De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 3 juli pagina 4

3 juli 1936 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DIE AAN DE STEMMING DEELNAME Een onderzoek naar ons kiezerscorps" MR. DR. J. H. VAN ZANTEN Voorzitter van de Referendumcommissie Mr. Dr. J. H. van Zanten Aantal AAN de stemming hebben deelgenomen 25.009 man nen en 2355 vrouwen, samen 27.364. Om een denkbeeld te krijgen van de beteekenis van deze aan tallen kan men ze vergelijken met het aantal kiezers. Aan de verkiezing voor de provin ciale staten, die verleden jaar is gehouden, hebben 3-7IO-34 kiezers deelgenomen; op de 1000 kiezers van toen hebben dus thans ruim 7 gestemd. Aangezien het aandeel der mannen echter veel grooter is dan dat der vrou wen, geeft dit cijfer geen juist beeld. Het aantal mannelijke en vrouwelijke kiezers is echter niet bekend; eenmaal, in 1921, is dit voor Amsterdam geteld en toen bleken er ongeveer 15% meer vrouwen dan mannen te »jn. l De verhouding zal, in het geheele land met vee l anders zijn en is sindsdien ongetwijfeld met veel veranderd; in dit geval kan men dat der mannen op 1.720.000, dat der vrouwen óp 2 milhoen stellen, zoodat aan onze stemming bijna iV2 percent der mannen en ruim i per mille der vrouwen hebben deelgenomen. Verspreiding over liet land ZIJN beteekenis voor de beoordeeling der vraag, in welke mate de deelneming representatief is voor het geheele kiezerscorps, krijgt dit getal echter eerst, als men nagaat, hoe de deelnemers over de verschillende deelen van het land en over de ver schillende politieke partijen verdeeld zijn. Wat de verspreiding over het land betreft, kan worden verklaard, dat alle deelen van het land zonder uitzondering onder de deelnemers zijn vertegen woordigd. Natuurlijk niet alle deelen in gelijke mate, maar de verschillen zijn toch niet zeer groot. Wij hebben dit onderzocht door vergelijking van het aantal deelnemers met het aantal kiezers in eiken provincialen kieskring en in elke provincie, waarbij wij van de kieskringen, waarin een groote stad ligt, de stad en de rest van dien kring afzon derlijk hebben genomen. Beginnen wij met de provincies en geven wij weer het pro mille van alle kiezers en het percentage voor de mannen, dan vinden wij: 9, Haarlem ioj, Eindhoven 7, Leeuwarden 9, Arnhem 8, Maas tricht 6, Breda 8 i, Tilburg 4, Leiden 9, Delft 9, Dordrecht 7, Enschedé7, Zaandam 10, Heer len 8; daarnaast in de kieskrin gen genoemd naar de volgende gemeenten: Ede 7, Zierikzee 8, Sluis 6, maar Grave S, Zevenber gen 4i, Oldebroek 4,Voorst 5, Aalten 44, Tiel 4, Ridderkerk 5, Tholen 3, Hulst si, Dokkum3, Ommen 3, Bedum 5, Oude Pekela Si, Assen Si, Meppel 4, Emmen 4, Gulpen 4, Weert 4, Horst 4i. In de steden is dus de deel name grooter dan op het platte land en over het algemeen kan men zeggen, dat de deelname in de groote steden het grootst is geweest. PROVINCIE Noordholland Zuidholland .... Noordbrabant Utrecht Drente Uit het buitenland Woonplaats niet ingevuld Aantal deelnemers 5999 7355 684 2185 1323 2553 1753 1367 483 1438 1353 42 829 j.»5 4> O.N ?Se s Hl 7. 71 5 5 6 6 8 5 5 7 6} Mannen per 100 mannel. kiezers i-5 i-5 i-7 .1 .1 .2 ?7 .0 0.9 1.4 1.3 % vrouwen onder de deel nemers 13 10 5 5 4 9 "* 8 9 9 il 9* De deelname was dus over het geheele land algemeen en men mag dus zeggen, dat, wat deze betreft, de stemming als representatief mag worden beschouwd. De verschillen zijn ook niet sterk. Relatief is de deelname het grootst in Utrecht en Zuidholland, het kleinst in Drente, maar het grootste aantal vrouwen nam deel in Noordholland, het kleinste aantal in Limburg. Tusschen de groote steden en het platteland zijn de verschillen grooter: Amsterdam 6 per 1000, Rotterdam 6, 's-Gravenhage 9, Utrecht 9, Groningen Politieke richting S dus de verspreiding over het land vrij regelma tig, anders staat het daarmee bij de politieke richtingen, hetwelk mede verband kan houden met het feit, dat de leiding gevende groepen anders over de politieke partijen verdeeld zijn dan onder de geheele bevolking. Hier kunnen wij de verge lijking maken met het aantal stemmen, bij een verkiezing op de partijen uitgebracht en wel bij die voor de provinciale staten verleden jaar, omdat aan deze verkiezing ook de Nat ionaal-socialistische beweging heeft deelgenomen. Het resultaat is het volgende (de cijfers tusschen haakjes duiden het % deelnemende vrouwen aan): POLITIEKE RICHTING Anti-revolutionnair . . Christelijk-Historisch . Com. partij Holland. . . HervormdGereform. . . Lib. of Vrijheidsbond . Plattelandspartij Kathol. Staatspartij . . Soc. Dem. Arbeidsp. . Staatkundig Gereform. Vrijzinnig-Democraten Nationaal Herstel .... Nationaal Social. Bew. Revolutionnair Socia listen. Roomsch Kath.Volksp. Christen-Democraten . Andere partijen Geen richting opgegev. Aantal stemmen bij de ver kiezing P.S. 421.174 343-766 127.603 22.511 226.935 7-769 1.030.206 782.451 93.961 156.206 294.596 51.600 67.258 Aantal deelnemers Totaal 1480 (2) 1264 (9) 793 (9) 7(15) 3i74(i5) 4(?) 6696 (4) 6416 (12) 18 (6) 1616(18) in (7) 242 (4) 20 (5) 127 (3) 376(io) 212 (13) 4806(11) per 1000 3-5 3-7 6.2 0-3 14.0 0-5 6.5 8.2 0. 2 10.4 0.8 0.4 5-i Het promille der deelnemers wisselt dus af van 14 bij de liberalen tot 0,2 bij de staatkundig gerefor meerden, en liberalen, vrijzinnig-democraten, sociaal democraten, katholieken en communisten hebben in volgorde de grootste deelname. Men moet hierbij echter wel met den (onbekenden) invloed der 4800, die gén partij opgeven (V? deel der deelnemers) rekening houden. Ook de deelname der vrouwen is zeer verschillend; absoluut is zij het grootst bij de sociaal-democra ten (632) en daarna bij degenen, die geen partij opgaven (546); in percent van het totaal het grootst bij de vrijzinnig-democraten, op wie de liberalen volgen en daarna de sociaal-democraten. Leeftijd ZOOALS bekend is, zijn nog verschillende andere gegevens aan 4e deelnemers gevraagd om hen beter te kunnen typeeren. In de eerste plaats de leeftijd. Dezen kunnen wij vergelijken met de leeftijdsverhouding, zooals zij onder de geheele bevolking voorkomt. Wij kennen die bij de volkstelling en zullen de veranderingen, welke sedertdien hebben plaats gehad en de percen tages iets lager maken, maar daarlaten. Het resul taat is voorde mannen het volgende: PAG. 6 DE GROENE No. 3083 LEEFTIJD 20?25 jaar 25 34 i» 35?49 >t 50?64 65leeftijd niet Aantal bij de volkstelling 350.516 603.115 679.022 463.786 234-287 Aantal deelnemers 1.451 7.072 10.906 6.062 1.838 on^pffcvcn ...... "31*5 = 4-1 P«r =^ii-7 » = 16.1 = 13-1 .. 7.8 ,, 100 K ? » ., it Opmerkenswaardig is dat de leeftijdsgroep va 35?49 jaar het sterkst, de jonge en de oude les tijden het minst vertegenwoordigd zijn. Dit han ongetwijfeld samen met den opzet, waarbij n.e zich vooral tot leiders, die vooral in de midden- d oudere leeftijden gevonden worden, heeft gericht] De leeftijden zijn echter zeer ongelijk over politieke richtingen verdeeld. Jongeren hebt< vooral gestemd bij de communisten, de N.S.B. de partijloozen, ouderen vooral bij de liberalen, katholieken en in mindere mate de vrijzinnig-c mocraten en nationaal herstel. Men zie de volgend tegenstellingen: i December 1930 in ons land 21658 mannen en 849 vrouwen met een academischen graad waren dat hun aantal sedert dien wat moet zijn oogenomen, dan kan men zeggen, dat niet minder i Va van d* mannen en ruim l/6 van de vrouwen ai deze groep der bevolking aan de stemming ebben deelgenomen. Ook over de verspreiding der deelnemers met et schillende opleiding over het land is iets mede te leden. Wij beperken ons, om niet te veel plaatsui;nte in te nemen en niet te veel cijfers te geven, ot de percentages der deelnemers in de groote te.len en de overige deelen der provincies met een c; demischen graad, met middelbaar en vakonderi s en met alleen lager onderwijs. u isterdam arlem lv Tig Noordholland terdam [s-- rravenhage .. .. -e den PARTIJ Communisten .... Nat. Soc. Bond Geen partij opgegeven Liberalen Katholieke Staatsp. . Vrijzinnig-democr. . . Nationaal Herstel . . . Christ. Historisch Anti-revolutionnair . Soc. Dem. Arb. Partij Percentage uitgebrachte stemmen in de groepen e w 3 8 a> -i. e .f. £$ 10.8 8.7 v / 8-5 i-9 0.6 2.3 2.7 2. 0 4.1 4.9 S . m J> S. P4 42. 0 *t*- v 32.O +J 26.1 17.2 27-5 20.0 20-7 23-7 26.8 27-3 5* >a ""* 8.7 / 12.4 ~ 2O.6 35-3 19.2 28.9 39-7 29.4 22.8 18.9 Ui S : S i c.l 1 lö-i 20.) i.' 'J -'W . ? J'W c rdrecht )v rig Zuidholland rli idelburg Zeeland .. . Jv.-rig s-Hertogenbosch iii dhoven da Deze cijfers spreken overigens voor zichzeli De leeftijdsverdeeling is ook niet in alle det van het land dezelfde. Ongeveer 5% jongeren ? 25 jaar deden in de verschillende provincies me doch in Noordbrabant en Utrecht 7% en in Geld land en Overijssel 4%. Ook het aantal jonge dan 35 jaar was overal gelijk, nl. tusschen 30 en. 34' alleen in Zuidholland was het 25%; in en steden zijn echter afwijkingen, zoo b.v. Eindhc met 51%» 's-Gravenhage en Haarlem met 2 Delft 41%, Middelburg 28%, enz. Sterker ziji verschillen voor de deelnemers boven 50 jaar: ril meeste provincies 23 a 27%, doch in Noordbra!> 21%, Gelderland en Zuidholland 30, Utrecht Drente 28, Limburg 19%. In de steden is de ling grooter; het grootst is het in 's-Gravenhage 4 en Arnhem met 39, verder Nijmegen 34, Middelt en Haarlem 32, Breda, Leiden en Almelo 31, ; sterdam 27, Leeuwarden en Zwolle 25, Gronir gi 22, Enschedé19. Deze cijfers geven geen aanleiding tot spe( opmerkingen; de verschillende leeftijden zijr melijk gelijk verdeeld in de verschillende de van het land en afwijkingen kunnen ook 'il )urg )vrig Noordbrabant fcastricht rlen *;'?' horig Limburg ...... Irihem megen erig Gelderland .. . t echt (St.) 'v-tig Utrecht \ olie .. ia-npen .. e .'enter e igelo ii.ielo n. ched vt rig Overijsel 'rente et uwarden rig Friesland roningen v rig Groningen .. . % acad. graad. 30 30 21 30 42 41 41 27 12 35 24 46 29 3i 33 28 37 25 28 3i 48 22 39 28 28 25 28 20 24 20 19 17 17 17 35 %M.O. en vakond. % lager onderwijs 32 30 24 26 27 21 20 31 15 24 26 20 29 21 21 20 18 36 22 30 25 24 26 25 31 18 32 28 30 30 23 25 27 24 29 23 33 34 52 35 27 3i 37 36 37 40 48 28 39 46 4i 45 49 34 22 47 32 43 38 55 36 50 42 47 57 53 52 57 33 59 Men ziet duidelijk het verschil tusschen steden en [la teland. Dit verklaart ook het feit, dat er uit de r te meer deelnemers zijn, aangezien er speciaal de academisch gevormden een beroep is gedaan. r<K>rts is relatief het aantal personen, die alleen T onderwijs hebben genoten (arbeiders) in de ICK rdelijke provincies grooter dan elders. samenhangen met een afwijkende leef tijdsindetlii n de volgende groepen naar ons oordeel het der bevolking in het algemeen. Het zou te u voerig worden dit nader te onderzoeken. Belat rijker is trouwens de bovenstaande indeeling ;o de politieke richtingen, die deelnemers opgeg;v hebben. Opleiding VAN belang is ook, uit welken kring de Ie nemers zijn gekomen. Hiertoe is zoowel b opleiding als hun beroep gevraagd. Voor de opleiding is de volgende gemaakt: OOR het beroep is gestreefd naar een zoodanige indeeling, dat deze de verschillende lagen der v ilking tot uitdrukking kan brengen. Hiervoor OPLEIDING Met middelbare acte Alleen middelbaar of gymnasiaal oridprwïis irenoten Overige (alleen 1. ond. genoten) Mannen 7l6< / ***j 822 2928 3244 10850 Vru.:\« 1 / ',21 J 02 '47 43' MSJ Candidaats-examens zijn als academische beschouwd, evenals de examens aan hoogesciio en academies, ook de militaire, eneenconsen rium. Kweekschool, technische en handelsscho net st geschikt: vrije beroepen, kunst en onderwijs. .. hoogere, omvattende hoogleeraren, advokaten, medici, apothekers, ingenieurs, accountants, officieren, leeraren, kunstenaren, geestelijken, en derg. . middengroep, omvattende hoofden van scholen, journalisten, vrijgestelden van vakvefeenigingen. lagere, omvattende deurwaarders, experts, taxateurs, makelaars, zaakwaarnemers, onder wijzers, verplegenden, vroedvrouwen en derg. Ambtenaren . hoogere. /.lagere. I Leiders van bedrijven (banken, handel, nijver heid, verkeer). «..hoogere, omvattende bankdirecteuren, reeders, fabrikanten en derg. ''. middengroep, omvattende aannemers, koop lieden, land- en tuinbouwers, hotelhouders, handelsreizigers en -agenten, colporteurs, scheepsgezagvoerders en -stuurlieden in de groote vaart en derg. <- lagere, omvattende winkeliers, koffiehuishouders, schippers, kappers, ambachtsbazen, garagehouders, en derg. Personeel van bedrijven. zijn onder het vakonderwijs gerekend. . . Als men bedenkt, dat er bij de volkstelling <| ^oude°rT afdeehngschefs, procub. middengroep, omvattende opzichters, teeke naars, hooger kantoorpsrsoneel, c. lagere, omvattende lager kantoorpersoneel en alle arbeiders. De deelnemers zijn als volgt over deze groepen verdeeld (tusschen haakjes % vrouwen): Hoogere vrije beroepen, enz Middengroep vrije be roepen, enz Lagere vrije beroepen enz Hoogere ambtenaren. . Lagere ambtenaren . . Hoogere bedrijfsleiders Middengr.bedrijfsleiders Lagere bedrijfsleiders . Hooger personeel Middengr. personeel .. Lager personeel .... Andere beroepen Zonder beroep Geen beroep opgegeven Mannen fjeoi "OJ* l8<4 *°0n IOÓ8 1581 1405 492 I77 1085 950 183 5781 eg o Tact *O3* 899 Vrouwen [l 707/6\ oy/Vu/ TOe/Öi} 1J3Yuz/ 21Af lR\ «J^V10/ 44(3) 41(3) 13(1) 18(2) 43(4) 1(1) 91(2) 0/T4\ y\1o/ IOQC;/ ^ c\ luyoi«K>/ 233(21)] i $ 6028 infin lyoy T ons 1625 1446 493 1784 1103 993 184 5872 67 u/ y.AAfi *^"» II32| «'S il « y ^E 78 7 48 3 29 10 4 12 6 25» 21 I6| SII 5?| 3 Al "r* TC 75 10 13 9 9 10 10 42 7 R 3 Het blijkt dus, dat juist een derde deel der deel nemers behoort tot de leidende personen (groepen Ia, Ila en lila), nl. 9046 van de 27364, en ruim een vijfde deel tot de arbeiders. Het was te verwachten, dat van de vrouwen bijna de helft zonder beroep (vaak als huisvrouw opge geven) zou zijn. Onder de overige groepen heeft de derde het hoogste percentage vrouwen (18); dit zijn voornamelijk onderwijzeressen. Daarna volgen de academische en de kunst-beroepen. Het is niet goed mogelijk een geheel bevredigenden grondslag te vinden voor vergelijking dezer beroepsindeeling met die van de geheele bevolking, alweer om de mate van representatief zijn der stemming te beoordeelen. De beroepstelling is nl. anders inge deeld. Wij kunnen dus slechts enkele voorbeelden geven. Zoo geeft de beroepstelling van 31 Dec. 1930 aan 1021 hoogleeraren, gestemd hebben 267(»/4), 6805 geestelijken, gestemd i668(1/4), 7203 leeraren, gestemd I3360/5)» 6745 schoolhoofden, gestemd hebben 95S(lj-}), 16176 onderwijzers en -essen, ge stemd H33(Vi5)J van de nog niet genoemde vrije beroepen (advokaten, medici, enz.) tellen wij er ongeveer n.ooo, gestemd 2354 of ljy Van de mid dengroepen, als winkeliers en derg. en de ar beiders is het moeilijk een aantal te vinden; de deelname was onder dezen natuurlijk veel geringer. De vermelde cijfers zijn zeker niet onbevredigend. Kerkgenootschap TEN SLOTTE is ook naar het kerkgenootschap der stemmenden gevraagd. Het resultaat hiervan is zeer goed vergelijkbaar met de resultaten der volkstelling, waarbij men moge bedenken, dat de bavolking sindsdien is toegenomen, zoodat de per centages iets te hoog zijn. Ned. en Waalsch Herv. Remonstrant Christelijk Gereform. .* Doopsgezind Luthersch Gereform. Kerken Roomsch Katholiek . . . Ned. en Port. Israëliet . Overige kerkgenootsch. Geen kerkgenootschap. kerkgen. niet ingevuld S B C 6170 659 32 533 246 1468 7289 397 212 5378 2625 u * .. B 656 (10) 152(17) 2 (6) 135 (20) 50(17) 45 (3) 296 (4) SM") 5t(2o) 540 (9) 377 (i3) 'e 0> OT 6826 811 34 668 296 1513 7585 448 263 5918 3002 _ c o£g «O w S ?*"??! SO..H.S.p o e-w S S Sg-2. ilïaa i|i 4.6 5.6 1-3 19.9 6-3 4-7 5-i ' 7-4 2.5 8.8 Het sterkst is dus gestemd door de doopsgezinden (20% !) en daarna door hen, die niet tot een kerk genootschap behooren (8.8), waarop volgen de Israëlieten, de Lutherschen, de Remonstranten en daarna eerst de Katholieken. Het grootste percentage vrouwen, dat meedeed, was er evenzeer onder de Doopsgezinden, daarna onder de Remonstranten en de Lutherschen, het kleinste onder de Gereformeerden en de Katho lieken. Het zal velen interesseeren, welke politieke richPAG. 7 DE GROENE No.3083 IJK L \\GRIJK XIEUWS : I>001 \J11 on; is het innerlijk ^ m i KI '.M K S, M .\\TFI. S i-n JA I'O.N.M N ) tot -K) nCt -U 101 IU pC t. l.igervn i lirmisili u- luU'M rt'inij^i'n. I.itifl A mof PALTHK ?s i e' s i i s k c- c Palthe bt^eercn. tingen de leden der verschillende kerkgenootschap pen hebben opgegeven. Hierover is het volgende te vermelden: De Hervormden zijn in meer of mindere mate over alle partijen verdeeld, in hoofdzaak 25% sociaal-democratisch, 17% christelijk-historisch en evenveel liberaal, 10% vrijzinnig-democraat; verder vulden 219 in, dat zij christen-demo craat zijn, 152 anti-revolutionnair, 46 nationaal herstel en 92 nat. soc. bew.; 20% noemen geen partij. Van de Remonstranten vulden 35% in liberaal, 17 V2 vrijz. dem., 22% noemt geen partij, de overigen verdeeld. Van de Doopsgezinden noemen zich 33% liberaal, 17% vrijz. dem., i6V8% soc. dem., 26% geen partij, de overigen verdeeld. Van de Lutherschen blijken 28% liberaal, 13% vrijz. dem., 1.2% soc. dem., 25% geen partij, 10% christ. hist, de rest verdeeld te zijn. Van de Gereformeerden zijn, zooals te verwach ten was, verreweg de meesten anti-revol. en wel 82%. Van de overigen gaven 5Va% christ. dem. op, SVs% geen Partij» 41 stemmen op soc. dem., 13 christ. hist., enz. Van de Katholieken behooren (evenzeer te ver wachten) 88% tot de roomsch-kath. staatspartij, 2% r.k. volkspartij, 6% geen partij; verder o.a. 154 stemmen soc. dem., 31 commun., 28 liberaal, 17 vrijz. dem. De Israëlieten zijn vooral verdeeld over liberaal (77), vrijz. dem. (51) en soc. dem. (78). Blijkens de wijze van stemmen moeten degenen, die het kerkgenootschap niet hebben ingevuld, vooral als zonder kerkgenootschap worden be schouwd. Voegen wij deze twee groepen samen, dan vinden we niet minder dan 47% sociaal democraten onder hen, naast 26% geen partij; verder 13% liberalen, 8% communisten en 6% vrijz.-democr., de overigen zijn verdeeld. Omgekeerd is het evenzeer interessant, in welke kerkgenootschappen de politieke partijen hun aan hangers recruteeren. Daarover het volgende: Het meest homogeen is de R. K. Staatspartij', van de 6697 medewerkers, die deze partij hebben ingevuld, verklaren 6666 katholiek en 19 zonder kerkgenootschap te zijn. Daarop volgen de christelijk-historischen, van wie 93 J % hervormd zijn, verder 2^% lutherseh, i% gereformeerd, 0.7% doopsgezind. De derde in de rij vormen de communisten met 88£% zonder kerkgenootschap, 5^% hervormden, 4% katholieken, £% israëlieten. Volgen de anti-reuolutionnairen met 84% tot de gereformeerde kerken behoorenden en i£%christelijk gereformeerden, voorts 10% hervormden, i% lutherschen, 0.6 % remonstranten en 0.4% doopsgezinden. Daarna de soc. dem. arb. partij met 63% zonder kerkgenootschap, 28 %'hervormden, 2f% katholieken, ruim ij% doopsgezinden, ruim i%remon stranten en evenveel israëlieten. Van de vrijzinnig-democraten zijn 40% hervormd, io% remonstrant, 7% doopsgezind, 4% Israëliet, 38% zonder kerkgenootschap. Van deze groote partijen-zijn het sterkst verdeeld de liberalen: 37% hervormden, 34|% zonder kerkgenootschap, 7% doopsgezind, sj% israëliet, 2j% luthersch. (Wat in deze opsomming aan 100 % tekort komt, zijn de percentages der tot de niet genoemde groepen behoorenden.) Nog niet genoemd zijn] tenslotte Nat.) Herstel en N.S.B. Van de n i der eersten waren 40 hervormd, 4i zonder kerkgenootschap, 7 doopsgezind, 2 katholiek, 3 israëliet. Van de 241 der tweede groep 92 her vormd, 70 zonder kerkgenootschap, 14 gereformeerd, ii remonstrant, 5 doopsgezind, 33 katholiek. * /^ A-^1 ??lv i f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl