De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 22 augustus pagina 2

22 augustus 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Ka, DE GROENE AMSTERDAMMER Opgericht In 1877 Redactie: Mr, M. KAN N, TH. MOUSSAULT, Dr. P. H. RITTER Jr., Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO «n Mr. R. H. DIJKSTRA Weekblad voor Nederland onder hoofdredactie van PROF. MR. A. C. JOSEPHUS JITTA ? t-X _ l 60e Jaargang No. 3090 Red. en admlnistr : Keizersgracht 355. Amsterdam C Telefoon 37964 - Postgiro 72860 - Gem. giro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar. VAN UC VAvrrcuuw Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd PUBLIEKRECHTELUIlEBEDIIIlFSORIilUIISIlTIE en de grondwetsherziening tUUHHMU ONZE Grondwet geeft allerminst een volledig beeld van onze voornaamste staatsorganen, van de wijze, waarop deze tot stand komen, hun organisatie en hun functie. Wie meent door nauwkeurige lezing van onze Grondwet, althans de hoofdzaken van ons staatsrecht en van de be moeiingen van wetgever en overheid rnet het maatschappelijk leven te leeren kennen, komt be drogen uit. Niet alleen, omdat verschillende artike len een andere beteekenis hebben, dan men er bij simpele bestudeering in zou meenen te lezen, maar ook omdat de Grondwet geen enkele mededeeling bevat omtrent tal van hoogst belangrijke overheids bemoeiingen. Omtrent de vooral in de laatste jaren hoogst ge wichtige functie van overheidsorganen in het sociale en het economische leven, zwijgt onze Grondwet vrijwel geheel. Sinds 1922 bevat de Grondwet echter n artikel, dat beoogt den grondslag te leggen voor wat men publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie pleegt te noe men. Het toen ingevoegde artikel luidt: de wet kan aan andere, dan in de Grondwet genoemde licha men, verordenende bevoegdheid toekennen. Het is merkwaardig, dat men dit artikel heeft opgenomen in het negende hoofdstuk, dat over den waterstaat handelt en waarvan de titel sindsdien luidt: van den waterstaat en van bijzondere licha men met verordenende bevoegdheid. Vóór 1922 was het een strijdvraag, of er naast de uitdrukkelijk als zoodanig door de Grondwet genoemde lichamen met verordenende bevoegdheden, de Provinciale Staten» de gemeenteraden, de waterschappen en de veenschappen, nog andere dergelijke publiekrech telijke lichamen zouden kunnen worden ingesteld, zooals openbare lichamen voor beroep en bedrijf, die men bedrijfsschappen of bedrijfsraden zou kun nen noemen. Het nieuwe artikel van 1922 heeft deze strijdvraag in dien zin opgelost, dat de moge» lijkheid dergelijke lichamen in te stellen, boven iederen twijfel verheven is. In de bij Koninklijke boodschap van i Augustus bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal aanhangig gemaakte voorstellen tot herziening der Grondwet stelt de Regeering, op het voetspoor van de bekende grondwetscommissie voor, het geciteerde artikel te doen vervallen, doch een nieuw hoofdstuk, vierde hoofdstuk A genoemd, in te voegen, waarin de zelfde materie, die tot dusverre in artikel 19 was aangeduid, wat meer in bijzonderheden, in drie artikelen wordt geregeld. BIJ de installatie van de grondwetscommissie heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken als n van de onderwerpen, die mede onder het oog gezien zouden moeten worden, genoemd: de instelling van een Kamer tot vertegenwoordiging van het bedrijfsleven. Terecht heeft de grondwetscommissie en thans eveneens de Regeering, het denkbeeld afgewezen aan de beide Kamers der Staten-Generaal een derde Kamer toe te voegen, welke het bedrijfsleven zou vertegenwoordigen. Door de instelling' van zulk een Kamer zou immers het historisch gegroeide karakter van het parlement worden gewijzigd. De Staten-Generaal, waarin de groote geestelijke stroo mingen van het volk haar vertegenwoordiging vinden, hebben onder meer tot taak mede te werken aan de algemeene rechtsvorming. Indien aan deze rechtsvorming deel zou krijgen een orgaan dat in het bedrijfsleven zijn wortel vindt, zou dit een ver andering van fundamenteele beteekenis zijn in onze staatsinrichting. Volkomen terecht achten grond wetscommissie en Regeering dat bedenkelijk. Bovendien acht men de instelling van'zulk een Kamer een sprong in het duister, omdat de denk beelden op het gebied van de nadere rechtsvorming voor het bedrijfsleven nog in wording zijn. Zij heb ben, hoewel zij onmiskenbaar in het volk leven, nog niet voldoende rijpheid gekregen. Bijzondere orga nen van bedrijfsvertegenwoordiging zijn nog niet geschapen en een Kamer voor het bedrijfsleven zou van zulke lagere openbare organen toch de over kapping moeten zijn. REGEERING en grondwetscommissie staan der halve, en mijns inziens volkomen terecht, af wijzend tegenover het denkbeeld, met de instelling van een algemeene vertegenwoordiging van het bedrijfsleven te beginnen, wat op hetzelfde neer zou komen, alsof men eerst een dak zou bouwen, met de bedoeling, daaronder later een huis te plaat sen. Zij zijn echter volkomen bereid in de Grondwet op zuivere schaal, dan tot dusverre het geval was, de figuur van openbare lichamen, met verordenende en andere publiekrechtelijke bevoegdheden bekleed, werkende voor bepaalde bedrijven en beroepen, althans niet het karakter dragende van een algemeene volksvertegenwoordiging, aan de orde te stellen. Het is merkwaardig, dat uit dat nieuwe hoofdstuk IV A, dat uit drie artikelen bestaat, welbeschouwd niet heel veel meer volgt, dan reeds uit artikel 194 viel af te leiden. Maar terecht meenen Regeering en grondwetscommissie, dat er desniettemin goede gronden vallen aan te voeren voor het nader aan wijzen door middel van de Grondwet van een weg voor organen, die, blijvend op het terrein van het bedrijfsleven, regelend zullen kunnen optreden. Dit is dus typisch de materie, die tegenwoordig aange duid pleegt te worden met de woorden: ordening door middel van openbare organen, waarin de belanghebbenden bij het bedrijfsleven vertegenwoor digd worden. De behoefte aan bedrijfsregelingen wordt sterk gevoeld in steeds breederen kring. Zij hangt samen met de omstandigheid, dat de bedrijven meer en meer, naast privaatrechtelijke zijden, een openbaar karakter gaan vertoonen en in toenemende mate worden gezien als een maatschappelijke factor van organischen aard, welke als zoodanig het algemeen belang dient. Door de ontwikkeling van het crisisrecht is dit proces nog versneld. Juist dit organische karakter maakt het naar het oordeel van Regeering en grondwetscommissie wenschelijk, in de Grond wet eenige voorschriften op te nemen met betrekking tot de rechtsvorming in eigen kring op dit gebied. Wat de Grondwet omtrent deze nieuwe organen zal bevatten, indien deze voorstellen worden aan genomen, is betrekkelijk eenvoudig. De wet zal voor bepaalde beroepen en bedrijven en groepen daarvan, alsmede voor het beroeps- en bedrijfsleven in het algemeen, nieuwe lichamen kunnen instellen, die tot taak zullen krijgen rege lend in het bedrijfsleven in te grijpen. De wet zal de samenstelling, de inrichting en de bevoegdheid van deze nieuwe lichamen regelen. De wet zal o.a. aan deze lichamen verordenende bevoegdheden, op het gebied hunner speciale functie, kunnen toekennen. Terecht wordt er voor gewaakt, dat deze licha men zullen blijven binnen het kader hunner speciale bevoegdheden en dat ook de besluiten, die binnen dat kader vallen, vernietigd zullen kunnen worden door de overheid, wanneer deze in strijd komen met de wet, of met het algemeen belang, zooals de over heid dat ziet. Alle besluiten van de nieuwe organen zullen der halve desgewenscht vernietigd kunnen worden. Ten aanzien van bepaalde besluiten kan door de wet, die de lichamen instelt, worden voorgeschreven, dat zij niet zullen werken, alvorens zij door de overheid zijn goedgekeurd. Het komt mij voor, dat hier op zeer bevredigende wijze geregeld is, wat op dit oogenblik ten aanzien van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie rijp is, in een Grondwet te worden neergelegd. Het is niet veel, maar wie meer verlangt, maakt zich los van de werkelijkheid, begeeft zich in de wereld der fantasie en stelt eisenen, die niet voor inwilliging vatbaar zijn. A. C. JOSEPHUS JITTA "^ <=>L)Qi>M)twie&Zeggen en doen EEN groot deel van de R.K. pers spreekt! haar verbazing over uit, dat Minister Gelisj in een sensatiemakend artikel in het Haag» Maandblad van Augustus een warm pleid houdt voor industrialisatie, maar dat het Kabu waarvan hij deel uitmaakt en waarin die t( juist onder hem ressorteert, zoo weinig op gebied tot stand brengt. Zou " Hjker _ haar tot stand te brengen? En is die pers bereid hieruit de les te tre die daaruit volgt voor wat betreft haar se critiek op het beleid van het Kabinet Colijn De beste stuurlui staan aan wal l Mastenbroekmanie en Senfltls EN gehuldigd dat er moest worden De meisjes, die een paar seconden zwemmen dan een ander zijn hiervoor zwemmers en waterschuwen toegejuicht, geblazen en toegesproken. De straten heil zwart gestaan van de belangstelling enl gelukkige, die iemand gesproken had, die met een der zwem-sterren had gepraat wa,1 een beroemdheid geworden. Rie Mastenbro zelfs incognito naar buiten moeten vluc Het is zóó erg, dat de Jordaanjongens er l Hartjesdag en minister Colijn er een J minuten zijn ambtsplichten voor laten A propos, weet u nog de namen van de landsche zwemkampioenen van de Olympl van 1928? ,c jareerd ; ET verhaal gaat, dat een officier van het ""i Nederlandsche leger onlangs in Duitschland a- voor een sportdemonstratic. In een bijeenM st van officieren werd spottend over Holland :s okén. Een Duitscher zei: Pas maar op, het il iet lang meer duren, of onze Hitler komt ook ,.?.-. - ? } :>lland." Waarop die Nederlandsche officier tot stand brengt. a woord zou hebben: Dat is best mogelijk. i die pers niet begrijpen, dat het gema?. ,pbben aj ju]He keizer. wij hadden jullie is over industrialisatie te schrijven, ^ pring. wij zuHen ook nog wel egn fustig " ' *ihu hoekje voor jullie Hitler weten te vinden." H de aan dien officier, die ook in het woord?-' ils kundig tacticus de nationale eer vere. /onderen der economie b2wapeningswedloop, de bouw van ileuwe kruisers en slagschepen in Europa nerika, heeft tot een groote vermeerdean de vraag naar staal geleid. De provan ijzer en staal geeft statistisch cijfers i, zooals wij deze sinds de depressie niet ;ekend hebben. -Iroogte in de Vereenigde Staten en Canada ? ie oogst tot een fractie van de ramingen eerd. De prijzen van maïs en tarwe stijgen an week, dag aan dag. De graan-noteein Montreal en Chicago houden de haus: spanning. lang kent men de twee cardinale indextarwe en staal. De New Yorksche beurs dan ook terdege blijk van.de gunstige" kenen te hebben verstaan. i> iiriiiimiiiiiiiiiiMintiiiniiiHmiiinntHiHMinNlliliiin P let: Zl' ter red ek igc: rs Sin fcr. ort Interven+i-nogelijk t~riERWIJL door beide strijdende partij* £ Spanje gevangen tegenstanders bij hoi tallen worden gefusilleerd, ziet Europa zaam toe. Europa bezit de materieele middelen om moet in n dag aan het bloedvergieten een eii maken. Er is vrijwel geen staat te vinden, dit het grootste belang heeft bij een spoedig eindt den strijd. Maar er gebeurt niets. Spanje zelf zou in de allereerste plaats g 'zijn met een beëindiging van den broederkrijg. Frankrijk en Engeland is het een zaak van het grootste belang. Zelfs Italiëkan niet wezenlijk < zijn bij het voortduren van spanning en onr den Westelijken toegangsweg tot de Middell Zee. Wat ware er eenvoudiger dan een internat vlootvertoon, het landen van een kleine exp macht aan de Biskaaische kust, en in een Middellandsche Zee-havens? Men zou beide moeten en kunnen ontwapenen, strikt tijdig dienen op te treden en zien of men niet periode van gedwongen rust en opgelegde 01 ning tot overeenstemming zou kunnen komen weder-instelling van een stabiel en wettig S1 bewind. . De gedachte ligt voor de hand, maar voor* zij onuitvoerbaar. De Geschiedenis heeft echter een voorbeeld dergelijke interventie gekend in de expedit Peking die een eind maakte aan den Boxer-o toen een internationale troepenmacht onder van den Duitschen admiraal Graaf Waldersee werd» Later zijn daarover vaak met eenige sch heid de herinneringen opgehaald. Men her in hoe keizer Wilhelm bij die gelegenheid een si redevoering gehouden heeft, die aan de zaak kwaad dan goed deed: Pardon wordt niet d Over duizend jaar zullen de nakomelingen die ge nu zult vernietigen, zich nog van & weten te bergen wanneer de naam van DUI'I genoemd wordt.... Haast wie die Hunnen, Het woord Hunnen" heeft zijn historischt gekend...... AL mag Wilhelm's grootheidswaan deze *~*een wrangen bijsmaak gegeven hebbent (dei ding van den gezant bij het Chineesche Hoj\ recht tot bijzondere verbolgenheid van Duits* het principe was juist. Het was het prit de Internationale Politie. rni ?Av m.. to r/,s ?er t' ??7(; er ligt een groot verschil tüsschen principe /o; s-si'n^, tüsschen theorie en practijk. Het gaat f <. om, zooats Lansbury dat doet in zijn brief T! Times, de oogen te sluiten voor het feit dat m twee kampsn verdeeld is. Het van allen 'heidszin ontbloote super pacifisme van den urbeidersleider, die Staats- en Kerkhoofden mg wil brengen om het Spaansche volk tot $gen der wapenen te overreden lijkt op' een ?ig der politieke realiteit die even vruchteloos charge op den vijand in het veld, uitgevoerd 't'efde omnibusknollen. ?ige consequentie van Lansbury's these is '?verkelijke internationale interventie. Maar zegt zelf, dat niet te willen. Wat wil hij dan parlement bijeenroepen. Waarvoor? men de zaak serieus zou overwegen, zou ?- het eenige afdoende middel blijken om Spaanschen opstand een eind te maken ?i nog alleen maar in theorie. Want het feit reld wel in twee kampen verdeeld is, in een isch en in een fascistisch kamp, maakt dat ligheid uitgesloten zou zijn. De waardeering iten zou gansch verschillend geschieden, nog t<an de Italiaansche mede-schuld aan den waardoor op zijn minst genomen n van telde deelnemers aan de interventie in een ?f parket gebracht zou worden. Maar zelfs men daarvoor zooals dat feitelijk bij de tsonderhandelingen óók geschiedt een 'ou drukken, dan zou nog het verschil niet zijn. Ieder van beide Europeesche kampen . 'anje andere belangen, een ander ideaal en begrip van'staatsgemeenschap verdedigen. 'peesche oorlog zou daar het directe gevolg arischen hebben dit direct begrepen. Zij het gevaar van een fascistische overwinning ? Maar dit is een minder kwaad dan oorlog, Spaansch bewind hoeft immers niet van :ur te zijn.... ir dat het onlogische neutraliteitsvoorstel 'i i's. Blum tracht daarmee op diplomatieke solini te bewegen den Spaanschen opstand .leeren. En hij heeft in deze manoeuvre den 'ierschatten vol ledige n steun van Engeland. laagt hij daarin slechts langzaam en slechts zit er nog winst in. Althans zooveel winst dit oogenblik te behalen is. . M. KANN f toer arttan vnii sr. t rit'. ra; (?? ru r lam l: PAG. 7 Dt GROENE N*. 3QtO DE DUITSCHERS ZETTEN ALLE ZEILEN BIJ om ook nog na de Olympische spelen een politiek van tegemoetkomendheid en conciliantie te blijven voeren. Hun eerste object is en blijft de verstandhouding tot het Britsche Rijk. Het is te verwachten, zoo hooren wij, dat de nieuwe ambassadeur Von Ribbentrop reeds spoedig naar Londen zal komen om daar zijn geloofsbrieven te overhandigen. Het is niet te zeggen, hoe lang de nu weer ont dekte vriendschap van Duitschland voor Engeland zal duren. En nog minder, of deze vriendschap zal worden beantwoord. Dat hij zou worden beantwoord op een wijze, die Engeland meer aan Duitschland zou binden dan aan de andere Europeesche mogend heden, met name Frankrijk, is natuurlijk uitgeslo ten. In Engeland staat n ding voorop: het bc wa peningsprogramma. De Engelschen bewapenen zich, vooral op luchtvaart-gebied, in een vervaarlijk tempo. Zij zijn zich bewust, dat zij het in hun macht hebben er binnen den kortst mogelijken tijd voor te zorgen, dat Groot-Brittanniëweer een rijk wordt waarmee ieder, die op avontuur belust is, rekening heeft te houden. En, doordrongen als zij zijn van hun principieele vredelievendheid, meenen zij da4. oen sterk Brittanniëeen waarborg voor den vrede is. Dat lijkt ook wel waarschijnlijk. Er is zelfs een bevestiging van deze stelling te zien in de politieke ontwikkeling in het Verre Oosten waar het tegenelkaar-opbouwen van de marines van Engeland, Amerika en Japan dit laatste land toch blijkbaar in het nauw drijft, zoodat het teekenen van inzicht en inschikkelijkheid begint te vertoonen. Daarvoor werd het dan ook tijd. Maar om op den Europeeschen toestand terug te komen, het blijft een theoretische vraag of Duitschland's inbinden een succes is van de Engelsche of van de Duitsche diplomatie. Hoogstwaarschijnlijk heeft men van beide kanten zijn best gedaan. De heer Vansittart schijnt den heeren te Berlijn duidelijk te hebben gemaakt, dat zij inzake Spanje voorzichtig moesten zijn. Er is dan ook een duidelijke draai in de Duitsche houding gekomen. Het is nog slechts Italië, dat het door Engeland gesteunde Fransche neutraliteitsplan door niet te rechtvaardigen chicanes op de lange baan tracht te schuiven. Van Duitsch standpunt gezien, is het begrijpelijk, dat men nu den Engelschen in de kaart wil spelen. Men hoort niet veel meer over Danzig. Nieuwe bisbilles, die met Oostenrijk gerezen waren, worden bijgelegd. Zelfs schijnt Berlijn er op uit de betrek kingen met Tsjechoslowakije een vriendschappelijker aspect te geven. Het is duidelijk wat Duitschland hiermee tracht te bereiken het wil met Engeland een sfeer van verstandhouding scheppen waar Frankrijk buiten valt. Het wil op een gegeven oogen blik met Engeland op voet van gelijkheid en ver trouwelijkheid kunnen converseeren, zooals vol wassenen wanneer zij over kinderen praten. In Engeland is. een conservatief bewind; in Frankrijk regeert het Volksfront.... Maar, zooals gezegd, wij kunnen geen oogenblik aannemen, dat Engeland Frankrijk voor Duitsch land zal laten schieten, hoe voortreffelijk des heeren Ribbentrop's handelssreizigers-kw.il'teiten ook mogen zijn. HET BEZOEK VAN DEN FRANSCHEN MAARSCHALK GAMELIN te Warschau, de weerklank die dit bezoek daar gevonden heeft, de aanstaande beant woording van dit bezoek door Rydz-Smygli te Parijs, dat is ook een van de factoren, die de Duit sche diplomatie tot een politiek van voorzichtigheid hebben genoopt. Beek is in Polen op den achtergrond gedrongen; het is een overwinning voor Frankrijk. De Geschie denis heeft nu eenmaal haar eigen ironie. Polen was verbitterd omdat het zich een bij wagen van Frankrijk voelde, omdat het niet een eerste rangsrol te vervullen kreeg en niet als echte groote mo gendheid erkend werd. Daarom keerde het Frank rijk langzamerhand den rug toe. Maar de intrigues om Danzig maakten een eind aan de sympathieën voor Duitschland '?sympathieën, die overigens meer in bepaalde, dan in breede kringen werden gekoesterd. Het ondoordachte optreden van Greiser inzake Danzig heeft Hasn de Duitsche aspiraties meer kwaad, dan goed gedaan. DB GEBEURTENISSEN IN RUSLAND zijn Wellicht mede een van de oorzaken, dat Frankrijk wat meer aandacht dan voorheen besteedt aan zijn an deren bondgenoot in Oost-Europa. Duidelijk zijn die gebeurtenissen in Rusland echter allerminst. PAG 3. DE GROENE Ne. 3090 Wat is de reden, dat het oude en reeds eenmaal be rechte proces tegen Zinowjef, Kamenef en consor ten nu door Stalin opnieuw wordt aangespannen? De kwestie van den moord op Kirow is nu niet meer van eenig politiek belang. Er moesten dus andere motieven bestaan. Twee lezingen doen er de ronde. De eene luidt, dat Stalin uit persoonlijke motieven, en ook wel om de aandacht van eenige politieke moeilijkheden af te leiden, wat sensatie en theater noodig heeft om uit te laten komen, hoe goed en waakzaam zijn bewind toch wel is. Deze interpretatie is niet sym pathiek, maar hierdoor wordt althans de klaar blijkelijke leugen verklaard, dat de zieke en afge leefde Trotzki iets met deze zaak te maken zou hebben. De andere lezing houdt staande, dat er wel dege lijk een groep felle orthodoxe communisten bestaat, die op eigen houtje een onafhankelijke communis tische diplomatie bedrijven en Stalin en nog vele anderen wilden vermoorden om tot het zuivere communisme van weleer terug te kunnen keeren. Met name de Europeesche" politiek van Litwinof zou hun tegen de borst stooten. Deze bolsjewieken van den ouden stijl zouden niets voelen voor de consequenties die de tegenwoordige diplomatieke bedrijvigheid en Volkenbondspolitiek van de SowjetUnie meebrengt - consequenties die hierop neer komen dat de revolutionnaire propaganda moest worden stop gezet en parlementaire samenwerking met andersdenkenden" niet meer onder alle om standigheden uitgesloten mocht worden geacht. Inderdaad verklaart deze lezing veel.... be halve dan het sprookje van Trotzki's medeplichtig heid aan deze samenzweringen en het aperte ver dichtsel, dat deze heeren gemeene zaak zouden ma ken met contra-revolutionnaire elementen, zooals de Gestapo. Het wordt tijd, dat de regeering van de SowjetUnie gaat inzien, dat procesvoering niet gebruikt mag worden voer politieke machinaties. Zij schaadt daarmee a* politiek van normalisatie die zij zelf zegt voor te staan. En evenzoo schaadt zij het buitenlandsch aanzien dat de Sowjet-Unie niet kan ontberen, nu zij in Europeesche zaken meer en meer haar invloed laat gelden. Rusland deed beter zulke praktijken over te laten aan de fascistisch geregeerde landen. ROTTERDAMS BURGEMEESTER DROOGLEEVER FORTUYN, heeft in zijn functie van Eerste Kamerlid eens belangstellend geïnformeerd, of er nog geen schot zat in het vraagstuk van de concentratie bij het bijzonder onderwijs, en heeft daarop omgaand antwoord gekregen. Maar een antwoord dat sterk doet denken aan het bekende kluitje in het riet". Minister Slotemaker heeft nl. gemeend te kunnen volstaan met te vertellen, dat de betreffende staatscommissie nog niet zoo ver is gevorderd, dat zij haar standpunt heeft kunnen bepalen. Verder geen woord van verklaring of van verontschuldiging over de krasse tegenstelling tüsschen deze nu reeds driekwart jaar traineerende werkzaamheden en de toezegging van onzen premier op 20 December 1935 dat het overleg in deze commissie binnen korten tijd tot een oplossing zou moeten leiden, terwijl de leiding van deze commissie toch in handen is van den ministerjvan onderwijs, die toch sterk het verschil in de verdee ling van] de crisislasten over het openbaar en het bijzonder onderwijs moet voelen, en van den minis ter van financiën, die toch waarlijk niet zoo opti mistisch over den stand der financiën pleegt te zijn, dat maandenlang uitstel van een bezuiniging hem onverschillig moet laten. Er zijn waarlijk nog wel grootere offers gebracht voor de saneering van het budget, dan degene die thans gevraagd worden; als alle leden der commissie hiervan geheel door drongen waren zou het toch niet zulk een tijd behoeven te kosten om een vorm voor de gewenschte concentratie te vinden, die geen principieele begin selen aantast. Het Nederlandsche volk heeft er o.i. recht op dat deze commissie voor de nieuwe begrootingsdrukte tot een resultaat komt. DAT DE RIJKSMIDDELEN er treurig voor staan blijkt wel weer uit het zoo juist gepubli ceerde J uli-overzicht. Op een raming van ruim 31 millioen bleven de opbrengsten bijna drie, verge leken bij Juli 1935 bijna vier millioen gulden ten achter. Als het zoo door gaat, zal er aan het eind van het jaar ondanks een verlaagde raming een tekort zijn van minstens 20 millioen. Daarbij komt dan nog het tekort, dat ontstaan is door hoogere l 4 r. t! ml

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl