De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 5 september pagina 3

5 september 1936 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

-<fc ' K ' . l ,1betreft ten halve, wat het principe betreft niet aangegrepen. De confe rentie met de wethouders van sociale zaken der 7 grootste steden heeft dit resultaat gehad, dat de standaardloonen waarnaar de langdurige en inwonende werkloozen hun ,, steun" berekend zullen krijgen, naar plaatselijk levenspeil en leeftijd gedifferentieerd zullen worden; en tevens alle .verhoogd van n tot drie gulden per week. Voorts is maximumverlaging tot ? i.?terug gebracht en waar noodig een bijdrage in de verhuiskosten toegezegd. Ten slotte heeft de minister een wetsont werp tegen onredelijke uitzetting toe gezegd, indien dat noodig mocht blijken. Met deze spaarzame verbete ringen is echter de psychologische fout niet goedgemaakt, om de vele werk loozen, wier laatste moreele steun het is tot een vakgroep te behooren en buurtgenoot" te zijn, juist dit te ontnemen en hen daarmee tot wan* hopigen en wellicht tot extremisten te maken. Ook de Nationale Woningraad heeft er nog eens duidelijk op gewezen, dat de afschaffing van den huurbijslag moet leiden tot het betrekken van krot woningen of samenwonen, beide met ongewenschte moreele gevolgen. Tegen dit alles wegen de verbeteringen voor de plattelanders en groote gezinnen niet op. Op de Plan-demonstraties van a.s. Zondag zal een en ander nog wel eens extra als een voorbeeld van vicieu ze aanpassingspolitiek worden geken schetst; en aangezien ook de confessioneele vakbonden tegen deze maat regelen in het geweer komen, zal de minister de volgende week in de Eerste Kamer ook nog een heele toer hebben om de tegenstanders te weerstaan. DS. VAN DUYL op N.S.B.-tournee in Indiëheeft, ondanks zijn vroeger lidmaatschap van ,,Kerk en Vrede", groot succes gehad als propagandist voor maritieme superbewapening (on geacht de kosten)! Minder zijn zijn uitlatingen over de Chineezen als zijnde een groep, die eigenlijk in Indiëniet thuis behoort, gewaardeerd. Toen de groote verontwaardiging bij deze volksgroep oplaaide, is natuurlijk schielijk het gebruikelijk démenti gevolgd, maar wij weten nu langzamerhand wel welke waarde daaraan bij deze heeren gehecht moet worden. ONDER ONZE REVOLUTIONAIR-SO CIALISTEN heeft de doodstraf der zestien opposanten in Rusland groote beroering gewekt. De partijvoorzitter Schmidt en enkele andere functiona rissen hebben zich uit hun partij functies teruggetrokken, omdat zij thans verlangen, dat het begrip dic tatuur van het proletariaat", dat blijk baar zoo misbruikt kan worden, uit het program wordt geschrapt. De ironie van de geschiedenis is echter, dat Trotski, als wiens geestverwant deze groep zich steeds afficheerde, juist altijd deze ,,dictatuur" sterk verdedigd heeft. Een terugtocht in de richting van het vaderhuis de S.D.A.P. dus? TEGEN de eene extremistische pat tij kan men van de andere geen heil verwachten. Dit moet komen van een economische opleving. Mogen de vol gende cijfers omtrent de toeneming van het aantal schepen en in het tonnage ons eenige hoop geven. Hamburg Antwerpen schepen ton schepen ton '36 lo.yö^ 12.961.804 74<>i 12.299.8.08 , '35 10.765 ? 12.405.00-2 7145 11.007.687 217 556.862 317 ()9J. 131. N. Waterweg Rotterdam schepen ton schepen ton '36 9073 15.254.303 8228 13.487.520 '35 8l49 13.665.810 7232 11.750.558 924 1.588.493 996 1.736.962 WEERKEER Anton van DR. G. Kalf f J r., die gaarne zijne bijzonderheid zoekt in het uitspreken van onaange name gedachten, schreef onlangs in een onderwijsweckblad, de voorspelling neer, dat Jan Fredeiik Helmers, de dichter van De Hollandsche Natie, van wien men tegenwoordig alleen de Helmersstraat te Amsterdam kent, binnen afzienbaren tijd weer warme bewonderaars zou vinden. Dit is voor de lyrische dichters geen prettig vooruitzicht. Maar wij leven ook niet in een tijdperk van prettige vooruit zichten, en wie erover nadenkt, moet bekennen, dat de onaangename gedach te van dr. G. Kal f f de kans heeft, een juiste gedachte te zijn. Het voor naamste argument tengunste der mee ning van Kalff levert het feit, dat Jan Frederik Helmers door het nage slacht verwaarloosd is. Ja, het is nog erger. Hij is door het nageslacht be lachelijk gemaakt. Wilt gij de letter kunde van de toekomst beheerschen, dan moet gij dit is een vaste stel regel bewondering koesteren voor schrijvers, die belachelijk worden ge maakt. Niets is eerder vermoeid aan het menschelijke lichaam dan de lachspier. Niets is dus ook vergankelijker dan de lachlust. Hoe heeft het verstandige vaderland niet gespot, omdat Jan Frederik Helmers (van de Hollandsche Natie) placht te spreken over barden, wanneer hij de dichters van zijn tijd mannen met gekleede jassen en kaalkoppen bedoelde ! Baiden ! Jawel! Maar deze maand verscheen te Rotterdam een kleine dichtbundel, Trophee van Paul Haimon, waarin de dichters weer barden worden genoemd ! Ze hebben nu colbertjes aan, en er zijn zelfs vooruitstrevende dichters, die plus-fours dragen of hoe heeten die malle pofbroeken, maar evengoed zijn voor de jongste generatie de dichters weer barden ! Dit zegt iets ! Twee vormen van taaikunst zullen in de naaste toekomst zoo laat het leven zich aanzien vele beoefenaars vinden. Het zijn: de epiek en de wel sprekendheid. Ze werden nog nauwe lijks tot de moderne aesthetica gere kend. Niemand bekommerde zich om het heldendicht. Niemand stelde er een eer in, welsprekend te zijn. Werd er iets grondiger verafschuwd in de litteratuur van heel Europa, sedert DER WELSPREKENDHEID Duinkerken 1880, dan het ihetorischc? Men dacht er niet aan, rhetorisch te zijn ! Men vermeed het met ijver. TOEN kwam er een man, die nauwe lijks een te verantwoorden regel proza op het papier kon zetten; een man, die essentieel ondichterlijk, ja, van nature anti-poëtisch is; een man, die de geboren vijand is van alle lyrische dichtkunst. Die man begon te praten. De eerste maal, dat hij praatte dat was in 1921 had hij zes toe hoorders. Het waren geen zeer intelli gente kerels. Ze zouden in elke con certzaal, in iederen schouwburg, zelfs in elk leesgezelschap misplaatst zijn. Maar ze waren óék menschen. Ze wilden graag mooi hooren praten. Ze hadden een diep-menschelijke, een stomweg-menschelijke, een algemeen menschelijke behoefte aan. rhetorica. Ze waren niet door de litteratuur bedorven, noch door de muziek, noch door de studie. Ze dronken graag bier, omdat ze graag geestdriftig werden, en omdat ze voor wijn geen geld wellicht ook geen smaak hadden. Zij hoorden praten en zij werden wild van geestdrift. Hier was het hen juist om te doen: om wild te worden. Hier is het ons met de kunst allemaal om te doen: om wild te worden. De kunst is een middel, dat ons de knellende maatschappelijke banden eenzelvig doet verbreken, of collectief doet verbreken, maar doet verbreken. De lyrische dichters van de negentiende eeuw hadden gewed op de eenzelvige verbreking. Adolf Hitler, die van de lyrische poëzie voor geen gram ver stand had, wedde op de collectieve verbreking. Hij won de weddenschap. In 1921 had hij zes toehoorders. Vandaag heeft hij er in Duitschland zestig millioen, en buiten Duitschland wel bijna zeshonderd millioen. Het is dezen man toegestaan, desnoods onzin te zeggen (en wie kan beweren, dat hij het altijd naliet?), maar wat hij ook zegt, het wordt afgeluisterd door de verslaggevers van de wereldpers en het wordt afgedrukt in de wereld kranten. Het wordt afgedrukt in Gothische letters, in Latijruche letters, in Cyrillische letters, in Koptische letters, in Arabische en in Hebreeuwsche letters, in Perzisch en in Indisch schrift, in Chineesche karakters, in Japansche karakters, in de spelling van Marchant en in de spellingen, die er nog verder zijn, vormende tezamen zeven maal zevenduizend spellingen van hier tot Wladiwodstock. Dit lijkt bedrieglijk op het Pinksterwonder, toen de Parthen en Meden en Eleamieten, de inwoners vau Mesapotamië, Judaea en Cappadocië, van Pontus, Klein Aziëen Phrygië, van Pamphrygië, Egypte en de verschillen de landstreken van Lybië, de Romei nen, de Joden en de Jodengenooten de Cretenzers en de Arabieten ver stonden de taal, die de apostel Petrus sprak. f* EEFT er zich wel iemand reken" VJ schap van, wat het beteekent, da* een man, die als kunstenaar niet het ge ringste talent heeft, die afschuwelijke beeldspraken gebruikt, zooals:,,wij zul len het Duitsche landschap leggen in de handen van de Duitsche kunstenaars !" dat zulk een man in den tijd, waarin wij leven, niets kan beweren, of het wordt gehoord? Ik heb het niet over de politieke beteekenis van dit feit. Die acht ik gering. Ik heb het over de aesthetische beteekenis van dit feit. Die is enorm. In de beste litteratuur tenzij mis schien in de klassieke, van Homerus en van Vergilius wordt altijd iets ver waarloosd, en deze verwaar loozing heeft altijd catastrophale gevolgen voor de heele menschheid. In de beste moderne litteratuur is de welsprekend heid verwaarloosd. Er was Pirandello voor de dramatiek, Valéry voor het lierdicht, Van Deyssel voor de satyre, Tristan Bernard voor het epigram, Christian Morgenstern voor den humor, Menno ter Braak voor de didactiek, John Masefield voor de ballade, H. Marsman voor de elegie, Bellmann voor het drinklkd, Kafka voor de novelle, E. du Perron eri Van der Putte voor de dag-notitie, iedereen voor den roman, Lawrence voor de erotiek en zoo, Stefan George voor de verveling, en Aldous Huxley voor de ethiek, maar er was niemand, die de plaats verving van Bossuet, of zelfs maar van Van der Palm. De menschen hadden alles wat zij hebben wilden, op n ding na. Dat ne ding was de rhetorica, de eenige verboden vrucht in het paradijs van de litteratuur. De ballingen, kinderen Eva's, hebben die ne verboden vrucht gekozen: de welsprekendheid. Zóó zijn de menschen. li. l! H ti! k De reportage van de week VLUCHT UIT SPANJE T 7 * ^??^ «J^L-^rf verhalen van uitgewekenen uit Barcelona WIJ waren met 1700 menschen aan boord 34 nationaliteiten. Ieder had zijn eigen lot te dragen, maar voor 500 van ons was hetzelfde lot weggelegd. Het waren 500 nonnen. Zij reisden in burgerkleeren 500 min of meer oude vrouwtjes. Vóór wij aan boord werden gelaten, zaten zij opeengehoopt, dicht tegen elkaar aangedrukt, en staarden en staarden. En wat zagen zij eigenlijk ? Zij zagen hetzelfde, wat wij allemaal zagen: Menschenmassa's, die in een rij stonden van honderden meters lang, om op de laatste vluchtelingenboot hun huid te kunnen redden. Verschillenden van deze menschen had men het dak boven het hoofd weggenomen, of zij waren vrijwillig gegaan. Iedereen had zijn noodlot, man of vrouw, moeder of kind.... ieder had ccn ander lot. Alleen deze 500 vrouwen hadden een gemeenschappelijk lot. Jn dit gedeelte van Spanje zijn vele kerken en kloosters verbrand en platgeschoten, alleen de kathedraal, de trots van Barcelona, is weliswaar gesloten, maar zij is nog niet geschonden; misschien zal zij opeen goeden dag weer eens geopend worden, als bezienswaardigheid, als teeken van een lang vervlogen tijd .... Haar ambt: Non, haar roeping, bestaat voor het tegenwoordige Spanje nietmeei. In haar,.woningen" huizen nu de arbeiders: arbeidersuniversiteiten, aroeiderssanatoria, arbeidersbibliothekcn, arbeidersklinieken, dit alles hebben de ,,overwinnaars" in Mikele dagen omgeorganiseerd". Daar zitten zij nu, die vrouwen en staren de nenschen aan, die vreemde wezens, die het gewend :\}n. moderne kleeren te dragen, naar den kapper te ;aan en die het bovenal zoo gewend waren voor hun 'estaan te vechten, hun eigen brood te verdienen, e werken, te overwinnen en .... te verhezen. Een ouge kerel hier voor mij, een Oostenrijker, vertelt: iij had een hoenderpark, niet ver van Barcelona, :i de bergen, tweeduizend kippen. Hij had er hard oor moeten werken vóói hij het zoo ver had ebracht; iederen nacht twee maal opstaan, eiken lorgen om vijf uur beginnen, ploeteren en zwoegen, ig in, dag uit. Maar het ging goed. Hij had zich >ctjes aan een koe en een varken er bij kunnen ?open en nu wilde hij gaan trouwen. Toen .vam de roode militie bij hem: Beneden in de ,->.d is revolutie. Geef ons je kippen. Je krijgt ze taald. De legeering betaalt alles !" En hij gaf ze, i f honderd kippen. Toen kwamen ze weer terug. >.ar dezen keer vroegen z; niets, ze namen alle ?pen en ook de koe en het varken mee. En ze .ikten hem daarvoor een papiertje in de hand. :ocd voor dat en dat bedrag". Maar toen hij zijn ?d vvi.'de halen lachte men hem uit. .Jawel, de .cring betaalt alles maar we moeten rst overwinning behaald hebben. Op het oogenblik .i er belangrijker dingen dan jouw paar centen." tuurlijk waren er belangrijker dingen aan de id dan het belang van n enkeling, maar die '.r centen" had hij nu eenmaal noodig om van te i-nrn leven. En zoo is hij nu een uitgewekene, c.-gens anders op de wereld van voren af aan innen moet, Een andere man begint te ver deze zaak zitten nu hier en staren.... De roode militie brengt haar aan boord. En daar zitten ze nu op touwen, reddingsgordels, op zeilen en reddingsbooten de alleroudsten zitten op stoelen. Menige hand van deze vijfhonderd vrouwen is stijf gesloten. Zij omklemt een werktuig, waarvan zij het doel wél kennen:.. .. het kruis ! Ik staar naar de kust van het land, waarin ik hoopte een nieuw leven te kunnen beginnen en dat nu door een massalen broedermoord uiteengescheurd wordt. Volgens de regeering bestaat er in Spanje nog steeds de vrijheid van godsdienst". ledere religie is geoorloofd. Maar Barcelona mag niet meer dan zeven kerken hebben. Doch het is niet de regeeiing die regeert, de arbeidersorganisaties regeeren. Toen de eerste gevechten in Barcelona voorbij waren, beval de regeering, dat het werk hervat moest worden, op de nieuwe arbeidsvoorwaarden, die de arbeiders hadden veroverd. Maar de U.G.T. (dat is het Spaansche Vakverbond) gaf het tegenbevel: Niet werken zoolang wij niet in heel Spanje de overwinning hebben bshaald ! En de U.G.T. is machtiger dan de rcgeering. Het ziet er eigenaardig uit in deze stad. Op de Paseo de Gracia waar, anders de uitgaande wereld" promeneert, loopen thans de nieuwe heeren, zonder jas en zonder hoed, maar bijna allemaal met het geweer stevig aan den schou der. Alle groote hotels zijn nu hoofdkwartieren der vakvereenigingen geworden. In de behaaglijke fauteuils zitten geen deftige heeren meer hun krantje te lezen, maar halfnaakte, bruinverbrande arbeiders poetsen er hun geweren. Niemand bezit meer een eigen auto," vertelt iemand. ,,Iedereen heeft zijn wagen in dienst van de zaak moeten stellen. En nu glijden zij door de straten, de elegantste en meest luxueuse wagens, geruischloos want noiseless" was het parool der autofabrikanten, maar uit die elegante wagens blinken de geweerloopen." Er waren ontzettend veel autolijken ookpaardenlijken en ook menschen lagen dood op straat. Maar dat heeft men allemaal opgeruimd.... de straten zijn gereinigd men kan zich weer buitenshuis wagen. Op de plaats waar vroeger de dames der aristocratie in Barcelona zich op de stoeltjes der caféterrassen en parken neerzetten, heeft zich thans, in een pauze van den strijd, deze forsche strijdster voor het Volksfront neergelaten. Het geweer rust tusschen de knieën, de patroontasch ligt op schoot. Maar.... wat hetzelfde bleef, is de vrouwelijke ijdelheid en behaagzucht. Twéwerelden ? .. -, -In het nummer van 28 Augustus van Volk en Vaderland" werd het linksche* plaat je afgedrukt, Eén ongelukkig toeval wilde, in dit zeffde nummer de uitwijzing der vier Nederlanders uit Berlijn werd goedgepraat (zie net artikel Nederlandsen of Duit>cb nationalisme" op pog. 2-3.J Daarom bieden wij de redactie van Vova de wijz/gingen in het rechtsche plaatje ter overweging aan. en: Ja de levensmiddelen zijn erg schaarsch geden, want vóór alles moeten de vechtenden te i hebben. Dat is heel natuurlijk. De tabacos" gesloten. Cigaretten zijn er niet meer. Allén lie vechten krijgen hun rantsoen. Wie zou nu ets nitt begrijpen? De boeren, die snapten niet. Maar ook zij moesten hun bezittingen, vee afgeven voor de zaak. Alles voor de zaak !" zwijgt even plotseling als hij begon te spreken. ok de nonnen hadden haar zaak, waarvoor zij gaven. Een Zaak die eeuwen oud is. De ?olieke kerk heeft haar zaak" alleen kunnen «':??' zetten met precies zulke bloedige offers, zij d: e r de eens de wereldpolitiek en zij dicteerde de !> iek van het Spanje van voor de revolutie. Deze ak" is verloren. De laatste overlevenden uit Vrijdag 4 September AANVANG WINTERSEIZOEN Tanz Klause IK denk aan den laatsten indruk, dien ik uit Spanje meenam: Een oude man loopt voorbij. Hij blijft staan voor de ruïne van een kerk. Hij gaat naar binnen en daar waar vroeger het altaar stond, slaat hij een kruis en bidt.... Voor een andere kerk staat een jonge kerel. Om hem heen een troepje jongelui. Met een diepe stem houdt hij een rede voering zijn toehoorders lachen soms.... Er waren vele kerken en kloosters in Spanje. Bijna eenderde van het land behoorde aan den Heiligen Stoel. Acht en twintig millioen pesetas aan baar geld, maar.... ook munitie en machinegeweren heeft men achter de altaren gevonden. Toen de roode troepen de kerk instormden, hield de priester hun niet het heilige kruis voor.. .. de priester schoot! En daarom werden er kerken verwoest, kloosters uitgebrand en priesters neergeslagen ! Het schip glijdt door de golven van de Middellandsche Zee. Vijfhonderd nonnen bidden. Zij bidden voor de zielen van hun gesneuvelde broeders en zusters:.... en de Heer zij met U .. . ? Zij bidden voor de zielen der levenden: .. . .opdat zij mogen terugkeeren tot het Goede.. .. Zij bidden voor de gevangen genomen rebellen, die zich aan boord bevinden van een oud koopvaardijschip, dat aan den ingang van de haven van Barcelona ligt. Wij varen vlak langs hen heen. Onverschillig of het vriend of vijand is maar het is een gruwelijk gezicht dit schip, volgeladen mét menschen, die alleen nog maar hun ter dood veroordeeling hebbén af te wachten. Het is nacht geworden. Ook nu staren de nonnen weer naar het gewoel van de menschen. Een paar Italiaansche matrozen hebben zich op het dek verzameld. Een van hen zingt ,,Santa Lucia". In ruil daarvoor danst een Spaansche de flamenco. Een andere reiziger heeft een kleine banjó. Hij zingt een Hongaarsch lied. Drie negers steppen en zingen. Er is een onwezenlijke stemming aan boord. Zij die nu zingen, dansen en toezien, hebben hun noodlot vergeten, daarnet vertelden zij elkaar nog hun geschiedenissen, spraken zij over hun angst, hun toekomstplannen.... De maan werpt haar licht over de bonte menigte daar op het dek. Een zoele. wind strijkt langs onze gezichten en de golven klotsen monotoon tegen het schip. Ergens aan de kust PAG. 5 DE GROENE No. 3092 klinken van heel ver doffe schoten zijn het legale of illegale kogels? Achter ons een absolute oorlog tij ons de absolute vrede .... Het slaat twaalf uur. De lichten gaan uit. Alles moet naar beneden in de kajuiten om te slapen. Mannen en vrouwen slapen gescheiden ongeveer driehonderd menschen in iedere kajuit. Ook de nonnen hebben haar slaapzaal gekregen. Zij gaan echter niet naar bed. Zij blijven boven op het dek, en de rozenkrans glijdt zonder ophouden door haar handen. Misschien bidden zij nu wel om te mogen terugkeeren in haar klooster, in haar kerken in haar huis. In den namiddag van den volgenden dag als iedereen weer op de verschillende dekken is rent een man opgewonden naar het midden van het schip en schreeuwt: Het Madrileensche gemeente bestuur is gevallen ! Zij zijn allemaal als krijgs gevangenen aan boord van een oorlogsschip van de opstandelingen ! ! Beneden in de bar hangt het radiobericht!" Overal staan opgewonden groepjes menschen met elkaar te praten van alle kanten ziet men uitgestrekte ar'men omhoog gaan en hoort men in alle talen de fascistengroet luid weer klinken. En dan merkt men ineens, dat de meeste vluchtelingen dus fascisten zijn !.. .. Toen wij na een reis van dertig uren in Genua aankwamen, bleek het, dat de Madrileensche regeer ing nog steeds vast op haar zetels zat. Wij landen 's avonds laat, maar konden eerst den volgenden morgen van boord, aangezien het anders te laat zou zijn geworden. Maar den heelen nacht door was de kade vol met vrienden en familie van de reizigers. In alle talen werden groeten gewisseld. Er stonden ook eenige nonnen aan de kade. Zij riepen niets, maar hieven haar kruisen op naar de nonnen aan boord. Die vijfhonderd vrouwen stonden samengedrongen tegen de reeling en staarden.... staarden.... maar ditmaal naar iets troostends, naar iets dat voor haar levenden begrijpelijk was. Den volgenden morgen werden wij van boord ge laten, ingedeeld volgens onze nationaliteit. Eerst kwamen de Italianen, daarna de Duitschers, dan de Hongaren enz. en?. Nadat de fascistische natio naliteiten van boord waren, kwamen de anderen aan de beurt. Ieder van deze twaalfhonderd menschen gaat zijn eigen weg in het leven twaalfhonderd verschil lende wegen. Maar vijfhonderd menschen gaan dezelfden weg vijfhonderd precies gelijke wegen. P. F. McKAY Ni ARNHEMSH HTOHKIBMM HMUUD Qepl. Kapitaal . . , Fl. 2.700.OOO,Re»erve». . - - ? *~" ?"" P» Dlr. , M,. 8. J. VAN iHr. J. F. VRSTVEN t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl