Historisch Archief 1877-1940
Ka,
DE GROENE AMSTERDAMMER
Opgericht In 1877
Redactie: Mr, M. KAN N, TH. MOUSSAULT,
Dr. P. H. RITTER Jr., Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE
VAN DE COPPELLO «n Mr. R. H. DIJKSTRA
Weekblad voor Nederland onder hoofdredactie van
PROF. MR. A. C. JOSEPHUS JITTA
? t-X _ l
60e Jaargang No. 3090
Red. en admlnistr : Keizersgracht 355. Amsterdam C
Telefoon 37964 - Postgiro 72860 - Gem. giro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar.
VAN UC VAvrrcuuw
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd
PUBLIEKRECHTELUIlEBEDIIIlFSORIilUIISIlTIE
en de grondwetsherziening
tUUHHMU
ONZE Grondwet geeft allerminst een volledig
beeld van onze voornaamste staatsorganen,
van de wijze, waarop deze tot stand komen,
hun organisatie en hun functie. Wie meent door
nauwkeurige lezing van onze Grondwet, althans
de hoofdzaken van ons staatsrecht en van de be
moeiingen van wetgever en overheid rnet het
maatschappelijk leven te leeren kennen, komt be
drogen uit. Niet alleen, omdat verschillende artike
len een andere beteekenis hebben, dan men er bij
simpele bestudeering in zou meenen te lezen, maar
ook omdat de Grondwet geen enkele mededeeling
bevat omtrent tal van hoogst belangrijke overheids
bemoeiingen.
Omtrent de vooral in de laatste jaren hoogst ge
wichtige functie van overheidsorganen in het sociale
en het economische leven, zwijgt onze Grondwet
vrijwel geheel.
Sinds 1922 bevat de Grondwet echter n artikel,
dat beoogt den grondslag te leggen voor wat men
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie pleegt te noe
men. Het toen ingevoegde artikel luidt: de wet kan
aan andere, dan in de Grondwet genoemde licha
men, verordenende bevoegdheid toekennen.
Het is merkwaardig, dat men dit artikel heeft
opgenomen in het negende hoofdstuk, dat over den
waterstaat handelt en waarvan de titel sindsdien
luidt: van den waterstaat en van bijzondere licha
men met verordenende bevoegdheid. Vóór 1922 was
het een strijdvraag, of er naast de uitdrukkelijk als
zoodanig door de Grondwet genoemde lichamen
met verordenende bevoegdheden, de Provinciale
Staten» de gemeenteraden, de waterschappen en de
veenschappen, nog andere dergelijke publiekrech
telijke lichamen zouden kunnen worden ingesteld,
zooals openbare lichamen voor beroep en bedrijf,
die men bedrijfsschappen of bedrijfsraden zou kun
nen noemen. Het nieuwe artikel van 1922 heeft
deze strijdvraag in dien zin opgelost, dat de moge»
lijkheid dergelijke lichamen in te stellen, boven
iederen twijfel verheven is.
In de bij Koninklijke boodschap van i Augustus
bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal aanhangig
gemaakte voorstellen tot herziening der Grondwet
stelt de Regeering, op het voetspoor van de bekende
grondwetscommissie voor, het geciteerde artikel te
doen vervallen, doch een nieuw hoofdstuk, vierde
hoofdstuk A genoemd, in te voegen, waarin de
zelfde materie, die tot dusverre in artikel 19 was
aangeduid, wat meer in bijzonderheden, in drie
artikelen wordt geregeld.
BIJ de installatie van de grondwetscommissie
heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken
als n van de onderwerpen, die mede onder het
oog gezien zouden moeten worden, genoemd: de
instelling van een Kamer tot vertegenwoordiging
van het bedrijfsleven.
Terecht heeft de grondwetscommissie en thans
eveneens de Regeering, het denkbeeld afgewezen
aan de beide Kamers der Staten-Generaal een derde
Kamer toe te voegen, welke het bedrijfsleven zou
vertegenwoordigen. Door de instelling' van zulk
een Kamer zou immers het historisch gegroeide
karakter van het parlement worden gewijzigd. De
Staten-Generaal, waarin de groote geestelijke stroo
mingen van het volk haar vertegenwoordiging
vinden, hebben onder meer tot taak mede te werken
aan de algemeene rechtsvorming. Indien aan deze
rechtsvorming deel zou krijgen een orgaan dat in
het bedrijfsleven zijn wortel vindt, zou dit een ver
andering van fundamenteele beteekenis zijn in onze
staatsinrichting. Volkomen terecht achten grond
wetscommissie en Regeering dat bedenkelijk.
Bovendien acht men de instelling van'zulk een
Kamer een sprong in het duister, omdat de denk
beelden op het gebied van de nadere rechtsvorming
voor het bedrijfsleven nog in wording zijn. Zij heb
ben, hoewel zij onmiskenbaar in het volk leven, nog
niet voldoende rijpheid gekregen. Bijzondere orga
nen van bedrijfsvertegenwoordiging zijn nog niet
geschapen en een Kamer voor het bedrijfsleven zou
van zulke lagere openbare organen toch de over
kapping moeten zijn.
REGEERING en grondwetscommissie staan der
halve, en mijns inziens volkomen terecht, af
wijzend tegenover het denkbeeld, met de instelling
van een algemeene vertegenwoordiging van het
bedrijfsleven te beginnen, wat op hetzelfde neer
zou komen, alsof men eerst een dak zou bouwen,
met de bedoeling, daaronder later een huis te plaat
sen. Zij zijn echter volkomen bereid in de Grondwet
op zuivere schaal, dan tot dusverre het geval was,
de figuur van openbare lichamen, met verordenende
en andere publiekrechtelijke bevoegdheden bekleed,
werkende voor bepaalde bedrijven en beroepen,
althans niet het karakter dragende van een algemeene
volksvertegenwoordiging, aan de orde te stellen.
Het is merkwaardig, dat uit dat nieuwe hoofdstuk
IV A, dat uit drie artikelen bestaat, welbeschouwd
niet heel veel meer volgt, dan reeds uit artikel 194
viel af te leiden. Maar terecht meenen Regeering
en grondwetscommissie, dat er desniettemin goede
gronden vallen aan te voeren voor het nader aan
wijzen door middel van de Grondwet van een weg
voor organen, die, blijvend op het terrein van het
bedrijfsleven, regelend zullen kunnen optreden. Dit
is dus typisch de materie, die tegenwoordig aange
duid pleegt te worden met de woorden: ordening
door middel van openbare organen, waarin de
belanghebbenden bij het bedrijfsleven vertegenwoor
digd worden.
De behoefte aan bedrijfsregelingen wordt sterk
gevoeld in steeds breederen kring. Zij hangt samen
met de omstandigheid, dat de bedrijven meer en
meer, naast privaatrechtelijke zijden, een openbaar
karakter gaan vertoonen en in toenemende mate
worden gezien als een maatschappelijke factor van
organischen aard, welke als zoodanig het algemeen
belang dient. Door de ontwikkeling van het
crisisrecht is dit proces nog versneld. Juist dit organische
karakter maakt het naar het oordeel van Regeering
en grondwetscommissie wenschelijk, in de Grond
wet eenige voorschriften op te nemen met betrekking
tot de rechtsvorming in eigen kring op dit gebied.
Wat de Grondwet omtrent deze nieuwe organen
zal bevatten, indien deze voorstellen worden aan
genomen, is betrekkelijk eenvoudig.
De wet zal voor bepaalde beroepen en bedrijven
en groepen daarvan, alsmede voor het beroeps- en
bedrijfsleven in het algemeen, nieuwe lichamen
kunnen instellen, die tot taak zullen krijgen rege
lend in het bedrijfsleven in te grijpen.
De wet zal de samenstelling, de inrichting en de
bevoegdheid van deze nieuwe lichamen regelen.
De wet zal o.a. aan deze lichamen verordenende
bevoegdheden, op het gebied hunner speciale
functie, kunnen toekennen.
Terecht wordt er voor gewaakt, dat deze licha
men zullen blijven binnen het kader hunner speciale
bevoegdheden en dat ook de besluiten, die binnen
dat kader vallen, vernietigd zullen kunnen worden
door de overheid, wanneer deze in strijd komen met
de wet, of met het algemeen belang, zooals de over
heid dat ziet.
Alle besluiten van de nieuwe organen zullen der
halve desgewenscht vernietigd kunnen worden.
Ten aanzien van bepaalde besluiten kan door de
wet, die de lichamen instelt, worden voorgeschreven,
dat zij niet zullen werken, alvorens zij door de
overheid zijn goedgekeurd.
Het komt mij voor, dat hier op zeer bevredigende
wijze geregeld is, wat op dit oogenblik ten aanzien
van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie rijp is,
in een Grondwet te worden neergelegd. Het is niet
veel, maar wie meer verlangt, maakt zich los van de
werkelijkheid, begeeft zich in de wereld der fantasie
en stelt eisenen, die niet voor inwilliging vatbaar
zijn. A. C. JOSEPHUS JITTA
"^
<=>L)Qi>M)twie&Zeggen en doen
EEN groot deel van de R.K. pers spreekt!
haar verbazing over uit, dat Minister Gelisj
in een sensatiemakend artikel in het Haag»
Maandblad van Augustus een warm pleid
houdt voor industrialisatie, maar dat het Kabu
waarvan hij deel uitmaakt en waarin die t(
juist onder hem ressorteert, zoo weinig op
gebied tot stand brengt.
Zou "
Hjker _
haar tot stand te brengen?
En is die pers bereid hieruit de les te tre
die daaruit volgt voor wat betreft haar se
critiek op het beleid van het Kabinet Colijn
De beste stuurlui staan aan wal l
Mastenbroekmanie en Senfltls
EN gehuldigd dat er moest worden
De meisjes, die een paar seconden
zwemmen dan een ander zijn hiervoor
zwemmers en waterschuwen toegejuicht,
geblazen en toegesproken. De straten heil
zwart gestaan van de belangstelling enl
gelukkige, die iemand gesproken had, die
met een der zwem-sterren had gepraat wa,1
een beroemdheid geworden. Rie Mastenbro
zelfs incognito naar buiten moeten vluc
Het is zóó erg, dat de Jordaanjongens er l
Hartjesdag en minister Colijn er een J
minuten zijn ambtsplichten voor laten
A propos, weet u nog de namen van de
landsche zwemkampioenen van de Olympl
van 1928?
,c jareerd
; ET verhaal gaat, dat een officier van het
""i Nederlandsche leger onlangs in Duitschland
a- voor een sportdemonstratic. In een
bijeenM st van officieren werd spottend over Holland
:s okén. Een Duitscher zei: Pas maar op, het
il iet lang meer duren, of onze Hitler komt ook
,.?.-. - ? } :>lland." Waarop die Nederlandsche officier
tot stand brengt. a woord zou hebben: Dat is best mogelijk.
i die pers niet begrijpen, dat het gema?. ,pbben aj ju]He keizer. wij hadden jullie
is over industrialisatie te schrijven, ^ pring. wij zuHen ook nog wel egn fustig
" ' *ihu hoekje voor jullie Hitler weten te vinden."
H de aan dien officier, die ook in het
woord?-' ils kundig tacticus de nationale eer
vere.
/onderen der economie
b2wapeningswedloop, de bouw van
ileuwe kruisers en slagschepen in Europa
nerika, heeft tot een groote
vermeerdean de vraag naar staal geleid. De
provan ijzer en staal geeft statistisch cijfers
i, zooals wij deze sinds de depressie niet
;ekend hebben.
-Iroogte in de Vereenigde Staten en Canada
? ie oogst tot een fractie van de ramingen
eerd. De prijzen van maïs en tarwe stijgen
an week, dag aan dag. De
graan-noteein Montreal en Chicago houden de
haus: spanning.
lang kent men de twee cardinale
indextarwe en staal. De New Yorksche beurs
dan ook terdege blijk van.de gunstige"
kenen te hebben verstaan.
i> iiriiiimiiiiiiiiiiMintiiiniiiHmiiinntHiHMinNlliliiin
P
let:
Zl'
ter
red
ek
igc:
rs
Sin
fcr.
ort
Interven+i-nogelijk
t~riERWIJL door beide strijdende partij*
£ Spanje gevangen tegenstanders bij hoi
tallen worden gefusilleerd, ziet Europa
zaam toe.
Europa bezit de materieele middelen om
moet in n dag aan het bloedvergieten een eii
maken. Er is vrijwel geen staat te vinden, dit
het grootste belang heeft bij een spoedig eindt
den strijd. Maar er gebeurt niets.
Spanje zelf zou in de allereerste plaats g
'zijn met een beëindiging van den broederkrijg.
Frankrijk en Engeland is het een zaak van het
grootste belang. Zelfs Italiëkan niet wezenlijk <
zijn bij het voortduren van spanning en onr
den Westelijken toegangsweg tot de Middell
Zee.
Wat ware er eenvoudiger dan een internat
vlootvertoon, het landen van een kleine exp
macht aan de Biskaaische kust, en in een
Middellandsche Zee-havens? Men zou beide
moeten en kunnen ontwapenen, strikt
tijdig dienen op te treden en zien of men niet
periode van gedwongen rust en opgelegde 01
ning tot overeenstemming zou kunnen komen
weder-instelling van een stabiel en wettig S1
bewind. .
De gedachte ligt voor de hand, maar voor*
zij onuitvoerbaar.
De Geschiedenis heeft echter een voorbeeld
dergelijke interventie gekend in de expedit
Peking die een eind maakte aan den Boxer-o
toen een internationale troepenmacht onder
van den Duitschen admiraal Graaf Waldersee
werd» Later zijn daarover vaak met eenige sch
heid de herinneringen opgehaald. Men her in
hoe keizer Wilhelm bij die gelegenheid een si
redevoering gehouden heeft, die aan de zaak
kwaad dan goed deed: Pardon wordt niet d
Over duizend jaar zullen de nakomelingen
die ge nu zult vernietigen, zich nog van &
weten te bergen wanneer de naam van DUI'I
genoemd wordt.... Haast wie die Hunnen,
Het woord Hunnen" heeft zijn historischt
gekend......
AL mag Wilhelm's grootheidswaan deze
*~*een wrangen bijsmaak gegeven hebbent (dei
ding van den gezant bij het Chineesche Hoj\
recht tot bijzondere verbolgenheid van Duits*
het principe was juist. Het was het prit
de Internationale Politie.
rni
?Av
m..
to
r/,s
?er
t'
??7(; er ligt een groot verschil tüsschen principe
/o; s-si'n^, tüsschen theorie en practijk. Het gaat
f <. om, zooats Lansbury dat doet in zijn brief
T! Times, de oogen te sluiten voor het feit dat
m twee kampsn verdeeld is. Het van allen
'heidszin ontbloote super pacifisme van den
urbeidersleider, die Staats- en Kerkhoofden
mg wil brengen om het Spaansche volk tot
$gen der wapenen te overreden lijkt op' een
?ig der politieke realiteit die even vruchteloos
charge op den vijand in het veld, uitgevoerd
't'efde omnibusknollen.
?ige consequentie van Lansbury's these is
'?verkelijke internationale interventie. Maar
zegt zelf, dat niet te willen. Wat wil hij dan
parlement bijeenroepen. Waarvoor?
men de zaak serieus zou overwegen, zou
?- het eenige afdoende middel blijken om
Spaanschen opstand een eind te maken
?i nog alleen maar in theorie. Want het feit
reld wel in twee kampen verdeeld is, in een
isch en in een fascistisch kamp, maakt dat
ligheid uitgesloten zou zijn. De waardeering
iten zou gansch verschillend geschieden, nog
t<an de Italiaansche mede-schuld aan den
waardoor op zijn minst genomen n van
telde deelnemers aan de interventie in een
?f parket gebracht zou worden. Maar zelfs
men daarvoor zooals dat feitelijk bij de
tsonderhandelingen óók geschiedt een
'ou drukken, dan zou nog het verschil niet
zijn. Ieder van beide Europeesche kampen
. 'anje andere belangen, een ander ideaal en
begrip van'staatsgemeenschap verdedigen.
'peesche oorlog zou daar het directe gevolg
arischen hebben dit direct begrepen. Zij
het gevaar van een fascistische overwinning
? Maar dit is een minder kwaad dan oorlog,
Spaansch bewind hoeft immers niet van
:ur te zijn....
ir dat het onlogische neutraliteitsvoorstel
'i i's. Blum tracht daarmee op diplomatieke
solini te bewegen den Spaanschen opstand
.leeren. En hij heeft in deze manoeuvre den
'ierschatten vol ledige n steun van Engeland.
laagt hij daarin slechts langzaam en slechts
zit er nog winst in. Althans zooveel winst
dit oogenblik te behalen is.
. M. KANN
f
toer
arttan
vnii
sr.
t rit'.
ra;
(??
ru
r
lam
l:
PAG. 7 Dt GROENE N*. 3QtO
DE DUITSCHERS ZETTEN ALLE ZEILEN BIJ
om ook nog na de Olympische spelen een
politiek van tegemoetkomendheid en
conciliantie te blijven voeren. Hun eerste object is en
blijft de verstandhouding tot het Britsche Rijk. Het
is te verwachten, zoo hooren wij, dat de nieuwe
ambassadeur Von Ribbentrop reeds spoedig naar
Londen zal komen om daar zijn geloofsbrieven te
overhandigen.
Het is niet te zeggen, hoe lang de nu weer ont
dekte vriendschap van Duitschland voor Engeland
zal duren. En nog minder, of deze vriendschap zal
worden beantwoord. Dat hij zou worden beantwoord
op een wijze, die Engeland meer aan Duitschland
zou binden dan aan de andere Europeesche mogend
heden, met name Frankrijk, is natuurlijk uitgeslo
ten. In Engeland staat n ding voorop: het bc wa
peningsprogramma. De Engelschen bewapenen zich,
vooral op luchtvaart-gebied, in een vervaarlijk
tempo. Zij zijn zich bewust, dat zij het in hun macht
hebben er binnen den kortst mogelijken tijd voor te
zorgen, dat Groot-Brittanniëweer een rijk wordt
waarmee ieder, die op avontuur belust is, rekening
heeft te houden. En, doordrongen als zij zijn van
hun principieele vredelievendheid, meenen zij da4.
oen sterk Brittanniëeen waarborg voor den vrede is.
Dat lijkt ook wel waarschijnlijk. Er is zelfs een
bevestiging van deze stelling te zien in de politieke
ontwikkeling in het Verre Oosten waar het
tegenelkaar-opbouwen van de marines van Engeland,
Amerika en Japan dit laatste land toch blijkbaar in
het nauw drijft, zoodat het teekenen van inzicht
en inschikkelijkheid begint te vertoonen. Daarvoor
werd het dan ook tijd.
Maar om op den Europeeschen toestand terug te
komen, het blijft een theoretische vraag of
Duitschland's inbinden een succes is van de Engelsche of
van de Duitsche diplomatie. Hoogstwaarschijnlijk
heeft men van beide kanten zijn best gedaan. De
heer Vansittart schijnt den heeren te Berlijn duidelijk
te hebben gemaakt, dat zij inzake Spanje voorzichtig
moesten zijn. Er is dan ook een duidelijke draai in
de Duitsche houding gekomen. Het is nog slechts
Italië, dat het door Engeland gesteunde Fransche
neutraliteitsplan door niet te rechtvaardigen
chicanes op de lange baan tracht te schuiven.
Van Duitsch standpunt gezien, is het begrijpelijk,
dat men nu den Engelschen in de kaart wil spelen.
Men hoort niet veel meer over Danzig. Nieuwe
bisbilles, die met Oostenrijk gerezen waren, worden
bijgelegd. Zelfs schijnt Berlijn er op uit de betrek
kingen met Tsjechoslowakije een vriendschappelijker
aspect te geven. Het is duidelijk wat Duitschland
hiermee tracht te bereiken het wil met Engeland
een sfeer van verstandhouding scheppen waar
Frankrijk buiten valt. Het wil op een gegeven oogen
blik met Engeland op voet van gelijkheid en ver
trouwelijkheid kunnen converseeren, zooals vol
wassenen wanneer zij over kinderen praten. In
Engeland is. een conservatief bewind; in Frankrijk
regeert het Volksfront....
Maar, zooals gezegd, wij kunnen geen oogenblik
aannemen, dat Engeland Frankrijk voor Duitsch
land zal laten schieten, hoe voortreffelijk des
heeren Ribbentrop's handelssreizigers-kw.il'teiten
ook mogen zijn.
HET BEZOEK VAN DEN FRANSCHEN MAARSCHALK
GAMELIN te Warschau, de weerklank die dit
bezoek daar gevonden heeft, de aanstaande beant
woording van dit bezoek door Rydz-Smygli te
Parijs, dat is ook een van de factoren, die de Duit
sche diplomatie tot een politiek van voorzichtigheid
hebben genoopt.
Beek is in Polen op den achtergrond gedrongen;
het is een overwinning voor Frankrijk. De Geschie
denis heeft nu eenmaal haar eigen ironie. Polen
was verbitterd omdat het zich een bij wagen van
Frankrijk voelde, omdat het niet een eerste
rangsrol te vervullen kreeg en niet als echte groote mo
gendheid erkend werd. Daarom keerde het Frank
rijk langzamerhand den rug toe. Maar de intrigues
om Danzig maakten een eind aan de sympathieën
voor Duitschland '?sympathieën, die overigens
meer in bepaalde, dan in breede kringen werden
gekoesterd. Het ondoordachte optreden van
Greiser inzake Danzig heeft Hasn de Duitsche
aspiraties meer kwaad, dan goed gedaan.
DB GEBEURTENISSEN IN RUSLAND zijn Wellicht
mede een van de oorzaken, dat Frankrijk wat
meer aandacht dan voorheen besteedt aan zijn an
deren bondgenoot in Oost-Europa. Duidelijk zijn
die gebeurtenissen in Rusland echter allerminst.
PAG 3. DE GROENE Ne. 3090
Wat is de reden, dat het oude en reeds eenmaal be
rechte proces tegen Zinowjef, Kamenef en consor
ten nu door Stalin opnieuw wordt aangespannen?
De kwestie van den moord op Kirow is nu niet
meer van eenig politiek belang. Er moesten dus
andere motieven bestaan.
Twee lezingen doen er de ronde. De eene luidt,
dat Stalin uit persoonlijke motieven, en ook wel
om de aandacht van eenige politieke moeilijkheden
af te leiden, wat sensatie en theater noodig heeft
om uit te laten komen, hoe goed en waakzaam zijn
bewind toch wel is. Deze interpretatie is niet sym
pathiek, maar hierdoor wordt althans de klaar
blijkelijke leugen verklaard, dat de zieke en afge
leefde Trotzki iets met deze zaak te maken zou
hebben.
De andere lezing houdt staande, dat er wel dege
lijk een groep felle orthodoxe communisten bestaat,
die op eigen houtje een onafhankelijke communis
tische diplomatie bedrijven en Stalin en nog vele
anderen wilden vermoorden om tot het zuivere
communisme van weleer terug te kunnen keeren.
Met name de Europeesche" politiek van Litwinof
zou hun tegen de borst stooten. Deze bolsjewieken
van den ouden stijl zouden niets voelen voor de
consequenties die de tegenwoordige diplomatieke
bedrijvigheid en Volkenbondspolitiek van de
SowjetUnie meebrengt - consequenties die hierop neer
komen dat de revolutionnaire propaganda moest
worden stop gezet en parlementaire samenwerking
met andersdenkenden" niet meer onder alle om
standigheden uitgesloten mocht worden geacht.
Inderdaad verklaart deze lezing veel.... be
halve dan het sprookje van Trotzki's medeplichtig
heid aan deze samenzweringen en het aperte ver
dichtsel, dat deze heeren gemeene zaak zouden ma
ken met contra-revolutionnaire elementen, zooals
de Gestapo.
Het wordt tijd, dat de regeering van de
SowjetUnie gaat inzien, dat procesvoering niet gebruikt
mag worden voer politieke machinaties. Zij schaadt
daarmee a* politiek van normalisatie die zij zelf
zegt voor te staan. En evenzoo schaadt zij het
buitenlandsch aanzien dat de Sowjet-Unie niet kan
ontberen, nu zij in Europeesche zaken meer en
meer haar invloed laat gelden. Rusland deed beter
zulke praktijken over te laten aan de fascistisch
geregeerde landen.
ROTTERDAMS BURGEMEESTER DROOGLEEVER
FORTUYN, heeft in zijn functie van Eerste
Kamerlid eens belangstellend geïnformeerd, of
er nog geen schot zat in het vraagstuk van de
concentratie bij het bijzonder onderwijs, en heeft
daarop omgaand antwoord gekregen. Maar een
antwoord dat sterk doet denken aan het bekende
kluitje in het riet". Minister Slotemaker heeft nl.
gemeend te kunnen volstaan met te vertellen, dat
de betreffende staatscommissie nog niet zoo ver
is gevorderd, dat zij haar standpunt heeft kunnen
bepalen. Verder geen woord van verklaring of van
verontschuldiging over de krasse tegenstelling
tüsschen deze nu reeds driekwart jaar traineerende
werkzaamheden en de toezegging van onzen
premier op 20 December 1935 dat het overleg in
deze commissie binnen korten tijd tot een oplossing
zou moeten leiden, terwijl de leiding van deze
commissie toch in handen is van den ministerjvan
onderwijs, die toch sterk het verschil in de verdee
ling van] de crisislasten over het openbaar en het
bijzonder onderwijs moet voelen, en van den minis
ter van financiën, die toch waarlijk niet zoo opti
mistisch over den stand der financiën pleegt te zijn,
dat maandenlang uitstel van een bezuiniging hem
onverschillig moet laten. Er zijn waarlijk nog wel
grootere offers gebracht voor de saneering van het
budget, dan degene die thans gevraagd worden;
als alle leden der commissie hiervan geheel door
drongen waren zou het toch niet zulk een tijd
behoeven te kosten om een vorm voor de gewenschte
concentratie te vinden, die geen principieele begin
selen aantast. Het Nederlandsche volk heeft er o.i.
recht op dat deze commissie voor de nieuwe
begrootingsdrukte tot een resultaat komt.
DAT DE RIJKSMIDDELEN er treurig voor staan
blijkt wel weer uit het zoo juist gepubli
ceerde J uli-overzicht. Op een raming van ruim 31
millioen bleven de opbrengsten bijna drie, verge
leken bij Juli 1935 bijna vier millioen gulden ten
achter. Als het zoo door gaat, zal er aan het eind
van het jaar ondanks een verlaagde raming een
tekort zijn van minstens 20 millioen. Daarbij komt
dan nog het tekort, dat ontstaan is door hoogere
l
4
r.
t!
ml