich voor haar gaat interesseeren, zij niet meer af hangt b.v. van de Rijkscommissie ; zij is onafhankelijk van het officieel ge doe; redde zich zelf; zij autonoom! En waarom zou deze genoemde groep. niet eens kunnen beginnen; andere, levende, groepen, die een zeker kun nen bewezen, konden volgen. Ik zie hierin een heil voor de Hollandsche Schilderkunst, een misschien weer winnen van de reëele buitenlandsche belangstelling. Enkele dingen zijn voor het succes noodig: scherp het eigen werk blijven keuren; geen ambtenarij ; niet te lang weer bij elkaar blijven ; als het werk verricht is : scheiden ; anderen kunnen dan volgen. Zóó zie ik mooglijkheden in de toekomst. Wie begint? De genoemde groep? PLASSCHAERT DANSEN EEN BESCHAAFD GENOEGEN m 11» ir TANZ KLAUSE Manliitr. b/b lEIDSCHEPLEIH Tooneel MIDZ ?O Eduard Verkade DE Wagner-Vereeniging heeft het tooneel met de opvoering van Shakespeare's Midsummernight's Dream geen dienst bewezen. Het programma deed ons iets anders verwachten. Op den omslag staat het ijle verfijnde affiche van den beeld houwer John Raedecker. Verder bevat het een voortreffelijke inleiding tot het dramatisch gedicht van onzen schrijver-Shakespearekenner Arthur van Schendel, en een beschouwing van Dr. Rudolf Mengelberg over de begeleidingsmuziek van het wonder kind Mende Isohn. In het voorwoord der Wagnervereeniging, waarin wij de hand van haar secretaris Dr. Paul Cronheim meenen te herkennen, wordt gewezen op ,,de mogelijkheid Nederlandsche krachten in de werkzaamheden der Wagnervereeniging te betrekken". Tevens vinden wij vermeld: Ten einde aan het werk in dezen vorm alle recht te doen wedervaren, heeft de Wagnervereeniging een aantal van de beste Nederlandsche krachten tot een doelbewuste samenwerking vereenigd." De groote vraag is nu, bleek de leiding der Wagnervereeniging, die feitelijk uitsluitend op muzikaal gebied georiënteerd is, in staat ,,de beste Nederlandsche krachten" op tooneelgebied te vereenigen? Helaas, neen. Indien de leiding der Wagnerver eeniging zich min of meer op de hoogte had willen stellen van den hedendaagschen toestand van het too neel, had zij moeten weten, dat geen enkel vast tooneelensemble momenteel in staat is een redelijke Shakespearevoorstelling te geven (dit is helaas de laatste jaren te over bewezen); en toen zij de leiding aan den regisseur Albe r t van Dalsum opdroeg, had zij hem daarom moeten verzoeken de meest geschikte Nederlandsche krach ten om zich te verzamelen, en degenen van het Amsterdamsche Tooneel die Shakespeare's taal niet kunnen aan voelen en uiten thuis te laten. Dan had men wellicht een voorstelling gekregen, waarvan de muziek van het concertgebouw-orkest onder Dr. Willem Mengelberg de schoonheid had kunnen verhoogen, in plaats van zooals nu, hiervan de onmuzikale onvol maaktheid van klank en beweging te onderlijnen. Want nu ontbrak de waarachtige drang, dit wonderwerk van Shakespeare te brengen, de liefde voor den geest van het kinderlijk ,,ongerepte", dat van alle tijden en van alle menschen is, de herinnering aan onze eerste kinderdroomen. HET decor was een bedenksel. Van Dalsum was afgeweke nvan zijn draaitooneel vóór Shakespeare en de daardoor te verkrijgen variaties. Hij was, naar uit het programma bleek, tot de -conclusie gekomen, dat het werk van Shakespeare een soort vasten bouw behoeft. Ondanks dezen juisten opzet wist van Dalsum het gekozen principe, wat het decor betreft, niet vol te houden. Zoo moesten wij in de eerste acte reeds wachten op een soort change ment bij open doek. Van de ijzer constructie (dit decor a la Nivinski behoort tot een totaal overwonnen periode), die op een fabrieksgebouw uit dezen tijd geleek en die niets ,,zwevends" had, werden wij verplaatst naar de handwerkslieden-scène, waar in de opkomst der mannen werd aan gevuld door niets zeggende samengeraapte naturalistische praat, dat de groep compleet was en Sh peare's text beginnen kon. Terwille van de ,,gedachte' elfen klein zijn ten opzichte van schen, ofschoon deze toch door schelijke wezens gespeeld moeten den, kwamen fraaie geschilderde . U. -* i en zichzelf-voldoening-gevende isie. Gelijk de taal gebonden is, l behoort de uiting ook gebonden te l en onderworpen aan de waarde van tem en aan het rythme in bewegen, ?digheid in klank n bewegen is iets anders dan druk zijn en vél en in Shakespeare's dramatisch omlaag van het tooneel, waarde o >r den text schuilt een weergalooze elfen tegen de verwachting en l* *t. welke mc« *** speler afsnijdt, ling in grooter schenen dan de .in ' te willen domineeren. De klanken menschelijke figuren uit het stuk. het gemoed, als vreugde, droefheid, lief kleine kinderen op het tooneella^ng» schrik, liefde en jalouzie zijn, juist door hun werkelijk werden het geen elfen en het stu eentonig balletje bracht geen van mysterie, die een goed ballet, geschoolde danseressen, wél hati nen scheppen. Over het decor zouden wij niet eenvoudig door luidheid veri <:n daardoor moet de acteur bij een ei ijk klassiek werk zich meer verop den zinsinhoud. Ieder woord zijn volle maat te willen geven onverstaanbaar, doordat het ,e, en het begrip dan teloor gaan. uitvoerig schrijven, ware het Iwtl alleen bij van Dalsum zelf verdat dit halsstarrig zoeken naar " J* «---.--« ?- *?_;_ picturale in het decor, bij een werk! zoozeer op klank gebaseerd is, in opvoering zonder oplossing, niet danig op den voorgrond geplaatst terwijl de costumes op n of tw zonderingen na alle lijn, kleur e tinctie misten. Het oorspronkelijke stuk h< de vertaling veel verloren. Ei staat in druk een in ieder opzicht dichterlijke omzetting van Jacob it .nen de beteekenis van den zin. JAN het quattet der minnenden was Royaards verreweg het best en het : n waarlijk jong. Willy Haak na haar Desdemona wat teleur. ligt de blijdschap niet zoo goed oefenis, omdat zij dan te veel 'i geeft, hetgeen haar stem de .e van de jeugd ontneemt. rat Titania betreft van Charlotte Ier, dit dunkt ons een schromelijke Looy, hoewel ook die waarschifissing in de rolverdeeling. Een niet het te kort aan voordrat deze bezetting zou hebben verb Want feitelijk waren er te bijeen, die verzen zeggen kunnen. Dalsum kan het en met hem mij; een drietal der spelenden, maar t-r zooveel geacteerd, zoo uitvoerig ieder woord uitgebeeld, dat de te: telijk bij geen n volkomen te rlijke stem hebben is nog iets s dan met een hooge stem spreHet miste alle warmte, liefheid, itid, gratie, hoogmoed, verruken overgave. Bovendien was zij loos niskleed en deed de blonde als grijs aan. van Dijk was een der weinigen, zii h Shakespeare's gedachte vol. Luid werd er genoeg gesprint eigen had gemaakt, om ze te was. maar men had Shakespeare's viooj niet begrepen of zich deze niet doende innerlijk eigen gemaakt oj durven vertrouwen op de waarde dichtregels, om met weinig gi ceerde stem, qua volume, doch 4 uitvoeriger muzikaal gedetailU-er de klank, direct voortkomend uil gemoed te durven spreken, inplaal nen uitbeelden. Helaas werd zijn :e veel gedrocht, wat afbreuk aan klank en jeugd. He-nTourniaire speelde zijn ,,pude" -ar. Spoel, en dit is in een overigens uwe" opvoering een gevaar. Hij ittc terecht alle denkbare succes, r geen ensemble was ontstaan van ^rslieden, die als hechte groep tegen die der edelen opwoog. En afge scheiden van alle kwaliteiten van Tourniaires creatie vragen wij ons af, aan de hand van den origineelen text, is deze groep nu waarlijk in dezen geest gespeeld bedoeld? Zou men Shakes peare, en den geestelijken bouw van de Midsummernight's Dream niet meer recht laten wedervaren, indien men de handwerkslieden een eerlijker kans geeft, niet als types maar als men schen en karakters? Indien men hen toont als een groep vitale vurige ar beiders, die in hun dagelijksch werk geen uitlaat vinden voor hun fantasie, daarom tooneel spelen, en voor deze kunst alles meebrengen: de nood zakelijke overgave, ernst en fantasie, doch die gaven en ontwikkeling van den kunstenaar missen, waardoor hun werkelijke innerlijke bewogenheid en volmaakt inleven in de rol juist een roerend komische uitwerking heeft? Heeft Mendelsohn geen ander soort folklore gezien toen hij dien dans schreef: schoone lichaamskracht en hartstochtelijke overgave ? Natuurlijk is er in deze voorstelling toch veel gezocht en er is ernstig ge werkt, maar wij meenen, dat dit blijspel van Shakespeare meer fantasie in houdt, meer adel, meer schoonheid, en dat dit in Nederland momenteel tot stand ware te brengen geweest, wanneer of van Dalsum zelf óf de Wagnervereeniging zich niet tot het Amsterdamsch Tooneel met een en kelen gast had bepaald. Voor een pu bliek van de Wagnervereeniging, dat meer ingesteld is op luisteren dan op kijken, moet deze opvoering den in druk hebben gemaakt, dat het tooneel onnoemlijk achter staat in zijn moge lijkheden bij de muziek, en daarom vreezen wij, dat deze opvoering tegen de bedoeling van de Wagnervereeniging het tooneel in een ongunstig, inplaats van een gunstig licht heeft gesteld. Voor de ware Shakespeareminnaars en -kenners was er voor het hooren" n het zien" op het tooneel een hopeloos tekort, ondanks de uitzonder lijk gunstige omstandigheden. Amerika kijkt in den spiegel D. C. VAN DER POEL Olie voor China*» lampen (De Uitkijk, Amsterdam) | W ERIK A houdt van tegenstel1 ngen. Ook in zijn films. Het brengt de zoetste Kitsch, maar l brengt ook de hardste, onvernee werkelijkheid. De Amerikaan de bioscoop de zoetste dromen f i, maar een enkele keer wil hij zich zelf in de spiegel zien. esultaat is dan vaak verrassend. i < en brave burger, soms een' verKe> grijns van zelfspot en soms et doodnuchtere, kei-harde zakenIo een, waarbij de zaken voor dsje gaan". Wat er achter dit [ altijd nog al gemoedelijk klini Hollandse spreekwoord kan schui|la tt Mervyn Ie Roy (die wij hier Kennen van I am a fugitive") en in de film OU for the lamps lra. hoeverre dez; film Alice Tisdale boek recht doet wedervaren seert ons niet, omdat de film deze telkens nadrukkelijk op sk wijst voor zich zelf spreekt. om de petroleumverkoop in 'n de titel is gebaseerd op het de feit, dat de Amerikaanse beelbenden destijds op grote schaal eumlampen cadeau gaven aan de en, opdat deze in het vervolg etroleum zouden gebruiken. Oveprobeert deze film ons niet te brengen tot China. Dit land achtergrond voor de Amerizakenman en zakenmoraal. Zij heen gezonden worden krijgen de waarschuwing mee: de Company behartigt alleen haar eigen belangen. Men geeft er soms de voorkeur aan de dingen onverbloemd te zeggen; het voorkomt latere verplichtingen. Toch zijn er die in de Company ge loven. Zo geloven, dat zij er vrouw en kind en vriend voor opofferen. En soms zelf het slachtoffer worden, soms ook hun beloning krijgen zelf een lei dende plaats in de Company. Deze film laat de beide kanten zien. Dat de held hier ten slotte slaagt en ons op die wijze toch niet geheel zonder happy end laat kunnen wij aanvaarden, al is dit niet het sterkste moment van de film. Sterk is de mentaliteit die er uit spreekt, het geloof in de Company. Het is het geloof, dat de millioenen-dividenden helpt vormen. En het is werke lijk niet alleen olie, die daarin gekris talliseerd is. Het persoonlijke lot van de beide hoofdfiguren dat man en vrouw elkaar juist in deze omstandig heden vinden kan op zich zelf be langrijk zijn, het is geen noodzakelijk deel van het bredere gegeven. Sterk is ook de regie en de bezetting. Op elke plaats een juiste figuur, geen sensatie, maar doodnuchter harde din gen, verteld met iets van het van zelf sprekende van deze zakenwereld, die ons wordt voorgesteld. Een film, die belangrijk is om zijn inhoud n om de wijze, waarop deze inhoud door de middelen waarmede hij wordt verteld tot zijn recht kornt, zonder dat dat deze laatste ooit op de voorgrond treden. Uit Olie voor China's lampsn" (De Uitkijk, Is de film, die u onder alle omstandigheden de beste klekies geeft Voos WAT KUNT U KÖOPEN voor 3 cent? Niet veel!.. .Toch wel. Voor dit bedrag krijgt U elke week DE GROENE, van heden af tot 31 December. Het interessantste en meest gezaghebbende weekblad van Nederland kost voor de rest van dezen jubileum jaargang slechts VIER GULDEN. Kunt U er buiten? Hl«rltn(( afknlpptn ?'W l BON ADMINISTRATIE DE GROENEVJJ; KEIZERSGRACHT 355 - AMSTERDAh f Poittlra 72880 . GémMnu Giro G 1000 - TêMöen 37M Ondergeteekende wenscht zich met ingang van heden t< abonneeren op DE GROENE AMSTERDAMMER. De abon i nementsprijs van heden af tot 31 December 1936 bedraagviji f4.?. Abonnementen kunnen slechts op 31 December eindlgei 'j en worden anders stilzwijgend voor een jaar verlengd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl