De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 1 augustus pagina 10

1 augustus 1936 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

U vai Een verhaal van De Groene Incident aan de Hemelpoort PETRUS zit bij de Poort des Hemels en wacht. Hij heeft het niet druk tegenwoordig, met die dalende sterftecijfers. Ook begint de Eeuwig heid hem wel wat lang te vallen, Het verveelt hem, op het onzekere wolkendek te loopen het ver veelt hem, met de zware sleutelbos te sjouwen en eeuw-in-eeuw-uit dezelfde menschentypen binnen te laten of af te wijzen, het verveelt hem Een opgewonden woordenwisseling buiten de Poort doet hem opschrikken uit deze neerslachtige overpeinzingen, doet hem plotseling hopen op een onverwachte afwisseling in dit eentonig celest bestaan ? Dan wordt er kort en beslist geklopt. Staan vóór hem Jodokus en Benvenuto in de vijandige, ternauwernood beheerschte houding van wie zoo juist een heftige woordenstrijd hebben afgebroken. Spreekt Jpdokus: Heilige Petrus, Iaat mij de Hemel binnen. Ik heb geleefd naar Gods gebod en immer heb ik mijn plicht gedaan. Maar sluit hem buiten, hij verzaakte zijn plichten en leidde een ongebonden leven." Spreekt Benvenuto: Heilige Petrus, laat mij den Hemel binnen. Ik heb geleefd naar Gods gebod en immer heb ik Zijn stem gevolgd. Maar sluit hem buiten, hij verzaakte zijn roeping en vluchtte in de plicht." De oude Heilige schudt bedroefd het hoofd. Veel eigenaardige gevallen hebben zich aan hem voorgedaan in de loop der eeuwen daar aan de Hemel poort, maar nu weet hij geen raad te schaffen. Dan doet hij de Poort op een kier na dicht en sloft door de schapenwolkjes naar Onze-Lieve-Heer. Legt Hem het geval voor. Hoor eens Petrus", zegt Onze-Lieve-Heer, ik geloof dat je oud begint te worden. Vroeger zou je dergelijke gevallen zelf behandeld hebben, zonder Mij daarvoor lastig te vallen. Voor deze keer geef ik je bescheid: laat deze menschenkinderen samen trachten tot wijsheid te geraken, zij moeten het er óver eens probeeren te worden welke levenswandel van de twee de goede was, die welke in den Hemel eindigt. Laten zij, om tot een beslissing te kunnen komen, samen het leven op aarde van de hemelstreken uit bestudeeren, laat hen acht geven op de goede en kwade gevolgen van beide levensopvat tingen. Geef hun, om aan het ten uitvoer brengen van deze opdracht tegemoet te komen, elk een paar engelenvleugels te leen, opdat zij hun waar nemingen over het leven op de gansche aarde kunnen uitstrekken. Behandel dan verder de zaak naar je eigen door de eeuwen beproefde inzicht." Petrus naar de Poort terug met twee paar vleugels uit het magazijn en even later gaan ze op weg, Jodokus en Benvenuto, ontstemd over het uitstel van beslissing, maar ieder voor zich bij voorbaat van zijn overwinning zeker. EN weer staan Jodokus en Benvenuto voor de Hemelpoort. Zijn er dagen, maanden, jaren, eeuwen voorbijgegaan? Uit deze regionen is de Tijd verdwenen. En weer opent Petrus en ziet hen vragend aan. Vele, vele menschen hebben wij gezien," spreekt Jodokus. Zij die hun plichten vervulden waren de goeden, de sterken, zij zijn een vaste opdracht nagekomen, zij hebben mijn levens wandel gerechtvaardigd!'' Tallooze menschen hebben wij gezien," spreekt Benvenuto, zij die in den vollen stroom zich wierpen, . zij waren de waarlijk levenden, zij hebben God gekend, zij rechtvaardigen mijn levenswandel l" Daar kom ik niet verder mee," zegt de Heilige Petrus; hij gaat op den drempel zitten ('t zal een lang gesprek worden, maar 't is een rustige periode gelukkig, wat de aarde aangaat, de apeklieren zijn juist uitgevonden) en bedenkt dat hij OnzenLieven-Heer nu niet weer mag lastig vallen. En daar komen jullie ook niet verder mee. Daarvoor had-ik jullie geen vleugels behoeven te leehen, want zoover waren we de vorige keer ook. Vertel maar eens wat meer, misschien dat ik er uit wijs word." Jodokus: Ik zag een man die altijd plezier bij zijn werk achterstelde, hij was iemand op wien ten volle te rekenen viel, zichzelf cijferde hij weg voor zijn plichten en wat van hem verwacht werd, dat bracht hij ten uitvoer." Benvenuto: Maar het eigenlijke leven ging aan hem voorbij, en zijn oogen werden mat en lichtloos. Ik zag een meisje dat na vieren ging schaatsenrijden. Er was iets dat haar riep; ze reed de wijde landen in,.de stilte omvatte het eenzaam krassen van haar schaatsen, een enkele vogel krijschte en ze zag het laatste roode zonlicht de besneeuwde velden kleuren. Er werd iets in haar wakker en een rijkdom gewerd haar in die uren, die zij door het leven meenam." Maar haar huiswerk was niet af, en op school kregen ze er de last mee. Ik zag een jongen die overal wat liet slingeren, die nooit zijn bed afhaalde, die zijn schoolboeken vergat en vuile nagels had, die altijd de deuren achter zich liet openstaan. Hij had eenvoudig deze kleine plichten na te komen niet geleerd en in zijn latere leven moest hij daarvan de wrange vruchten plukken," Maar de gaafheid van een gelukkig leven straalde hij uit, en waar hij binnenkwam, ver dwenen zorgelijke en neerslachtige gedachten. _ Ik zag een onderwijzer die muziek maakte met zijn leerlingen en die met eindeloos geduld met hen de natuur bestudeerde en hun liefde voqr het goede en het schoone bijbracht. Als een lichtend spoor bleef de indruk van zijn persoon achter in hun jonge levens." Maar ze konden geen examen doen en er was er n die niet wist waar Paramaribo lag! Ik zag . een radelooze vrouw bij de ongeordende papieren ? van haar overleden man. Tijdens zijn leven had zij hem meermalen gesmeekt om orde op zijn zaken te willen stellen; hij had het uitgesteld, hij had het verzaakt, en in de dagen dat zij dit groot verdriet te dragen kreeg, werd daarbij ook de last van zijn verzuimde plichten op haar schouders gelegd." Maar zij wist zelf niet hoe zijn zonnige zorge loosheid haar altijd weer had opgebeurd en haar over elke moeilijkheid in hun leven had heenge dragen. Ik zag een moeder die alle vervelende en noodige dingen van zich afzette, met haar kinderen naar 't strand ging en van niets meer wist dan van zilte wind en zee; de kinderen haalden ruim adem en er ging iets in ze open " Maar thuis stond een mand vol kapotte kousen en als zij ze niet stopte dan werden ze niet gestopt en het kleinste kind was 's avonds ziek omdat de moeder niet op z'n natte voeten had gelet. Ik zag een meisje dat eiken morgen om zeven uur piano studeerde, ze wist dat ze vroeg haar eigen brood zou moeten verdienen, en toen ze van school kwam studeerde ze eiken dag zes uur. Geen pretjes, geen andere ambities konden haar daar van afhouden. Ze werd een goed pianiste en een uitstekend leer meesteres, en ze kon haar ouders onderhouden toen ze oud waren." Maar de hartstocht, de bezielende gloed bleef vreemd aan haar spel omdat zij zich door haar plichten afgesloten had van de bevrijdende muziek, en toen zij zelve oud werd, was het haar als stond zij met leege handen en als had zij vergeefs geleefd. Ik zag een dichter die de hei opliep en zijn hart open zette en de volle heerlijkheid van de natuur door zich liet stroomen. Hij was geroepen om van de schoonheid en de waarheid te getuigen, hij was toegerust met de gaven om daar van te getuigen, hij was als een zuiver instrument dat zich willig liet bespelen; en alles vergat hij om aan dien roep gehoor te geven, er bestond niets meer voor hem dan dat ne. Hij schiep een vers en was bevrijd." Maar zijn vrouw liet hij sjouwen in armoede, en het vertaalwerk dat hij had kunnen doen om die armoede te verlichten, bleef ongedaan, hij vluchtte voor zijn plichten." Benvenuto: Was het dan geen hoogere plicht om te getuigen van wat hij ervoer, mocht hij het nalaten, mocht hij op dit appèl ontbreken ?" En Jodokus weer: De taak die zijn hand vond om te doen, bleef ongedaan. Ik zag een vader wiens grootste bondgenoot in de opvoeding was de vriend met ijzren hand, en koel gebiedend oog". In strikte plichtsbetrachting heeft hij zijn kinderen groot gebracht, de plicht was altijd en overal nummer n. Ze zijn alle geslaagd in de. maatschappij, ze werden menschen van sta-vast, menschen op wie men rekenen kon, die geleerd hadden zonder vragen, zonder eischen, aan de harde werkelijkheid te gehoorzamen." En stuk voor stuk hebben ze later de druk van die opvoeding gevloekt; enkele waren onherroepelijk in hun groei geknot, andere hebben zich met moeite bevrijd en ontplooid, hebben moeizaam aan een andere werkelijkheid leeren gelooven," Jodokus: Dat was overbodig! Het najagen van die zoogenaamde persoonlijke ontplooiing is niets dan vlucht! En waren ze gelukkiger ? neen immers. Het grootst geluk is de vrede van volbrachte taak." En Benvenuto weer: Het diepst geluk ligt in de ervaring van dat alles waarheen het rijke leven ons roept.?Ik zag hen allen die bevrijd zijn, die door de plichten niet gedrukt worden, die onbekommerd leven als Gods kinderen op aarde en Zijn heerlijkheid uitstralen." Ik zag hen allen, die de verantwoordelijkheid kennen, die gehoorzamen aan de wetten die gesteld zijn, die Gods trouwe dienaren zijn op aarde en Zijn eisen vervullen." ONDER het relaas van de beide mannen is Heilige Petrus' hoofd al dieper en dieper op zijn borst gezonken, zijn baard zit heelemaal in elkaar; maar nu verschuift er juist een wolk, waardoor een stukje van de aarde zichtbaar wordt. De menschen leven daar beneden, de menschen strijden en werken en bevrijden zich; er is verdriet en blijdschap, er is hoop en wanhoop, er is groei en verval. Er is leven, altijd leven Dan heft hij het hoofd op; er is een glans in zijn oude oogen die nu in de1 oneindige verten schouwen en hij zegt: Gaat terug naar de aarde gij beiden en leeft nog eens aldaar en leert ook dat andere, wat tot nu toe u vreemd was." Dan staat hij op en zachtjes sluiten zijn handen de .Hemelpoort. Jqdokus en Benvenuto loopen mopperend den langen, langen weg naar de aarde terug. (Zonder vleugels, zonder veel hoop meer op een plaatsje in ,den Hemel.) Ieder aan een kant, zoo ver mogelijk : ? van elkaar, maar toch gelijken tred houdende. . En ze denken allebei: Dat is jouw schuld." CAROLINE BOS-EVERTS HET GEHEELE SEIZOEN KAMER MET VOLLEDIG PENSION PRUSRIOUCTtfS KURZAAL . BUITENBADEN -PIER PAG. 18 M GROENE N». 30Q7 TOT f6." l f» Schak 'V t* 39- es 42. K 2»*»MÏT^£S! H* Da8?«g en zwart pUta»ieTc'h.l«!rr? Van i**?*?"^SS^A* hnpti/«> ? T zonder eeniVA« -»::i . Puzzles L. n Men oordeele zelf; WU' *? *? *««.-P AJm«0.lnd,aeli rr;?.. I2^tw£=l f ;»*««£« I l b^Hrrr» f l Nieuwe Opgaven Letterraadsel'. N-v. oe HOLLANDSCHB VOORSCHOTBANK 70 - HAARL.M mum m,.?^. i'j'inii «m,,.*,;,;, ?;;. ???«??f ;-"' Vbop [C|l0i/1 Dirk: 7?eó beneden beneden geJe2en ,3.SO *"»*»«+m. U Diner .- en f4.-. 4* * . IS- Lb2~a3 Beter was e6 door de volgencfe voordeel. S ** 16. Pfs?e5 J7- Kgix 3 20. Tfi_di 2I- ^3x05 22. Tai?CI -4xc3t DdS?e7 ~~ - ?~*8 Peb?b8 / dan «* toekomst heeft. /?b6 c8?b? a7?ad TaS?a7 komt wit n8 in het b7xG2 Vfe a " *niiQsnairjer i lend telwoord. BUMPER BACON ÓP~~^ 'T'''P? ? P PP. . ? ? PPP . . P . P P . ?Zwart h "%*n en voorkeur. 34. Tdt?d3 25- Tci?<jj *°« wit «et tot gekomen Sj?. ' ' ^ f^ **j Ta7?aa Veel aan de oocn verdiende TadS de l VAN WITTE voorgesteld 4 5 ' an der d-lijn Letterraadsel Omschrijving (Oplossingen 1 ' O.OS per stuk uee Ostayen) s vang aaien WITCHOC ?x^ wit op de Ta2?a8 «Mtfng'Tdg. ^5x64 £«peeld had, '^ gewonnen' ' 7- a 9- h "34l e zerig c h ter d o l a a t n .' e n t e M GROENE N., a» W/j .worón nu naast de ^?«?leeuwen P <f*n Grebbeberg , «EBT GIJ WEET GIJ «V«h^ ?»fc voi-men I E GROE1YE 1 10 per jaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl