De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 8 augustus pagina 3

8 augustus 1936 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

*?' m. i i t d fi t d Ui vt ge de gei Ze lac mi. ooi voo fret of i L. ] Het men uattt GODSDIENSTIGE MOE CJlun "Juaf W uu w te K HET BURGERWEESHUIS Irrationalisme ponder religie GÜNTHER STEIN ALSOF de Japanse staat nog geen zorgen genoeg had, heeft hij er de laatste tijd nog godsdienstige moeilijkheden bij gekregen. Plotseling zijn deze in tweeërlei gedaante aan den dag getreden. Vijftig jaar lang hebben er officiële voorschriften gegolden volgens welke elke vorm van godsdienstige opvoeding in de scholen verboden was; deze voor schriften zijn nu gewijzigd. In de eerste plaats heeft het Ministerie van Op voeding nu alle scholen van het land opdracht gegeven, voor het aankweken van religieuze gevoelens" te zorgen. In de tweede plaats zijn de leiders van twee populaire sekten, leiders die door millioenen werden vereerd, gevangen genomen. Tegelijkertijd is een nieuw wetsontwerp betref fende Regeringstoezicht op alle godsdienstige organisaties aangekondigd. DEZE maatregelen hebben een verstrekkende politieke en sociale betekenis en werpen een hel licht op de binnenlandse toestand van het huidige Japan. Het voorschrift aan de scholen, in het algemeen een godsdienstige geest aan te kweken niet de geest van n bepaalde godsdienst van de vele die in het land worden aangehangen maakt deel uit van een campagne tegen de invloed der westerse beschaving, die als te eenzijdig intellectueel" wordt beschouwd. Een buitenlandse cultuur, die op individualisme is gebaseerd, heeft de coöperatieve harmonie in Japan ondermijnd; opvoeding en onder wijs volgens westerse voorbeelden, die een gemis aan geestelijke cultuur vertonen, hebben een na delige invloed gehad op de Japanse geest, volgens welks tradities de moraal vóór al het andere komt.." Aldus onlangs de Minister van Onderwijs in zijn Raad voor de hervorming van opvoeding en onderwijs", en hij volgde daarmee het voetspoor der militairen, die reeds lang het achterstellen der geestelijke opvoeding bij een opvoeding volgens een intellectueel materialisme" hebben veroordeeld. Japan is, ondanks zijn talloze tempels en altaren, ondanks de traditionele bezoeken die millioenen mensen dagelijks daaraan brengen, en ondanks de huisaltaren in iedere woning, een der ongodsdienstigste landen van de wereld. Sjintoisme, Boeddhis me, Confucianisme en verreweg het kleinste bestanddeel Christendom, elk weer verdeeld in ontelbaar veel sekten, bestaan in Japan vreedzaam naast elkander en vormen dikwijls niet scherp ge scheiden groeperingen. Bovendien zijn al deze godsdienstvormen vaak met allerlei oud bijgeloof vermengd. De godsdienstige verdraagzaamheid der Japanners leidt veelal tot algehele onverschilligheid tegenover dogma's; hun godsdienstige riten zijn dikwijls meer een zaak van traditie, bijgeloof en gewoonte dan een uitdrukking van theïstische re ligiositeit. De meeste moderne Japanners zijn er trots op dat ze volkomen vrij zijn van religieusmetaphysische banden, en toen in de vorige eeuw de moderne staat werd gegrondvest, gaf deze uit drukking aan de algemeen geldende opvatting door alle godsdienst uit de scholen te verbannen en zich religieus volslagen indifferent te tonen. Doch dit wilde volstrekt niet zeggen dat de staat zich daarmee op rationalistisch standpunt stelde. De gemiddelde Japanner is, ondanks zijn godsdien stige onverschilligheid, wellicht de meest irrationeel georiënteerde burger van alle technisch en econo misch moderne landen. Want in de eerste plaats heeft het moderne Japan de gelovige cultus van de staat, in de vorm van het staats-Sjinto" waarvan men intussen officieel ontkent dat het een religieus karakter zou hebben uitdrukkelijk boven alle godsdiensten gesteld en deze staatscultus tot uit sluitende grondslag van alle opvoeding en alle moraal verheven. Het grondbeginsel van opvoeding en onderwijs," sprak onlangs de Minister van Onder wijs, is de instandhouding der nationale gemeen schap, de bevestiging der nationale grondslagen, opdat de keizerlijke successie eeuwig bestendigd blijve." Dit is de kern van het staat-Sjinto", waar aan voor duizenden altaren eer wordt bewezen, lof en offers worden gebracht. Bovendien verbande de staat uit zijn systeem van opvoeding en onderwijs het beginsel van het critisch-analytisch denken, men wilde niet prikkelen tot nadenken en verstan delijke ontwikkeling, op het irrationele, zooals dat tot uitdrukking komt in de mythologische traditie, op heldhaftige opofferingsgezindheid en loyaliteit tot in het allerlaatste, werd eenzijdig de nadruk gelegd. DE aldus irrationeel" opgevoede bevolking kwam tijdens de stormachtige materiële ont wikkeling van Japan aan twee gevaren bloot te staan, die in de loop der laatste decennia langzamer hand acuut zijn geworden en waarvan de leiders van de staat geschrokken zijn nu het land in een nationale crisis" verkeert. Bij een deel der be volking, vooral in de steden en onder de intellec tuelen, trad een steeds sterkere reactie in de richting van een onbeperkt en critisch rationalisme aan den dag, en juist dit maakte het gewenst dat de laatste tijd steeds meer de nadruk werd gelegd op de onper soonlijke super-religie", het staats-Sjinto. Deze reactie maakte het echter ook gewenst, het staatsSjinto door de een of andere gewone" godsdienst steviger te funderen en bracht de eis naar voren dat het godsdienstige gevoel in de scholen zou worden aangekweekt. Een ander deel der bevolking evenwel begon, nadat de marxistische en fascistische mode stromingen" waren geluwd, af te zakken naar het diep in het volk gewortelde bijgeloof, en dit werd door listig berekenende pseudo-godsdienstige sekten uitgebuit ten bate van volksbewegingen die materiële en ten dele ook politieke bedoelingen hadden en waarbij eigenbelang op de voorgrond stond. Deze tweede beweging is de tweede moeilijkheid waarmee de staat te kampen heeft, en de arrestaties en het voorgenomen toezicht hebben hierop betrekking. Een Japanse krant, ,,Jiji", legt de oorzaak van de toenemende macht dezer sekten volkomen juist bloot als ze schrijft: De opvoedingsautoriteiten hebben te veel waarde gehecht aan opvoeding in geestelijke zin als n der middelen om de ver breiding van linkse" denkbeelden tegen te gaan om genoeg aandacht te kunnen schenken aan de noodzakelijkheid van wetenschappelijke onderwijs methoden waardoor het intellect wordt geschoold... De Minister van Onderwijs wil bereiken dat religieuze vooroordelen in de school een grotere plaats gaan innemen.... Hij veroordeelt een opvoedingsstelsel dat te veel nadruk zou leggen op de intellectuele ontwikkeling en laat zich op zodanige wijze uit, dat men hem er van gaat verdenken dat hij tegen jke ware ontwikkeling is .... Dergelijke uitlatingen kunnen slechts de irrationele stromingen versterken, die zonder dat reeds sterk genoeg zijn. Een dergelijke opvoedingspolitiek, die het verstand afwijst en het bijgeloof aanmoedigt, is een kweekbed voor ge vaarlijke culten." En een ander blad, Hochi", zegt: De Minister van Onderwijs veroordeelt de materiële beschaving en prijst het oosterse spiritualisme, doch de huidige moeilijkheden op godsdienstig gebied vloeien niet voort uit een teveel aan materialisme, doch uit een teveel aan spiritualisme ? ? ? ? Het op voedingsbeginsel van ons land is onwetenschappelijk, ondoordacht en irrationeel, te abstract en te bakrompen om de gewenste uitwerking te hebben." CARLJON u**' zakelijk gesprek werd ik door de nieuwe tempel geleid, een reusachtig gebouw van kostbaar blank hout, waarin ik de primitieve godsdienstoefening en de extatische, min of meer gedanste gebeden der talrijke bezoekers zag. Ik zag de grote, moderne bibliotheek; de moderne scholen en hogescholen der sekte; de slaaphuizen der duizenden vaste bezoekers, die uit alle delen van het land naar Tambaichi stromen; de priesterscholen, die reeds aan 60.000 priesters en priesteressen in het gehele land een goed bezoldigde positie hebben bezorgd op kosten der gelovige gemeente. Het was duidelijk dat de sekte welker vermogen volgens patriarchale traditie het persoonlijk bezit van haar erfelijk opper hoofd is zeer rijk was; en evenzeer dat haar aanhangers arm en tot belangrijke offers bereid waren. Eén der punten van de aanklacht die thans tegen de sekte is ingediend is belastingontduiking op grote schaal door middel van omkoping van ambte naren. Andere punten hebben betrekking op de dogma's der sekte, doch die worden op het ogenblik nog geheim gehouden. Bizonder opzien wekte de arrestatie van alle leiders der Omotokyo"-sekte, die reeds vijftien jaar geleden, toen zij onder een groot deel van het volk aanhang had gewonnen en een gevaarlijk bijgeloof had verbreid, al eens verboden is. Ook deze behoort tot de grote familie der Sjinto-godsdiensten, is eveneens gesticht door een half-krank zinnige boerenvrouw en wordt beheerd als een erfelijk familiegoed. Haar droom is het herstel van een primitieve staat zoals die in het mythisch ver leden van Japan zou hebben bestaan, en daar de aanhangers van deze godsdienst hun leer als de enig ware en het dorp waar zij gesticht is als de eigenlijke hoofdstad van Japan beschouwen en hun fanatieke leider klaarblijkelijk bij zijn luisterrijk optreden keizerlijke attributen ten eigen behoeve heeft misbruikt, is hier een der punten van de aanklacht: majesteitsschennis. Bovendien schijnt de sekte, afgezien van het feit dat ook zij in de eerste plaats een onderneming was om op geweten loze wijze geld te verdienen, een steeds meer fascistisch-revolutionnair karakter gekregen te hebben en moordcomplotten tegen leidende staatslieden te hebben voorbereidt ENIGE tijd geleden bezocht ik een paar centra van de sekten waarvan de leiders nu gearresteerd zijn of onder zware verdenking staan. De meeste indruk maakte het bezoek bij de Tenrikyo"-sekte, die acht millioen aanhangers telt, in het plaatsje Tambaichi in de nabijheid der oude boeddhistische tempelstad Nara. De half krankzinnige boerenvrouw die honderd jaar geleden de sekte heeft gesticht kwam, bezeten door een god", tot het inzicht dat haar dorp het middelpunt der wereld, de plaats der schepping van de mens en de bakermat van het heil der wereld was. De sekte vereert talloze goden, streeft naar verbreiding van haar denkbeelden door zending over de rest van de wereld en is reeds actief werkzaam in China en Amerika. Zij rekent zichzelf bij de oud-japanse Sjinto-godsdiensten, heeft ver warde, nietszeggende dogma's, primitieve schep pingsmythen, armzalige psalmen die met materiaal uit allerlei godsdiensten zijn aangevuld en een zekere hang naar wonderdadige genezingen". Tot dusver sprak men van Japan en vreemde landen, maar in de toekomst zal er niets zijn dan Japan," staat er in de Heilige Schrift" van Tenrikyo. Door de patriarch der sekte, een kleinzoon van de stichtster", werd ik in zijn deftige, rijk gemeu belde, westers-moderne villa in plechtige audiëntie ontvangen. Hij zag er uit als een half modern ge oriënteerd Japans zakenman. Na een nuchter HET is verheugend dat de Regering nu met kracht tegen deze sekten te velde trekt. Het is echter de vraag of zij er in zal slagen, het irra tioneel opgevoede volk een volwaardige vervanging te geven voor deze stromingen, waarin een zoekende geest zijn toevlucht tracht te vinden. Het is duidelijk dat het boven de godsdiensten staande staats-Sjinto op zichzelf niet in staat is de fantasie van het volk ten volle te bevredigen. Het Christendom, dat ondanks tientallen jaren van ijverige zendingsarbeid slechts 300.000 aanhangers heeft gevondenen vrijwel geen geloofsfanatici, heeft geen kans tot een volks beweging uit te groeien en zou, indien dit wel het geval was, in hopeloos conflict komen met de heersende staatsfilosofie. Het Boeddhisme in zijn japans-geactiveerde vorm beleeft weliswaar een onmiskenbare periode van nieuwe bloei, doch meer onder de ontwikkelden dan onder de massa's. Zo bevindt zich de Japanse staat in het volgende tragische conflict: hij meent het volk het verlichte rationalisme, dat zou overeenkomen met zijn mo derne bestaansvormen en zo veel zou kunnen bij dragen tot zijn algemene ontwikkeling, te moeten onthouden en daartegenover het irrationalisme te moeten bevorderen; als in wes'-en ongodsdienstige staat van een ongodsdienstig opgevoed volk kan hij echter aan dit irrationalisme geen religieuze inhoud geven. H. de Revenant DE oudste kaarten van Amsterdam geen practische platte plattegronden zooals nu gebruikt worden, maar van die gezellige en onpractische kaarten, waarop je de heele stad popperig ziet afgebeeld en de torens en hooge ge bouwen nieuwsgierig ziet uitrijzen boven het kleine volk der trapgevelwoninkjes op die oudste kaarten dan merkt de beschouwer oogenblikkelijk aparte, goed-ommuurde complexen op, aparte stadjes m de stad, Hollandsche Kremlins van klein formaat, dat waren de kloosters en de stichtingen: de levende centra van middeleeuwsche cultuur en beschaving, wetenschap, godsdienst en goede werken". Eén zoo'n complex is in 1520 ontstaan, dus nog in den Roomschen tijd, dat was het Burgerweeshuis, hetwelk wij allen kennen kennen wij het allen? het was een stichting van goede werken", een Godshuis zooals dat heette; eeuwen lang heeft die rijke stichting meegewerkt om het eigenaardige, zoo vitale beeld van Amsterdam volledig te maken: en toen, later, nadat de Fransche Revolutie, welke de bezem over al het nog bestaande middeleeuwsche had laten gaan, mét het voorvaderlijk geërfde ook de voorvaderlijke dracht uit de steden verdween, hielp het Burgerweeshuis dat verleden nog een volle eeuw standhouden: als de weesmeisjes- en -jongens in hun schilderachtige kleeding pittig afstaken tegen de eentoniger mcderne costuums, die de straten onzer vaders en grootvaders vulden. l K vroeg zoo straks in 't voorbijgaan: kennen wij ? het Burgerweeshuis nog wel? Men vrage eens in zijn omgeving. Er is niemand, die het kent. O ja, er komen Amerikanen, om er hun waardevolle signatuur in een gulden boek te zïtten onder 't oog van een rondl:ider, aan wien zij een zilverstuk in de hand stoppen. En eenige Amsterdammers, die het gezellig vinden, in qualiteit van Regenten" aan groen laken te vergaderen onder de groote vroeger-eeuwsche schilderstukken, waarop hun witgekraagdëvoorgangers" staan afgebeeld, wan delen nu en dan in de leegten der lokalen en gangen rond, die in 't hart van Amsterdam worden in wezen gehouden.... voor luttel weezsn. Het Burgerweeshuis in Amsterdam is een prach tig gebouwen-complex, althans een prachtig com plex van renaissancistische gevels rondom een binnenhof, maar het is een leege schelp geworden. Het mooie Prinsenhof zou zoo'n leege schelp ge weest zijn, als men het maar steeds in dezelfde handen had gelaten, doch toeval meer dan goede voorzienigheid heeft het tot herbarging van stede lijke diensten bestemd: men trouwt er, men haalt er zijn paspoort, men informeert er naar bouw vergunning, het Prinsenhof léft voor allen en voor elk van ons afzonderlijk en zal, als het nieuwe Amsterdamsche Raadhuis eenmaal over eind staat, hopelijk blijven leven door de invoering van andere publieke diensten: immers, ik wil hier de stelling verdedigen, dat elk stadsbestuur zijn mooie en representatieve historische gebouwen zoo veel mogelijk in contact moet houden met de inwo ners der stad zelve in de allereerste plaats. WIE een kijk wil krijgen op het wonderlijk dooreenvloïien van oude en nieuwe culturen en op vattingen, zelfs als ze alle tezamen burgerlijk" heeten, die behoeft alleen maar de geschiedenis van het Burgerweeshuis na te gaan. Het waren burger"weezen; dat was hun naam en hun.... wezen; doch denk niet te veel van dat burger-zijn: sinds onz» revolutie tegen Spanje nam een regeerende burgerkaste de plaats in van den vroegeren adel en zatte het leven zich eenvoudig.... (in dubbelen zin) hervormd-middeleeuwsch voort. Pas de Fransche omwenteling wentelde" een klasse en een cul tuur wat men noemt om"; heel aardig is het dan ook, te constateeren, dat een Koning, n.l. Koning Lodewijk Napoleon, evenals zijn groote broer (Code Civil! Ccde Pénal) ! aan den geest der burger-om wenteling nader stond dan de regeerende Holland sche burgetij"; zoo kon het gebeuren, dat Lodewijk Napoleon, doordrenkt van de nivelleeren.de ideeën der Fransche Revolutie galité, liberté, fraternitézich stootte aan den kastengeest en harde ordening", die in Nederland uit de middeleeuwen waren overgebleven o.a. in de behand-ling der burgerweezen. Tijdens een bezoek aan htt Burger weeshuis voilde de Koning zich pijnlijk getroffen door de, met name voor de jongens bijna polichinelachtige kleeding", half zwart, half rood, en door hun armoede: het waren, doordat men toen ev<nüs thans met crisis en malaise kampte, inderdaad schrale te.fels, waaraan de kinderen aten: allen D?,vid Coppcrfields ! 's Konings meelij met de weezan uitte zich hierin, dat hij meer vleesch" voor hen eischte, doch zijn luchthartigheid hierin, dat, terwijl hij aan een Nederlandsch Jonkheer, die hem op den voet volgde, welgevallig schreef over al de mowe vrouwen", die gezegde heer in Zuid-Frankrijk, naar hij dacht, het hof zou kunnen maken de onderhoudskosten per weeskind liet terugbrengen van 74 tot 60 et. per dag.... Maar zijn hooge ambtenaren, opgekomen kleinburgers der revolutie, wilden zoodoende onge twijfeld de ,,verfo3ilijke aristocraten", voor wie zij de Hollandsche regenten aanzagen, klein krijgen. Meer succes had echter (tijdelijk althans) de strijd tegen de dubbel kleurige klecding. De regenten bukten voor Lcdewijks wensch: dat het 's Konings welnemen is, dat geen nieuwe kJeederen gemaakt van roode couleur of veelkleurige, maar dat zocdra dezilvc" versleten zijn, klecderen aan deze onzs arme natuurgenoten worden gegeven, die geen ostensiebel teeken met zich voeren van hunnen stand." Een typisch democratische gedachte, in. dagen toen Holland nog zoover niet was, althans regcerend Holland niet! DOCH Lodtwijk verdween van het tooneel, en de Adelaars verdwenen uit Nederland, en een Restauratie-periode bsgon met alles wat daarbij behoort: een toenmalige nieuwzakelijke beweging, llltntllllllltUIIlIltllltltllltMIIIIIIIH iiiiiiitiiiiiiiiiiifiiiiimiiiiiiiiiuiiiiiiiiuiiiiuiiiiiii nnnniumiuiiiii Koiïant /N Volk en Vaderland van de vorige week staat een hoogst merkwaardige tegenstelling", die zonder eenigen twijfel vermeld dient te worden als een symptoom van geestesgesteldheid in nationaal-socialistische kringen. Twee Oud-Hollahdsche huisjes worden daar afgebeeld en daartegenover een Marxis tisch" menschenpakhuis gesteld, d.w.z. een modernaandoend flatcomplex, ontworpen door twee archi tecten met joodsch klinkende namen. Er zijn uitingen van een bepaalde mentaliteit, waar men geen argumenten tegenover stelt. Zooals er menschen zijn, met wie men niet debateer t. .Men signaleert ze. Wat ons hier treft is niet kracht of zwakheid van argumentatie, maar de bijzondere geaardheid er van. Zelden zijn er meer insinuaties zoo handig ineen gestrengeld. De onwaarheid is hier gesponnen met de geraffineerde virtuositeit, waarmee de hysterie haar fantastische spinnewebben knoopt. Het is waar, het is slechts in dit colportageblad gezet voor zijn lezers in groote meerderheid domme jongens. Wan neer wij dit spinsel nu losknoopen, zullen we de schade die is aangericht door zoo plausibel klinkende woorden niet meer te niet kunnen doen. Maar wij ontzeggen ons het genoegen niet, al deze onwaarheden op een rijtje te zetten: I. Wij (natuurlijk: wij!) zouden voor de OudHollandsche bouwkunst geen waardeering meer ge voelen. Wat een onzin: Maar is dat een reden om nu coulissen-huisjes te bouwen als van Oudi Hollant op de Kermis? II. De moderne glas-, staal- en betonbouw is, ,marxistisch". (Hij is in ieder geval hygiënisch, wat de huizen in Veere niet zijn, met het huisje op de binnenplaats, dat afgesloten kan worden door een groen geverfde houten deur met een hartje er in). III. Neen, in gemoede, het staat er niet: Maar de hint is overduidelijk, de woordkeuze die een koppen maker van een werkelijke krant zou sieren, impli ceert het volkomen: joodse h-marxistisch...... Ik wed dat de heeren lang hebben moeten wachten op een blauwdruk, die met joodsch-klinkende namen geteekend was. Want in de architectuur beteekenen de joden bitter weinig. Daarom was deze onbedui dende en uit een anderen krant geknipte teekening van de heeren Max Speyer en Wolf Bef f ie, zooals zij daar genoemd worden, gefündehes Pres sen". Nu kon men voor n keer deze zich onwil lekeurig opdringende, in Duitschland zoo gang bare, woordkoppeling een rechtvaardig schijnend aspect geven. Doorgang raar de binnenplaats van het Burgerweeshuis een toenmalige Oxford-beweging. En intusschen zorgden volk en vaderland voor zooveel mogelijk tam herstel van oude verhoudingen en behoud van roemrijke" tradities, en zoo bleven de weezen rechts zwart, links rood gekleed. Instinctief voelde men in die dracht een stuk zeer oud verleden. Niet ten onrechte. Een Mededeeling in de Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde heeft de aandacht gevestigd op een verklaring van meer dergelijke dubbelkleurige weezenkleeding. Het was de groote Germs *r~~ Jacob Grimm, die er in 1836 op wees, dat in de i deleeuwen niet alleen de schilden en blazoenen doch ook de kleeding familiekleur bekenden. Volle broeders en zusters droegen daarom steeds kleeding van dezelfde kleur om ook uiterlijk de gelijkheid van bloed" te kennen te geven. Zoodra er echter iets ontbrak aan de verwantschap, werd die halve toestand ook door gehalveerde kleuren aangeduid. In de Gesta Romanorum schrijft een koning zijn onechten zoon voor: dat hij zich in twee helften kleeden zal, de eene helft uit kostbare, de andere helft uit goedkoope stof gemaakt. Verder doorden kende begrijpt men, dat het heelemaal niet buiten echtelijke, maar wel bevoogde en buiten het familie leven staande weeskind op dezelfde wijze door het dragen van bonte kleeding zijn staat" moest kenbaar maken. Evenals bastaarden en stiefkinderen wor den", schreef Grimm, ook thans nog (1836) op vele plaatsen de weeskinderen met twee kleuren ge kleed". Bij ons heeft dat oud-middeleeuwsch gebruik zich tot na den wereldoorlog weten te handhaven. Met het doen afleggen van die kleeding veel weesmeisjes hadden er spijt van, want de meisjes dracht was niet zonder bekoorlijkheid is een laatste spoor van middeleeuwsch leven uit ons stadsbeeld verdwenen. Welken zin heeft het nog, de groote, aan een prachtig binnenplein gelegen gebouwen aan de weezen te laten ? Wie er doorheenloopt ontmoet er per toeval wel eens als gij en ik gekleede jong! menschen, die in geen enkel opzicht aan zulk een gebouw gebonden zijn. Maar het is zelfs toeval, als wij er n ontmoeten, want in dit complex, d? mede mét behulp van zijn enorme zolders, sr J 1000 kinderen geborgen heeft, bevinden zich th | nog -?meest om er enkel te slapen en te eten eenige tientallen. De gezinsverpleging waarin de conglomeratie Parijs met Seine-departement zo prachtig voorging komt ook in Nederland meej en meer in zwang: de weezen worden in gewor familieleven opgenomen. Zoo is er geen reden mee om niet een betere bestemming te zoeken voor h< fraaie renaissancistische Kremlin", den fraaie Amsterdamschen Krat on" tusschen Kal verstra en Voorburgwal dan die van het herbergen - *" te ruim gelogeerde loges van eenige weezen. . Het sluimerende Burgerweeshuis worde weer t' leven gewekt: tot Amsterdamsch burgerleven. /J PAG. 4 DE GROENE Ne. 3088 PAG. S DE GROENE No.SOW

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl