Historisch Archief 1877-1940
r /
Een verhaal van De Groene
\r\
-V
EEN snikheete dag liep ten einde, toen we
langs de kade van de napolitaansche haven
slenterden. De hemel en de zee waren blauw
en versmolten in de verte wazig ineen. We droegen
zware rugzakken en sloften van vermoeidheid. Het
zweet liep in schoone streepjes over onze groezelige
gezichten en viel op het overhemd, dat aan ons
vochtig lichaam kleefde. In de haven lagen
visschersbooten, een oorlogschip en een groot grijs
watervliegtuig, lui, zonder beweging. Even sloom
en roerloos waren de menschen, die hier en daar in
de smalle schaduw van een stapel kisten sliepen of
stonden te suffen. Zelfs een bedelaar, die tegen een
planken schutting leunde, was in mijmering ver
zonken. Hij hield zijn hand niet naar ons op.
Onze broeken en schoenen zaten onder een dikke
laag, grijze stof en over onze ongeschoren gezichten
zwabberde de breede rand van een verfomfaaide
panama. We waren twee zwervers, wat zeggen wil,
dat we over te weinig geld beschikten om ons
touristen te kunnen noemen. Mijn gezel was een jonge
Duitscher, die niet meer naar zijn vaderland terug
kon. Hij beweerde in Berlijn gestudeerd te hebben,
was zwijgzaam, maar overigens een goed kameraad,
die niet kankerde, wanneer hij moe of dorstig was.
We sloegen met ons beiden een straat in en vonden
een galerij, waar het koel was. Een
schoenpoetsertje, dat daar liep, klampten we aan en lieten
onze schoenen poetsen en broeken afborstelen, een
luxe, die we ons telkens permitteerden, wanneer we
in een stad aankwamen, niet zoozeer uit
aesthetische overwegingen, dan wel ter verhooging van ons
gevoel van eigenwaarde. Het poetsertje poetste er
op onze aanwijzingen lustig op los en praatte
ondertusschen in een snellen woordenstroom tot een paar
havelooze vriendjes, die om ons heen liepen en ons
van alle kanten bekeken. Misschien zagen ze hun
eigen geïdealiseerd toekomstbeeld in ons. We haal
den appels uit onze rugzakken en kloven daarop,
terwijl we er n ons poetsertje in het vooruitzicht
«telden. Het was een raar, vet kereltje, omstreeks
twaalf jaar oud, met een rond, kaalgeschoren hoofd,
waaruit loodrecht twee groote ooren staken. Hij
praatte zijn grappig dialect en scheen onder zijn
kornuitjes buitengewoon getapt, ze schaterden soms
om wat hij zei. Hij werd Caco genoemd.
Houd je van appelen?" vroeg ik hem.
Ja, vooral van groote," zei hij gulzig grinnekend.
Breng ons dan zoodadelijk naar een dormitorio
popolare, maar het moet er zindelijk zijn."
O, signor, u had dat aan niemand beter kunnen
vragen dan aan mij. Mijn oom heeft een mooi
logement en het is er bekend om zijn zindelijkheid.
Ik breng u er heen voor een grooten appel."
We stapten op en liepen op onze glimmende
schoenen met ons gidsje mee, gevolgd door een
troepje lompenkinderen.
Een appel?" bedelde er een en haalde zijn vuile
handje uit zijn broek, die met een touw aan zijn
middel hing.
Carita, aalmoes?" vroeg een ander mij treurig
met zijn bleek gezichtje en mooie, groote oogen aan
kijkend.
Zie," zei een bloemenventertje met een rimpelig
oudemannetjes gezicht. Hij liet met een vlugge
schouderbeweging zijn mouw omlaag zakken, waar
door een medelij den-wekkend stompje bovenarm
te zien kwam.
We stapten met ons allen over het plein, waarop
duiven koerden en de zon een regelmatig patroon
teekende, door achter elke kei een schaduw te werpen.
In het midden stond een oude fontein. Daar bleven
we staan en het gevolg met ons. Ik haalde tot
aller bewondering een fototoestel te voorschijn.
Nu allemaal daar gaan staan, dan neem ik een
foto en daarna krijgen jullie ieder een appel."
Gehoorzaam gingen de kereltjes op een rij staan
en putten zich uit in het verzinnen van gekke stan
den. Toen bracht het poetsertje ons door nauwe
straten, waar tusschen de vervelooze huizen de
wasch en een ondragelijke lucht hingen. Er liepen
wat havelooze menschen en op het trottoir zat,
tusschen in het stof stoeiende honden en halfnaakte
kinderen, een vrouw en hield bedelend de hand op.
Napels zien en dan sterven," dacht ik hardop en
cynisch. Van den stank" vulde mijn gezel aan.
WE gingen een poort binnen en kwamen op een
binnenplaats. Langs een versleten trap leidde
het poetsertje ons naar een bovenverdieping, waar
zijn oom het volkslogies had. Een dikke, vadsige
vrouw deed ons open. Er was een gang en aan
weerskanten deuren, die uitkwamen op kamers vol
smalle, ijzeren bedden. In de gang die ergens een
verbreeding had, leefde de oom en zijn gezin. Het
echtelijke bed was door een gordijntje afgeschut.
Het was er half donker en het rook er muf, omdat
het eenige raam door een luik gesloten was. In een
hoek ronkte oom" en stonk naar drank.
Ik eischte voor mijn gezel en mij een aparte
kamer op en we verwierven die voor een extra lire.
Het raam kwam uit op de binnenplaats. Ik keek
omlaag en zag juist, hoe het poetsertje de appels,
die hij voor zich en zijn kornuitjes in ontvangst had
genomen met grootsch gebaar aan het verdeelen
was. Het was een vreemd stelletje om te zien,
jongens van xo tot 15 jaar, de meesten op bloote
voeten, sommigen gekleed in veel te wijde broeken,
waaronder de vuile teenen grappig te voorschijn
keken of in een jas, waarvan de mouwen waren
afgeknipt. Dat alles hing dan met touwtjes en spel
den aan elkaar vast.
BEHALVE Caco, was er nog iets, waar de jon
gens op de binnenplaats veel schik in hadden.
Dat was Bianca, een hondejong, dat nog zoo klein
was, dat het meer hobbelde, spartelde en rolde, dan
dat het liep. Als het erg vroolijk was, kefte het luid
in hooge piepgeluiden. Het kwam vaak op het hof
en liep dan onbevreesd tusschen de jongensbeenen
door. Soms werd het opgenomen en ging van hand
tot hand. Bianca was zacht, onbedorven en lief en
had, als alle jonge onervaren dieren, een onbeperkt
vertrouwen in de menschheid, hetgeen zijn .aan
trekkelijkheid nog vergrootte. De jongens wijdden
veel aandacht aan hem en het was of ze hem dét
wilden geven, wat ze zelf te weinig hadden ont
vangen: Genegenheid en liefde.
Hè, geef hem mij ook eens." Door allen werd
hij geknuffeld en al ging Caco nog zoo vlijtig door
met moppen verkoopen, Bianca leidde onbewust de
aandacht van hem af. Hij inde de liefkoozingen van
zijn bewonderaars met de beminnelijke welwillend
heid, die eigen is aan alle lievelingen der mensch
heid. Om Caco's mond kwam dan een sombere,
treurige trek. Hij was jaloersch op zijn
mededingertje naar belangstelling.
I""\E laatste avond van ons verblijf in Napels was
L/ aangebroken. We hadden den heelen dag in
Pompeji doorgebracht en zaten nu rustig voor het
raam van ons armelijk hok. In de kamer schemerde
het al. Op de gang liepen de eerste slaapgasten naar
hun stede en langs den wand kroop de eerste luis naar
ds zoldering.
Er klonk gejubel op het binnenhof. Caco stond met
opgestroopte pijpen midden in een groote zeepsop
tobbe, die een vrouw daar achter gelaten had, terwijl
hij het kleinste der schuimertjes, dat krachtig tegen
stribbelde, het hoofd probeerde te wasschen. Met
een handigen draai wist het jong te ontsnappen en
wischte zich hard wegloopend met de mouwen het
schuim van het hoofd. Juist op dat oogenblik werd
Bianca op het hof zichtbaar. Het hondje liep par
mantig op de jongens toe om zich te laten liefkoozen.
Het ging van hand tot hand.
Hij is weer gegroeid."
En hij bijt, furbatto, kleine schelm."
Laat hem maar bijten, daar krijgt hij sterke
tandjes van."
Ineens was de aandacht voor Caco verbroken.
Hij] stond alleen en keek (uitdagend naar de groep
jongens om het hondje.
Jongens, we zullen het hondje leeren zwemmen."
riep hij op een toon, of hij het diertje voor zich
opeischte.
Ja, dat doen we."
Maar het wordt er misschien ziek van," zei het
bloemenventertje angstig. .
Wel neen, vooruit maar," en Caco greep het
hondje en plonsde het ruw in het drabbige water,
zoodat het er even heelemaal in verdween. Toen
kwam het proestend aan het oppervlak. De jongens
schreeuwden van plezier. Maar Caco duwde het on
middellijk weer onder en daarna nog eens en nog eens.
Toen had ik er genoeg van, sprong snel de trappen
van het oude huis omlaag, en liep over het binnen
hof naar de jongens, die met gespannen aandacht
Caco's manipulaties volgden. Ik duwde de
schooiertjes op zij en bracht het rochelende diertje vlug op
het droge. Een stroom van scheldwoorden kwam
over me, om me voor mijn bemoeizucht te straffen.
Ik bracht het slachtoffertje naar mijn kamer, vast
besloten het niet aan de tierende jongens terug te
geven. Na een kwartiertje riep ik uit het raam. Jullie
hondje is dood l" Het werd stil. Toen zei het
bloemenjongetje met een verstikt stemmetje tegen Caco:
Het is jouw schuld, gemeene duivel!" en hij liep
huilend de poort uit.
Nu hebben we geen hondje meer, zei een lange
magere jongen.
Ach, er zijn er zoo veel. We vinden wel een
nieuw," zei Caco verzoeningsgezind.
We vinden wel een nieuw," smaalde de lange
jongen. En hoe wil je dat dan weer afmaken?"
Jullie hebben allemaal mee gelachen," poogde
Caco zich te verdedigen.
Allemaal?" schreeuwde de lange jongen
beleedigd, je deed het alleen, lafbek ! Daar i" en hij
gaf Caco een klap tegen diens ronde hoofd, zoodat
hij op den grcnd viel. Toen gingen de jongens, alsof
ze het hadden afgesproken, allen tegelijk weg en Caco
bleef met een spierwit gezicht op de steenen liggen.
Den volgenden ochtend ging ik met mijn levend
vrachtje in mijn rugzak naar het plein en vond daar
het bloemenjongetje. Hij keek me met zijn treurige
oogen aan:
Anjelieren, signor?"
Neen, maar wat zou je doen, als ik je Bianca
terug gaf?"
Verwonderd keek het rimpelgezichtje me aan.
Is hij niet dood?" en dan met een dringend,
smeekende stem: Geef hem aan mij; ik zal goed
voor hem zorgen. U krijgt al mijn bloemen, geef hem."
Beloof me, dat je Bianca niet in Caco's buurt
brengt, voordat hij een stevige, groote hond is
geworden."
Ik beloof het, signor. Alles beloof ik u."
Hier heb je hem dan, en ik haalde Bianca, die
gelukkig knorrend het zonlicht in keek, uit mijn
rugzak. Het ventje nam hem lachend aan en legde
hem tusschen de bloemen in de mand en liefkoosde
hem. En toen ik al bijna, over het plein was, hoorde
ik achter me: .
Grazie, signor, mille grazie; a rivederci l"
J. LE FEBVRE
HET GEHEELE SEIZOEN
KAMER MET VOLLEDIG PENSION
PRIJSREDUCTIES KURZAAl ? BUITENBADEN - PlfR
PAG. 18 DE GROENE No, 3088
r.
i'
i".
t *
Schaken
PIKANTE WENDINGEN
a) Uit het tournool te Poilebrad
DAT ook in meestertournooien
grove fouten gemaakt worden,
toont de volgende partij, ge
speeld te Podebrad, (Tschechoslovakije),
welke slechts 9 zetten telt.
Wit: Dr. Treybal Zwart: Foltys
x. cz?64 e7?e6
2. da?d4 d7?ds
3' «4?C5 C7?C5
4. d4 x es
Ook Pgi?f3, gevolgd door Lfi?d3
is goed.
4. Pb8?cd
5. Pgi?f3 . LfSxcs
6. Lfi?d3 £7?fó
7. o?o
L/4 moest geschieden.
7 f 6 x es
8.' Pf3 x es ?
Een zeldzame blunder. Wit overziet
den volgenden zet van zwart.
8 Pcóxes
9. Ddi?hs+ PeS?f7
Wit gaf op.
Het is zeer merkwaardig dat de
witspeler, die toch in dit sterke tournooi
een hoogen prijs gewonnen heeft, tot
een dergelijke fout in staat is.
t») Vit bet tournool ts Zaadvoort '
Zwart: P. KERES
abcdefgh
Puzzles
t
llllllimlIllllllllllllllltlHIIIIIIimlIIMMIIIIIIIIIIIJIIIIIHIIIMIIIIM
l Prijswinnaars zijn deze wsek: f oor f
| het letter raadsel I. Koldewijn, Zwa- f
| luwnest", Hoog Soeren (Apeldoorn); f
| roor de vermenigvuldiging C. Hcver- f
| kate, Lasondersingel 156, Enschede, f
| Voor elke puzzle wordt een plastiek f
| van Hild» Krap uitgeloofd. Inzendin* I
f gen vóór Dinsdag op een BRIEFKAART; |
l op de adreszijde het woord LETTER- =
l RAADSEL of VERMENIGVULDIGING f
f vermelden.
iMlllimillllflIIIIIIIIIIIIIIIUMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIlT
Nfouwtt Opgaven
Letterraadsel
Van de onderstaande lettergrepen
moeten 17 woorden gevormd worden,
welker ie en 36 letters, gelezen van
boven naar beneden, een vers vormen
van Jaap van Gelderen.
a - da - der - der
-e-e-e-ed-eiei - ei - em - for - gen - hor- kei - krui
la - lei - lis - me - na - ne - on - on - on
pen - pen - pi - re - ren - rie - rup - si
ten - tie - tig - tro - tuin - tus.
Omschrijving
%<?&"> ,. KW//.;'' ?"',.,,?,?."*'>'?*
^iiAÉi^-i^a
W/'>
m
i. vrucht, 2. verzamelingen van sa
gen, 3. gas, 4. Jeruzalem, 5.
plantentuin, 6. Nederlandsen uitvoerproduct,
7. uitbarsting, 8. onvoorzien geluk, 9.
zonnekeerpunten, 10. de ondervinding,
11. leer der werkelijkheid, 12. uitslui
tend toebehoorend, 13. nuttigen, 14.
onachtzaam, 15. zich langs den grond
voortbewegen, 16. bestuurder, 17. be
neden.
Ver men igv uld tg ing
l
l
a h c it ,, u
Wit. S. LANDAU
In de partij Landau?Kercs speelde
wit de opening iets te vlot en offcrda
twee pionnen.
In de diagramstelling scheen hij
hiervoor voldoende tegenkansen ver
kregen te hebben, doch de Estlnnder
vindt een diepzinnige, fraaie combi
natie, waardoor hij de partij ten zijnen
gunste beslist.
Er volgde n.l.: na gs x fö+
i. Kg7 x fó. Voorloopig een
kwaliteitsoffer
2. Ld6?es+ Kfóxe7
3. Le5xc3 PCI?e2+
4. Kg3?f2 Pe2xc3
5. Tai?ei
Wit hoopt een figuur te veroveren
om daarna de kwaliteit meer te be
houden, helaas ontpoppen zich dadelijk
de diabolische plannen van zwart.
S Ke7?do
6. Tci x C3 Kdó?c£
Kf2?ei Kcs?b4
Kei-?d2 as?34
9. Tc3?ei 34?33
10. h4?h5
ir. hsxgó
12. Tci?gi
13. Tgi?ai Ld3~bi
Opgegeven. L.
? o o o o o o
o o o o
Vermenigvuldiger en
vermenigvuldigtal bevatten 9 verschillende cijfers.
Alle nullen zijn gegeven.
Oplossingen
Letterraadsel
Vanavond roept gij mij, en ik Weet
niet waartoe. (J. Jac. Thomson)
7.
8.
h7Xgó
i.
2.
3
4
56.
78.
910.
ii.
12.
1314.
1516.
1718.
vrede
abominabel
nota
a r r oga n t
vlade
orangeade
n a w i n te r
determineeren
r .o e d e
olie
ernstig
pater
trede
greppel
ijswafel
moker
«II?
e e n i g
GEMEENTE 's-HERTOGENBOSCH
UITGIFTE
«n de Provincie Noord-Brabant)
van
T Wil
? 2,500.000, 4'/2 pCt. Obligatiën,
LEENING 1936,
in stukken van f 1000.?en f 500.?, aan toonder.
Ondergeteekenden berichten, dat de inschrijving op
bovengenoemde obligatiën, met recht van voorkeur voor
houders van per l December 1936 aflosbare obliga
tiën der 5% Leening 1931 ten laste der Gemeente
's-Hertogenbosch, zal zijn opengesteld op
DINSDAG 11 AUGUSTUS 1936,
van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 uur,
bij hunne kantoren te AMSTERDAM, ROTTERDAM"Tn
's-GRAVENHAGE, alsmede te 's-HERTOGENBOSCH
ten kantore van de INCASSO-BANK N.V. tot den koers
van 1OO'/4 pCt. op de voorwaarden van het prospectus
d.d. 5 dezer, waarvan exemplaren, benevens inschrijvings
formulieren, bij bovenvermelde kantoren verkrijgbaar zijn.
INCASSO-BANK N.V.
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK, N.V.
AMSTERDAM, 5 Augustus 1936.
WITCHOC
AFKesrn&G VAM wrrrs CHOCO
LADE, JS VOEDZAAM EN VER
KWIKKEND EN EEN WELKOME
VERRASSING VOOR ALLE WERKERS
MET HOOFD OF HAND EN VOOR DE
BEOEFENAARS VAN ALLE SPORT
VERKRIJGBAAR IN:
TEGELTJES f 0.25 per ons tmsm TABLETJES fO.CS per «tuk
ROTTERDAR' ^
ALKMAAR"
? **ur
WITCHOC
Vermenigvuldiging
Het sleutelwoord is Pernambuco.
- l
iiitiiitiiiiiHiliiiriiiiiHiriiiiiitiiiiriiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
| OF DE ZON SCHIJNT |
j pf dat het regent De Groene houdt u f
| in uw vacantie op de hoogte van wat f
j er in de wereld gebeurt en gaat gebeuren. |
f De Abonnementsprijs is van heden af tot 31 December f 3.5O I
?*,'?' , ' . , .
H Hier langs ?(knippen
3 !
ONZE PRIJSVRAAG No. 5
?-'?.', Berichtgeving
Gevraagd wordt een proeve van berichtgeving over den toestand in Spanje,
zooals een Nederlandsch dagblad, naar keuze van den inzender, zou leveren,
indien de opstand niet van rechts, doch van links zou zijn gekomen.
Als eersten prijs loven wij wederom uit: een Dunhil bureau-vulpenhouder
met artistiek uitgevoerden standaard ter waarde van ? 17.50; als tweeden
prijs een plastiek van Hildo Krop.
De redactie heeft het recht de inzendingen te publiceeren. Op de beslissing
der redactie is geen beroep. Inzendingen uiterlijk Maandag 10 Augustus.
Verslag en prijstoekenning in het nummer van 15 Augustus.
19 DE GROENE No. 3068
>!
met
ingang
BON
Ondergeteekende wenscht zich ..?<=?. ingang van heden te
abonneeren op DE GROENE AMSTERDAMMER. De abon
nementsprijs van heden af tot 31 December 1936 bedraagt
f3.50. Abonnementen kunnen slechts op 31 December eindigen
en worden anders stilzwijgend voor een jaar verlengd.
Naam:
l
iiiiiini
Straat:
: Nr
Woonplaats: