Historisch Archief 1877-1940
DIE AAN DE STEMMING DEELNAME
Een onderzoek naar ons kiezerscorps"
MR. DR. J. H. VAN ZANTEN
Voorzitter van de Referendumcommissie
Mr. Dr. J. H. van Zanten
Aantal
AAN de stemming hebben
deelgenomen 25.009 man
nen en 2355 vrouwen,
samen 27.364.
Om een denkbeeld te krijgen
van de beteekenis van deze aan
tallen kan men ze vergelijken
met het aantal kiezers. Aan
de verkiezing voor de provin
ciale staten, die verleden jaar
is gehouden, hebben 3-7IO-34
kiezers deelgenomen; op de 1000
kiezers van toen hebben dus
thans ruim 7 gestemd. Aangezien
het aandeel der mannen echter
veel grooter is dan dat der vrou
wen, geeft dit cijfer geen juist
beeld. Het aantal mannelijke en
vrouwelijke kiezers is echter
niet bekend; eenmaal, in 1921,
is dit voor Amsterdam geteld en toen bleken er
ongeveer 15% meer vrouwen dan mannen te »jn. l
De verhouding zal, in het geheele land met vee l
anders zijn en is sindsdien ongetwijfeld met veel
veranderd; in dit geval kan men dat der mannen
op 1.720.000, dat der vrouwen óp 2 milhoen stellen,
zoodat aan onze stemming bijna iV2 percent der
mannen en ruim i per mille der vrouwen hebben
deelgenomen.
Verspreiding over liet land
ZIJN beteekenis voor de beoordeeling der vraag,
in welke mate de deelneming representatief is
voor het geheele kiezerscorps, krijgt dit getal echter
eerst, als men nagaat, hoe de deelnemers over de
verschillende deelen van het land en over de ver
schillende politieke partijen verdeeld zijn.
Wat de verspreiding over het land betreft, kan
worden verklaard, dat alle deelen van het land zonder
uitzondering onder de deelnemers zijn vertegen
woordigd.
Natuurlijk niet alle deelen in gelijke mate, maar
de verschillen zijn toch niet zeer groot.
Wij hebben dit onderzocht door vergelijking van
het aantal deelnemers met het aantal kiezers in
eiken provincialen kieskring en in elke provincie,
waarbij wij van de kieskringen, waarin een groote
stad ligt, de stad en de rest van dien kring afzon
derlijk hebben genomen.
Beginnen wij met de provincies en geven wij
weer het pro mille van alle kiezers en het percentage
voor de mannen, dan vinden wij:
9, Haarlem ioj, Eindhoven 7,
Leeuwarden 9, Arnhem 8, Maas
tricht 6, Breda 8 i, Tilburg 4,
Leiden 9, Delft 9, Dordrecht 7,
Enschedé7, Zaandam 10, Heer
len 8; daarnaast in de kieskrin
gen genoemd naar de volgende
gemeenten: Ede 7, Zierikzee 8,
Sluis 6, maar Grave S, Zevenber
gen 4i, Oldebroek 4,Voorst 5,
Aalten 44, Tiel 4, Ridderkerk 5,
Tholen 3, Hulst si, Dokkum3,
Ommen 3, Bedum 5, Oude Pekela
Si, Assen Si, Meppel 4,
Emmen 4, Gulpen 4, Weert 4, Horst
4i. In de steden is dus de deel
name grooter dan op het platte
land en over het algemeen kan
men zeggen, dat de deelname in de
groote steden het grootst is geweest.
PROVINCIE
Noordholland
Zuidholland ....
Noordbrabant
Utrecht
Drente
Uit het buitenland
Woonplaats niet
ingevuld
Aantal
deelnemers
5999
7355
684
2185
1323
2553
1753
1367
483
1438
1353
42
829
j.»5
4> O.N
?Se s
Hl
7.
71
5
5
6
6
8
5
5
7
6}
Mannen per
100 mannel.
kiezers
i-5
i-5
i-7
.1
.1
.2
?7
.0
0.9
1.4
1.3
% vrouwen
onder de deel
nemers
13
10
5
5
4
9
"*
8
9
9
il
9*
De deelname was dus over het geheele land
algemeen en men mag dus zeggen, dat, wat deze
betreft, de stemming als representatief mag worden
beschouwd.
De verschillen zijn ook niet sterk. Relatief is de
deelname het grootst in Utrecht en Zuidholland, het
kleinst in Drente, maar het grootste aantal vrouwen
nam deel in Noordholland, het kleinste aantal in
Limburg.
Tusschen de groote steden en het platteland zijn
de verschillen grooter: Amsterdam 6 per 1000,
Rotterdam 6, 's-Gravenhage 9, Utrecht 9, Groningen
Politieke richting
S dus de verspreiding over het land vrij regelma
tig, anders staat het daarmee bij de politieke
richtingen, hetwelk mede verband kan houden met
het feit, dat de leiding gevende groepen anders
over de politieke partijen verdeeld zijn dan onder
de geheele bevolking. Hier kunnen wij de verge
lijking maken met het aantal stemmen, bij een
verkiezing op de partijen uitgebracht en wel bij
die voor de provinciale staten verleden jaar, omdat
aan deze verkiezing ook de Nat ionaal-socialistische
beweging heeft deelgenomen. Het resultaat is het
volgende (de cijfers tusschen haakjes duiden het
% deelnemende vrouwen aan):
POLITIEKE RICHTING
Anti-revolutionnair . .
Christelijk-Historisch .
Com. partij Holland. . .
HervormdGereform. . .
Lib. of Vrijheidsbond .
Plattelandspartij
Kathol. Staatspartij . .
Soc. Dem. Arbeidsp. .
Staatkundig Gereform.
Vrijzinnig-Democraten
Nationaal Herstel ....
Nationaal Social. Bew.
Revolutionnair Socia
listen.
Roomsch Kath.Volksp.
Christen-Democraten .
Andere partijen
Geen richting opgegev.
Aantal
stemmen
bij de ver
kiezing P.S.
421.174
343-766
127.603
22.511
226.935
7-769
1.030.206
782.451
93.961
156.206
294.596
51.600
67.258
Aantal deelnemers
Totaal
1480 (2)
1264 (9)
793 (9)
7(15)
3i74(i5)
4(?)
6696 (4)
6416 (12)
18 (6)
1616(18)
in (7)
242 (4)
20 (5)
127 (3)
376(io)
212 (13)
4806(11)
per
1000
3-5
3-7
6.2
0-3
14.0
0-5
6.5
8.2
0. 2
10.4
0.8
0.4
5-i
Het promille der deelnemers wisselt dus af van
14 bij de liberalen tot 0,2 bij de staatkundig gerefor
meerden, en liberalen, vrijzinnig-democraten, sociaal
democraten, katholieken en communisten hebben
in volgorde de grootste deelname. Men moet hierbij
echter wel met den (onbekenden) invloed der 4800,
die gén partij opgeven (V? deel der deelnemers)
rekening houden.
Ook de deelname der vrouwen is zeer verschillend;
absoluut is zij het grootst bij de sociaal-democra
ten (632) en daarna bij degenen, die geen partij
opgaven (546); in percent van het totaal het grootst
bij de vrijzinnig-democraten, op wie de liberalen
volgen en daarna de sociaal-democraten.
Leeftijd
ZOOALS bekend is, zijn nog verschillende andere
gegevens aan 4e deelnemers gevraagd om hen
beter te kunnen typeeren.
In de eerste plaats de leeftijd. Dezen kunnen wij
vergelijken met de leeftijdsverhouding, zooals zij
onder de geheele bevolking voorkomt. Wij kennen
die bij de volkstelling en zullen de veranderingen,
welke sedertdien hebben plaats gehad en de percen
tages iets lager maken, maar daarlaten. Het resul
taat is voorde mannen het volgende:
PAG. 6 DE GROENE No. 3083
LEEFTIJD
20?25 jaar
25 34 i»
35?49 >t
50?64
65leeftijd niet
Aantal bij de
volkstelling
350.516
603.115
679.022
463.786
234-287
Aantal deelnemers
1.451
7.072
10.906
6.062
1.838
on^pffcvcn ...... "31*5
= 4-1 P«r
=^ii-7 »
= 16.1
= 13-1 ..
7.8 ,,
100
K
? »
.,
it
Opmerkenswaardig is dat de leeftijdsgroep va
35?49 jaar het sterkst, de jonge en de oude les
tijden het minst vertegenwoordigd zijn. Dit han
ongetwijfeld samen met den opzet, waarbij n.e
zich vooral tot leiders, die vooral in de midden- d
oudere leeftijden gevonden worden, heeft gericht]
De leeftijden zijn echter zeer ongelijk over
politieke richtingen verdeeld. Jongeren hebt<
vooral gestemd bij de communisten, de N.S.B.
de partijloozen, ouderen vooral bij de liberalen,
katholieken en in mindere mate de vrijzinnig-c
mocraten en nationaal herstel. Men zie de volgend
tegenstellingen:
i December 1930 in ons land 21658 mannen en
849 vrouwen met een academischen graad waren
dat hun aantal sedert dien wat moet zijn
oogenomen, dan kan men zeggen, dat niet minder
i Va van d* mannen en ruim l/6 van de vrouwen
ai deze groep der bevolking aan de stemming
ebben deelgenomen.
Ook over de verspreiding der deelnemers met
et schillende opleiding over het land is iets mede te
leden. Wij beperken ons, om niet te veel
plaatsui;nte in te nemen en niet te veel cijfers te geven,
ot de percentages der deelnemers in de groote
te.len en de overige deelen der provincies met een
c; demischen graad, met middelbaar en
vakonderi s en met alleen lager onderwijs.
u isterdam
arlem
lv Tig Noordholland
terdam
[s-- rravenhage .. ..
-e den
PARTIJ
Communisten ....
Nat. Soc. Bond
Geen partij opgegeven
Liberalen
Katholieke Staatsp. .
Vrijzinnig-democr. . .
Nationaal Herstel . . .
Christ. Historisch
Anti-revolutionnair .
Soc. Dem. Arb. Partij
Percentage uitgebrachte
stemmen in de groepen
e w
3 8
a> -i.
e .f.
£$
10.8
8.7
v /
8-5
i-9
0.6
2.3
2.7
2. 0
4.1
4.9
S .
m
J> S.
P4
42. 0
*t*- v
32.O
+J
26.1
17.2
27-5
20.0
20-7
23-7
26.8
27-3
5*
>a ""*
8.7
/
12.4
~
2O.6
35-3
19.2
28.9
39-7
29.4
22.8
18.9
Ui
S :
S i
c.l
1
lö-i
20.)
i.'
'J
-'W
. ?
J'W
c rdrecht
)v rig Zuidholland
rli idelburg
Zeeland .. .
Jv.-rig
s-Hertogenbosch
iii dhoven
da
Deze cijfers spreken overigens voor zichzeli
De leeftijdsverdeeling is ook niet in alle det
van het land dezelfde. Ongeveer 5% jongeren ?
25 jaar deden in de verschillende provincies me
doch in Noordbrabant en Utrecht 7% en in Geld
land en Overijssel 4%. Ook het aantal jonge
dan 35 jaar was overal gelijk, nl. tusschen 30 en. 34'
alleen in Zuidholland was het 25%; in en
steden zijn echter afwijkingen, zoo b.v. Eindhc
met 51%» 's-Gravenhage en Haarlem met 2
Delft 41%, Middelburg 28%, enz. Sterker ziji
verschillen voor de deelnemers boven 50 jaar: ril
meeste provincies 23 a 27%, doch in Noordbra!>
21%, Gelderland en Zuidholland 30, Utrecht
Drente 28, Limburg 19%. In de steden is de
ling grooter; het grootst is het in 's-Gravenhage 4
en Arnhem met 39, verder Nijmegen 34, Middelt
en Haarlem 32, Breda, Leiden en Almelo 31, ;
sterdam 27, Leeuwarden en Zwolle 25, Gronir gi
22, Enschedé19.
Deze cijfers geven geen aanleiding tot spe(
opmerkingen; de verschillende leeftijden zijr
melijk gelijk verdeeld in de verschillende de
van het land en afwijkingen kunnen ook
'il )urg
)vrig Noordbrabant
fcastricht
rlen
*;'?' horig Limburg ......
Irihem
megen
erig Gelderland .. .
t echt (St.)
'v-tig Utrecht
\ olie ..
ia-npen ..
e .'enter
e igelo
ii.ielo
n. ched
vt rig Overijsel
'rente
et uwarden
rig Friesland
roningen
v rig Groningen .. .
% acad.
graad.
30
30
21
30
42
41
41
27
12
35
24
46
29
3i
33
28
37
25
28
3i
48
22
39
28
28
25
28
20
24
20
19
17
17
17
35
%M.O. en
vakond.
% lager
onderwijs
32
30
24
26
27
21
20
31
15
24
26
20
29
21
21
20
18
36
22
30
25
24
26
25
31
18
32
28
30
30
23
25
27
24
29
23
33
34
52
35
27
3i
37
36
37
40
48
28
39
46
4i
45
49
34
22
47
32
43
38
55
36
50
42
47
57
53
52
57
33
59
Men ziet duidelijk het verschil tusschen steden en
[la teland. Dit verklaart ook het feit, dat er uit de
r te meer deelnemers zijn, aangezien er speciaal
de academisch gevormden een beroep is gedaan.
r<K>rts is relatief het aantal personen, die alleen
T onderwijs hebben genoten (arbeiders) in de
ICK rdelijke provincies grooter dan elders.
samenhangen met een afwijkende leef tijdsindetlii n de volgende groepen naar ons oordeel het
der bevolking in het algemeen. Het zou te u
voerig worden dit nader te onderzoeken. Belat
rijker is trouwens de bovenstaande indeeling ;o
de politieke richtingen, die deelnemers opgeg;v
hebben.
Opleiding
VAN belang is ook, uit welken kring de Ie
nemers zijn gekomen. Hiertoe is zoowel b
opleiding als hun beroep gevraagd.
Voor de opleiding is de volgende
gemaakt:
OOR het beroep is gestreefd naar een zoodanige
indeeling, dat deze de verschillende lagen der
v ilking tot uitdrukking kan brengen. Hiervoor
OPLEIDING
Met middelbare acte
Alleen middelbaar of gymnasiaal
oridprwïis irenoten
Overige (alleen 1. ond. genoten)
Mannen
7l6<
/ ***j
822
2928
3244
10850
Vru.:\«
1
/ ',21
J 02
'47
43'
MSJ
Candidaats-examens zijn als academische
beschouwd, evenals de examens aan hoogesciio
en academies, ook de militaire, eneenconsen
rium. Kweekschool, technische en handelsscho
net st geschikt:
vrije beroepen, kunst en onderwijs.
.. hoogere, omvattende hoogleeraren, advokaten,
medici, apothekers, ingenieurs, accountants,
officieren, leeraren, kunstenaren, geestelijken,
en derg.
. middengroep, omvattende hoofden van
scholen, journalisten, vrijgestelden van
vakvefeenigingen.
lagere, omvattende deurwaarders, experts,
taxateurs, makelaars, zaakwaarnemers, onder
wijzers, verplegenden, vroedvrouwen en derg.
Ambtenaren
. hoogere.
/.lagere.
I Leiders van bedrijven (banken, handel, nijver
heid, verkeer).
«..hoogere, omvattende bankdirecteuren, reeders,
fabrikanten en derg.
''. middengroep, omvattende aannemers, koop
lieden, land- en tuinbouwers, hotelhouders,
handelsreizigers en -agenten, colporteurs,
scheepsgezagvoerders en -stuurlieden in de
groote vaart en derg.
<- lagere, omvattende winkeliers,
koffiehuishouders, schippers, kappers, ambachtsbazen,
garagehouders, en derg.
Personeel van bedrijven.
zijn onder het vakonderwijs gerekend. . .
Als men bedenkt, dat er bij de volkstelling <| ^oude°rT afdeehngschefs,
procub. middengroep, omvattende opzichters, teeke
naars, hooger kantoorpsrsoneel,
c. lagere, omvattende lager kantoorpersoneel en
alle arbeiders.
De deelnemers zijn als volgt over deze groepen
verdeeld (tusschen haakjes % vrouwen):
Hoogere vrije beroepen,
enz
Middengroep vrije be
roepen, enz
Lagere vrije beroepen
enz
Hoogere ambtenaren. .
Lagere ambtenaren . .
Hoogere bedrijfsleiders
Middengr.bedrijfsleiders
Lagere bedrijfsleiders .
Hooger personeel
Middengr. personeel ..
Lager personeel ....
Andere beroepen
Zonder beroep
Geen beroep opgegeven
Mannen
fjeoi
"OJ*
l8<4
*°0n
IOÓ8
1581
1405
492
I77
1085
950
183
5781
eg
o
Tact
*O3*
899
Vrouwen [l
707/6\
oy/Vu/
TOe/Öi}
1J3Yuz/
21Af lR\
«J^V10/
44(3)
41(3)
13(1)
18(2)
43(4)
1(1)
91(2)
0/T4\
y\1o/
IOQC;/ ^ c\
luyoi«K>/
233(21)]
i
$
6028
infin
lyoy
T ons
1625
1446
493
1784
1103
993
184
5872
67
u/
y.AAfi
*^"»
II32|
«'S
il
«
y
^E
78
7
48
3
29
10
4
12
6
25»
21
I6|
SII
5?|
3
Al
"r*
TC
75
10
13
9
9
10
10
42
7
R
3
Het blijkt dus, dat juist een derde deel der deel
nemers behoort tot de leidende personen (groepen
Ia, Ila en lila), nl. 9046 van de 27364, en ruim
een vijfde deel tot de arbeiders.
Het was te verwachten, dat van de vrouwen bijna
de helft zonder beroep (vaak als huisvrouw opge
geven) zou zijn. Onder de overige groepen heeft de
derde het hoogste percentage vrouwen (18); dit zijn
voornamelijk onderwijzeressen. Daarna volgen de
academische en de kunst-beroepen.
Het is niet goed mogelijk een geheel bevredigenden
grondslag te vinden voor vergelijking dezer
beroepsindeeling met die van de geheele bevolking, alweer
om de mate van representatief zijn der stemming
te beoordeelen. De beroepstelling is nl. anders inge
deeld. Wij kunnen dus slechts enkele voorbeelden
geven. Zoo geeft de beroepstelling van 31 Dec. 1930
aan 1021 hoogleeraren, gestemd hebben 267(»/4),
6805 geestelijken, gestemd i668(1/4), 7203 leeraren,
gestemd I3360/5)» 6745 schoolhoofden, gestemd
hebben 95S(lj-}), 16176 onderwijzers en -essen, ge
stemd H33(Vi5)J van de nog niet genoemde vrije
beroepen (advokaten, medici, enz.) tellen wij er
ongeveer n.ooo, gestemd 2354 of ljy Van de mid
dengroepen, als winkeliers en derg. en de ar
beiders is het moeilijk een aantal te vinden; de
deelname was onder dezen natuurlijk veel geringer.
De vermelde cijfers zijn zeker niet onbevredigend.
Kerkgenootschap
TEN SLOTTE is ook naar het kerkgenootschap
der stemmenden gevraagd. Het resultaat hiervan
is zeer goed vergelijkbaar met de resultaten der
volkstelling, waarbij men moge bedenken, dat de
bavolking sindsdien is toegenomen, zoodat de per
centages iets te hoog zijn.
Ned. en Waalsch Herv.
Remonstrant
Christelijk Gereform. .*
Doopsgezind
Luthersch
Gereform. Kerken
Roomsch Katholiek . . .
Ned. en Port. Israëliet .
Overige kerkgenootsch.
Geen kerkgenootschap.
kerkgen. niet ingevuld
S
B
C
6170
659
32
533
246
1468
7289
397
212
5378
2625
u
* ..
B
656 (10)
152(17)
2 (6)
135 (20)
50(17)
45 (3)
296 (4)
SM")
5t(2o)
540 (9)
377 (i3)
'e
0>
OT
6826
811
34
668
296
1513
7585
448
263
5918
3002
_ c
o£g
«O w S
?*"??!
SO..H.S.p o e-w S
S Sg-2.
ilïaa
i|i
4.6
5.6
1-3
19.9
6-3
4-7
5-i '
7-4
2.5
8.8
Het sterkst is dus gestemd door de doopsgezinden
(20% !) en daarna door hen, die niet tot een kerk
genootschap behooren (8.8), waarop volgen de
Israëlieten, de Lutherschen, de Remonstranten en
daarna eerst de Katholieken.
Het grootste percentage vrouwen, dat meedeed,
was er evenzeer onder de Doopsgezinden, daarna
onder de Remonstranten en de Lutherschen, het
kleinste onder de Gereformeerden en de Katho
lieken.
Het zal velen interesseeren, welke politieke
richPAG. 7 DE GROENE No.3083
IJK L \\GRIJK XIEUWS :
I>001
\J11 on;
is het innerlijk ^
m i KI
'.M K S, M .\\TFI. S
i-n JA I'O.N.M N
) tot -K) nCt
-U 101 IU pC t. l.igervn
i lirmisili u- luU'M rt'inij^i'n.
I.itifl A mof
PALTHK
?s i e' s i i s k c- c
Palthe bt^eercn.
tingen de leden der verschillende kerkgenootschap
pen hebben opgegeven. Hierover is het volgende
te vermelden:
De Hervormden zijn in meer of mindere mate
over alle partijen verdeeld, in hoofdzaak 25%
sociaal-democratisch, 17% christelijk-historisch en
evenveel liberaal, 10% vrijzinnig-democraat;
verder vulden 219 in, dat zij christen-demo
craat zijn, 152 anti-revolutionnair, 46 nationaal
herstel en 92 nat. soc. bew.; 20% noemen geen
partij.
Van de Remonstranten vulden 35% in liberaal,
17 V2 vrijz. dem., 22% noemt geen partij, de overigen
verdeeld.
Van de Doopsgezinden noemen zich 33% liberaal,
17% vrijz. dem., i6V8% soc. dem., 26% geen partij,
de overigen verdeeld.
Van de Lutherschen blijken 28% liberaal,
13% vrijz. dem., 1.2% soc. dem., 25% geen partij,
10% christ. hist, de rest verdeeld te zijn.
Van de Gereformeerden zijn, zooals te verwach
ten was, verreweg de meesten anti-revol. en wel
82%. Van de overigen gaven 5Va% christ. dem. op,
SVs% geen Partij» 41 stemmen op soc. dem., 13
christ. hist., enz.
Van de Katholieken behooren (evenzeer te ver
wachten) 88% tot de roomsch-kath. staatspartij, 2%
r.k. volkspartij, 6% geen partij; verder o.a. 154
stemmen soc. dem., 31 commun., 28 liberaal,
17 vrijz. dem.
De Israëlieten zijn vooral verdeeld over liberaal
(77), vrijz. dem. (51) en soc. dem. (78).
Blijkens de wijze van stemmen moeten degenen,
die het kerkgenootschap niet hebben ingevuld,
vooral als zonder kerkgenootschap worden be
schouwd. Voegen wij deze twee groepen samen,
dan vinden we niet minder dan 47% sociaal
democraten onder hen, naast 26% geen partij;
verder 13% liberalen, 8% communisten en 6%
vrijz.-democr., de overigen zijn verdeeld.
Omgekeerd is het evenzeer interessant, in welke
kerkgenootschappen de politieke partijen hun aan
hangers recruteeren. Daarover het volgende:
Het meest homogeen is de R. K. Staatspartij',
van de 6697 medewerkers, die deze partij hebben
ingevuld, verklaren 6666 katholiek en 19 zonder
kerkgenootschap te zijn.
Daarop volgen de christelijk-historischen, van
wie 93 J % hervormd zijn, verder 2^% lutherseh,
i% gereformeerd, 0.7% doopsgezind.
De derde in de rij vormen de communisten met
88£% zonder kerkgenootschap, 5^% hervormden,
4% katholieken, £% israëlieten.
Volgen de anti-reuolutionnairen met 84% tot de
gereformeerde kerken behoorenden en
i£%christelijk gereformeerden, voorts 10% hervormden,
i% lutherschen, 0.6 % remonstranten en 0.4%
doopsgezinden.
Daarna de soc. dem. arb. partij met 63% zonder
kerkgenootschap, 28 %'hervormden, 2f%
katholieken, ruim ij% doopsgezinden, ruim i%remon
stranten en evenveel israëlieten.
Van de vrijzinnig-democraten zijn 40% hervormd,
io% remonstrant, 7% doopsgezind, 4% Israëliet,
38% zonder kerkgenootschap.
Van deze groote partijen-zijn het sterkst verdeeld
de liberalen: 37% hervormden, 34|% zonder
kerkgenootschap, 7% doopsgezind, sj% israëliet,
2j% luthersch.
(Wat in deze opsomming aan 100 % tekort komt,
zijn de percentages der tot de niet genoemde groepen
behoorenden.)
Nog niet genoemd zijn] tenslotte Nat.) Herstel en
N.S.B. Van de n i der eersten waren 40 hervormd, 4i
zonder kerkgenootschap, 7 doopsgezind, 2 katholiek,
3 israëliet. Van de 241 der tweede groep 92 her
vormd, 70 zonder kerkgenootschap, 14 gereformeerd,
ii remonstrant, 5 doopsgezind, 33 katholiek.
*
/^
A-^1
??lv
i
f