De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 3 juli pagina 16

3 juli 1936 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

?? . tl ssikXjj f t w'.. . ?*, i^ *, ^ ..l v. .i.^ ^-'rouwen en vrouwenleven Kinderen 5 offer mm m VROUWELIJK IECITEIS? Mr. A. A. L. F. van Dullemen JA, waarom eigenlijk niet? Verbiedt de Wet de benoeming van een Vrouw tot Rechter? En zoo niet: Waarom is feitelijk dan tóch de vrouw van zulk een aanstelling uitgesloten? Wordt zij niet geschikt geacht voor dit ambt? Betreffende de eerste vraag de eventueel bestaande wettelijke uit sluiting bestaat onder de Neder landsche juristen verschil van meening. Juristen van den allereersten rang, zooals Prof. Mr. Scheltema en wijlen Prof. Mr. Simons, hebben betoogd, dat geen enkel duidelijk rechtstreeksch verbod van de benoeming eener vrouw tot Rechter in de Wet is te vinden en betoogden dus met een beroep op art. 5 der Grondwet een artikel gebaseerd op de ,,gelijkheids"-gedachte van de Groote FranschèRevolutie en luidende: Ieder Nederlander is tot elke landsbediening benoembaar," dat ook de vrouwelijke jurist, voldoende aan den leef tij ds- en bekwaamheids-eisch, benoembaar is tot Rechter. Daarbij maakten zij beiden zich dus los van het historisch gezichts punt, dat zoowel genoemd Grond wetsartikel, in zijn oudsten vorm dateerende van 1798, als de Wet op de Rechterlijke Organisatie, dateerend van 1827, wel nimmer het oog kunnen hebben gehad op de vrouwelijke jurist, waarvan in die jaren het latere bestaan zelfs nog niet kon worden vermoed. Op deze historische bijzonderheid doet nu juist de tegenpartij een beroep met de argumenteering, dat het ont breken van een uitdrukkelijke wette lijke uitsluiting der vrouw van het rechters-ambt toch niets bewijst, omdat de geest der Wet op de Rechterlijke Organisatie zeker niet is ingesteld op die vrouwelijke Rechter. En zij kan zelfs twee artikels daarvan artt. 10 en 23 als duidelijk bewijs aanvoeren. Hoe denkt ons hoogste rechts college, de Hooge Raad der Neder landen, welks bijzondere taak het is als eindbeslisser richtsnoer te zijn in den strijd dec meeningen van lagere colleges en juristen, over deze beroemde strijdvraag? Helaas, dat antwoord is niet bekend om de eenvoudige reden, dat deze vraag in zijn zuiveren vorm nog steeds niet aan ons hoogste rechtscollege is voorgelegd. De wet gever zal dus wel hebben te beslissen. Hoe zijn antwoord in dezen tijd van verdrijving van vrouwen uit ambten en beroepen zou luiden, is niet twijfel achtig ! ZOO zijn wij dus thans gekomen aan het tweede onderdeel der vraag. Zal de vrouwelijke jurist wanneer eens al of niet denkbeeldige wettelijke slagboomen zijn opgeheven toch feitelijk uitgesloten blijven van het rechters-ambt, omdat zij daar toe wel eens niet geschikt geacht zou kunnen worden? Ook in deze vraag moeten twee onderdeelen onderscheiden worden en wel deze: Is haar rechtskennis vol doende voor dit ambt?" en zoo ja Heeft zij dan wel in voldoende mate de andere eigenschappen, noodig voor een goed Rechter, in het bijzonder en in de aller-voornaamste plaats objectiviteit?" Deze laatste vraag is in hoofdzaak alleen door psychologen te beantwoorden en geen wonder is het dan ook, de beantwoording daarvan door alle juristen Prof. Scheltema, Simons en den Hoogen Raad ver wezen te zien naar de psychologen. Betreffende haar rechtskennis heb ben zoowel Prof. Scheltema als Prof. Simons aan de Nederlandsche Juristen een mooi judicium gegeven: eerst genoemde schreef in zijn prae-advies aan den Nat ionalen Vrouwenraad in I933' En ieder jaar bevinden zich in mijn collegezaal vrouwelijke juridische studenten, die, wat bezonnenheid van oordeel en juridische kennis betreft, boven het gemiddelde peil van de toehoorders staan." Nog verder ging zelfs de Hooge Raad; in zijn in 1921 uitgebracht advies aan Minister Heemskerk schrijft hij over de juridische kennis en objec tiviteit der vrouwelijke rechtsgeleerde deze roemrijke zinsneden, dat: toch wel gebleken is, dat ook vrouwen op uitnemende wijze een taak vervullen, Waarbij het vóór alles aankomt op objectiviteit en onbevangenheid en in het algemeen op die eigenschappen, welke voor een goede rechtspraak onmis baar zijn." Heel wat scherper was daarentegen het oordeel van het Parket van den Hoogen Raad; men hoore: Of haar juridische kennis voldoende is, is eene nog niet-beantwoorde vraag; de erva ring leert, dat in 't algemeen door de vrouwen, die zich aan de rechtspractijk wijden, niet veel wordt gepres teerd] op eene zér enkele uitzondering na hebben zij zich niet boven de middel maat weten te verheffen." Men ziet, zooveel hoofden, zooveel zinnen ! Nog heel wat mér bezwaren tegen de vrouw als rechter bracht de contra"-prae-adviseur voor den Nationalen Vrouwenraad in 1933, Mr. Cluijsenaer, in het geding; zijns inziens is de meer wankele gezondheid der vrouw een ernstig bezwaar, zal ook het minitieus onderzoek in zede-zaken haar natuur lijk schaamtegevoel somwijlen hevig kwetsen, zal haar zacht en gevoelig karakter" haar wellicht verhinderen de soms noodzakelijke hardheid te betrachten, zullen haar gezins-plichten haar te veel in beslag nemen, zal zij in het bijzonder voor de in- en aan.UITERLIJKHEDEN1 :£ieve o en MET de wisseling der jaargetijden en het inluiden van den zomernacht Meeden wij ons hier in het gebloemd. Vroeger, toen de Parisienne angstvallig elk contact met de zon vermeed, was dat misschien een symbool, nu is het harde noodzaak. Onze bruine huid die we tusschen de druppels door donker zonnen maakt dat we er in onze zwarte en blauwe avondjurken als gek uitzien. De wit en zwarte japon is van een heel fijn cloqué. Met het jasje, pat je over den stoel ziet hangen als je goed kijkt ? is het een heel geschikt ensemble om mee op reis te nemen. Het andere kleed is volumineuser, het galon aan den zoom is van gelakt paardenhaar l De mode staat nog steeds een blooten rug toe. grijpende taak van Rechter-Commis saris in strafzaken niet geschikt blijken te zijn, terwijl haar grootere emotio naliteit haar gevoel de overhand zal kunnen doen krijgen over haar ver stand. Mocht waar zijn de uitspraak van den psychiater, Dr. Gross, dat in strafzaken de beoordeeling der vrouwen steeds is au dessus ou au dessous de la justice" m. a. w. steeds even boven of onder het billijk' oordeel dan zouden zij, als straf rechters, al geheel onbruikbaar zijn. Onnoodig te zeggen, dat aan beide zijden in dit onderdeel der kwestie op psychologische eigenschappen een beroep wordt gedaan op het beken de werk van Prof. Heijmans: Psycho logie der vrouwen" en dat dan tegen de boven opgesomde nadeelen weer vele voordeelen worden gesteld als: het grootere gevoel der vrouw voor het concrete, haar sterk rechtvaardig heidsgevoel, haar intuïtief sneller door zien eener situatie, haar hooge moraal. En tenslotte wordt als m. i. het beste argument naar voren gebracht, dat het theoretische gescherm met eigen schappen van de" theoretische vrouw niets bewijst, maar dat men juist de vraag moet omkeeren en vragen: Zijn er vrouwen in ons land, die zoowel de uitstekende juridische kennis als de hooge psychische eigenschappen, in het bijzonder objectiviteit, bezitten. noodig voor een goed vervullen van het Rechters-ambt?" Zoo ja, maak den wettelijk ter wille eener goede rechtsbedeeting haar benoeming moge lijk en stel haar dan ook aan l De beantwoording dezer vraag zal mocht zij al niet dadelijk onvoor waardelijk bevestigend zijn naar mijn bescheiden meening, dan toch wel gebaseerd moeten worden op een veel recenter onderzoek dan de in 1910 verzamelde gegevens van Prof. Heijmans verkregen volgens zijn toch wel wat aanvechtbare enquête"-methode, al was het alleen reeds om het nieuwe en m. i. zeer belangrijke argument, door Prof. Schel tema in den strijd geworpen, dat in de laatste 20?30 jaar de moderne recht spraak zich min of meer afwendt van het al te abstracte der wetsregels en juist mér is gaan kij ken naar het concrete, iets, waarvoor de vrouw van wege haar zin voor het concrete en haar sterk intuïtief rechtsgevoel juist wél zeer geschikt zou zijn. In den tuin der FranschèAlpen HET is spijtig, dat ik misschien wel een beetje begrip van plantjes heb, maar zeker in het t\Geheel niet kan zingen. Hoe graag zou ik hier uit volle borst het bekende lied ., willen kweelen van: Ik leef heel hoog op d'Allepe, mij het lieflijkst oord". Maar ja, vroeger op school bracht ik een heele klas van de wijs als ik mee zong en zoo zwijg ik nu nog. Dit neemt niet weg, dat ik toch in dit lieflijkst oord vertoef en dat nog wel in Juni. Er zijn bloeiende weiden in de Alpen, die aan het ongelooflijke grenzen. Een uitbundige kracht en een roekelooze v vermenging van kleuren, die een een voudig Hollander, gewend aan made lieven, paardebloemen en gras, den > adem benemen. Even besluipt me dan ook de twijfel of dit wel in orde is, of dit gewirwar van bloemen voor de koe ' wel voedzaam is, maar dan denk ik, dat het koeienoog misschien ook wel wat wil hebben, en mogelijk zit er ook in al die zongestoofde geurige kruiden nog iets als een kleurenvitamine, die de crème de montagne >o buitengewoon smakelijk maakt. De bodem van een wei hier bestaat uit groote plekken bloeiende thijm, licht en donker paars en ook wel rood achtig. Daar boven uit steken de hoogere bloemen. Veel witte mar grieten, boterbloemen, donkerblauwe salvia's vallen het eerst op. Maar er groeit] nog oneindig veel meer. Teere paradijslelies en stevige blauwe cen taura's met een rood hart, de eerste fel roze trosanjers en de laatste narcissen, de forsche etages van de nog niet bloeiende hooge gele gentiaan en de sierlijke mutsen van de lys martagon, vergeetmenieten, campanula's, leeuwe bekken en lange rose aren, waarvan ik den naam niet weet. Het eenige, wat je haast niet ziet, is gras. Beneden in het dal kronkelt de weg, larnaast springt het water van de beek over de steenen en in de verte klinkt de bel van een tevreden koe. Volgt haar voorbeeld, bewoners van de lage tuinen, en zoekt in Juni de Alpen weiden op. Zoo krijgt gij het thuis toch niet. P. V. heeft een brief geschreven aan den boer, in wiens nabij heid hij van den zomer logeerde en wiens bedrijf hem machtig interes seerde. Freek, voor wien hetzelfde geldt, schreef ook een brief. Maar men is het er algemeen over eens dat Guusje's brief veel mooier geschreven was en de inhoud ook rijker geschakeerd. Freek hoopte dat iedereen op de boerderij het goed maakte. Gaasje vroeg: En hoe gaat het met de koeien? En met de paarden? En met de varkens? En met de ganzen?" Dat heeft den boer en zijn familie ge mponeerd, blijkens een druk-met-goudbezette prentkaart, die de jongens weerom kregen. Guus liep een paar dagen fier rond. Freek mocht dan ouder en veel sterker zijn dan hij: hij, Guusje schreef veel mooier. Dat wist langzaam-aan de heele school, de familie, de slager, de bakker, de kruidenier. Totdat het moment kwam waarop Guusje den draai nam, waarvoor hij befaamd is. Opeens schreef hij niet mooi meer. Opeens hobbelden door zijn keurige schrift voor nét werk dezelfde scheef-schotsche lompe letters die Freek pleegt te maken. Hé, Guus, hoe zit dat? Jij schrijft anders veel mooier", verbaast moeder zich. En Guus, onverschillig groote-jongens achtig: O, dat doe ik allang niet meer. Dat w i l ik niet meer. Jk schrijf net als Freek." Ja maar dat is juist zoo jammer. Jij schreef vél netter." Guus heft pathetisch het hoofd op. Dat wét ik wel. Maar ik w i l niet langer mooier schrijven dan mijn broertje, dat twee jaar ouder is dan ik en vél sterker. Dat heb ik op school ook gezegd, toen de meester van mijn klas er over begon. Nou en dat is het!" Heb je dat met Freek afgesproken?" vraagt moeder wantrouwig. Heelemaal niet", is het verontwaar digde antwoord. Maar ik vind het zoo, uit mezelf. Als ik zoo mooi schrijf, krijgt Freek het land aan me. Daarom schrijf ik leelijk. En nou zeg ik er niks meer van." Twee tellen later is Guus verdiept in den aanmaak van een allermiezerigst klein parasolletje van karton, waarmee hij zich voor het verdere van den middag daverend vermaakt. En Freek zegt groote-manachtig schouderophalend tegen zijn moeder: Uit die Guus kun je nou nooit wijs!" ERICA NIEUWS UIT DE VROUWENBEWEGING OP de onlangs te Amersfoort gehouden studieconferentie over het vrouwenvraagstuk werd betwijfeld of van de vrouw een ver edelende invloed uitgaat. Een goed jaar eerder was op een soortgelijke bijeenkomst te Bilthoven betoogd, dat de wensch het hare bij te dragen tot verbetering van de maatschappe lijke toestanden de voornaamste drijfveerwasgeweestderouderefeministen. Namen als J osephine Butler Florence Nightingale, jane Addams '*cm en anderen doen denken, dat deze laatste stelling niet ongegrond is. OUZANNE Lacore, de nieuwe ^ onderstaatssecretaris van on derwijs, heeft den Franschen vrou wen verzekerd, dat zij binnen drie maanden het kiesrecht zouden be zitten. Dit kan dan ook den Zwitserschen vrouwen weer moed geven, die zoo juist in het kanton Glarus de teleurstellende ervaring hebben opgedaan, dat een voorstel om de vrouwen stemrecht te geven in zake' liefdadige, kerkelijke en schoolaangelegenheden met 50 tegen 5000 stemmen werd verworpen. HET groote wereldcongres van plattelandsvrouwen teWashington toonde o.m. zeer duidelijk aan hoe verschillend deze beweging in de onderscheiden landen is. Zoo hebben de plattelandsvrouwen van Zuid Wales talrijke ziekenhuizen en consultatiebureau*. In Estland, met een inwonertal dat slechts een zesde van de Nederlandsche bevoling omvat, heeft de Boerinrienond 25.000 leden. De Nederlandscht vereeniging heeft nog een ruim arbeidsveld vóór zich! DE Zweedsche arbeidsinspectrice Karin Hesselgren deed onlangs te Genève interessante mededeelingen. Merkwaardig is het dat men, gezien de dalende ge boorte-overschotten, in Zweden tot de conclusie is gekomen, dat de beroepsarbeid voor de gehuwde vrouw moet worden vergemakket. Indien de meisjes ook na haar elijk kunnen blijven werken, huwen zij op jeugdiger leeftijd en krijgen meer kinderen dan wanneer zij later trouwen, Of in het geheel niet l EEN RECEPT VAN DE BROËNE Jam van worteltjes ONZE bekende Parijsche keukenmedewerker, Jan Hen, verzoekt o'ns om plaatsing van de vol gende mededeeling, die wij gaarne op nemen. Nu, zoo schrijft ons de heer Hen, het reisseizoen bijna aangebroken is, kun nen wij ons toch nog even, in diep ge heim, verlustigen aan de ouderwetsche Nederlandsche inmaak. Een honderd jarig recept mijner oudtantes schrijft voor eenige malsche worteltjes licht te schrapen, in stukjes te snijden, zonder zout en met weinig water gaar te koken en door de zeef te halen. Op elk pond van dit moes neemt men anderhalf pond suiker, het sap van een flinke citroen plus schil, maar zonder wit, en een stokje vanille. Dit juist met water bedekt hebbende, kookt men de stroop in een open pan totdat zij geheel gesmolten is. Dan wordt schielijk de wortelpuree toegevoegd en moet het ge heel onder voortdurend roeren dik koken. Neem van het vuur, verwijder schil en stokje, giet in glazen potjes en schrijf met sierlijke letters op het etiket Confituur van Carottes". is de film, die u onder alle omstandigheden de beste kiekjes geeft BRAND is het naarste, dat bestaat Je Minimax" is steeds paraat! l Wilt U ons daarom Uw bestelling voor de noodige handbrandblusschers, direct opgeven, Mevrouw? Anders zoudt U hieraan misschien vergeten en wat gebeurt er dan, wanneer door een nietige oorzaak in Uw huis brand ontstaat ? Schrijf daarom nog heden aan de N.V. IFFA-MINIMAX Amsterdam - Keizersgracht 179 Tel. 40411 TAFELZILVEB ?lationa/6 ;? . . . U kunt uitstekend d i neer en in het restaurant in Ouwehand's Dierenpark Rhenen op den Grebbcberg Electrische Koelkasten Groote keuze diverse modellen en fabrikaten eROENEVELD & Co. - AMSTERDAM Kerkstraat 158 - Tel. 36058 Showroom: ELECTROKOELKAST" Leidschestraat 17-Tel. 35358 ..»«»<? ?»« r»p

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl