Historisch Archief 1877-1940
Letterkundig leven
Van en over
Wassermann
Maria Karlwela: Jakob
Waaaerman n; Geatalt, Kantpf uad Werk
(Qaerldo-Yerlair, Amaterdara)
? NGELEID met een woord van
hartel lijke vriendschap door Thomas Mann
l teekent Wassermanns weduwe in dit
omvangrijke boek (472 pag.!) de ver
wikkelde groei en eenvoudig verbluf
fende productie van dezen grooten
Grübler. Een geweldig materiaal wordt
ons in bewonderend begrijpen geboden
en niet alleen maar voor de
Wassermann-gemeente. Het eenige bezwaar,
dat ik zou willen opperen, is dat we te
veel krijgen en vooral in de eerste helft
van het boek te weinig geordend en in
een soms zichzelf verknoopenden pro
bleemstijl. De neiging alles dramatisch
toe te spitsen vermoeit en verzwakt de
zuivere indrukken. Zoo noemt de
schrijfster een nogal kleinzielig
klagelijke brief van W's moeder ,,Largo
schmerzlichster Resignation" ! (pag.
75 en volg.). Marta Karlweis geeft
menige plausibele analyse en ont
wikkelingslijn, maar heeft zich wat al
te hardnekkig vastgeklampt aan be
paalde hobbies (het stiefmoedercom
plex 1). Des schrijvers eigen ,,Mein Weg
als Deutscher und als Jude" had voor
het daaraan voorafgaande levensdeel
de breedvoerigheid van deze uiteen
zettingen moeten bekorten. Levender
want persoonlijker is de periode
geteekend, waaraan zij zelve als vrouw
deelnam. Mij zijn echter het waarde
volste de uitingen van Wassermann
zelf, lezingen, brieven, vooral korte,
kristal harde notities (het
oorlogs-dagboek l de briefwisseling met Thomas
Mann over het antisemitisme in
Duitschland!). In de gestalte van dezen
gemartelden zoeker staat met dit boek een
halve eeuw Europa voor ons, een
boeiend, en bovenal angstwekkend
beeld. P. MINDERAA
INTELLECTUEEL FESTIJN Bibliografie
Tooneel
Kvberca Went: The thinking Reed
(HutrhlnHon, Londen)
DE berichten, die ons omtrent
dit boek uit Engeland be
reiken, gewagen alle van een
z;er opmerkelijk succes. Het is zowel
door de Book Society als door de
Evening Standard gekozen als het
boek van de maand. In de eerste
weken van zijn bestaan heeft het al
vier herdrukken beleefd. Het is, ook
in de beste dagbladen en tijdschriften,
door de critiek met de grootste waar
dering ontvangen. Het zijn inderdaad
wel heel hoge, gevaarlijk hoge ver
wachtingen, die door dit alles worden
gewekt. Maar The Thinking Reed"
is een boek, dat deze wel verdragen kan.
Het is weliswaar geen groots, geen
zeer belangrijk, maar wel een inte
ressant en bovenal een knap, een wer
kelijk bijzonder knap boek. Het richt
zich hoofdzakelijk tot het verstand,
maar het is dan ook een intellectueel
festijn van hoog gehalte, dat ons hier
van het begin af geboden wordt. Het is
al een genot op zichzelf al de moeilijk
heden van de romantechniek zo vol
komen overwonnen te zien. En hoe
goed is dit boek geschreven, in een
vlugge, lenige stijl, tintelend van
geest en lichte ironie. Sterk persoonlijk
ook en sterk beeldend, vol verrassende
wendingen en gelukkig gevonden ver
gelijkingen. En er volgt hier eigenlijk
al vanzelf uit, dat ook de inhoud
origineel en interessant moet zijn.
Men kan niet zó goed schrijven, als
men niet iets eigens en belangwekkends
te zeggen heeft.
heeft getrouwd. Deze Franse groot
industrieel, schatrijk fabrikant van
goedkope auto's, is in vele opzichten
Isabelle's tegenbeeld, en de best ge
slaagde, meest vitale figuur van het
boek, een werkelijk originele creatie.
Isabslle vindt hem eerst grof en
oppervlakkig, al is er iets guls en
vrolijks, iets naiëfs en jongensachtigs
in hem, dat haar amuseert en aantrekt.
Maar spoedig vertonen zich andere
zijden van zijn karakter en ofschoon
enkele van zijn hebbelijkheden haar
blijven tegenstaan en hen bsiden in
moeilijkheden en gevaar brengen,
blijkt het eerst zo weinig goeds beloven
de huwelijk ten slotte een groot succes.
Jakob Wassermann: Tagebuch ana
dem Winkel (Querldo, Amsterdam)
DEZE bundel bevat de literaire nala
tenschap van Wassermann, werk
uit den laatsten tijd van zijn leven,
vier schetsen en een dozijn bespiege
lende opstellen. De schetsen spelen in
de omgeving van Aussee, waar Wasser
mann o.m. heeft gewoond. (Ook
Hofmannsthal betrok er dikwijs het land
huis van een bevriende familie.) De
term spelen is in verband met deze
schetsen wel zeer oneigenlijk gebruikt,
want niet alleen missen zij vrijwel
iedere actie, maar vooral ieder spel
element. Ze zijn, bij een zeldzame on
beduidendheid van thema, traag, log en
moeizaam geschreven en deze zware
drukkende stijl, die in een dwaze wan
verhouding staat tot de gegevens, al
heeft ze als men wil een epische rust,
verplettert letterlijk de thema's. Alleen
een snelle, lichte behandeling had er
iets van kunnen maken. Dat bewijst
ook de laatste schets ,,Die Janach",
die voldoende met ironie is gekruid om
althans verteerbaar te zijn.
De bespiegelende afdeeling is van
meer belang. Vrijwel zonder uitzon
dering overpeinst Wasserman in dezs
bsschouwingen hedendaagsche cul
tuurproblemen en -phenomenen. Hij
doet dit overigens niet zeer verrassend,
en zonder eenige genialiteit, maar met
dat soort zwaarmoedigen ernst, soms
verlicht door een vleug van humor, die
hem eigen is. Hij zag, als zoovelen,
dat de ziel in dezen tijd in zich zelf pro
blematisch geworden is, dat haar rech
ten worden bedreigd en vertrapt, en
zijn duistere pessimistische aard leed
daaronder. Toch was hij niet geheel
zonder hoop. Maar het is duidelijk, dat
. iemand, die ondanks zijn bezwaren
daartegen, in zekeren zin toch een
romantische levensopvatting bezat, die
als jood, zuidduitscher, en door zijn
DE roman speelt zich geheel af in
Frankrijk; in Parijs, Antibes,
Ie Touquet en enkele andere plaatsen,
in de jaren van welvaart onmiddellijk
vooi de grote economische ineen
storting. De hoofdpersoon, Isabelle
Roy, is een zeer jonge, zeer rijke, zeer
schone Amerikaanse weduwe. Ik heb
de naargeestigste herinneringen aan
romanheldinnen van deze soort, maar
deze jonge weduwe bezit gelukkig, be
halve de reeds genoemde benijdens
waardige eigenschappen, ook nog an
dere hoedanigheden, die haar tot een
totaal verschillend type maken. Het is
duidelijk, dat Rebbecca West, de
schrijfster van scherpzinnige essays,
van The Strange Necessity", Isabelle
veel van haar eigen persoonlijkheid
heeft geleend. Zij leeft bewust, zij
heeft het vermogen zichzelf te zien
en analyseert haar gevoels- en
gedachtenleven met meedogenloze scherpte.
Zij is fijngevoelig en van nature ook
wel impulsief, maar zij heeft er zich
een gewoonte van gemaakt al haar
ervaringen onder controle te brengen
van haar verstand. En dat zij werkelijk
met superieure verstandelijke ver
mogens begaafd is, daarvan weet de
schrijfster ons weldra volkomen te
overtuigen. Evenals zij het ook aan
nemelijk heeft gemaakt, dat in Isabelle
langzaam aan een zuivere, tot zelf
opoffering bereide liefde opbloeien kon
voor Mare Sallafranque, den man,
dien zij enkel uit dépit en berekening
leven in Oostenrijk een cultuur in zich
had welke met de romantiek, de barok,
met Weenen, Würzburg, Salzburg en
Nürnberg sterke affiniteiten bezat, die
door metaphysieke, moreele en soms
in het mysticisme uitmondende
religieuse problemen werd bezig gehouden
en van nature door menschenliefde
gedreven werd, zich in dezen tijd pijn
lijk getroffen en ontwricht heeft ge
voeld. Deze opstellen getuigen er van,
op vermanende en sympathieke, ietwat
verouderde wijze. H. MARSMAN
HET boek heeft ook nog een ander
aspect. Het geeft in verschillende
gedeelten een uitvoerige, dikwijls zeer
geestige, satirische schildering van het
wufte leven van de uitgaande wereld".
In de Amerikaanse industriesteden
had Isabelle al bewijzen gevonden van
het bestaan van een nieuw mensenras,
een ras dat absolute bevrediging vinden
kan in het verorberen van zoetigheden
en drank, het bezit van radio's en het
kijken naar films. En in de mondaine
Franse badplaatsen ontdekt zij nu
een verfijnder variëteit ervan, een nog
griezeliger, internationaal ras van zeer
rijke vermaakjagers, die het er op gezet
schijnen te hebben het leven geheel te
vervlakken, het te reduceren tot een
reeks sensaties van onnozel amusement.
De vele eigenaardige vertegenwoordi
gers van deze macabere mensensoort,
die Isabelle ontmoet, zijn bijna alle
kostelijk getypeerd. Tevergeefs tracht
zij zich aan hun bezoedelende invloed te
onttrekken; het is net alsof de positie
van haar man, die zijn levenswerk
niet wil opgeven, haar dwingt te
wonen in een ongezond klimaat. En
zij wordt zich hoe langer hoe meer
bewust van de nadelen, de geestelijke
ongemakken", de grote gevaren van
het zeer rijk zijn. Een rijke vrouw,
zegt zij, is niets, zij leeft in een leegte,
door vleierij van het werkelijke leven
geïsoleerd. Zij ziet wel in, dat de
armen waarschijnlijk, ook geestelijk,
even erg lijden, maar dat is maar een
schrale troost: wanneer men erg de
suikerziekte heeft, helpt het niet veel
te bedenken dat andere mensen
tuberculeus zijn". Zij hunkert naar een
voud en natuurlijkheid en er ontstaat
een strijd in haar tussen haar ver
langen weg te vluchten uit deze om
geving en haar groeiende liefde voor
haar man.
Juist wanneer het verslag van de
nietigheden, waarmee zij gedwongen
is een groot deel van haar dagen te
vullen, wat eentonig dreigt te worden,
komt de brillante beschrijving van een
diner in een luxe hotel, gevolgd, door
een bezoek aan het Casino, de aandacht
van den lezer weer geheel wakker
maken. Het is een bijzonder geestige,
scherp-satirische tekening van een
zeker soort society-leven; een
tragicomedie, waarin een aantal zeer
eigenaardige personen optreden, en met
een wisseling van amusante en schrij
nende incidenten, die ten slotte leidt
tot de grote beslissende, met fijn
psychologisch inzicht weergegeven
crisis in Isabelle's leven.
Ook na deze crisis, het dramatische
hoogtepunt van de roman, blijft het
verhaal interessant, al is de schilder
door wien Isabelle zich op het laatst
nog bijna laat inpalmen niet veel meer
dan een schimmige gedaante en een
vrij conventionele romanfiguur,
vreemd afstekend bij de vele eigenaar
dige, markante personen, die wij in dit
zeer onderhoudende, rijk gevarieerde
boek hebben leren kennen.
Martin Hal Ier: KI a Mann aucht
aelne Helmat (Europa Verlag,
JEUrlch)
DE tragische situatie van den
duitschen soldaat, die nadat de
oorlog ten einde was, en verlo
ren, van het front' terugkeert, is reeds
enkele malen beschreven, en wij weten,
dat wellicht voor geen generatie het
leven na den oorlog zoo zinloos en
verbijsterend was in zijn leegte als
voor de Frontgeneration". Zij kwam
terug na vier jaar lang in ellende en
ontbering te hebben geleefd en zij
vond een volk en een wereld die op
niets 200 fel en gierig bedacht was als
op het verwerven en op het behoud van
dingen waaraan zij, de frontgeneratie,
al lang niet meer had gedacht. Zij had,
aan den lijve, een herijking van waar
den ervaren en terugkeerend zag zij
dat alles tot niets had gediend dan tot
het beveiligen en vermeerderen van
ideeën en goederen, die in haar oogen
door hun benepenheid, hun materia
lisme en burgerlijkheid waardeloos wa
ren geworden. Zij had gevochten voor
een wereld die zij niet kende, die zij als
kind al had verwisseld met het front,
en die zij, terugkeerend, oud en ver
vallen vond. Wat had zij gemeen met
deze laffe, aan have en goed verkleefde
burgerbende ?
De roman van Haller wijkt van dit
thema af. Of liever: hij compliceert het
doordat hij zijn Frontsoldaat boven
dien nog staatenlos" maakt: Thomas
Frank, geboortig uit Bozen, verzuimt
zich tijdig van italiaansche papieren
te voorzien en verliest zijn nationali
teit; en in een tijd waarin de politiek
de roman speelt in de periode kort
voor de z.g. nationale Erhebung en in
de eerste maanden daarvan het
leven zoo ingrijpend beheerscht als
thans, wordt hij daardoor ook als
rnensch vrijwel vogelvrij.
Hij werkt eenigen tijd in de kleine
duitsche stad Hersingen; moet haar
verlaten in verband met een politieken
moord, zwerft wat door Frankrijk,
keert terug om zijn verloofde weer te
zien, maar daar men inmiddels ont
dekt heeft dat hij behalve staatenlos"
en bevriend met democraten, ook nog
de zoon is van een joodschen vader,
worden Hilde en hij afgeranseld en
ontkomen zij alleen dank zij de hulp
van een vriend.
De roman heeft iets zeer
sympathieks. De figuren en situaties zijn
doorgaans scherp en levendig gegeven,
vol verrassende onmiddellijkheid en
vooral tegen het eind, waar de situatie
zich verscherpt en bittere ernst wordt,
krijgt de toon iets navrants. Een be
zwaar is hoogstens de eenigszins ge
forceerde frischheid en slagvaardig
heid, vooral in de dialogen en het
vreemde mengsel van bravour en hu
mor, dat echter nergens onoverkome
lijk wordt, want zelfs in die passages
houdt het boek een accent van doorleef
den ernst en onbedriegelijke echtheid.
A. G. v; KRANENDONK
M. van Zeggelen: Een liefde In
Kennemerlaud (J. M. Meulenhoff,
Amsterdam)
HET zou een onbillijkheid zijn van
deze auteur te beweren dat zij
offert aan de mode van den dag. Reeds
lang vóór de stroom van historische
romans begon te vloeien, bleek het
dat zij een uitgesproken voorliefde
voor dit genre bezat.
Het voelbaar maken van de sfeer1
van de oudhollandsche buitens en
hun bewoners was altijd de sterkste
kant van deze schrijfster. En hoewel
die sfeer in dit boek geenszins ontbreekt,
heeft ze hiermede dit keer haar werk niet
kunnen redden, waarschijnlijk doordat
zij haar fantasie niet den vrijen teugel
kon laten (zij was gebonden aan den in
houd van familiepapieren) en doordat de
stof, die zich uitstekend geleend zou heb
ben voor een korte geconcentreerde
novelle, uitgedijd en aangelengd is
tot een breedsprakigen familieroman.
PAG. 8 DE G KOEN E No. 3079
EEN NIEUW THEATER
voortreffelijk ingewijd
"' 'ipwi^ïSS^'^l'?!
?NS'AV'1 ?*?'??
?-'^tes
TE Rotterdam hebben
werklooze jongelieden een openlucht
theater kunnen bouwen, dat
op 37 Mei 1.1. is ingewijd. Een groep
werkloozen' speelden, door Abram van
der Vies ingestudeerd: Maar wij....?"
van Anthonie Donker1). Dit spel, dat
voor dit doel welwillend was afgestaan
door de Vrijzinnig-Christelijke
Jeugdcentrale, werd op Pinksteren 1933
reeds te Soesterberg ter gelegenheid
van een massale jeugdconferentie in
eigen kring en den volgenden dag voor
belangstellenden door leden dezer be
weging opgevoerd. Dit inwijdingsstuk
bleek ook thans een uitnemende keuze,
voortreffelijk uitgevoerd.
Toen wij tusschen het publiek, groo
tendeels uit familieleden der jonge
mannen saamgesteld, de tribune, die
1500 zitplaatsen heeft, verlieten, werd
overal dezelfde zin herhaald: Dat
was echt de moeite waard om voor te
komen", en dit gaf inderdaad volkomen
den indruk weer.' Het openluchttheater
is de moeite waard en deze voorstelling
in nog hoogere mate.
Het spel van jeugd en arbeid"
eindigt met een Rei:
Wees niet vreesachtig l
De bange horde
moet een eendrachtig leger worden.
Gij zult met sterken
wil gaan werken
aan nieuwe orde.
Aan ouden stam zijn nieuwe telgen.
Gij zult de ouden schulden delgen.
Gij zult geen oude fouten dulden.
Gij zult van eigen belangen zwijgen,
in strenge en harde
tucht volharden
en andre tijden
voorbereiden."
Koor en rei :?Het moet, kameraden."
Haralds vader :?Houdt goeden moed."
Désiré: Het moet l"
Het spel verkreeg dit keer nog
grooter inhoud dan eenige jaren geleden
in Soesterberg. ledere inhoudsvolle"
tekst wint, wanneer hij het waarachtig
innerlijk of geestelijk eigendom der
spelers is. Dit kan wanneer de uit
voerenden kunstenaars zijn met veel
fantasi;, óf in een geval als dit. Hier
waren geen kunstenaars onder de
spelers, maar alten voelden zich ge
roepen tot deze opgaaf, voor dit spel van
de jeugd en de teleurgestelde
arbeidwillenden, waarin naar de nieuwe
levensopgaaf voor zelfs werkloozen
wordt gezocht en deze in theorie wordt
gevonden. Hierdoor deed noch het
gehalte der speelcapaciteiten, noch het
gebrek aan algemeene technische ont
wikkeling iets aan de waarde dezer
uitvoering af.
Hier was een groep menschen bijeen,
die iederen zin, ieder woord, dat zij
V Uitgave V. C. J. C. Nieuwe
Gracht 27, Utrecht.
spraken, begrepen hadden, en daar
voor in het gemoed de noodige weer
klank hadden kunnen vinden. Terwijl
zij daar stonden en bezig waren of
luisterden in groepen, werden zij het
zelf, waren zij datgene wat zij beel
den" moesten. Dit waren geen lieden,
die zich geoefend hadden ,',te doen
alsof", die effecten uit vorige rollen
en successen bijeengegaard en voor
,»uiten" te pas en te onpas bij de hand
hadden, Hier waren geen groote en
kleine rollen voor sterren en figuran
ten, hier klonk geen individueele be
vrediging of onvoeldaanheid door. Hit r
waren geen eerzuchtigen, die naar
voren en het het midden drongen.
Hier stonden menschen, die menschen
en groepen beeldden, en de menschen
bleven die zij voorstellen moesten,
ondanks dit feit. Hier werden geen
oncontroleerbare wezens verbeeld",
geen half-goden, wijzen of zotten, en
hier was er geen bij, die een
Termagant overdrijft" of die een Herodes
overherodest", zooals Hamlet het om
schrijft.
Hier was nederige overgave, eerbied
voor het mysterie van het leven, eer
bied voor het droeve en het blijde won
der van het individueele en maatschap
pelijke bestaan. Hier mislukte geen
effect, omdat er naar geen effect was
gestreefd. Hier waren begrip en juist
gevoel, met zekerheid door een des
kundige geleid, het eigendom geworden
van de uitvoerders, omdat allen die
speelden het begrip en gevoel bezaten,
dat zij voor de opgave, die hier gesteld
was, behoefden.
Voor den aanvang werd het open
luchttheater den Burgemeester van
Rotterdam aangeboden, die het voor de
gemeente aanvaardde en het overdroeg
ter exploitatie aan een vereeniging
onder voorzitterschap van Henri Dek
king, en met me j. van Dugteren als
secretaresse, een soort
zustervereeniging van de Rotterdamsche Volks
universiteit dus.
De heer Dekking aanvaardde op
zijn beurt de opdracht en beloofde in de
. keuze der uitvoeringen onpartijdigheid
en afwisseling. Zijn taak is als die aan
Philostrates in den
Midzomernachtsdroom door Theseus opgedragen. Aan
het slot van Shakespeare's stuk komt
de leider der feestelijkheden met een
viertal saam geoogste spelen" ter
keuze bij Theseus weder. Theseus kiest
dan het spel der handwerkslieden
(ondanks de bezwaren die Philostrates
meent, te moeten opwerpen), waarbij
,,eenvoud" en toewijding" den arbeid
gediend hebben.
Het zou wel eens kunnen zijn, dat
het deze ,,Philostrates"-vereeniging
moeite zal kosten een tweede opvoering
te organiseeren van dezelfde waarde
als deze van Maar wij.. .. ?" door
Rotterdamsche werkloozen.
EDUARD VERKADE
Film
Uit Kinz Vidor: Our daily biead
Verborgen verrassingen
** "W^BBP?
-Ju»King Tldor: Our dally bread
DE stabilisatie van de filmkunst
in de grote productie, juister
gezegd van de technische mid
delen en uitdrukkingsmogelijkheden,
van een zekere film-taal, die gemeen
goed is geworden van de goede vak
lieden, heeft onmiskenbaar tot gevolg
dat het onderwerp van meer belang
wordt. Naarmate het hoe meer en meer
op een zekere hoogte is geconsolideerd
en verrassingen op dit gebied zeldzamer
worden, wordt het wat van meer be
tekenis. Zozeer kan dit het geval zijn,
dat men geneigd is de wekelijkse film
pagina der dagbladen gelijk te geven
met de verzuchting dat het verhaaltje
eigelijk het enige is, dat bij elke film
nieuw is. Al is ook dit nieuwe soms
maar heel erg betrekkelijk.
De verrassingen der grote productie
liggen dan ook inderdaad in eerste in
stantie meestal meer op het gebied van
het wat dan van het hoe en wij moeten
erkennen, dat wij de scenario-schrijvers
wel vaak te zeer hebben miskend. Toch
komt het scenario eerst tot zijn recht
door de regie en is de film ten slotte
toch wat zij er van maakt.
Een dergelijke beschouwing dringt
zich op bij de meeste belangrijke films,
die Amerika ons af en toe tussen de
grote massa zendt. Wij zijn er de laat
ste jaren aan gewend geraakt, dat men
aan de overzijde van de oceaan ook nog
wat anders kan en wil dan de vlucht
uit de werkelijkheid in het rijk van
millioenen, girls en nachtclubs, wat
dan de grote wereld" heet. Een enkele
maal acht men ook de hele kleine we
reld belangrijk genoeg voor het witte
doek en blijkt het sociale vraagstuk zo
dwingend te zijn, dat men er zelfs in
het paleis van de wensdroom niet aan
ontkomt.
King Vidor filmde in zijn Our daily
bread" (een film, die hier onder de
titel: Ons dagelijks brood" en Geef
ons dagelijks brood" in de kleine bios
copen verborgen schijnt te moeten
blijven) werklozen en niets meer. Geen
rijkdom en geen happy end, dat buiten
het kader van de materiële werkelijk
heid van het verhaal uitgaat. Hij laat
deze werklozen koloniseren op een
boerderij, welke n van hen ter be
schikking kreeg omdat er toch geen
rendement van te halen was. Er ont
staat nu een soort gemeenschap onder
leiding van de eigenaar. Ieder geeft zijn
arbeidskracht en de laatste bezittingen,
die hij nog heeft: een oude auto, een
zak aardappelen, een paard of zijn
laatste goudstuk.
Ten slotte dreigt alles toch mis te
gaan als de droogte de oogst verschroeit.
Maar men geeft op het laatste ogenblik
de moed niet op en graaft een toevoer
voor het water, dat ten slotte de dorstige
aarde nieuw leven schenkt.
Het verhaal is eenvoudig en het is
evenals de uitbeelding lang niet overal
geheel en al verantwoord. Maar het
geeft de regisseur gelegenheid tot het
uitbeelden van twee momenten van
extase. Eerst als het zaad opkomt en
allen in religieuse eerbied knielen voor
het eeuwige wonder der natuur en aan
het slot, als eindelijk het water door
het ten koste van uiterste inspanning
gegraven kanaaltje stroomt en men de
ontspanning van verbeten vrees en
verbeten arbeid uit in bijna bestiale
vreugde. De mensen werpen zich in het
modderwater, dat nieuw leven voor
het gewas brengt, zij laten er zich door
sleuren door het paard en de motor.
Een heidense aanbidding van de
levenwekkende natuurkrachten.
Zo stijgt deze film boven alle zwak
heden uit tot een zuiver met de midde
len van de film weergegeven verbroede
ring van mens en natuurkrachten, als
groots slot van een betoog van de oude,
maar al te vaak vergeten waarheid, dat
de aarde nog altijd in staat is brood te
geven in ruil voor arbeid.
De maatschappelijke hinderpalen
voor het verwerkelijken van deze
waarheid schuift King Vidor echter echt
Amerikaans al te gemakkelijk op aij.
D. C. VAN DER POEL
Schilderkunst
Picturale
kinderkamer
JAN ENGELMAN
Les artiates mnslcaltste» (Stede
lijk Museum, Amsterdam)
IN zijn Tractaat der Schilderkunst
wijdt Leonardo da Vinci een apart
kapitteltje aan de verhouding tus
schen de muziek en de beeldende kunst,
n hij doet bijzondere moeite den
musicus te overtuigen, dat zijn kunst de
geringere zuster is in die betrekking.
De groepsleider Henri Valensi en de
zijnen blijken veel royaler te wezen:
zij staan de integrale interpenetratie
der kunsten voor en wenschen daarbij
aan de muziek een leidende rol te
geven, zich beroepend o.a. op partieele
uitspraken van Hegel, Wilhelm
Schlegel, Tieck, Hoffmann, Swedenborg,
Taine en Walter Pater. Het gezelschap
is bont genoeg, zooals men ziet.
Bekijkt men de tentoonstelling der
Scène uit Maar wij....", Spel van jeugd en arbeid door Anthonie
Donker, opgevoerd door een groep jonge werkloozen te Rotterdam