De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 15 augustus pagina 3

15 augustus 1936 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

X v b 'ft v;v»v Br WAARSCHUWING TEGEN STALLEN Anton fan Duinkerken \aur aanleiding van de brochure «lor K.M.II.: ,,Wordt ook l" w Kerk een paardenstal?" ver spreid onder de Roomarh Katholieke Nederlanders WIJ leven in een land, waar men elkander waarschuwt. Zoozeer is de gewoonte van het elkander-waarschuwen eigen aan den Nederlandschen volksaard, dat nauwelijks iemand onzer het opmerkt. In de nationale zelfkritiek wer den vele van onze ondeugden met grootmoedige gelatenheid erkend, maar ofschoon de Nederland sche schrijvers hun volksgenooten met zeker wel behagen afschilderen als rare, bekrompen, sectarische, onaangename, kleinzielige, kniezende, druiloorige en eigenwijze lieden, ofschoon de meest populaire gestalten uit de nieuwere Nederlandsche letterkunde zulke akelige kerels zijn als Sjaalman, Droogstoppel, Nurks, Pieter Stastok, Jan Salie, de Nederlandsche waarschuwt ngs-behoefte is nooit over den hekel gehaald, en hoe zou het? daar immets de Nederlandsche schrijvers-zélf ook waarschuwers waren. Cats waarschuwde, Beets waar schuwde, Potgieter waarschuwde, Multatuli waar schuwde, Frederik van' Eeden waarschuwde, Just Havelaar waarschuwde, Menno ter Braak waar schuwt. Het waarschuwingsbord, dat ons ijsvermaak beperkt, is een vaderlandsch zinneteeken, een oersymbool der Nederlandsche menschheid, een sleutel tot de ziel van Holland. Onze partijpolitiek is niet zoozeer als in andere landen een politiek van groote beloften. De Hol lander heeft geen fantasie genoeg om in groote be loften te gelooven. Hij heeft zeker geen fantasie ge noeg om groote beloften te doen. Onze partijpolitiek is een politiek van groote waarschuwingen. De Hol lander waarschuwt den Hollander tegen de stijgende macht van Rome, van Hitler, van Moskou, van Ame rika, van de mechanische techniek en van desport. Propaganda maken beteekent in Holland zooveel als waarschuwen, dom-weg, fantasie-loos, aanhou dend waarschuwen. De psychologie van de reclame zegeviert voor den Hollander in de waarschuwing tegen vervalsching. Alleen de waar, die gemerkt is met het driehoekje in zwart en rood is echt: Wacht u voor namaak. Zeg dit aan een Hollander en hij begint zich te wachten. De Hollander is de persoon, die zich wacht. Hij wacht nooit een ander. Hij wacht zich. De suggestie, dat hij een sterken man of een leider moet wachten, heeft op den Hollander weinig vat. Veel sterker werkt op zijn karakter de suggestie, dat hij zich wachten moet voor iets of voor iemand. Hij is Hoeksch geweest, om zich te kunnen wachten voor de Kateljauwschen, hij is Schieringer geweest om zich te kunnen wachten voor de Vetkoopers, hij koos de partij der Heeterens om zich te kunnen wachten voor de Bronckhorsten, hij was Patriot om zich te kunnen wachten voor de Prinsgezinden, hij werd vrijzinnig om zich te wach ten voor het dogmatisme, als hij N.S.B.-er wordt, doet hij het om zich te wachten voor het marxisme. Hij heeft een diepe behoefte aan verdeeldheid, om dat hij een diepe behoefte heeft aan menschen, tegen wie hij kan waarschuwen en aan menschen, voor wie hij zich wachten kan. Zijn heele nationale geschie denis is de historie van waarschuwers en gewaarschuwden, en ze zal dit blijven. Dit onderscheidt haar van alle andere geschiedenissen, die ooit waar achtig gebeurd, of zelfs maar verzonnen zijn. Als er in Holland een Unie werd gesloten, zooals in 1579 te Utrecht geschiedde, was het een waarschuwings unie. Er werd niet vereenigd. Er werd integendeel afgescheiden. Maar er werd gewaarschuwd. Het woord ,,afgescheidenen" heeft, in alle denkbare vorHET PUIKJE DER S. D. A. P A. B. KLEEREKOOPER KOOS VORRINK S. DE LA BELLA E. BOEKMAN ALIDA DE JONG HET NEUSJE VAN DEN ZALM Dr. HENRI POLAK men en vertalingen, een heiligen klank voor talrijke Hollanders, die waarschuwen, en een belachelijken klank voor talrijke Hollanders, tegen wie gewaar schuwd wordt. Een Nationale Synode in Holland is een Synode, waar menschen worden weggestuurd, tegen dewelken vervolgens met klem wordt gewaar schuwd. Dit alles leert de geschiedenis, en iemand, die haar lessen verstaat, maakt er gebruik van om te waar schuwen. Wij zijn dus vaak door geschiedenis kenners, met ,,de hand op de feiten" gewaarschuwd. Wij zijn eraan gewoon. NU verlangt men, dat ik mij verbazen zal in mijn hoedanigheid van lid der Roomsch Katholieke Kerk, omdat ik gewaarschuwd werd door Ir. A. Mussert. Het spijt mij, maar ik zal mij niet verbazen. Ik zou mij eerder verbazen, als Ir. A. Mussert mij niet gewaarschuwd had. Ik zou zelfs een zekere genegenheid kunnen voelen voor Ir. A. Mussert indien hij iemand bleek te zijn, die niet waarschuwde. Helaas is hij, evenals al zijn volksgenooten, iemand, die waarschuwt, en daarmede classeert hij zich buiten mijn belangstelling, die nu eenmaal niet sterk naar waarschuwingen getrokken wordt. Ware Ir. A. Mussert roekeloos, ik zou hem kunnen volgen. Hij is echter waarschuwend en gewaarschuwd, zooals iedere Hollander. Hij mist het bijzondere, dat aan dacht verdient. Het gevolg is, dat hij aandacht vraagt. Hij vraagt aandacht bij de Nederlandsche katho lieken. Hij vraagt aandacht voor de feiten, d. w. z. voor zichzelf. De feiten dienen hem echter als waar. schuwingsteekens. Hij deed n.l. een brochure ver spreiden, waarin hij een verbrande Spaansche kerk, het aangezicht van Aalberse, de aangezichten van Nederlandsche sociaaldemocraten, het aangezicht van Karl Marx, de aangezichten van eenige commu nisten, en het aangezicht van Ir. A. Mussert toont, dit alles behalve het laatste (hoewel men het er bij achtelooze vergissing ook toe zou kunnen rekenen) dit alles ter waarschuwing. De aangezichten zijn met opzet zér waarschu wend gemaakt, te waarschuwend zelfs. Ze missen hun effect. Ze waarschuwen alleen tegen de aesthetische misvatting, dat er zoo iets als fotografische trouw zou bestaan. Niets lijkt minder op de werke lijkheid dan een fotografie, zeker niet als ze gerepro duceerd is door de rechtschapen Nederlandsche waarschuwings-propaganda. Ik geloof b.v. niet, dat Ir. A. Mussert zoo'n hoogen dunk van zichzelf heeft, als hij voorwendt op de foto. Maar de foto van de Spaansche kerk een afgebrande kerk is zeker betrekkelijk waarheidsgetrouw. Het is de foto van een ruïne. Het is absoluut niet de foto van een paardenstal. Een paard zou in deze jammerlijke ruïne gewoonweg geen plaats vinden voor zijn vier pooten. Omdat een paard n.l. zoo veel mér pooten heeft dan een mensch (het scheelt ruim de helft) hebben paardenstallen altijd tamelijk vlakke vloeren. De vloer van de verbrande Spaansche kerk daaren tegen is een zeer ongelijke, moeilijk, ja onmogelijk be-staan-bare opeenhooping van puin. Geen paard, dat zich hier thuis gevoelt! Niettemin waarschuwt Ir. Mussert, dat ook onze kerk een paardenstal zal worden. Hij vraagt of wij, katholieken, Zulks verlangen. Zoo neen, dan biedt hij zich beleefd en minzaam aan om het te helpen voorkomen. DIT alles is belachelijk. Maar wat ik er niet in begrijp, is de afkeer van Ir. A. Mussert jegens paardenstallen. Ik deel dien afkeer niet. Ik heb iets tegen kerkruïnes, vooral als ze versch zijn. Ik heb niets tegen stallen. Integendeel. Vanouds heeft elk katholiek een warme genegenheid voor stallen. Daar heeft Ir. A. Mussert weer niet aan gedacht. (Hij maakt ook op zijn foto den indruk van iemand, die, steeds door een enkele gedachte bezeten, altijd ergens niet aan denkt). De katholiek heeft sympathie voor stallen, omdat zijn kerk haar eersten oorsprong nam in een stal. Als Ir. A. Mussert mij vraagt ,,Wordt ook uw kerk een paardenstal?" dan zou ik hem de geenszins onredelijke wedervraag willen stellen: Wordt ook uw paardenstal een kerk?" Hij kan ja zeggen. En hij kan neen zeggen. Zegt hij ia, dan boezemt hij den katholieken weinig vertrouwen in, na hetgeen wij reeds weten over de elders gewaagde pogingen om op grond van het positieve christendom" en de mystische" wereld beschouwing van het nationaalsocialisme te komen tot een gelijkgeschakelde Nationalkirche". Boven dien zou zijn antwoord wel wat onbescheiden klin ken, maar dit is misschien niet zoo aanstootelijk meer, tegenwoordig. Zegt hij neen, dan hebben wij de eer hem te vragen, weshalve hij zich zoo ijverig met kerkelijke aangelegenheden bemoeit, en of hij niet verstandiger zou doen, dit na te laten. Hij zou zich b.v. kunnen herinneren, dat de katholieken daar hun bisschoppen voor hebben.... De reportage van de week Reproductie op ware grootte van pagina 9JvarPde brochure der N.S.B.: Wordt ook Uw Kerk een paardenstal?" Volgens de brochure zijn deze bewerkte" portretten de afbee/dingen van de leiders der partij, waarmede Prof. Mr. P. J. M. Aalberse van Uw partij bezig is gemeene zaak te maken" PAG. 4 DE GROENE No. 3069 DE MENSCH SARRASANI G. de Josselin de Jong VELEN ZIJN ER, die nooit hoorden van Paganini of Toscanini, maar Sarrasani ken nen zij. Voor hen is die klank dat circus"; voor mij mein Direktor". Hoewel ik niet lang bij hem in dienst was men is n.l. niet werkzaam bij de firma of de N.V. Sarrasani doch bij den Heer Sarrasani, 'n typeerende nuance had ik meer contact met den directeur dan veel employé's of artisten, die jaren bij hem waren. Stosch was immers zeer gesteld op den hi rarchischen weg en liet, vooral onaangename, interne aangelegenheden als loongeschillen of engagementskwesties liever afdoen door zijn vertrouwens mannen, Dr. Ney, den rechtskundige, en Ir. Bamdas, den vooruit-reizenden manager, die, beiden Joodsch, bij een zekere fractie van het Duitsch-georiënteerde personeel een tijdlang minder populair waren, of ook door administrateur Guldner. Naar buiten gaf hij echter naast de groote lijn ook de kleine lijntjes aan, er was b.v. geen vrijkaartje geldig zonder zijn persoonlijke paraaf: H. S. S. Hoewel die paraaf maar bestond uit vier evenwijdige lijntjes gesneden door een vijfde en wij die allen schitterend wisten na te bootsen, heeft nooit iemand het gewaagd 's meesters simpele onderteekening te vervalschen. Dat laten loopen over zooveel schijven van onderstalmeester-stalmeester-opperstalmeester resp. maes tro-kapelmeester-muziekdirecteur, die over beide strijkjes gaat, is weer, als zoo vaak als men ergens achter de schermen kijkt, in tegenspraak evenals zooveel in dezen wondermensch tegenstrijdig was met wat men en hijzelf trouwens ook over zijn persoon schreef, n.l. ,,dat hij steeds een gewillig oor leende aan ook den minste van zijn reuzenstaf". Elke menschenfiguur heeft zijn gaven en zijn begrenzingen, Stosch-Sarrasani, man vol kwali teiten, had enkele défauts van zijn talrijke qualités (?h was, mogelijk wel daardoor, een interessante dualistische persoonlijkheid. Terwijl hij b.v. een .itevig budget inruimde voor reclame kon hij soms onnoodig-zwaar sputteren tegen een onbeduidende reparatierekening of een nota van een dierenarts. Bij deze circusgrootheid gold: Ie cirque c'est moi! Alle brieven werden geschreven in den ,,ik>tijl"; ik, Hans Stosch, bestel bij u 250 liter melk ik, Hans Stosch, vraag bij Zijne Excellentie audiën tie aan. Geen kassier, die het waagde zonder de be wuste beruchte paraaf ook maar een kwartje fooi «i f te geven, wat nogal eens last gaf als iets onder i ctnbours werd bezorgd of contant verrekend moest worden. Liet een kassier zich vermurwen het zoo lang uit den kaartenverkoop te nemen en de baas kwam er achter, dan was er kans, dat hij weieens klein in al zijn grootheid het den man een tijdlang van zijn salaris aftrok, om het eerst te vergoeden nadat het lesje goed was ingedrongen. TOEN zijn Stad Der Duizend Wielen, zooals hij het tenten- en wagenkamp eens vingdingrijk op zijn strooibiljetten doopte wegens de ca. 250 automobielen, ons land binnentrok, kreeg ik in dit taalgebied natuurlijk nog meer met hem persoonlijk af te handelen, vooral op het dagelijksch appèl in .zijn directiewagen nr. 48 bij het bespreken van de post en den dagorder. Vooral kenteekende dezen circensischen koning: tempo-opvoeren bij zich zelf en anderen. Reeds den eersten dag, dat ik bij liem kwam, moest ik een Italiaansch briefje ,,met een maar" hardop lezend vertalen, zonder het eerst 1 ustig te mogen ontcijferen ('t was een met de hand gekriebelde sollicitatie), als was het gesteld in dege lijk Duitsch inplaats van gebrekkig Italiaansch. Zoo «ing het eiken dag: stapels onbeduidende brieven met ongevraagde recensies of óver een baantje, over oen verloren voorwerp, over aanplakbiljetten om ..tegen een daartoe schitterend gelegen pand te be vestigen tegen.. .. vrijkaarten" (het woord ,,vrij kaart" alleen al werkte als een roode lap: Krijg ik ooit vrijhooi, vrijspoor, vrijbelasting! ?") -steeds wilde Sarrasani precies weten wat er in al die iiflafbriefjes stond en dan drong hij maar aan: Schncller.. .. schneller...." En toch, vooral op het laatst, stoorde hij zich hoe genaamd niet aan welke goedbedoelde critiek ook, <Üt onder het motto: 't Is altijd goed gegaan, zooals >k wilde, dus.. .." Vandaar ook somtijds tusschen vader en zoon klassieke mijlpaal-conflicten: betwetend conservatisme tegen betwetend modernisme. Zoo had later de nieuwe directeur, in alles meer aangepast aan deze tijden en aan den veran derden publieken smaak, het door den vader wat 'og gemaakte apparaat, dat nog slechts in groote kon staan en rendeeren, saneerend verlicht. BIJ DE FOTO'S TWEEMAAL SARRASANI Boven: Sarrasani, de artist, in witte olifantentemmeruniform, zooals hij in de piste verscheen. ' Onder: Sarrasani, de businessman, in zijn directie wagen No. 48, tot in kleine bijzonderheden zijn bedrijf controleerend. PAG. 5 DE GROENE No.3089 Misschien was wel 's mans frappantste trek, dat hij n het peuterig-kleine n het fantastisch-groote tegelijk en toch gescheiden behandelde. Onder een vergadering met de afdeelingchefs zoo'n morgen rapport in den bureauwagen van een oppercircus lijkt veel op simultaanschaak, waarbij de meester gelijkertijd een aantal borden bespeelt waarop Voerinkoop, Reclame, Concurrentie, Programswisseling, Verlichting, Verkeersovertredingen; voor elk onderdeel een andere hersencel openzettend ging hij bedaard door met het parafeeren van kwi tanties en kassabonnen, zooals de boerin die haar breiwerk meenam naar den notaris om al doorbreiend te hooren hoeveel duizenden zij inmiddels zoo al erfde. Even vóór of na een conferentie met Nieveldt & Goudriaan, die het (toen nog: zeer eventueele) vervoer naar Zuid-Amerika in twee Sarrasanischepen zouden bewerkstelligen, uiteraard een be spreking waar veel, zoo niet alles, van afhing, zat hij gespannen te luisteren naar mijn snelvertalingen, alsof die maalstroom van immers onbeantwoordbare op- en aanmerkingen werkelijk van belang waren voor hemzelf of zijn concern. Er zit natuurlijk iets in.... Slechts n keer heeft hij een opmerking gemaakt: ,,Schön", en wel bij een klacht van een dorp, dat een onzer lorries bij het doortrekken van die ge meente een lantaarnpaal had omvergereden. Want z.i. betaalt zoo'n paal zich zelf dubbel en dwars.... 't komt immers in de krant met naam en toenaam? Evenals de canard van het op papier ontsnapte ,,lievelingsaapje" van zijn echtgenoote. Aan Frau Direktor had H. S. S. behalve een ge zellin, die zich wonderwel aanpaste aan het milieu, een rake bedrijfsinspectrice, die op de raarste oogenblikken op de raarste plaatsen altijd iemand wist te betrappen die iets aan het verzuimen was of aan het plegen van de hoofdzonde, n.l., sinds den Antwerpschen brand toen zooveel olifanten verloren gingen, aan het rooken. Als zoovele echtgenooten van bekendheden Signora Mussolini! bleef mevrouw Stosch op den achtergrond, doch op dat tweede plan wist zij te werken. Drank was ook uit den booze: op het borrelen met een Indiaan stond zelfs ontslag. De impresario n.l. die Roodhuiden uit de Reservations betrekt, waar deze documents humains als beschermde, vogels op een stationnair bevolkings cijfer gehouden worden, verplicht zich tegenover het Indian Bureau te Washington de Indianen te vrijwaren tegen alcohol, pokken, vrouwen, geweld dadigheden e.d. en bij overlijden het stoffelijk over schot in een looden kist p.o. naar de Vereenigde Staten te retourneeren. SARRASANI.... 'n Droombeeld, 'n fata mor gana heeft hem (volgens de overlevering) tijdens den slaap dien buitenissigen naam ingefluisterd, dien vreemden naam van ver-af, 'n naam zoo zwe vend en zoet en zacht als zijn familienaam Stosch stootend, stug, stoer en stram was. Het was dat alles volgens de sage", want feit en reclame zijn zoo tot n gegroeid in zijn bedrijf en zijn leven, dat alle verhalen uit zijn beginjaren legende zijn met een kern van waarheid in een wolk van publiciteitsfantasie als droomde hij van woestijnstormen met bliksemstralen. Uit die droomvizioenen van zandzee en vuurhemel, uit die oer krachten en elementen komt dan die nieuwe naam op in regenboogletters aan het firmament tegen den orkaanhemel. Eerst vaag, onzeker als iets dat geboren wil worden uit dien chaos, iets dat zich niet bevrijden kan uit het loeiend uitspansel.... Dan, in gouden titanenletters: SARRASANI tooverwöord ! Het is dan met dezen door de hemelen gegeven Romaanschen naam, dat de Pruis Herr Stosch zijn loopbaan van krachtmensch begint, aanvan kelijk als ... .clown. Velen zijn er waarvan men zegt en die van zichzelf zeggen, dat zij twee naturen hebben, dikwerf eikaars vijand ook nog Hans Stosch Sarrasani was een triumviraat: Hans de Droomer, Stosch de Businessman, Sarrasani de Artist. ,,It takes a wise man to act the fooi" en inder daad zijn het niet alleen] geestige menschen maar ook menschen van den geest, die grappig kunnen zijn, meer nog: die uit elke situatie den humor kunnen halen, die overal de karikatuur van zien. Pitigrilli's clown Pott was eens de rechter-president Pott, die toga en iura links liet liggen voor het flittercostuum en het magnesiummasker. De meeste (goede) clowns hebben het ver gebracht: Médrano, Footit, Boum Boum, Tony Gries, Boswell.... alle maal rijk geworden. Anatol Durow, de pittige ganzendresseur, die tusschen allerlei malligheid door zijn publiek toch maar uiterst wetenschappelijke bijzonderheden over dierenkennis bijbracht, zijn komische causerieën, kreeg op zijn zeventigste jaar een leerstoel in dierenpsychologie in Sowjet Rusland. Al die illustere lachfabrikanten, ook de (Slot op volgende pag.) \ -i: «l1..' m :m i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl