De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 8 augustus pagina 8

8 augustus 1936 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

PERZISCHE TAPIJTEN AMSTERDAM C - SINGEL 480 b/h Koningsplein TEL. 381)58 ROTTERDAM - '8-GRAVENHAGE - UTRECHT OPRUIMING TOT 14 AUGUSTUS KOOP EEN LEICA! Neem geen risico's. Waag U niet aan experimenten. De Leica is de beproefde precisie-camera van Leitz: ze is de baanbreekster der kleinbeeldfotografie. Reeds meer dan 10 jaar heeft ze bewezen de beste en meest universeele camera te zijn. Prospectus gratis bij eiken fotohandelaar. Hoofdvertegenw. N.V. ODIN - Nijmegen - Tel. 3540 t Tast gerust toe! Spaart plaatjes voor het album .Java I". En geniet eens mee van die heerlijke Droste-Pastilles! U kent ze natuurlijk wel! Droste-Pastilles zijn uniek van kwaliteit en samenstelling. U legt er altijd eer mee in, met het presen teeren van DrostePastüles! ALTIJD WELKOM! ;i .en tasch van VERWEEGEN & KOK AMSTERDAM ? KALVERSTRAAT 86-90 Heeft Cachet v LEDERWAREN REISARTIKELEN WEL BETER... NIET DUURDER Uit de natuur ?*.?? W*»v.'»-.--*«. r . * «\*S^: Van het nieuwe Dr. JAC. P. THIJSSE DE afrekening voor de afsluiting en inpoldering van de Zuider zee zal wel tot onbepaalden tijd moeten worden uitgesteld. Het zal wel tot op een halve cent precies zijn na te, gaan, hoe veel geld de Staat er voor heeft uitgegeven. Ook bestaat er goede kans, dat er min of meer nauwkeurige winst- en verliesrekeningen worden op gezet over het grondbedrijf in het nieuwe land in zijn velerlei vormen en ook over de vtsscherij van voorheen en thans. Maar dan zijn er nog velerlei indirecte baten en schaden en geeste lijke waarden, die met elkaar misschien van meer beteekenis zijn dan wat wij gemakshalve de hoofdsom zouden kun nen noemen. De wetenschap heeft aan het werk onschatbare diensten bewezen en er tegelijk wel in even groote mate van geprofiteerd. Daarbij waren dan in de eerste plaats de technische vakken bij betrokken, maar toch evenzeer ook de biologie. De verandering van een brakwatergebied, waar getijden loopen in land en een vrijwel stabiel zoetwatermeer, mag beschouwd worden als een reusachtig biologisch experiment zoo als er nog nooit een op de wereld heeft plaats gehad. Onze Nederlandsche bio logen, georganiseerd in de Dierkundige en Botanische Vereeniging hebben dat van begin aan wel beseft en eigenlijk nu nog altijd handen te kort en hoof den te weinig om het bij te houden. Want op het tijdsverloop van dit expe riment hebben wij geen invloed en de factor klimaat" bezorgt allerlei ver rassingen. Ook had de Staat wel wat eerder en ruimer kunnen helpen. Onze geleerden zijn veel te bescheiden. Maar wij mogen niet klagen. De publicaties van onze Zuiderzee-comnmissies zijn al volumineus genoeg en in de laboratoria hoopt zich nog voort durend meer studiemateriaal op. En dezer dagen zijn wij weer verblijd met een werk van groote waarde n.l. het boek van Dr. W. Feekes: De Ontwik keling van de Natuurlijke Vegetatie in de Wieringermeerpolder, de eerste groote droogmakerij van de Zuiderzee". Die lange titel heeft iets te beteekenen. Op een eerste droogmakerij volgt namelijk een tweede en nu bevat het boek van Feekes heel ernstige en waar devolle raadgevingen, om te maken, dat een dergelijk onderzoek voor den Noordoostpolder nog beter tot zijn recht kan komen, dan deze eerste poging in de Wieringermeer. IN den Noordoostpolder gebeuren weer andere dingen, want die zal bij het begin van het uitmalen al zoet water bevatten, terwijl de Wieringermeer nog vrijwel de Zuiderzee op zijn zoutst mocht heeten en nog tot de voltooiing van de eigenlijke afsluiting onder zou ten invloed bleef. Toen nu de Wieringermeer droog viel, stonden vooral aan de Westzijde allerlei planten en dieren gereed om het nieuwe gebied in bezit te nemen. In het eerst hadden alleen de zoutplanten een kans en de eerste begroeiing bestaat dan ook in hoofdzaak uit de welbekende planten van slikken en kwelders: zeekraal, schorkruid, zulte. Menigeen is in dien eersten tijd gaan kijken naar het voortrukken van die zulte of zeeaster, die reeds in het tweede jaar honderden hektaren bezette, een zee van prachtige lila-met-gouden asterbloemen, omzwermd door millioenen bijen. De bijenhouders hebben toen en later ook nog aanzienlijke baten" gehad, die op de afrekening eigenlijk terecht moeten komen bij de indi recte" en daarbij schrijven we dan meteen opleving van de bijenteelt". Dr. Feekes vertoont ons in fraaie kaarten, hoe deze zulte, afkomstig uit Aartswoud en Kolhorn in drie jaar tijdden heelen polder overstroomde. Met de Zeekraal ging het al net zoo en in het geheel vestigden zich in het eerste jaar na het droogvallen al 99 soorten van planten en dat liep op in het vijfde jaar tot 359 soorten. Nu zou het 't mooist geweest zijn, wanneer in die vijf jaar de polder onge moeid was gelaten, maar daar kwam natuurlijk niets van in. Er werd druk gekanaliseerd, gesloot, gegreppeld, gedraineerd en zelfs ging men de eerste cultuurgewassen inzaaien. Er kwam dus een zeer interessante concurrentie tusschen de wilde planten en de cul tuurplanten. Doch om het wetenschap pelijk belang werden enkele perceelen buiten de cultuur gehouden en daar werd het beeld dan duidelijker. Even wel was de zaak nog lang niet eenvou dig, want de grondgesteldheid, de hydro logische toestanden, zelfs de hoogte van den bodem loopen in den polder nog al uiteen. Maar elk nieuw vraagstuk geeft den onderzoeker nieuwe vreugd. Waar komen nu al die planten van daan? Van sommige waren zaden of stekken reeds aanwezig op den zee bodem zelf en nog tot groei in staat, andere zijn aangebracht door den wind, andere door vogels en nog weer andere door menschen en dan zonder opzet. Feekes weet daar heel wat van te vertellen en ook heel wat nieuws en heel wat, dat aanleiding zal geven tot gedachtenwisseling en dat kan dan weer uitgevochten worden in den Noordoostpolder. Een heel interessant hoofdstuk vertelt een en ander over de fauna van de Wieringermeer. De planten werden op den voet gevolgd door hun plagen. In de eerste jaren kwamen de strandvogels in grooten getale, de kluten broedden bij honder den. Met de cultuur kwamen ratten, muizen, hazen, wezeltjes. De mol was in 1933 nog niet present en toen waren er ook nog geen landslakken en wor men. Thans, nu de heele polder in cultuur is, en er ook aardig wat bosch is aan gelegd komen natuurlijk nog nieuwe gasten opdagen, zoowel planten als dieren, maar die beschouwen wij dan verder in het cultuurverband. Ik hoop vooral, dat de bewoners van de Wierin germeer zelve er aardigheid aan zullen hebben, om dat allemaal te zien ge beuren. Het boek van Dr. Feekes is versche nen als dissertatie en als Deel 46 van het Nederlandsch Kruidkundig Archief, een waar buitenkansje voor de leden van de Nederlandsche Botanische Ver eeniging. Het is ook in den handel. De Zultt of Zeeaster, een der eerste pioniers in de Wieringermeerpolder PAG. 14 DE GROENE Ne. 3088 f Twee fraai opgetuigde Madoereesche st/erensponnen in vollen ren STIERENRENNEN OP MADOERA JAVA en Madocra on de BuitengeWesten, zoo staat het in allerlei RegeeringSverordeningen en beslui ten. Maar in den aard van het land en zijn bewoners is Madoera een echt buitengeWest. Niets van Java's beval lige, oerrijke SaWahs en zijn lieflijke, gevaarlijke bergen, maar een heuvel achtig, kalkig land, omringd door de onherbergzame zee, met stranden, Waar zout Wordt gewonnen. De kalk is den Madoerees in zijn korte, krach tige gestalte gevaren en het zout in zijn bloed. Zoo Werd hij, Wat zijn land en zee hem maakten: een zelfbewuste eilander, orthodox bijna als een Schot, zelfstandig en lang niet vrij van tem perament. Van zijn arme land, dat hem geen rijst kan geven, eet hij de voedzame mais, en dat land geeft hem toch ook zyn rijkdom: het vee. Hij is een veeboer par excellence en ongeveer 60.000 slachtossen wor den jaarlijks naar elders uitgevoerd. Zijn land en zijn hoofdbezigheid gaven den Madoerees, zooals dat met zooveel andere volken het geval is, zijn eigen nationale sport. Een sport, %die wel een unicum is op de wereld, iets, wat zelfs de Vereenigde Staten niet hebben zijn stierenrennen. Denk niet aan rodeos", die gij op een film zaagt, lezer; denk liever aan de Uomeinsche wagenrennen, ontdaan van de pracht en praal, die classici en romanschrijvers er aan hebben gege ven en gij krijgt een beter beeld; een beeld, dat ik zal trachten voor u te doen leven. In den, voor ons, vroegen morgen. acht uur, staan op het groote grasveld dat met hekken is afgezet, de twee spannen gereed, die straks den strijd zullen aanbinden. Tegen de blauwe heuvelen is de lucht, die bij het hooger stijgen van de onverbiddelijke zon metalig zal zijn, opaliseerend groen grijs en de krachtige silhouetten der boomcn pronken daartegen. Om het groote plein is het een en al leven en bedrijvigheid. De Hollandsche drie kleur, die in veelvoud aanwezig is, de Europeesche bezoekers in hun witte pakken, de dames met japonnen, die eens de laatste mode waren, de Inlandsche toeschouwers in hun veel kleurige dracht, de eetstalletjefi en limonade- en ijsverkoopers, dat alles geeft helderheid, vroolijkheid en sfeer aan het tafrcel. En niet het minst de stieren doen dat, want ook zij zijn in feestgewaad. Gisteren zijn zij aangekomen van heinde en ver, de eigenaars met hun dieren en hun familieleden, die helpen zéte verzorgen en te bewaken. Want zooals de racepaarden in andere lan den lang niet altijd veilig zijn voor de jaloerschheid van concurreerende eigePAG. 15 DE N°- 3088 naars, zoo is het ook op Madoera en een dier is in den nacht gemakkelijk ongeschikt te maken voor de race. Daaroïn hebben zij om en bij het plein den nacht doorgebracht; de eigenaren, hun dieren, hun familie, elk stel bijna niet zijn eigen klein orkest: de klagen de ' Madoereesche fluit, begeleid door slaginstrumenten. De fluit heeft haast zonder ophouden door den nacht ge klonken met zijn monotone modula ties, zyn lange intervallen en vreemde dissonanten, gedragen door het sterk syncopische rhythme der slaginstru menten en nu in den ochtend staan zij gereed, de dieren, waarop de eigena ren terecht zoo trotsch zijn. Een niet groot, stevig ras, sterk van constitutie, met korte horens en een goedmoedig temperament, doch uiterst snel. De Madoerees, die eerst spreekt van zijn stieren en dan pas van zijn familie, heeft ze gedurende tWee maanden ge oefend op een moerassige sawah en op ' dorpsveldjes; heeft ze extra gevoed, gebaad en gemasseerd en nu staan ze daar nerveus en in pronkgewaad voor den wedstrijd klaar. Enkele tientallen spannen zijn opgekomen. De baan, die ze zullen hebben af te leggen de Oosterling brengt graag variatie in zijn leven, dat door hot klimaat nu eenmaal nogal eentonig is, neemt het zoo nauw niet als wij met onzen noordelij ken ernst n of de baan hét eene jaar wat korter of lan ger is dan het andere, doet er weinig tóe die baan dan varieert tusschen 120 en 300 meter en zonder bochten. De spannen Worden nu aan het publiek voorgesteld, dat wil zeggen, ze Worden met muziek rondgeleid, een werkelijk on vergetelijk schouwspel, terwijl de eigenaar, luidkeels de goede kwaliteiten zijner dieren rondroopende voor zijn span uitdanst. De stieren loopen met geel geschilderde horens Waarop vaak balletjes zijn gestoken en die soms in kleurige, gebreide wollen foudraaltjes zijn gehuld, aangespannen onder een zacht gebogen dubbeljuk van licht hout, dat is geschilderd in heldere kleuren,rood,geel, groen en goud . en met houtSnijwerk ver sierd. Het leer van het halsharnachement is is vaak rood en de doeken, waaraan zij voor den Wedstryd worden vast gehouden, veelkleurig. Op het leder glinsteren spiegeltjes en pailletten vroolgk in de zon, terwijl belletjes en een groote bel er aan tinkclen. Op het juk staan aan dunne stokken meestal drie baniertjes van wit doek, die vaak kleurig zijn beschilderd. Soms staan daarvoor in de plaats ook drie kleine rose parasols of'enkele kleine vlaggen, terwijl boven de koppen der dieren gekleurde, fraai gesneden houqen versieringen zijn aangebracht. Van den neusring gaan de leidsels over het midden van het juk. Zij sleepen over den grond; straks zal het span daar;ian worden opgevangen en ingehou den, doch tijdens de race doen zij geen dienst. Ook is tegenwoordig elk span genummerd, zoodat dieren en eigenaar op het programma prijken. Aan het juk is een soort sleetje bevestigd, twee opgebogen, lange, lichte palen met een dwarsplankje verbonden, alles tintelend van frissche verven. Op het plankje moet de wagenmenner" staan. Hij kan ook zitten tegen een omgebogen stok in het midden aangeleund, maar dat doet hij gewoonljjk niet. Door vier tot acht mannen en jon gens in toom gehouden, wat niet altijd even noodzakelijk is, worden de stieren rondgeleid. Behulpzame handen brengen de eersten in gereedheid voor den strijd. Alle overbodige versieringen worden afgenomen, de dieren worden uit gekleed" en '/ijn nu bijna niet meer te houden, wild geworden door de kreten der menigte, de opwindende muziek en misschien ook door het middeltje, dat hun eige naar hun kan hebben ingegeven, om extra snel. te «g'n. Twee span nen in de eerste ronden, twee of drie in de halve en heele beslissing; zoo kam pen ze tegen elkaar. Als het sein wordt gegeven, een vlaggetje dat omlaag gaat, een revolverschot, een gongslag, dan springt de menner" op zijn plankje. De helpers la ten de stiei-en los en in wilde spron gen, die al lengs over gaan in een vüterst snel len galop, schieten zij op het doel af. Een orkest zorgt voor opwindende muziek Aangespoord door den menner", die haast op de achterdeelen zijner lievelingen hangt, ze toespreekt, gilt en schreeuwt, aan hun staarten trekt. om ze tot meer snelheid aan te sporen, ja zelfs daarin in zijn wild enthousiasme wel eens bijt, rennen zij in razende snelheid voort; sneller dan een ca vallerie-charge jagen zij over het veld. Voorbij het eindpunt worden zij tot stand gebracht door helpers, die de slepende leidsels hebben gegrepen. De eerst aangekomene neemt de ovatie van het luidruchtige publiek in ontvangst, de verliezer meestal hoongelach en spot, want het ,,vae victis" is in de Madoereesche maat schappij nog lang niet afgesleten. Vermakelijke incidenten, als de over ijverige menner" zijn evenwicht verliest en zijn span in een sierlijken boog verlaat en angstige oogenblikken, als de stieren, al te wild geworden, van het rechte pad afwijken en op het publiek instormen, of een filmoperateur omverloopen, verhoogen de algemeene vreugde en geven een extra prikkel aan dit volksfestjjn. De snelheid, die is opgenomen, zou momenten van over de 60 kilometer per uur aangeven. Ik betwijfel dit, doch dat de dieren zeer snel zijn, staat onomstootelijk vast. De eerste ronden zijn voorbij, de halve beslissing werd geloopen en in den eindstrijd waren drie spannen, die tenslotte kampten om den grooten prijs, die gewoonlijk nog geen / 100. is. "Wel een gtoot bedrag voor Madoera, maar toch. vergeleken bij wat in het kapitaalkrachtiger Westen wordt verloopen, een onvervalschte amateursprijs. Het is al bijna avond, als de win nende eigenaar, vreugdedansend voor hen uit, zijn winnaars nog eenmaal voor het publiek heeft langsgeleid. Als de avondzon geheel is hecngezonken en de krekels en cicaden in de boomen om het plein al weer in het donker den boventoon, voeren, gaat het in optocht terug naar huis, nog steeds begeleid door de monotone, opwindende muziek. Dan zal een feestmaal de vreugde nog verhoogen in het dorp, Waar de winnaar, als hij het niet al was, voortaan een gezien man zal zijn. En zijn stieren zullen hem daar helpen goed geld te ver dienen, want wie zou geen kalveren van zulke vaders willen hebben? De specifieke prestaties van een kampioenstier worden graag met een rijksdaalder betaald door den boer, die voor die van een gewonen stier niet meer dan 15 centen over heeft. Vroeger, maar dat was vroeger, gaven de wedrennen nog wel eens aanleiding tot bloedige botsingen in de dorpen, als het heete bloed van een overwonnene niet bestand bleek tegen het opvoedende van den hoon en den spot en ,,le ridicule qui tue" nog werkelijk doodende kracht bleek te bezitten. V. 'M A' f ~ ?'?W r-s >. ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl