Historisch Archief 1877-1940
*?'
m.
i
i
t
d
fi
t
d
Ui
vt
ge
de
gei
Ze
lac
mi.
ooi
voo
fret
of i
L. ]
Het
men
uattt
GODSDIENSTIGE MOE
CJlun "Juaf W
uu w te K
HET BURGERWEESHUIS
Irrationalisme ponder religie
GÜNTHER STEIN
ALSOF de Japanse staat nog geen zorgen
genoeg had, heeft hij er de laatste tijd nog
godsdienstige moeilijkheden bij gekregen.
Plotseling zijn deze in tweeërlei gedaante aan den
dag getreden.
Vijftig jaar lang hebben er officiële voorschriften
gegolden volgens welke elke vorm van godsdienstige
opvoeding in de scholen verboden was; deze voor
schriften zijn nu gewijzigd.
In de eerste plaats heeft het Ministerie van Op
voeding nu alle scholen van het land opdracht
gegeven, voor het aankweken van religieuze
gevoelens" te zorgen.
In de tweede plaats zijn de leiders van twee
populaire sekten, leiders die door millioenen werden
vereerd, gevangen genomen.
Tegelijkertijd is een nieuw wetsontwerp betref
fende Regeringstoezicht op alle godsdienstige
organisaties aangekondigd.
DEZE maatregelen hebben een verstrekkende
politieke en sociale betekenis en werpen een
hel licht op de binnenlandse toestand van het huidige
Japan.
Het voorschrift aan de scholen, in het algemeen
een godsdienstige geest aan te kweken niet de
geest van n bepaalde godsdienst van de vele die
in het land worden aangehangen maakt deel uit
van een campagne tegen de invloed der westerse
beschaving, die als te eenzijdig intellectueel"
wordt beschouwd. Een buitenlandse cultuur, die
op individualisme is gebaseerd, heeft de coöperatieve
harmonie in Japan ondermijnd; opvoeding en onder
wijs volgens westerse voorbeelden, die een gemis
aan geestelijke cultuur vertonen, hebben een na
delige invloed gehad op de Japanse geest, volgens
welks tradities de moraal vóór al het andere komt.."
Aldus onlangs de Minister van Onderwijs in zijn
Raad voor de hervorming van opvoeding en
onderwijs", en hij volgde daarmee het voetspoor
der militairen, die reeds lang het achterstellen der
geestelijke opvoeding bij een opvoeding volgens een
intellectueel materialisme" hebben veroordeeld.
Japan is, ondanks zijn talloze tempels en altaren,
ondanks de traditionele bezoeken die millioenen
mensen dagelijks daaraan brengen, en ondanks de
huisaltaren in iedere woning, een der
ongodsdienstigste landen van de wereld. Sjintoisme, Boeddhis
me, Confucianisme en verreweg het kleinste
bestanddeel Christendom, elk weer verdeeld in
ontelbaar veel sekten, bestaan in Japan vreedzaam
naast elkander en vormen dikwijls niet scherp ge
scheiden groeperingen. Bovendien zijn al deze
godsdienstvormen vaak met allerlei oud bijgeloof
vermengd. De godsdienstige verdraagzaamheid der
Japanners leidt veelal tot algehele onverschilligheid
tegenover dogma's; hun godsdienstige riten zijn
dikwijls meer een zaak van traditie, bijgeloof en
gewoonte dan een uitdrukking van theïstische re
ligiositeit. De meeste moderne Japanners zijn er
trots op dat ze volkomen vrij zijn van
religieusmetaphysische banden, en toen in de vorige eeuw
de moderne staat werd gegrondvest, gaf deze uit
drukking aan de algemeen geldende opvatting door
alle godsdienst uit de scholen te verbannen en zich
religieus volslagen indifferent te tonen.
Doch dit wilde volstrekt niet zeggen dat de staat
zich daarmee op rationalistisch standpunt stelde.
De gemiddelde Japanner is, ondanks zijn godsdien
stige onverschilligheid, wellicht de meest irrationeel
georiënteerde burger van alle technisch en econo
misch moderne landen. Want in de eerste plaats
heeft het moderne Japan de gelovige cultus van de
staat, in de vorm van het staats-Sjinto" waarvan
men intussen officieel ontkent dat het een religieus
karakter zou hebben uitdrukkelijk boven alle
godsdiensten gesteld en deze staatscultus tot uit
sluitende grondslag van alle opvoeding en alle
moraal verheven. Het grondbeginsel van opvoeding
en onderwijs," sprak onlangs de Minister van Onder
wijs, is de instandhouding der nationale gemeen
schap, de bevestiging der nationale grondslagen,
opdat de keizerlijke successie eeuwig bestendigd
blijve." Dit is de kern van het staat-Sjinto", waar
aan voor duizenden altaren eer wordt bewezen, lof
en offers worden gebracht. Bovendien verbande de
staat uit zijn systeem van opvoeding en onderwijs
het beginsel van het critisch-analytisch denken,
men wilde niet prikkelen tot nadenken en verstan
delijke ontwikkeling, op het irrationele, zooals dat
tot uitdrukking komt in de mythologische traditie,
op heldhaftige opofferingsgezindheid en loyaliteit tot
in het allerlaatste, werd eenzijdig de nadruk gelegd.
DE aldus irrationeel" opgevoede bevolking
kwam tijdens de stormachtige materiële ont
wikkeling van Japan aan twee gevaren bloot te
staan, die in de loop der laatste decennia langzamer
hand acuut zijn geworden en waarvan de leiders
van de staat geschrokken zijn nu het land in een
nationale crisis" verkeert. Bij een deel der be
volking, vooral in de steden en onder de intellec
tuelen, trad een steeds sterkere reactie in de richting
van een onbeperkt en critisch rationalisme aan den
dag, en juist dit maakte het gewenst dat de laatste
tijd steeds meer de nadruk werd gelegd op de onper
soonlijke super-religie", het staats-Sjinto. Deze
reactie maakte het echter ook gewenst, het
staatsSjinto door de een of andere gewone" godsdienst
steviger te funderen en bracht de eis naar voren dat
het godsdienstige gevoel in de scholen zou worden
aangekweekt. Een ander deel der bevolking evenwel
begon, nadat de marxistische en fascistische mode
stromingen" waren geluwd, af te zakken naar het
diep in het volk gewortelde bijgeloof, en dit werd
door listig berekenende pseudo-godsdienstige sekten
uitgebuit ten bate van volksbewegingen die materiële
en ten dele ook politieke bedoelingen hadden en
waarbij eigenbelang op de voorgrond stond. Deze
tweede beweging is de tweede moeilijkheid waarmee
de staat te kampen heeft, en de arrestaties en het
voorgenomen toezicht hebben hierop betrekking.
Een Japanse krant, ,,Jiji", legt de oorzaak van de
toenemende macht dezer sekten volkomen juist
bloot als ze schrijft: De opvoedingsautoriteiten
hebben te veel waarde gehecht aan opvoeding in
geestelijke zin als n der middelen om de ver
breiding van linkse" denkbeelden tegen te gaan
om genoeg aandacht te kunnen schenken aan de
noodzakelijkheid van wetenschappelijke onderwijs
methoden waardoor het intellect wordt geschoold...
De Minister van Onderwijs wil bereiken dat religieuze
vooroordelen in de school een grotere plaats gaan
innemen.... Hij veroordeelt een opvoedingsstelsel
dat te veel nadruk zou leggen op de intellectuele
ontwikkeling en laat zich op zodanige wijze uit,
dat men hem er van gaat verdenken dat hij tegen
jke ware ontwikkeling is .... Dergelijke uitlatingen
kunnen slechts de irrationele stromingen versterken,
die zonder dat reeds sterk genoeg zijn. Een dergelijke
opvoedingspolitiek, die het verstand afwijst en het
bijgeloof aanmoedigt, is een kweekbed voor ge
vaarlijke culten." En een ander blad, Hochi", zegt:
De Minister van Onderwijs veroordeelt de materiële
beschaving en prijst het oosterse spiritualisme, doch
de huidige moeilijkheden op godsdienstig gebied
vloeien niet voort uit een teveel aan materialisme,
doch uit een teveel aan spiritualisme ? ? ? ? Het op
voedingsbeginsel van ons land is onwetenschappelijk,
ondoordacht en irrationeel, te abstract en te
bakrompen om de gewenste uitwerking te hebben."
CARLJON
u**'
zakelijk gesprek werd ik door de nieuwe tempel
geleid, een reusachtig gebouw van kostbaar blank
hout, waarin ik de primitieve godsdienstoefening en
de extatische, min of meer gedanste gebeden der
talrijke bezoekers zag. Ik zag de grote, moderne
bibliotheek; de moderne scholen en hogescholen
der sekte; de slaaphuizen der duizenden vaste
bezoekers, die uit alle delen van het land naar
Tambaichi stromen; de priesterscholen, die reeds aan
60.000 priesters en priesteressen in het gehele land
een goed bezoldigde positie hebben bezorgd op
kosten der gelovige gemeente. Het was duidelijk dat
de sekte welker vermogen volgens patriarchale
traditie het persoonlijk bezit van haar erfelijk opper
hoofd is zeer rijk was; en evenzeer dat haar
aanhangers arm en tot belangrijke offers bereid
waren. Eén der punten van de aanklacht die thans
tegen de sekte is ingediend is belastingontduiking op
grote schaal door middel van omkoping van ambte
naren. Andere punten hebben betrekking op de
dogma's der sekte, doch die worden op het ogenblik
nog geheim gehouden.
Bizonder opzien wekte de arrestatie van alle
leiders der Omotokyo"-sekte, die reeds vijftien
jaar geleden, toen zij onder een groot deel van het
volk aanhang had gewonnen en een gevaarlijk
bijgeloof had verbreid, al eens verboden is. Ook
deze behoort tot de grote familie der
Sjinto-godsdiensten, is eveneens gesticht door een half-krank
zinnige boerenvrouw en wordt beheerd als een
erfelijk familiegoed. Haar droom is het herstel van
een primitieve staat zoals die in het mythisch ver
leden van Japan zou hebben bestaan, en daar de
aanhangers van deze godsdienst hun leer als de
enig ware en het dorp waar zij gesticht is als de
eigenlijke hoofdstad van Japan beschouwen en hun
fanatieke leider klaarblijkelijk bij zijn luisterrijk
optreden keizerlijke attributen ten eigen behoeve
heeft misbruikt, is hier een der punten van de
aanklacht: majesteitsschennis. Bovendien schijnt
de sekte, afgezien van het feit dat ook zij in de
eerste plaats een onderneming was om op geweten
loze wijze geld te verdienen, een steeds meer
fascistisch-revolutionnair karakter gekregen te hebben en
moordcomplotten tegen leidende staatslieden te
hebben voorbereidt
ENIGE tijd geleden bezocht ik een paar centra
van de sekten waarvan de leiders nu gearresteerd
zijn of onder zware verdenking staan. De meeste
indruk maakte het bezoek bij de Tenrikyo"-sekte,
die acht millioen aanhangers telt, in het plaatsje
Tambaichi in de nabijheid der oude boeddhistische
tempelstad Nara. De half krankzinnige boerenvrouw
die honderd jaar geleden de sekte heeft gesticht
kwam, bezeten door een god", tot het inzicht dat
haar dorp het middelpunt der wereld, de plaats der
schepping van de mens en de bakermat van het
heil der wereld was. De sekte vereert talloze goden,
streeft naar verbreiding van haar denkbeelden door
zending over de rest van de wereld en is reeds actief
werkzaam in China en Amerika. Zij rekent zichzelf
bij de oud-japanse Sjinto-godsdiensten, heeft ver
warde, nietszeggende dogma's, primitieve schep
pingsmythen, armzalige psalmen die met materiaal
uit allerlei godsdiensten zijn aangevuld en een
zekere hang naar wonderdadige genezingen". Tot
dusver sprak men van Japan en vreemde landen,
maar in de toekomst zal er niets zijn dan Japan,"
staat er in de Heilige Schrift" van Tenrikyo.
Door de patriarch der sekte, een kleinzoon van de
stichtster", werd ik in zijn deftige, rijk gemeu
belde, westers-moderne villa in plechtige audiëntie
ontvangen. Hij zag er uit als een half modern ge
oriënteerd Japans zakenman. Na een nuchter
HET is verheugend dat de Regering nu met
kracht tegen deze sekten te velde trekt. Het
is echter de vraag of zij er in zal slagen, het irra
tioneel opgevoede volk een volwaardige vervanging
te geven voor deze stromingen, waarin een zoekende
geest zijn toevlucht tracht te vinden. Het is duidelijk
dat het boven de godsdiensten staande staats-Sjinto
op zichzelf niet in staat is de fantasie van het volk
ten volle te bevredigen. Het Christendom, dat
ondanks tientallen jaren van ijverige zendingsarbeid
slechts 300.000 aanhangers heeft gevondenen vrijwel
geen geloofsfanatici, heeft geen kans tot een volks
beweging uit te groeien en zou, indien dit wel het
geval was, in hopeloos conflict komen met de
heersende staatsfilosofie. Het Boeddhisme in zijn
japans-geactiveerde vorm beleeft weliswaar een
onmiskenbare periode van nieuwe bloei, doch meer
onder de ontwikkelden dan onder de massa's. Zo
bevindt zich de Japanse staat in het volgende
tragische conflict: hij meent het volk het verlichte
rationalisme, dat zou overeenkomen met zijn mo
derne bestaansvormen en zo veel zou kunnen bij
dragen tot zijn algemene ontwikkeling, te moeten
onthouden en daartegenover het irrationalisme te
moeten bevorderen; als in wes'-en ongodsdienstige
staat van een ongodsdienstig opgevoed volk kan hij
echter aan dit irrationalisme geen religieuze inhoud
geven.
H. de Revenant
DE oudste kaarten van Amsterdam geen
practische platte plattegronden zooals nu
gebruikt worden, maar van die gezellige en
onpractische kaarten, waarop je de heele stad
popperig ziet afgebeeld en de torens en hooge ge
bouwen nieuwsgierig ziet uitrijzen boven het kleine
volk der trapgevelwoninkjes op die oudste
kaarten dan merkt de beschouwer oogenblikkelijk
aparte, goed-ommuurde complexen op, aparte
stadjes m de stad, Hollandsche Kremlins van klein
formaat, dat waren de kloosters en de stichtingen:
de levende centra van middeleeuwsche cultuur en
beschaving, wetenschap, godsdienst en goede
werken".
Eén zoo'n complex is in 1520 ontstaan, dus nog
in den Roomschen tijd, dat was het Burgerweeshuis,
hetwelk wij allen kennen kennen wij het allen?
het was een stichting van goede werken", een
Godshuis zooals dat heette; eeuwen lang heeft die
rijke stichting meegewerkt om het eigenaardige,
zoo vitale beeld van Amsterdam volledig te maken:
en toen, later, nadat de Fransche Revolutie, welke
de bezem over al het nog bestaande middeleeuwsche
had laten gaan, mét het voorvaderlijk geërfde ook
de voorvaderlijke dracht uit de steden verdween,
hielp het Burgerweeshuis dat verleden nog een
volle eeuw standhouden: als de weesmeisjes- en
-jongens in hun schilderachtige kleeding pittig
afstaken tegen de eentoniger mcderne costuums,
die de straten onzer vaders en grootvaders vulden.
l K vroeg zoo straks in 't voorbijgaan: kennen wij
? het Burgerweeshuis nog wel? Men vrage eens in
zijn omgeving. Er is niemand, die het kent. O ja,
er komen Amerikanen, om er hun waardevolle
signatuur in een gulden boek te zïtten onder 't oog
van een rondl:ider, aan wien zij een zilverstuk in
de hand stoppen. En eenige Amsterdammers, die
het gezellig vinden, in qualiteit van Regenten"
aan groen laken te vergaderen onder de groote
vroeger-eeuwsche schilderstukken, waarop hun
witgekraagdëvoorgangers" staan afgebeeld, wan
delen nu en dan in de leegten der lokalen en gangen
rond, die in 't hart van Amsterdam worden in
wezen gehouden.... voor luttel weezsn.
Het Burgerweeshuis in Amsterdam is een prach
tig gebouwen-complex, althans een prachtig com
plex van renaissancistische gevels rondom een
binnenhof, maar het is een leege schelp geworden.
Het mooie Prinsenhof zou zoo'n leege schelp ge
weest zijn, als men het maar steeds in dezelfde
handen had gelaten, doch toeval meer dan goede
voorzienigheid heeft het tot herbarging van stede
lijke diensten bestemd: men trouwt er, men haalt
er zijn paspoort, men informeert er naar bouw
vergunning, het Prinsenhof léft voor allen en
voor elk van ons afzonderlijk en zal, als het
nieuwe Amsterdamsche Raadhuis eenmaal over
eind staat, hopelijk blijven leven door de invoering
van andere publieke diensten: immers, ik wil hier
de stelling verdedigen, dat elk stadsbestuur zijn
mooie en representatieve historische gebouwen zoo
veel mogelijk in contact moet houden met de inwo
ners der stad zelve in de allereerste plaats.
WIE een kijk wil krijgen op het wonderlijk
dooreenvloïien van oude en nieuwe culturen en op
vattingen, zelfs als ze alle tezamen burgerlijk"
heeten, die behoeft alleen maar de geschiedenis van het
Burgerweeshuis na te gaan. Het waren
burger"weezen; dat was hun naam en hun.... wezen;
doch denk niet te veel van dat burger-zijn: sinds
onz» revolutie tegen Spanje nam een regeerende
burgerkaste de plaats in van den vroegeren adel en
zatte het leven zich eenvoudig.... (in dubbelen zin)
hervormd-middeleeuwsch voort. Pas de Fransche
omwenteling wentelde" een klasse en een cul
tuur wat men noemt om"; heel aardig is het dan
ook, te constateeren, dat een Koning, n.l. Koning
Lodewijk Napoleon, evenals zijn groote broer (Code
Civil! Ccde Pénal) ! aan den geest der burger-om
wenteling nader stond dan de regeerende Holland
sche burgetij"; zoo kon het gebeuren, dat Lodewijk
Napoleon, doordrenkt van de nivelleeren.de ideeën
der Fransche Revolutie galité, liberté,
fraternitézich stootte aan den kastengeest en harde
ordening", die in Nederland uit de middeleeuwen
waren overgebleven o.a. in de behand-ling der
burgerweezen. Tijdens een bezoek aan htt Burger
weeshuis voilde de Koning zich pijnlijk getroffen
door de, met name voor de jongens bijna
polichinelachtige kleeding", half zwart, half rood, en door
hun armoede: het waren, doordat men toen ev<nüs
thans met crisis en malaise kampte, inderdaad
schrale te.fels, waaraan de kinderen aten: allen
D?,vid Coppcrfields !
's Konings meelij met de weezan uitte zich hierin,
dat hij meer vleesch" voor hen eischte, doch zijn
luchthartigheid hierin, dat, terwijl hij aan een
Nederlandsch Jonkheer, die hem op den voet volgde,
welgevallig schreef over al de mowe vrouwen",
die gezegde heer in Zuid-Frankrijk, naar hij dacht,
het hof zou kunnen maken de onderhoudskosten
per weeskind liet terugbrengen van 74 tot 60 et. per
dag.... Maar zijn hooge ambtenaren, opgekomen
kleinburgers der revolutie, wilden zoodoende onge
twijfeld de ,,verfo3ilijke aristocraten", voor wie zij
de Hollandsche regenten aanzagen, klein krijgen.
Meer succes had echter (tijdelijk althans) de
strijd tegen de dubbel kleurige klecding. De regenten
bukten voor Lcdewijks wensch: dat het 's Konings
welnemen is, dat geen nieuwe kJeederen gemaakt
van roode couleur of veelkleurige, maar dat zocdra
dezilvc" versleten zijn, klecderen aan deze onzs
arme natuurgenoten worden gegeven, die geen
ostensiebel teeken met zich voeren van hunnen
stand." Een typisch democratische gedachte, in.
dagen toen Holland nog zoover niet was, althans
regcerend Holland niet!
DOCH Lodtwijk verdween van het tooneel, en
de Adelaars verdwenen uit Nederland, en een
Restauratie-periode bsgon met alles wat daarbij
behoort: een toenmalige nieuwzakelijke beweging,
llltntllllllltUIIlIltllltltllltMIIIIIIIH
iiiiiiitiiiiiiiiiiifiiiiimiiiiiiiiiuiiiiiiiiuiiiiuiiiiiii
nnnniumiuiiiii
Koiïant
/N Volk en Vaderland van de vorige week staat een
hoogst merkwaardige tegenstelling", die zonder
eenigen twijfel vermeld dient te worden als een
symptoom van geestesgesteldheid in
nationaal-socialistische kringen. Twee Oud-Hollahdsche huisjes
worden daar afgebeeld en daartegenover een Marxis
tisch" menschenpakhuis gesteld, d.w.z. een
modernaandoend flatcomplex, ontworpen door twee archi
tecten met joodsch klinkende namen.
Er zijn uitingen van een bepaalde mentaliteit,
waar men geen argumenten tegenover stelt. Zooals er
menschen zijn, met wie men niet debateer t. .Men
signaleert ze.
Wat ons hier treft is niet kracht of zwakheid van
argumentatie, maar de bijzondere geaardheid er van.
Zelden zijn er meer insinuaties zoo handig ineen
gestrengeld. De onwaarheid is hier gesponnen met de
geraffineerde virtuositeit, waarmee de hysterie haar
fantastische spinnewebben knoopt. Het is waar,
het is slechts in dit colportageblad gezet voor zijn
lezers in groote meerderheid domme jongens. Wan
neer wij dit spinsel nu losknoopen, zullen we de
schade die is aangericht door zoo plausibel klinkende
woorden niet meer te niet kunnen doen. Maar wij
ontzeggen ons het genoegen niet, al deze onwaarheden
op een rijtje te zetten:
I. Wij (natuurlijk: wij!) zouden voor de
OudHollandsche bouwkunst geen waardeering meer ge
voelen. Wat een onzin: Maar is dat een reden om
nu coulissen-huisjes te bouwen als van Oudi Hollant
op de Kermis?
II. De moderne glas-, staal- en betonbouw is,
,marxistisch". (Hij is in ieder geval hygiënisch, wat de
huizen in Veere niet zijn, met het huisje op de
binnenplaats, dat afgesloten kan worden door een
groen geverfde houten deur met een hartje er
in).
III. Neen, in gemoede, het staat er niet: Maar de
hint is overduidelijk, de woordkeuze die een koppen
maker van een werkelijke krant zou sieren, impli
ceert het volkomen: joodse h-marxistisch......
Ik wed dat de heeren lang hebben moeten wachten
op een blauwdruk, die met joodsch-klinkende namen
geteekend was. Want in de architectuur beteekenen
de joden bitter weinig. Daarom was deze onbedui
dende en uit een anderen krant geknipte
teekening van de heeren Max Speyer en Wolf Bef f ie,
zooals zij daar genoemd worden, gefündehes Pres
sen". Nu kon men voor n keer deze zich onwil
lekeurig opdringende, in Duitschland zoo gang
bare, woordkoppeling een rechtvaardig schijnend
aspect geven.
Doorgang raar de binnenplaats van het Burgerweeshuis
een toenmalige Oxford-beweging. En intusschen
zorgden volk en vaderland voor zooveel mogelijk
tam herstel van oude verhoudingen en behoud van
roemrijke" tradities, en zoo bleven de weezen
rechts zwart, links rood gekleed.
Instinctief voelde men in die dracht een stuk zeer
oud verleden. Niet ten onrechte. Een Mededeeling
in de Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis
en Oudheidkunde heeft de aandacht gevestigd op
een verklaring van meer dergelijke dubbelkleurige
weezenkleeding. Het was de groote Germs *r~~
Jacob Grimm, die er in 1836 op wees, dat in de i
deleeuwen niet alleen de schilden en blazoenen doch
ook de kleeding familiekleur bekenden. Volle
broeders en zusters droegen daarom steeds kleeding
van dezelfde kleur om ook uiterlijk de gelijkheid
van bloed" te kennen te geven. Zoodra er echter
iets ontbrak aan de verwantschap, werd die halve
toestand ook door gehalveerde kleuren aangeduid.
In de Gesta Romanorum schrijft een koning zijn
onechten zoon voor: dat hij zich in twee helften
kleeden zal, de eene helft uit kostbare, de andere
helft uit goedkoope stof gemaakt. Verder doorden
kende begrijpt men, dat het heelemaal niet buiten
echtelijke, maar wel bevoogde en buiten het familie
leven staande weeskind op dezelfde wijze door het
dragen van bonte kleeding zijn staat" moest kenbaar
maken. Evenals bastaarden en stiefkinderen wor
den", schreef Grimm, ook thans nog (1836) op vele
plaatsen de weeskinderen met twee kleuren ge
kleed".
Bij ons heeft dat oud-middeleeuwsch gebruik zich
tot na den wereldoorlog weten te handhaven.
Met het doen afleggen van die kleeding veel
weesmeisjes hadden er spijt van, want de meisjes
dracht was niet zonder bekoorlijkheid is een
laatste spoor van middeleeuwsch leven uit ons
stadsbeeld verdwenen.
Welken zin heeft het nog, de groote, aan een
prachtig binnenplein gelegen gebouwen aan de
weezen te laten ? Wie er doorheenloopt ontmoet er
per toeval wel eens als gij en ik gekleede jong!
menschen, die in geen enkel opzicht aan zulk een
gebouw gebonden zijn. Maar het is zelfs toeval, als
wij er n ontmoeten, want in dit complex, d?
mede mét behulp van zijn enorme zolders, sr J
1000 kinderen geborgen heeft, bevinden zich th |
nog -?meest om er enkel te slapen en te eten
eenige tientallen. De gezinsverpleging waarin de
conglomeratie Parijs met Seine-departement zo
prachtig voorging komt ook in Nederland meej
en meer in zwang: de weezen worden in gewor
familieleven opgenomen. Zoo is er geen reden mee
om niet een betere bestemming te zoeken voor h<
fraaie renaissancistische Kremlin", den fraaie
Amsterdamschen Krat on" tusschen Kal verstra
en Voorburgwal dan die van het herbergen - *"
te ruim gelogeerde loges van eenige weezen. .
Het sluimerende Burgerweeshuis worde weer t'
leven gewekt: tot Amsterdamsch burgerleven.
/J
PAG. 4 DE GROENE Ne. 3088
PAG. S DE GROENE No.SOW