Historisch Archief 1877-1940
Een verhaal van De Groene
LOUIS EN DE WET
Je/ Last
DEZE geschiedenis heeft eigenlijk in het
geheel niets belangrijks, behalve dan dat ze
van A tot Z waar gebeurd is. Maar hoeveel
dergelijke geschiedenissen gebeuren er niet iedere
dag in het leven ! En hoeveel menschen zijn er niet
belangrijker dan deze jongen, die toch wel is gezon
ken tot het laagste wat iemand worden kan ?
Als men op de herinneringen van Louis afgaat,
moet het klooster, waar hij, na de dood van zijn
ouders, dat wil zeggen van zijn tweede jaar af, op
groeide, een soort aardsch paradijs geweest zijn. Een
plaats waar ze met hun tweehonderden jongens
allerlei guitenstreken uithaalden. Tusschen de hei
en de dennen, maar voornamelijk midden in een
groote boomgaard waarvan de appelboomen'in de
herfst zwaar stonden van vruchten. We bonden de
touwen van de jalouzieën aan elkaar," vertelt Louis,
,,en die het meest durfden lieten zich dan 's avonds
daaraan door de ronde luchtgaten zakken. Ze
kwamen terug in de zaal met hun hemd vol appels.
De volgende dag stonden de nonnetjes verbaasd om
de beroofde boom heen: Ze moeten over den muur
met al zijn glaswerk zijn heengeklauterd." Ja, en
't lijken wel wilden, want hier heb je de afdrukken
van bloote voeten." Niemand kwam op het idee dat
wij ons, tien meter diep, langs de steile muren lieten
zakken!"
Onder de jeugdherinneringen van Louis is er
n die mij bijzonder heeft getroffen. Hij vertelde
me die op een bankje bij de haven, nadat ik hem aan
een patat f rite stalletje zijn buik vol had lateneten.
Terwijl hij zijn vette lippen aflikte zei hij: In het
klooster kon je tenminste altijd zeker zijn dat je op
tijd je bik kreeg en dat je 's nachts een bed had."
Daarna had hij het over de zaal waar ze sliepen.
Het moet een heel groote zaal geweest zijn, met wit
gekalkte muren en wel honderd bedden. De ramen
waren erg hoog, met bovenaan een rozet waar
blauw en rood glas in gezet was. Om de controle te
vergemakkelijken bleef het licht gedurende de
nacht hier en daar branden. Wanneer dan de zuster
haar rondgang gemaakt had schoven de jongens
hun bedden bij elkaar onder "die lichtjes en zaten er,
dicht tegen elkander aan, te kaarten. Maar zoodra
de wachtpost, aan het eind van de lange gang,
zachtjes kuchte, werden de kribben haastig ver
sleept en kroop alles zoo rap als het maar ging onder
zijn eigen dekens. De nachtzuster, die met zachte
tred rond ging, vond niets dan honderd rustig
slapende jongens.
Het was een zuster," zegt Louis, die we daags
Een bruine zomerteint
staat sportief en charmant. en beschut tevens
tegen de brandende ultra-violette stralen der
zon. AMILDA-zonnebruincrême bevordert een
snelle, mooie natuurlijke huidbruining,
Flacon 90 et. Tube 60 et. Doos 50 en 25 et.
ik
nooit zagen, maar die een bijzonder lief gezicht had.
Een keer lag ik, met m'n oogen natuurlijk dicht,
nog te glimlachen, toen boog ze zich ineens over
me heen en gaf me 'n zoen. ,,De kleine onschuld",
zei ze, lacht in z'n slaap." Daarna lachte ik altijd
zoo als ze voorbij kwam en bijna altijd kreeg ik 'n
nachtzoen. Maar ik hield me slapend."
Haalden de andere zusters jeïi nooit eens aan ?"
vroeg ik Louis. Welnee," zei hij verbaasd. Ze
waren goed voor ons, zorgden dat we op tijd
gewasschen en schoon gekleed werden. Ze straften ons
als we stout waren, maar zoenen, zijde ge wel
gek, 't waren toch nonnen !" Tevergeefs probeer ik
hem uit te vragen of er onder al die nonnetjes geen
een was die hij in 't bizonder mocht lijden. Hij her
innert zich de namen en karaktertrekken van
allerlei kameraadjes, maar de zusters van het
gesticht zijn onpersoonlijk als hun zwarte gewaden
en hun witte huifkap, hij heeft zelfs geen enkele
naam van ze onthouden. Wanneer ik een roman
moest schrijven zou ik hier geloof ik de sleutel voor
zijn verdere ontwikkeling zoeken. Uit de eerste
veertien jaren van z'n leven heeft hij de herinnering
aan geen enkele teederheid onthouden dan die van
een onbekende zuster die hem 's nachts wel eens
kuste.
UIT het klooster weg werd hij geplaatst bij een
slager. Daar de baas erg vroom was moest hij
iedere morgen naarde vroegmis. Dan begon het werk
dat van 's morgens acht uur duurde tot tien uur
's avonds. Soms had de vrouw daarna ook nog goed
te wasschen of karweitjes in de keuken. De zaak lag
aan de haven en was ook Zondags open. Louis sliep
er onder de hanebalken in een klein
mansardekamertje waar de wandluizen zoo maar van de
balken schenen te vallen. De eerste keer kwam hij
met een verschrikt gezicht naar beneden, hij zat vol
uitslag en meende dat hij ziek was. Maar ze lachten
hem allemaal uit en zeiden dat het wel zou wennen.
Het wende inderdaad en hij zou bij dien baas geble
ven zijn als hij niet een keer bij 't hakken een bot
verkeerd had getroffen. Het bot vloog met 'n groote
boog door de winkelruit, nadat het eerst op z'n weg
een bijl geraakt had die vlak voor de voeten van een
klant op de grond viel. Daarna kreeg Louis een an
deren baas, die veel zoop, en hem dan, als hij 's mor
gens met een kater in de winkel stond, voor het
minste of geringste een klap gaf. Daarna namen
jongens hem een Zondagavond mee uit, hij werd
voor 't eerst van z'n leven zat, was de volgende
morgen brutaal en stond weer op de keien.
Drie weken sliep hij in de parken en bedelde over
dag bij de bakkers wat oud brood om zich te voeden.
Vrienden of familie had hij niet in de stad. Op een
middag dat het regende besloot hij wanhopig naar
het gesticht terug te gaan dat ergens aan de
Hollandsche grens lag. Het verhaal van deze tocht is als
een scène uit Shakespeare. Het donderde en regende
tot hij doornat was, zijn schoenen bleven in de
PAG. l* Dl GROENE Ne. 9085
modder steken, hij beet op dennenappels om zijn
honger te vergeten, raakte in het bosch verdwaald
en werd nagezeten door douanes die hem voor een
strooper hielden. Vuurstralen van hun geweren
flitsten door de nacht. Als door een wonder
vond hij het klooster, maar de poort was gesloten en
hij lag, in z'n natte goed, voor die poort als een hond
te huiveren tot de zon opging. Drie dagen hielden
ze hem in het klooster, toen hadden ze een nieuwen
baas gevonden. Hij bleef er graag, want er woonde
een meisje tegenover dat altijd als ze de deur uit
kwam tegen hem lachte. Maar verkeering is het
niet geworden. De eerste vrouwelijke teederheid
die hij leerde kennen was die, welke je voor een paar
franken in het schipperskwartier kunt koopen. Toen
kwam de crisis en raakte hij met z'n baas ook het
loon kwijt waarvan je dergelijke liefde zoo nu en
dan kunt betalen. Waarvan leef je?" vroeg ik
Louis. Hij haalde de schouders op. Drie keer in de
week mogen we acht uur lang voor 10 frank per dag
hout komen hakken. Voor de rest moet ik zien
dat ik het hier bij elkaar scharrel langs de haven.
Op dat oogenblik had hij al een gevangenisstraf van
drie maanden achter den rug wegens diefstal en drie
andere maanden wegens landlooperij in
Merxplaats. Zooals de meeste jongens was hij dankbaar
iemand gevonden te hebben aan wie hij zijn leven
kon vertellen.
DE volgende keer dat ik hem tegenkwam zat hij,
tot mijn verwondering, keurig in de kleeren.
Hij droeg een blauw fluweelen vestje met nikkelen
knoopen, nieuwe grijze klak, wijde zeemansbroek en
glimmende schoenen. Zelfs zijn haar had hij, bij de
een of andere kapper, permanent laten krullen. Hij
zag er heel anders uit, jonger, met een gezonder
kleur en zijn heele gezicht lachte. Bijna zonder over
gang vertelde hij mij: Ik heb een meisje. Een
schoon meisje, eentje dat stapelde zot op me is,
eentje waar ik alles van kan krijgen. En kussen dat
ze doet I" Hij schoof z'n hemd op zij en toonde me
in z'n hals een roode vlek. Kijk eens, hier heeft ze
me van louter verliefdheid gebeten ! Als ge haar eens
wilt leeren kennen kunt ge best een Zondag bij ons
komen eten!"
Ik nam de uitnoodiging aan, maar stond raar te
kijken toen de kamer van Joske in een der
beruchtste straatjes van Antwerpen bleek gelegen.
Nauwelijks was ik binnen of de gordijntjes gingen
voor de vensters. De kamer zelf was proper met een
helder geschrobde vloer en de portretten van
koningin Astrid en de koning aan de wanden. Joske
was bezig kant te klossen, iets wat ze in het klooster
waar ze opgevoed was geleerd had. Op de cuisinière
stond konijn te stoven en er was zelfs een flesch
wijn om de komst van de gast te vieren. Joske zelf
zag er jong en gezond uit, wie niet beter wist zou
haar voor een meisje gehouden hebben dat zoo van
het land kwam. In werkelijkheid was ze volgens
haar eigen zeggen al drie jaar in het leven. Terwijl
we aan tafel zaten keek ik naar hun tweeën en kon
niet loochenen, dat het zoo, louter als jonge menschen
bekeken, een prachtig stel was. Er viel ook niet aan
te twijfelen dat ze dol was op den jongen. Is 't geen
schoon manneke?" vroeg ze me een paar keer
en als hij braaf is en oppast kan em alles van me
krijgen. Ik verdien zat genoeg, maar we hebben
toch afgesproken dat we nou anders gaan beginnen.
Ik kan misschien ergens een plaats krijgen als buf
fetjuffrouw, en als ook Louis dan weer werk zocht...
Misschien nemen we ook een kwartier samen en
verhuren dan kamers." Ik luisterde naar haar
gebabbel, maar overwoog dat de weg naar de hel
met goede voornemens geplaveid is. Het was al laat
in de middag toen ik er wegging en overal in de
straat stonden de meisjes voor hun deuren. Louis
bracht me naar de haven. Ziet ge nou wel," zei hij,
.,dat ze werkelijk zot op me is? En ik op haar al
niet minder!"
IK had Louis in geen drie weken meer gezien toen
ik toevallig nog eens door die straat kwam. Joske
zat voor het raam en tikte, uit beroepsgewoonte,
aan haar venster. Ze herkende mij dadelijk toen ik
binnenkwam. Ik vroeg naar Louis en meteen begon
ze te snikken. ,,De verrader slaapt niet," zei ze, en
de een of ander van zijn eigen maats moet het aan
gebracht hebben. Op een morgen zijn ze hem komen
halen en nou zit hij al twee weken als souteneur in
Merxplaats".
HET DAGBOEK VAN PIEIKEN
^\)l
'< i/akan
HET jaar is verdeeld in de kleine
vakantie, de groote vakantie en
den overschot.
De overschot dient om te leeren het
geen we nog niet weten en de vakantie
om te vergeten hetgeen we wisten.
De eerste etappe van de groote
vakantie is de prijsuitrijking. Deze die
als primus over de eindmeet komt
krijgt eene kroon in het zilveren papier
en twee kussen van den burgemeester,
en de laatste krijgt eene doornenkroon
en twee oorvegen bij zijne thuiskomst.
Wie primus is in den Tour de France
krijgt twee kussen van Josephine Ba
ker, 't Is daarom dat de jongens liever
renner zouden zijn dan scholier. Al
waart ge 't zelf.
De vakantie is gemaakt voor dezen
die gansch het jaar gelabeurd hebban
met den geest omdat ze moe zijn en het
vaderland zonder hen niet kan leven.
Binst de vakantie gaan ze allemaal
naar zee om hun voeten in de onschuld
te wasschen en op hun rug te liggen in
de weldoende stralen van de zon en van
de crème de beauté. Sommigen zetten
deze oefening des nachts voort in de
duinen. Maar liefst incognito.
Als hun vel bruingebrand is, is de
vakantie uit.
De schooljongens gaan naar zse
omdat ze daar nog veel kunnen leeren
als zs niet te dom zijn. De zee bestaat
uit water, zout, schelpen uit den bazar
en bloote beenen.
Vroeger was de zee eenen roerloozen
plas zegt onzen meester, maar nu doet
ze gelijk de jongens en ze zit op de
wipplank. Als ze hier in*de hoogte gaat,
zit ze in Engeland op haar achterwerk.
Dat noemt men ebbe en vloed. Zij die
veel 'ebbe laten het lang hangen en de
anderen niet min.
Sommige angstige zielen gaan naar
zee om hun plaats voor te behouden
op de arke van Noë, voor 't geval dat
het nog eens zoover mocht komen ge
lijk in het Oud Testament met al die
kommunisten tegenwoordig. 'Ebbe is
'ebbe en krijgen is de kunst.
In de vroegere tijden droegen de zee
nimfen een sluitend kleed, maar tegen
woordig is het allemaal vleesch waar
ge uwe kuische blikken laat waren.
Den meester heeft ons gezegd dat we
deze tafereelen slechts met ons geeste
lijk oog mogen gadeslaan.
De politiekers gaan eveneens naar
zse omdat deze eeuwig en standvastig
is als hunne overtuiging.
Aan het strand kan men ook nog
forten leeren bouwen om ons te ver
dedigen tegen de Engelschen, die ons
ieder jaar komen overrompelen om
naar onze Conchita te kijken wanneer
ze de goede faam van onze familie
verdedigt in den defilévan het ge
minimaliseerde badkostuum.
Het zand van de zee dient om ons
te leeren hoe wij ons moaten laten be
graven als het nog eens oorlog wordt
voor de laatste maal.
Dat is alles zeer leerzaam en iedereen
is droevig als de vakantie afgeloopen
is en we terug naar huis moeten met
eenen kilo g?.rnaal en eenen leegen
portemonee.
Hoe je eigenlijk overal zelf bij moet zijn
HENRIETTE VAN. EYK
ER is een incident geschapen
door het Knal-monument, waar
ze feitelijk te vroeg mee begon
nen zijn omdat de fondsen er nog niet
allemaal waren om 't héle standbeeld
te dekken van Gravin Knal's oude
Papa, waar 't comiténiet meer mee
durfde wachten omdat ie tóch al zoo
lang dood was, en de menschen hem
anders heelemaal vergeten zouden zijn,
wat ondankbaar zou zijn van z'n ge
boortestad, waar ie vijfig jaar terug de
cultuur diende als een paard door de
oprichting van een leesgezelschap en
een kegelclub, terwijl z'n grootste ver
dienste heeft gelegen in de stichting
van een verkleede jeugdorganisatie,
waar ie jongetjes van zes tot twaalf
liet marcheeren met koperen knoopen
om ze binnenshuis te houden en aan
te kweeken in het oude, omdat ze de
nieuwe generatie waren en dus zooveel
mogelijk vakkundig geïsoleerd moes
ten worden van het kwaad,-met
Zaterdagsavonds een marsen door de stad
onder vaandels en fakkels achter een
piccolo.
Jarenlang was Graaf Knal hiervan
het bezielde hoofd, en toen ie eindelijk
stierf, kregen de jongetjes een kanon
netje te leen, waarop ze hem omfloerst
weg reden, wat een ontzaglijke propa
ganda was geweest.
Omdat Graaf Knal eind van de
vorige maand honderd zou zijn, ge
worden, zat 't comitéer vreeselijk
achterheen, dat z'n standbeeld op di
dag onthuld zou worden, ook al was
't geld nog niet voltallig, waarom de
inteekenlijsten circuleerden als gek
ken, en ze zich vast in verbinding
stelden met beeldhouwers.
De goeie echter waren te duur,
bovendien maakten die stuk voor stuk
zulke leelijke gezichten. Zoodoende
kwam het comitéterecht bij een aan
bevolen vluchteling, die al lang geen
beelden meer maakte omdat ie eten
wilde, waarom hij en z'n vrouw zich
meer toelegden op artistieke theematjes
en lampekappen.
Die vluchteling accepteerde het bijna
voor niets. Hij kreeg de afmetingen, en
een limiet om zich aan te houden, be
nevens foto's van Graaf Knal met
hooge boorden en bakkebaarden, en
eentje in het uniform van de jeugd
organisatie, waar epauletten op zaten.
De vluchteling maakte toen een
schets, waar ie op stond met twee
armen naar de horizon, en Gravin
Knal zei, dat n arm voldoende was,
maar dat ze 't zich klassieker had voor
gesteld, meer universeel, wat ie toch
ook geweest was als geestelijk
voorlooper van Baden Powell en Hopman
Held. Ze had natuurlijk geen portret
van z'n lichaam zelf, maar zei dat ie
daarvoor gerust een ander ken nemen,
omdat alle lichamen gelijk zijn, daar
't eigenlijke zwaartepunt toch ligt in
het hoofd, waarna de vluchteling zich
geïnspireerd met z'n rommel begraven
had in een leegstaande garage als
atelier.
Aanvankelijk ging Gravin Knal iedere
week naar de garage om te kijken of
ie al leek en voor wenken. En eerst had
ze een stellage van houtjes gezien, en
later een staand stuk steen met links
een uitwas, wat z'n arm moest worden,
waarmee ie zou wijzen naar een blok
van arbeidersflats. Later kreeg ze een
infectie in haar keelholte van de
spinnewebben en het vliegende gruis, waarom
ze een poosje weg bleef. Toen ze daarna
weer opdook na een voorafgaande
briefkaart met haar komst, vond ze de
vluchteling op een ladder bezig met z'n
hoofd. De rest zat nog onder lakens
omdat je niet alles tegelijk kunt doen.
Gravin Knal had toen haar buiten
gewone tevredenheid uitgesproken over
z'n trekken en de familiegelijkenis. Ze
had hem nog wat laten wegb si telen
van de bakkebaarden, en een
verbstering aangebracht in de cocarde van de
hardsteenen hoed, die ie droeg als ie
z'n jongens inspecteerde op de
jaarlijksche geboortedag van Willem III.
Ik heb nog nooit z5ó aangenaam
met een artist samen gewerkt," zei
Gravin Knal die avond tegen het
comité. Hij zal alles regelen, óók de
geboortedatum en het opschrift in het
voetstuk. Hij zal 't beeld in een krat
laten vervoeren naar het plein, en alles
persoonlijk regelen voor de onthulling
van de wethouder".
Het commitétobde toentertijd juist
erg met financieele en politieke ge
beurtenissen buiten het monument
om, waardoor zs het prettig vonden
alles over te geven.
De vluchteling liet schuttingen neer
zetten en het voetstuk in Plan Noord,
en takelde Graaf Knal, die 7qo kilo
woog, in doelmatige verpakking uit de
garage per vrachtauto er bovenop,
waar ie speciale mannen voor noodig
had, die later allemaal op de rekening
kwamen te staan.
En .op z'n honderste verjaardag
wilden ze het beeld aan de gemeente
overdragen met een kleine ceremonie,
waar de heele familie bij aanwezig zou
zijn, gevolgd door een kranslegging
door de zeventienjarige dochter van
Gravin Knal's Oudste zoon uit het
Willemspark.
Die middag om twee uur stond alles
zwart, en uit alle arbeidersflats hingen
hoofden. Om 't voetstuk was een perkje
gemaakt van rozen, die nog niet bloei
den, en om 't eigenlijke beeld hing een
los stuk zeildoek, dat correspondeerde
met een touw, waar de wethouder aan
moest trekken. Lietje Knal, in
zachtblauwe organdie, stond met de krans
naast haar stralende grootmama, die
omringd was door haar complete kin
deren, omdat ook de Indische zoon was
komen overvliegen.
De voorzitter van het commitésprak
over z'n groote verdiensten en on
sterfelijkheid, waarna ie 't aan de ge
meente schonk, waarna de wethouder
bedankte, en onder ademlooze span
ning aan het touw trok.
Het zeildoek zakte. Eerst een klein
beetje, waardoor het hoofd te zien
kwam met de hoed en de cocarde in
treffende gelijkenis met Gravin Knal,
die huilde.
Toen trok de wethouder harder....
Een oogenblik bleef het stil, terwijl
wij, terugdeinzend, omhoogstaarden.
Daar, op z'n voetstuk, stond Graaf
Knal, edel en hoogopgericht, z'n
linkerhand in een rustig gebaar
naar de flats, waaruit gejubel opsteeg.
Maar wij en de geinviteerde rijen
staarden stom van schrik omhoog,
omdat niemand naar de naaste
familie durfde kijken, daar 't bseld
niets aan had dan een afgezakte dra
perie, waar we later -de beeldhouwer
over aangrepen, die zei dat ie 't klas
siek had gemaakt omdat Gravin Knal
't gezegd had, en ook omdat alle
lichamen gelijk waren (volgens haar),
maarzij had aan dat van Thorbecke
gedacht, terwijl hij was uitgegaan van de
Apollo van de Belvédère, waardoor
ook de gemeente in een zwaar parket
kwam, daar ze 't liever weer weg
wilden hebban, waartegen de buurt
bewoners zich verzetten, waarom er
nu tijdelijk een schutting om staat tot
de zaak geregeld is.
Waarmee ik maar zeggen wil hoe
ongelooflijk mechanisch sommige
artisten denken, en hoe je overal altijd
eigenlijk zelf bij moet zijn.
(l.
PAG. 17 DE GROENE Ne. 3M9
'??r>f t j
/
..t*