Historisch Archief 1877-1940
bChiiderVtinst
TANTIE
GEDREVENHEID en
Jeroen Bosch en zijn jongen Ijdgenooten
VICTOR E. VAN VRIESl D
E
EN raadselige continuïteit ver- Mandijn (65) en dien van Luca, Ijk er hierboven op, dat daarin r^H
toont de herhaling van bepaalde Leyden (83); men zou dus misscJde kritische afstand tot het onderw*
psychologische tegenstellingen, mogen aannemen dat zij eedeelttlcnt ekt. woit. j* i?j.-_. ? werp
Bosch' diablerieën verklaard. Een ver
klaring, nog altijd analoog aan die van
de magische grotwandteekeningen van
Les Eyzies de Tayac aan de oevers der
Vézère, van ongeveer 120 eeuwen her,
waarbij immers eveneens het afbeelden
de functie moest vervullen, macht
over het afgebeelde te verschaffen.
Kritieken
ALBERT PLASSCHAERT
?ll_n.A«- J._ . .
toont de herhaling van bepaalde Leyden (83); men zou dus misscMde 'critische afstand tot het onderw*
_ psychologische tegenstellingen, mogen aannemen dat zij gedeeltApi ekt, welke de houding is van den
zooals die zich in telkens anderen vorm, tot een tijdsconventie behooren. Miku: stenaar, bewust van zijn d l D
maar in wezsn onveranderd voordoen bij niemand anders zijn die voorfted stantieerde houding moet C b"
in alle tijdvakken der geschiedenis van lingen zoo met verzwegen ontzewjeroen niet zoeken. Zijn be ld6"
kunst en letteren. Het menschelijk geladen, zoo gespannen beleefd i-iier eeldingen, sluimerend i ^i *"
geestesleven, dat zich in de kunst uit, bare menschelijke realiteit, als inlntv -aard door weinigen zijn'" hth '
schijnt aan zekere durende wetmatig- ontstellende echtheid van J< roMrew >rden doordat ze onweerhoudb*"
heden gebonden te zijn. Daardoor kan angstwereld. Tot het geringste d<Kpk.vamen uit een niet centra l
men in de rijke wisseling der oogen- ademt daar nog de verschrikki igWUncamenteel psychisch gebied dat^^h
schijnlijk meest verscheiden cultuur- koelbloedig bekeken, voor re.-elMllet :i den gedrevene den d 'ft h
perioden veelal den terugkeer van nomen visueele zinsverbijsterii g. KQO onverhuld kenbaar maak?6"
dezelfde beperkte, vaste grondfiguren is hardnekkig vastgehouden i ietl-at Verwey noemde de schoo 'd "'T
vinden. Zoo deed het verschil tusschen bezeten luciditeit die aan Prin :hcMjjkl id van de onbegrepen d "C !,"
het werk van Jeroen Bosch en dat der zieken herinnert, en die reeds u«iei is het alleen het toe ,roOmen '
tegelijk in Boymans tentoongestelde somnambulistische zekerheid -prMfp,- ilde regelmaat en d Va
oude meesters mij een analoog aspect van de geteekende voorstudies n e»ris' illisatie der emoties e *' '
'
tegeiijK in ooymans lemoongesieiue surniianiuuusi.isi.iic £CK.eiueiu *prBf
oude meesters mij een analoog aspect van de geteekende voorstudies n etftr
van het kunstleven onzer eigen dagen expressieve lijnen. Deze oergcvo<»n andriften, die
herkennen, en den wensch opkomen, wortelen diep in de middeleei w«Mcho ne kan baren'soms- ~bT *^"
uit dien actueelen" gezichtshoek m*? 7*.**** ~?.__ ' . -L..' zou
enkele notities te maken. ^^ INDER gecompliceerd, :ij
l l misschien gedifferentieerc er, «ag.;i vm aizijöscne dreieine Zii
ZIN voor werkelijkheid en zin voor de sentimenten die uit de beeld aiBeef; den schilder de concret A
schoonheid zijn begrippen, die iets lateren spreken. Zij spr. ktflake ik nuchtere exactheid 'niocel"k
elkaar niet steeds, maar slechts in lichter toon en serener sfeer; zij irkBeni. ikt, die maar zelden i d' '
bepaalde stijlen, scholen en richtingen meer om een traditioneele idee< \\-M*\ ,< orBK,-a/<?« j__ t..,,, ie mate
gedekt hebben en dekken. Het werk dan dat zij, als bij Hieronymu
TÜ» t_ i i * ji »_t- j _ _ *i t_i i j__:_j j _i 'fi._
hnat
_ ~<.iut;ii ui uie mate
gebieden der halfbewuste
imadoordringt. En misschien
-ff irro&rr l>li: -*
oepaame stijlen, scnoien en nemingen meer om een iraaiuoneeie iaee< n-g
gedekt hebben en dekken. Het werk dan dat zij, als bij Hieronymu B« _?,
van Bosch onderscheidt zich door een uit bloed en duister der drifte . riftaai deze vraag* blijvëd'ên^próT" '~~
ongehoorden realiteitszin. Maar zijn In den angéliquen Geertgen ot Meele zielsziekte-kundigen v "l'0"
realiteit is een andere dan de gewone Ta"c tta" c^vm^n h->rmrtr>icMi .?m.,.,» . .-. j. . oor e
t»..?_.._i ;:i_ - - «»i?^-«.^,v?._.M»«..«.«««»
AH ucii aiigcuijucii vjcci igcii ui
.?..w..,. 1SJ ^?«.iiv.t*t uai. ut &t.TTuii^, Jans, den schoon harmonisch 'n 3
burgerlijke en algemeen waarneem- taert, den koelen, scherpziend» :i Lt
bare. Het is een realiteit van schizo- van Leyden, den evenwichtig »n,
phrene fantasieën, doorstormd van de diepten Jan van Scorel is r- eds
anfirctAn OAnAr uArHnAmrlA u;Ar01r1 DA mpAr van H<»n crphpplpn. r ,-in
pnrene lantasieen, doorstormd van de diepten jan van bcorei is r- edi
angsten eener verdoemde wereld. De meer van den geheelen, \ an
kleur van deze schilderijen is daarvan lateren, niet-middeleeuwscher rat^ogei k?
een belangrijke aanwijzing; zij brengt in kern aanwezig. De kunst v< n '
moHa ril»*» fa»foof.v/.v.. ..«i:*..:* deze stoelt grootendeels op een or..;e'
....<.uigcu
vooroeiud> i is die nuchterheid alleen uit
(n s ort van persoonsverdubbeling te
rkl. :en. Want hoe ware anders een
10 o jectief waarnemen en weergeven
in e subjectiefste begoochelingen
^?
ho'j
oo.i
een oeiangnjice aanwijzing; zij orengt 0
mede deze fantastische realiteit, deze stoelt grootendeels op een
realistische fantasie tot stand. collectief, primitief symboolde^kei
Zij is het magistrale uitdrukkings- hen is zij uitgegroeid tot een vri;
middel van een geniaal schilder. Maar op het onbewust gedrevene ven
ik vind haar zelden op zichzelf en van- en tot vrede gerijpt; vrijheid i de
zelf schoon. Wanneer de schoonheid
van Bosch' kleuren ons treft, ontstaat
die aandoening als toevallig resultaat
als ik het zoo mag noemen van
den uitgedrukten psychischen inhoud.
Toevallig: want zonder desbetreffende
preoccupatie. Gestreefd werd slechts wrang is
naar de echtheid", waarin de persoon
lijkheid van Hieronymus zich zakelijk
wilde uitspreken. Zij is vaak mooi door
een fascineerende leelijkheid.
41^ W WAlM^Wt-AhJt- C-*»«**\..VX_A*t
en tot vrede gerijpt; vrijheid
van een zelfstandige, kritisch
tegenover het object, gelijk
de portretten blijkt.
Toch is hun iets verlorei ge
Zeker, tegenover hun blijdsc ;ap
Bosch' vroolijkheid, die al!<'.-n
r r , ^ .?^ wrang is. Ik heb menschert z: 'n'
naar de echtheid", waarin de persoon- over allerlei bizonderhede:;
*;?! i ? < »?»? .
ZIE daar-tegenover de geraffineerde
kleurgevoeligheid in de prachtige
Geboorte Christi van den Meester van
de Virgo inter Virgines (Cat. 22). Hoe
veel meer zuiver-aesthetische genoeg
doening geeft dit werk dan de meeste
stukken van Bosch. Inplaats van diens
troebele, wrange, diep-waarachtige
menschelijkheid vindt men er nog
maar den droom eener ideale
bovenmenschelijkheid, een boven het leven
uitgaande, euphoristische, als het ware
muzikale compositie.
Hiermede vergeleken treffen kleur
en compositie van Jeroen's beroemde
drieluik uit Lissabon (56) als onschoon,
maar men beseft tegelijk dat deze
onschoonheid" het noodzakelijk, nut
tig en gerechtvaardigd uitdrukken
beteekent van een waarachtigheid, zoo
hevig dat de harmonie der zooeven
genoemde Christi Geboorte er schier
kunstmatig bij aandoet. Hier, bij
Bosch, droomt men niet meer, in geluk»
zalige gevoelens, weg van het leven,
maar wordt erdoor gegrepen. De kleine,
indrukwekkende Verzoeking met het
merkwaardige wit en blauw (55) geeft
al de verlammende beklemming van
een nachtmerrie met haar vreemde,
gehallucineerde helderheid.
De demonische voorstellingen van
het hellevolk in dit en andere werken
van Bosch vindt men weliswaar
eenigszins bij anderen terug, gelijk
b.v. in den H. Antonius van Jan
aiucit giuuLcuuccia uH cc,. ui.-,?^E..E Jujf animale lemurenwereld
collectief, primitief symboolde^kerM/w,arto-f gestalten en vormen uit
hen is zii uiteeeroeid tot een vhfle de neinen van het heelal in sadi"
ch p mar-elde verwringingen en ver-"
Ncn :en schijnen opgeroepen, zij js
loral -ut angst ontstaan. Angst
Th Reik wees er hier op - voor
bev rdigmg der als zonde ervaren
itgev -lens, en opgewekt door de
wist: :he denkvormen van de ge
'tstra itie, waarin de schilder stond
rbi voor een begrip van het werk
du, istische wezenlijk en
onverba. is, niet de denkvormen. Want
n sy ibolen zijn droomsymbolen;
" ,L<>t der Zaligen (Venetië)
vp de tentoonstelling aanwezig
Mm:, alleen uit reproductie bekend.
t zijn dus symbolen van alle tijden,
als - angst waaruit zij voortkomen
waai an zij vorm geven.
a <st spreekt zich uit met een
ressi- -e zakelijkheid in het
gro*. v lardoor Bosch in vele
op.edendaagsch aandoet. Zijn
15 f't'ln -?JJ.' T^ .. . J
diabolische voorstellingen van
schilder. Zij zijn blijkbaar rgeii
en kinderlijker dan ik, en in zi
wellicht geschikter om een kas:
het wezen van zijn werk te >ena
Ik heb hen zien lachen over i e lup
Blau Schuyte (52) welker ond«
inderdaad met Brabantsche carnP
boert samenhangt, en w.iarv
kleur nu eerts, ondanks het gru»
gegeven, op paradoxale wize ?
INDERDAAD: zien, toezien en het
geziene beelden is voor den kunste
naar de eenige wijze, actief zij het
dan van de ,,passieve overgave" uit
zijn conflicten te overwinnen. Uit het
conflict van twee angsten: dien van
het ik te bevredigen, en dien van het
te verliezen, ontstaat volgens Meerloo
schier elke geestesverwarring. Een
analyse van Hieronymus Bosch'
schrikgestalten zou waarschijnlijk dit con
flict, gekleed in het aspect zijner tijds
vormen, als het onbewuste ontdekken
dat hem tot zijn scheppingen aandreef.
Dat hij aan deze gehallucineerde ge
stalten niet onderging dankt hij mis
schien aan zijn vermogen, zoo machtig
haar verschijningen in beeld vast te
leggen en zoodoende onschadelijk te
maken.
De verstikkende angsten, waarmede
Bosch had af te rekenen, hebben
teweeg gebracht, wat dr. G. J.
Hoogewerff in Elsevier van Juli zoo treffend
noemt zijn gebluschte coloriet". Dr.
Hoogewerff ziet overigens in dit
oeuvre bovenal den humor en het
satyrisch, moraliseerend element van
den feilen, geëxalteerden Brabander.
Den socialen factor en dien van den
tijd. Ook dat nu zijn momenten, niet
ongelijk aan hetgeen een groot deel
der jongere kunstenaars van onzen
eigen tijd beweegt.
TOT zoover gekomen, is ons thans
het waagstuk mogelijk, de tegen
stelling tusschen Hieronymus Bosch
en zijn in Boymans aanwezige
tijdgenooten en opvolgers in de leuzen van
dezen dag te vangen, hetgeen onge
twijfeld velen de haren te berge zal
doen rijzen: vent en vorm, zakelijk
en romantisch, aardsch en hemelsch!"
Maar de vergelijkbaarheid gaat toch
maar in zeer betrekkelijke mate op,
en beter is het, in algemeener, minder
speciale en actueele benamingen te
spreken. Trachten wij ons dan te be
zinnen op hetgeen Jeroen van de
Noord-Nederlandsche primitieve mees
ters in het bizonder onderscheidt, dan
zien wij ons gesteld tegenover het
contrast van een duisteren en een
lichten droom, der menschheid voor
eeuwig ingeschapen; van drift en rede;
verdoemenis en heil; vrijheid en orde.
Maar over beide de schijn van het
scheppend genie, dat den geest vorm
geeft.
De nieuwe directie te Amsterdam
DE nieuwe directies der musea zijn
uit een zekere hooghartige rust
in een hun nieuwe bedrijvigheid
geschoten. De min of meer belangrijke
tentoonstellingen volgen elkaar op en
verlevendigen het museumwezen voor
den kritikus op aangename wijs. Zoo
begon de nieuwe directie van het ste
delijk Museum te Amsterdam met een
Engelsche tentoonstelling zijn beheer
van het museum, dat vooral zijn belang
heeft gehad en naar wij hopen zal
houden voor de uitingen der moderne
kunst. Het was dus met groote be
nieuwdheid dat wij en niet wij alleen
kennis namen van een nieuwen aan
koop. Toen wij toch naar het nieuwe"
schilderij gingen kijken, troffen wij er
schilderessen, schilders, kritici, vóór of
in de buurt van het pas verkregen
werk. Het zou onjuist zijn te beweren,
dat het enthousiasme even groot was,
als de belangstelling. Het tegendeel is
het geval. Er was meer verwondering
dan waardeerende bewondering. Ook
ons is dat begrijpelijk. Het aange
kochte zelfportret van een in Engeland
zelf nog betwisten schilder had geen
enkele hoedanigheid, die ons kon ver
rassen. Noch vorm noch kleur noch
beiden bleken ons ongewoon, nieuw
of zeldzaam. Wij weten zeker, dat er
een aantal schilders in Holland zijn en
dat niet van de ongewone, die meer
schilderkunst in hun werken vertoonen
dan dit werk. Wij zijn niet onbillijk
tegenover de Heer Roei met dit
vast te stellen, maar achten het toch
noodzakelijk en eerlijk ook tegenover
de Hollandsche schilderkunst dit niet
te verzwijgen. Een stad als Amsterdam
en een Museum als het Amsterdamsche
eischt meer dan een correct ambtenaar,
het eischt een leider met ruimte in zijn
oordeel, vooral niet eenzijdig; niet
een ambtenaar, maar een man zonder
slapheid. Het museum te Amsterdam
eischt iemand voluit, met het besef
van de plaats die hij innemen kan, die
hij innemen moet, dus ook niet een te
willig aanvaarder van wat alleen den
naam van nieuw of modern draagt,
maar wat onweerstaanbre schilder
kunst is. Er zijn onder de nieuweren
toch ook een aantal, waarvan wij den
toekomstigen val voorzien:
meeloopers l er zijn onder de nieuweren echter
ook al een aantal, van wie wij de door
hen ingenomen plaats een blijvende
achten door persoonlijkheid en door
kunde, die mee helpt de persoonlijkheid
te realiseeren.
Daarheen zagen wij den heer Roëll
gaarne gaan. Wij wachten na deze
eerste teleurstelling met genoegen een
beter vervolg af.
Hcnrl van de Velde, Kunstzaal
van Uer, Amsterdam
1LJET werk van dezen Van -de
* *? Velde is een soort uiting, die
ge zelden bij van Lier vindt. Ter
wijl deze kunsthandelaar zijn vrien
den meer telt onder de Amsterdam
mers, wier persoonlijkheid duidelijker
en duidelijker zich openbaart is het
werk van H. van de Velde dat van
iemand met voorkeur naar een
vroegere periode, die voor de mees
ten onzer niet meer de spontanelteit
van het vinden vertoont, maar de
bedachtzaamheid van een gestudeerde
techniek, die zich het ambachtelijke
van veel voorgangers herinnert of
tracht te herinneren. Dit is waardeer
baar maar niet altijd bezielend. Zulke
schilders regeeren nooit een tijdvak.
Zij hebben te veel herinneringen aan
wat voorafging en zeker geen rebellie
in zich genoeg zonder welke nooit iets
nieuws ontstaat. Zij kunnen in die
bedachtzaamheid of door imitatie ge
schoold goede docenten soms zijn,
dikwijls zijn zij kritische, beperkte
geesten, zwerend bij een gestabiliseerd
dogma, de roes der scheppende vrijheid
missen zij. Ze zijn daardoor dikwijls
reactionnair.
De Zwart, Den Haag
LJET is in de geschiedenis der
* ?* kunsten als alle geschiedenis:
verzamel'"» «-- f-"
een voornaam, harmonisc ge?ten .edendaagsch aandoet Ziin
geworden. Zij lachten ook ! u de»nst v IS zijn redding. De ijzin*
bonsche triptiek met haar wanttkemi wanschapenheden die Mi
kleurdissonnanten en vahche ?ilder*. m;cc«« ~?*.i.?-» ? . J
zij lachten, overal, om d- g*
monen en de demonische ge!
menschensmoelen die so::is
grijselijke maskers zijn. 7. i g1
niet den nood achter e in
grimmigen spot.
Het is deze nood, en het 'Weid
drijfkracht, welken Bosch' in BI
mede geëxposeerde tijd;."noot
nakomers missen. Hun vr'-Jig*?
zoo gevoelige schoonheid M
niet uit zoo donkere diepen
zetting en wanhoop c;nl
worsteld. Daarom bereiken
nooit meer, als de Boss'.h
barre toppen van grootscl «
in apocalyptische visie.
De schilderijen van Hie
Bosch zijn een noodlanding
Pascal noemde ,,une tempête
crane".
I AAR aanleiding van de H
vanLucasvan Leycen efll
:Noord-Nederlandsche primitief
- »*ic gescmeoems:
verzameling van feiten, op den
duur als vaststaand te beschouwen
en een waardeering van die feiten in
hun onderling verband, die met de
perioden fluctueert. Dat geeft leven,
fouten, miskenning en overschatting.
Wij zien dat weer vlak bij ons, bij de
Zwart en Breitner. DE ZWART heeft
zijn leven geleefd onder den druk van
Breitner's grootere persoonlijkheid.
Zoo'n toestand is niet altijd gevaarlijk;
zij kan voor den zwakkere een steun
zijn, mits die twee naturen niet tegelijk
gericht zijn, of de ne persoonlijkheid
van nature een willig volger. Dat was
de Zwart niet. Hij zag dus steeds
Breitner vóór zich als een voortreffe
lijker makker. En hij zag dat niet
alleen; zijn tijdgenooten zagen dat ook.
Zoo iets heeft een logisch gevolg.
Soms wordt dat gevolg door een late
ren tijd vergoed, hersteld het is
mijn overtuiging, dat de Zwart dit ook
zal overkomen, niet ten nadeele van
Breitner, maar toch ten eigen bate.
-v
....?.».» pathos. Zou dezen
rbeeld, igen minder helderziend
tegetetzij: getreden, dan ware zijn geest
er w . ondergedoken in dien
verikk,1 i ken nacht, waarin onze rede,
vof aar en onvindbaar
terug'ekei. iiet bestuur der eigen centrale
soonli 'cheid in verbijstering
verdo gaan.
'iet :. ,vor strijd, maar door zich
!'ef ' houden heeft Hieronymus
dierlijke oerangsten kunnen
en weerstaan. Die passiviteit
uitge<: ikt in de houding van den
Anto . us in de werken waarin hij
uitL-cldt: 53, 56, bovenal 55, en
den H. Hieronymus (50). Deze
overgave" berust op een
overwinning der emoties",
ver de realiteit dan de
id van den angst" (Dr. A.
o> Over de Wortels en Ver
van het Angstgevoel. De
BI ien, Schrift 10 jaarg. u).
?> de bevrijdende, genezende,
' h'--izelf genezende waarde van
NAZOMER-MENU
L
Boven: Jeroen Bosch, Verzoening van fan< H. jkntonius
Onder: Meester der Virgo inter Virgines^ Chrhti Geboorte
..Carrière"
A Banque Nemo", hier vertaald
als Carrière", is een merk
waardig stukje zedenschildering
op het witte doek, vooral ook omdat
daarmede blijkt wat men in Frankrijk
als critiek op het heden durft maken
en accepteren.
Het is het oude gegeven van den
kleinen dief, die in de gevangenis komt
en den groten dief, die carrière maakt
van bankbediende tot bankdirecteur;
zodanig carrière, dat men hem ten
slotte niet eens meer kan laten vallen
over een zwendelaffaire. Hij kan niet
vallen omdat niet minder dan het
gehele ministerie iets met de Banque
Nemo te maken heeft. De hoge post
A.P. (amis personnels) blijkt geen weg
gegooid geld, de politie brengt met
een buiging de compromitterende docu
menten terug en de kleine dief, die
deze stal om er chantage mee te plegen
tegen de grote, gaat bijna weer dekast in.
van P . een z
van de Franse ministerraad zjj
ook met willekeurige figuren _
te hüf^ï?^ er belang biJ bliJe*
te hebben dat de zaak in de doofoot
gaat. Een land dat dit toelaat S
ook in dit opzicht een bewl^ van
r "
keur^r0Tn ^ Wj
keuring wel eens ontbreekt.
The king steps out"
City Theater, Amsterdam
groote namen prijken naast
elkander: Grace Moore, «Frits
Kreisler en Josef von Sternberg!
' Mfn k*11 moeilijk mér op een
*?' «*?? vrknaen. En het re'ultaa"
van deze samenwerking? Enige
geiUustreerde grammofoonplaten (van
goede kwaliteit, daar zorgen Grace
Moore en Frits Kreisler voor) en daar
tussendoor wat operrtfcW Wlat£
ppeen bekend thema (af en toe zeer char
mant, daar zorgt von Sternberg voor)
PAG. 10 EN II DE GROENE No. 3093
Men kan het ook omkeren en zeggen,
dat de operette onderbroken wordt door
de grammofoonplaten. Dat is zelfs meer
in overeenstemming met de verhou
ding tussen beide, maar het publiek
komt in de eerste plaats voor Grace
Moore en dus voor de grammofoon.
Met dat al is het nog geen film en de
illustratie van zang met close ups is
maar een bedenkelijk genoegen. Het
gezicht van een zingende juffrouw i's
niet mooi op x maal ware grootte, al is
zij ook x maal Grace Moore.
Voor de rest doet zij af en toe iets t
veel Anny Ondra en voor von Sternberg
is zij geen Mariene.
Maar ondanks dit alles amuseert
men zich zij het dan ook meer met
fragmenten, dan met de film en ieder
vindt daarbij het zijne: wat Grace
Moore, wat Kreisler en een heel klein
beetje von Sternberg.
KUNSTZAAL VAN LIER
ROKIN 126 * AMSTERDAM
Doorloopend Tentoonstellingen
IV-,»