De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 15 augustus pagina 5

15 augustus 1936 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

/c « Letterkundig leven DE SCHOCKEN VERLAG IN BERLIJN te ' H. Marsman VIER jaar geleden ; werd te Berlijn door den heer Salman Schocken een uitgeverij opge richt, die ook na zijn vertrek naar Jeruzalem in 1934, waar hij thans voorzitter is van den Raad van Beheer der Hebreeuwsche Universiteit, een snelle en hooge vlucht heeft genomen. Men begon met de overname van de werken van Martin Buber en Franz Rosenzweig van het Lambert Schneider Verlag en deed spoedig daarna als eerste zelfstandige uitgave Een j disches Lesebuch: Sendung und Schicki-al, aus dem Schrifttum des nachbiWischen Judentums" mitgeteilt von Nahum Norbert Glatzer und Ludwig Strausz het licht zien. Sindsdien heeft dit fonds zich ongelooflijk snel en energiek uitgebreid, en men ar. zonder eenige overdrijving zeggen, dat men er in geslaagd is in enkele jaren een aantal geschriften te publiceeren die tot het allerbeste behooren uit de joodsche, en dus uit de wereld literatuur. Namen als Martin Buber, Franz Rosenzweig, Hermann Cohen, Leo Baeck, Karl Wolfskehl, Heinrich Graetz en Franz Kafka zeggen onge twijfeld ook den oningewijde genoeg. Ik wijs er nog op dat in den herfst van 1933 een begin is gemaakt met de serie: Bücherei des Schocken Verlags" (zie o.m. De Groene van 30 Mei 1936) waarvan het doel als volgt wordt omschreven: Die Bücherei des Scho cken Verlags will in allmahlichem Aufbau aus dem fast unübersehbaren und haufig unzuganglichen jüdischen Schrifttum aller Lander und Zeiten in sorgfaltiger Auswahl dasjenige darbieten was den suchenden Leser unserer Tage unmittelbar anzusprechen ver mag. Die alte hebraische Literatur soll durch sinnvolle Auszüge und angemessene Uebertragungen, so wie durch zweisprachige Ausgaben den heutigen Leser erschlossen werden. Aus dem zeitgenössischen jüdischen Schrifttum werden dichterische und erörternde Arbeiten aufgenommen die in gedrangter Form Gültiges mitzuteilen haben. Verschollene oder nicht gebührend bekannte Werke der jüngeren Vergangenheit werden in Neudrucken herausgegeben. Hinzu kommen in wachsendem Masz Bücher belehrenden Inhalts." Thans na drie jaar omvat d; Bücherei" reeds zestig, uitstekenduitgevoerd» deeltjes, novellen van Agnon, Bernstein, Strausz, Buber, gedichten van Heine, Bialik, Wolfskehl, Jehuda Halevi, levensbeschrijvingen van Flavius Josephus en Salomon Maimon, studies, volksliederen, verzamelin gen van spreuken en legenden, om slechts een greep te doen. Daarnaast releveer ik, uit zeer veel belangwekkends, de als meesterlijk geroemde vertaling van het O.T. in 20 deelen, door Buber en Rosenzweig, toegelicht in: Die Schrift und ihre Verdeutschung", Leo Baeck, Wege im Judentum, Hermann Cohen, Jüdische Schrif ten, Franz Rosenzweig, Briefe, Leo Strausz, Philosophie und Gesetz, en Kafka's Gesammelte Schriften, die reeds het onderwerp waren van ver schillende Brieven over litteratuur", gewisseld tusschen Vestdijk en mij (De Groene van 29 Febr. en 7 Maart 1936). Ik zal thans enkele, meerendeels nieuwe uitgaven van het Schocken Verlag kort bespreken. De Pharizeeërs L«o Baeck: Die Pharlsiier. el n Kapltel jikdlsrher Goaclilchte (Blicherel des Schocken Verlag», no. n) BUITENGEWOON belangwekkend is de beschouwing diéde rabbijn Leo Baeck, de schrijver o.m. van het voortreffelijke Wesen des Juden tums" wijdt aan Die Pharisaer, ein Kapitel jüdischer Geschichte" Baeck stelt voorop, dat, taalkundig bezien, het begrip Pharizeeër zonder eenige dubbelzinnigheid is; het beteekent de ,,Getrennte", de Abgesonderte", maar juist deze klare beteekenis van het woord leidt tot de vraag waar in deze,,af zondert ij kheid", deze af-gescheidenheid" heeft bestaan. Dat men aanvan kelijk niet tot een bevredigend inzicht gekomen is. ligt vooral hieraan, dat men niet alle bronnen in het onderzoek betrok: ,,Die tannaitischen Midraschim, das sind die biblischen Auslegungen und Sinngebungen der Tannaiter, der ersten Generation der Gesetzlehrer (sind) im groszen und ganzen ausser Betracht geblieben", en juist zij hadden de oplossing aan de hand kunnen doen. Stap voor stap de bronnen nagaand, en het, telkens voorloopige, resultaat toetsend aan de his torische en godsdienstige realiteit, komt Baeck dan, wat de al ge mee ne beteekenis van het pharïzeïsme betreft, tot achtereenvolgens de volgende om schrijvingen : So ergibt sich, dasz in dem Na men Pharisaer" das bezeichnet ist, was der Gemeinde" des Judentums damals als Gebot ihrer Selbsterhaltung erschien, die Heiligkeit der Exklusivitat, und das diese Exklusivitat die gegenüber den,,VÖlkern" ist, en Auch sie (die Tradition) zeigt uns als das eigentliche Ziel und Bereich der Absonderung das Heilige Land, so dasz die Pharisaer im eigentlichen Sinne die Gemeinden Palastinas waren," en tenslotte: Nur der strengen Wahrung der jüdischen Gemeinde in ihrer Reinheit und Geschlossenheit galten der Kampfunddie Mühe, das t rennende und schützende Gehege, das die Religton umgeben sollte, galt es zu errichten und zu verteidigen". Zu dem Probleme des Namens tri'tt das der Stellung der Pharisaer irn Volksganzen", vervolgt Baeck zijn studie, en hij betoogt: Mit ihm (Esra) hebt in Palastina eine Entwicklung an, die sich in Babyion schon vorbereitet und auch durchgesetzt hatte. Seit dem Babylonischen Exil tritt ber dem Opferdienst, der in seiner historischen Bedeutung bleibt, zunachst in , Babyion und danach in Palastina, der neue Gottesdienst, der das Gebet, die Vorlesung aus der Heiligen Schrift und, als ein durch sie notwendig Gegebenes, die Erklarung der Schrift bereiten", en van deze functie uit gaat de schrijver dan na, welke ontwikke ling het pharizeïsme in tien loop der tijden heeft doorgemaakt. De tegen stelling tusschen den tempel en de synagoge valt gedeeltelijk samen met die tusschen de Sadduceeërs en Pharizeeërs, tusschen het aristocratische en het democratische element, tusschen het real-politisch zich schikken in een vreemde heerschappij, en de tegelijk nationale" en universeele staatsidee, die haar oorsprong vindt in de theocratie, en die, vooral in haar eschatologische en messiaansche tendenzen de aardsche heerschappij wil doorbreken. Dit alles, maar natuurlijk oneindig meer vertakt en geschakeerd, en mét alle schakeeringen verbonden en opgeno men in n centrale, leidende visie, geeft d: studie van Baeck op ongemeen klare en overtuigende wijze. Zijn be schouwing is dan ook niet slechts Ein Kapitel jüdischer Geschichte", maar zij voert, dank zij de samenhang van joodsche religie en joodsche Geschie denis" tot enkele essentieele problemen van het Jodendom. Tusschen Babyion en Londen" lli'ini'lrli Urat't*/ : «Ue Kuustruktion der jUilttsflicii Gesclilclite, elne Ski/.*!' HET is een goede gedachte geweest een herdruk te geven van die Konstruktion der jüdischen Geschichte, eine Skizzé", van den grooten joodschen historicus Heinrich Graetz. (Bücherei des SchockenVerlags, Xo. 59). Deze schets, die in 1846 in een tijd schrift verscheen, vormt den grondslag en het richtsnoer van de later beroemd geworden Geschichte der Juden", die tusschen 1853 en 1876 in elf deelen het licht zag. Toen Graetz haar schreef was hij nog geen dertig jaar oud, en hoewel men, behalve op invloeden van Hegel, von Ranke, Jost en Zunz, op een zeker jong schematisme kan wijzen en zelfs op enkele onhoudbare opvattingen, als geheel blijft de schets een bewonderenswaardig stuk werk. Forsch en voortvarend schrijvend, overziet Graetz de geschiedenis van zijn volk van haar oorsprong af tot op den dag waarop zijn panorama ontstond; in groote trekken, zonder iets van oppervlakkigheid echter, hoe wel hij uit den aard der zaak vereen voudigen moest en hoofd- van bijzaken scheiden, ontvouwt hij den gang der joodsche geschiedenis in drie perioden: a) das politisch-soziale in der ersten vorexilischen Periode, b) das religiös in der nachexilischen und c) das theo retisch- philosophische in der letzten diasporischen Periode. Scherp om schrijft hij de taak en de plaats van profeten en koningen, de tegenstelling tusschen Grieken en Joden (nogal sche matisch) tusschen Pharizeeërsen Saddu ceeërs, den invloed van den babylonischen en den egyptischen tijd, de komst van Jezus, de beteekenis van Philo van Alexandrië, het Talmudisme, en tenslotte van figuren als Jehuda Halevi, Maimonides en MozesMendelss oh n. Klaar en boeiend, overzichtelijk en synthetisch, is deze schets een uit stekende inleiding tot een geschiedenis der Joden. Ludwig Feuchtwanger heeft haar van verklarende voetnoten en van een uiterst leerzaam nawoord voorzien. Talmud en Naasten* liefd* Hermaan ('oliën: Der Xüc-hste. Vlet* Ahiiandlimgcn Ulier «las Verhalten von Mcii'scb zu Mensch nacli der Lcure des Juüentunis OP aanraden van Martin Buber, die deze keuze met een kort voor woord inleidt, heeft M. S. (Margarete Susman ?) een bloemlezing samenge steld uit Hermann Cohens Jüdische Schriften" (die eveneens, met een in leiding van Franz Rosenzweig, in drie deelen in het Schocken Verlag zijn verschenen). Als titel en hoofdthema werd Der Nachste" gekozen, Vier Abhandlungen ber das Verhalten von Mensch zu Mensch nach der Lehre des Judentums", een uiterst belangrijk thema, omdat het de kiem bevat van de, door de christenen en de anti semieten, uit den treure bestreden joodsche, talmudische moraal. De kern dezer kwestie ? men herinnert zich dat zij destijds in ons land het onder werp vormde van een polemiek tus schen Bolland en den opperrabbijn J. Tal is te herleiden tot de vraag hoe het woord Rea" vertaald dient te worden. Over deze vraag zegt Buber's voor woord het volgende: Rea, Genosse, ist der Mensch, nut dem ich gerade zu tun habe, der mir e ben jetzt begegnende Mensch, der Mensch also, der mich in diesem Augenblick angeht", gleichviel ob er mir volkseigen oder volksfremd ist," en dit inzicht, aanvankelijk philologisch ver kregen, geverifieerd aan de algemeene joodsche moraal, historisch eu theolo gisch belicht, is de kern van de vier gebundelde stukken van Cohen. Ueber Wurzel und Ursprung des Gebots der Nachstenliebe", Der Nachste", Die Nachstenliebe im Talmud" en Die Liebe in den Begriffen Gott und Mensch" vormen een boeiend en in dringend commentaar op de stelling dat de joodsche moraal in geesten hoofdzaak" den jood, die haar gehoor zamen wil, niet alleen of allereerst den plicht der naastenliefde" oplegt tegen over zijn mede j oden, doch ook tegen over den vreemde, christen en heiden. Diaspora Jtzeliuk Frltz Baer: Galut (Büche rei iles Schocken Verlag, no. Al) DE studie Gatut" van Jizchak Fritz Baer stelt zich ten doel, de geschiedenis der Galutideeën" sinds de tijden der hellenistische diaspora tot aan den drempel van den nieuwen tijd in groote trekken te schetsen. Zijn thema is dus het eigen oordeel der joodsche voorouders over het probleem Galut" als totaal en in haar partieele verschijningen. Het spreekt van zelf dat deze vraagstukken niet zijn te scheiden uit den samenhang die de joodsche geschiedenis steeds met de joodsche religie verbonden heeft en het boeiende van Baer's beschouwing bestaat dan ook hierin, dat hij voort durend het verband laat zien tusschen religieuze en zedelijke kwesties met de politieke situaties der Joden en hun sociale positie: het thema van dit boek, zegt het nawoord, is geen godsdiensthistorisch probleem om zich zelfs wil, maar het betreft de zeer reëele levensvragen naar de oorzaken, den duur en de opheffing van den Galoeth. Het gaat niet om Ideeën geschiedenis, maar om de geschiedenis van het joodsche volk zelf. In een zestiental hoofdstukken, waaronder dat over Jehuda Halevi als het allerbeste is te beschouwen zet de schrijver uiteen hoe het begrip Galut" zich in de opeenvolgende historische situaties tusschen het eind der antieke wereld tot aan de komst der Renais sance ontwikkeld heeft, en daar Ga lut" inderdaad n dier begrippen, voorstellingen en realiteiten is, die, ten nauwste verbonden met de jood sche opvatting van het scheppings proces, de geschiedenis der menschheid en het einde der wereld, het Jodendom in zijn essentie betreffen, geeft de, met groote kennis van zaken en inzicht geschreven studie van Baer, een sterk en duidelijk beeld van de middeleeuwsche geschiedenis der Joden. DE aktiviteit van het Schocken Verlag, de ernst en toewijding, de overtuiging, waarvan zijn werkzaam heid getuigt, het niveau van zijn uit gaven, zijn een heldere en uiterst ver» heugende weerspiegeling van den geest, die ook in Duitschland, het ware Joden dom bezielt: een streven naar zuivering en versterking van waarden, die door de geschiedenis der laatste jaren eerder bevorderd wordt dan geremd. PUROLerop! Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij Brand- en Snijwonden, Ontvellingen, en allerlei Huidverwondingen Het verzacht en geneest VEREENIGING VAN HANDELAREN IN OUDE KUNST IN NEDERLAND RIJKSMUSEUM AMSTERDAM JULI AUG. SEPTEMBER 1956 TENTOONSTELLING OUDE KUNST UIT HET BEZIT VAN DEN INTERNATIONALEN HANDEL TOEGANGSPRIJS DINSDAGS EN VRIJDAGS VAN 10-S UUR 50 CENT ELKEN AVOND (BEHALVE ZONDAG) VAN 8-10.30 UUR M CENT OVERIGE DAGEN VAN 10-5 UUR INCLUSIEF TOEGANG RIJKSMUSEUM F i PAG. O DE GROENE No.3089 PAG. 9 DE GROENE No. 3089

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl