De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 12 september pagina 6

12 september 1936 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

bChiiderVtinst TANTIE GEDREVENHEID en Jeroen Bosch en zijn jongen Ijdgenooten VICTOR E. VAN VRIESl D E EN raadselige continuïteit ver- Mandijn (65) en dien van Luca, Ijk er hierboven op, dat daarin r^H toont de herhaling van bepaalde Leyden (83); men zou dus misscJde kritische afstand tot het onderw* psychologische tegenstellingen, mogen aannemen dat zij eedeelttlcnt ekt. woit. j* i?j.-_. ? werp Bosch' diablerieën verklaard. Een ver klaring, nog altijd analoog aan die van de magische grotwandteekeningen van Les Eyzies de Tayac aan de oevers der Vézère, van ongeveer 120 eeuwen her, waarbij immers eveneens het afbeelden de functie moest vervullen, macht over het afgebeelde te verschaffen. Kritieken ALBERT PLASSCHAERT ?ll_n.A«- J._ . . toont de herhaling van bepaalde Leyden (83); men zou dus misscMde 'critische afstand tot het onderw* _ psychologische tegenstellingen, mogen aannemen dat zij gedeeltApi ekt, welke de houding is van den zooals die zich in telkens anderen vorm, tot een tijdsconventie behooren. Miku: stenaar, bewust van zijn d l D maar in wezsn onveranderd voordoen bij niemand anders zijn die voorfted stantieerde houding moet C b" in alle tijdvakken der geschiedenis van lingen zoo met verzwegen ontzewjeroen niet zoeken. Zijn be ld6" kunst en letteren. Het menschelijk geladen, zoo gespannen beleefd i-iier eeldingen, sluimerend i ^i *" geestesleven, dat zich in de kunst uit, bare menschelijke realiteit, als inlntv -aard door weinigen zijn'" hth ' schijnt aan zekere durende wetmatig- ontstellende echtheid van J< roMrew >rden doordat ze onweerhoudb*" heden gebonden te zijn. Daardoor kan angstwereld. Tot het geringste d<Kpk.vamen uit een niet centra l men in de rijke wisseling der oogen- ademt daar nog de verschrikki igWUncamenteel psychisch gebied dat^^h schijnlijk meest verscheiden cultuur- koelbloedig bekeken, voor re.-elMllet :i den gedrevene den d 'ft h perioden veelal den terugkeer van nomen visueele zinsverbijsterii g. KQO onverhuld kenbaar maak?6" dezelfde beperkte, vaste grondfiguren is hardnekkig vastgehouden i ietl-at Verwey noemde de schoo 'd "'T vinden. Zoo deed het verschil tusschen bezeten luciditeit die aan Prin :hcMjjkl id van de onbegrepen d "C !," het werk van Jeroen Bosch en dat der zieken herinnert, en die reeds u«iei is het alleen het toe ,roOmen ' tegelijk in Boymans tentoongestelde somnambulistische zekerheid -prMfp,- ilde regelmaat en d Va oude meesters mij een analoog aspect van de geteekende voorstudies n e»ris' illisatie der emoties e *' ' ' tegeiijK in ooymans lemoongesieiue surniianiuuusi.isi.iic £CK.eiueiu *prBf oude meesters mij een analoog aspect van de geteekende voorstudies n etftr van het kunstleven onzer eigen dagen expressieve lijnen. Deze oergcvo<»n andriften, die herkennen, en den wensch opkomen, wortelen diep in de middeleei w«Mcho ne kan baren'soms- ~bT *^" uit dien actueelen" gezichtshoek m*? 7*.**** ~?.__ ' . -L..' zou enkele notities te maken. ^^ INDER gecompliceerd, :ij l l misschien gedifferentieerc er, «ag.;i vm aizijöscne dreieine Zii ZIN voor werkelijkheid en zin voor de sentimenten die uit de beeld aiBeef; den schilder de concret A schoonheid zijn begrippen, die iets lateren spreken. Zij spr. ktflake ik nuchtere exactheid 'niocel"k elkaar niet steeds, maar slechts in lichter toon en serener sfeer; zij irkBeni. ikt, die maar zelden i d' ' bepaalde stijlen, scholen en richtingen meer om een traditioneele idee< \\-M*\ ,< orBK,-a/<?« j__ t..,,, ie mate gedekt hebben en dekken. Het werk dan dat zij, als bij Hieronymu TÜ» t_ i i * ji »_t- j _ _ *i t_i i j__:_j j _i 'fi._ hnat _ ~<.iut;ii ui uie mate gebieden der halfbewuste imadoordringt. En misschien -ff irro&rr l>li: -* oepaame stijlen, scnoien en nemingen meer om een iraaiuoneeie iaee< n-g gedekt hebben en dekken. Het werk dan dat zij, als bij Hieronymu B« _?, van Bosch onderscheidt zich door een uit bloed en duister der drifte . riftaai deze vraag* blijvëd'ên^próT" '~~ ongehoorden realiteitszin. Maar zijn In den angéliquen Geertgen ot Meele zielsziekte-kundigen v "l'0" realiteit is een andere dan de gewone Ta"c tta" c^vm^n h->rmrtr>icMi .?m.,.,» . .-. j. . oor e t»..?_.._i ;:i_ - - «»i?^-«.^,v?._.M»«..«.«««» AH ucii aiigcuijucii vjcci igcii ui .?..w..,. 1SJ ^?«.iiv.t*t uai. ut &t.TTuii^, Jans, den schoon harmonisch 'n 3 burgerlijke en algemeen waarneem- taert, den koelen, scherpziend» :i Lt bare. Het is een realiteit van schizo- van Leyden, den evenwichtig »n, phrene fantasieën, doorstormd van de diepten Jan van Scorel is r- eds anfirctAn OAnAr uArHnAmrlA u;Ar01r1 DA mpAr van H<»n crphpplpn. r ,-in pnrene lantasieen, doorstormd van de diepten jan van bcorei is r- edi angsten eener verdoemde wereld. De meer van den geheelen, \ an kleur van deze schilderijen is daarvan lateren, niet-middeleeuwscher rat^ogei k? een belangrijke aanwijzing; zij brengt in kern aanwezig. De kunst v< n ' moHa ril»*» fa»foof.v/.v.. ..«i:*..:* deze stoelt grootendeels op een or..;e' ....<.uigcu vooroeiud> i is die nuchterheid alleen uit (n s ort van persoonsverdubbeling te rkl. :en. Want hoe ware anders een 10 o jectief waarnemen en weergeven in e subjectiefste begoochelingen ^? ho'j oo.i een oeiangnjice aanwijzing; zij orengt 0 mede deze fantastische realiteit, deze stoelt grootendeels op een realistische fantasie tot stand. collectief, primitief symboolde^kei Zij is het magistrale uitdrukkings- hen is zij uitgegroeid tot een vri; middel van een geniaal schilder. Maar op het onbewust gedrevene ven ik vind haar zelden op zichzelf en van- en tot vrede gerijpt; vrijheid i de zelf schoon. Wanneer de schoonheid van Bosch' kleuren ons treft, ontstaat die aandoening als toevallig resultaat als ik het zoo mag noemen van den uitgedrukten psychischen inhoud. Toevallig: want zonder desbetreffende preoccupatie. Gestreefd werd slechts wrang is naar de echtheid", waarin de persoon lijkheid van Hieronymus zich zakelijk wilde uitspreken. Zij is vaak mooi door een fascineerende leelijkheid. 41^ W WAlM^Wt-AhJt- C-*»«**\..VX_A*t en tot vrede gerijpt; vrijheid van een zelfstandige, kritisch tegenover het object, gelijk de portretten blijkt. Toch is hun iets verlorei ge Zeker, tegenover hun blijdsc ;ap Bosch' vroolijkheid, die al!<'.-n r r , ^ .?^ wrang is. Ik heb menschert z: 'n' naar de echtheid", waarin de persoon- over allerlei bizonderhede:; *;?! i ? < »?»? . ZIE daar-tegenover de geraffineerde kleurgevoeligheid in de prachtige Geboorte Christi van den Meester van de Virgo inter Virgines (Cat. 22). Hoe veel meer zuiver-aesthetische genoeg doening geeft dit werk dan de meeste stukken van Bosch. Inplaats van diens troebele, wrange, diep-waarachtige menschelijkheid vindt men er nog maar den droom eener ideale bovenmenschelijkheid, een boven het leven uitgaande, euphoristische, als het ware muzikale compositie. Hiermede vergeleken treffen kleur en compositie van Jeroen's beroemde drieluik uit Lissabon (56) als onschoon, maar men beseft tegelijk dat deze onschoonheid" het noodzakelijk, nut tig en gerechtvaardigd uitdrukken beteekent van een waarachtigheid, zoo hevig dat de harmonie der zooeven genoemde Christi Geboorte er schier kunstmatig bij aandoet. Hier, bij Bosch, droomt men niet meer, in geluk» zalige gevoelens, weg van het leven, maar wordt erdoor gegrepen. De kleine, indrukwekkende Verzoeking met het merkwaardige wit en blauw (55) geeft al de verlammende beklemming van een nachtmerrie met haar vreemde, gehallucineerde helderheid. De demonische voorstellingen van het hellevolk in dit en andere werken van Bosch vindt men weliswaar eenigszins bij anderen terug, gelijk b.v. in den H. Antonius van Jan aiucit giuuLcuuccia uH cc,. ui.-,?^E..E Jujf animale lemurenwereld collectief, primitief symboolde^kerM/w,arto-f gestalten en vormen uit hen is zii uiteeeroeid tot een vhfle de neinen van het heelal in sadi" ch p mar-elde verwringingen en ver-" Ncn :en schijnen opgeroepen, zij js loral -ut angst ontstaan. Angst Th Reik wees er hier op - voor bev rdigmg der als zonde ervaren itgev -lens, en opgewekt door de wist: :he denkvormen van de ge 'tstra itie, waarin de schilder stond rbi voor een begrip van het werk du, istische wezenlijk en onverba. is, niet de denkvormen. Want n sy ibolen zijn droomsymbolen; " ,L<>t der Zaligen (Venetië) vp de tentoonstelling aanwezig Mm:, alleen uit reproductie bekend. t zijn dus symbolen van alle tijden, als - angst waaruit zij voortkomen waai an zij vorm geven. a <st spreekt zich uit met een ressi- -e zakelijkheid in het gro*. v lardoor Bosch in vele op.edendaagsch aandoet. Zijn 15 f't'ln -?JJ.' T^ .. . J diabolische voorstellingen van schilder. Zij zijn blijkbaar rgeii en kinderlijker dan ik, en in zi wellicht geschikter om een kas: het wezen van zijn werk te >ena Ik heb hen zien lachen over i e lup Blau Schuyte (52) welker ond« inderdaad met Brabantsche carnP boert samenhangt, en w.iarv kleur nu eerts, ondanks het gru» gegeven, op paradoxale wize ? INDERDAAD: zien, toezien en het geziene beelden is voor den kunste naar de eenige wijze, actief zij het dan van de ,,passieve overgave" uit zijn conflicten te overwinnen. Uit het conflict van twee angsten: dien van het ik te bevredigen, en dien van het te verliezen, ontstaat volgens Meerloo schier elke geestesverwarring. Een analyse van Hieronymus Bosch' schrikgestalten zou waarschijnlijk dit con flict, gekleed in het aspect zijner tijds vormen, als het onbewuste ontdekken dat hem tot zijn scheppingen aandreef. Dat hij aan deze gehallucineerde ge stalten niet onderging dankt hij mis schien aan zijn vermogen, zoo machtig haar verschijningen in beeld vast te leggen en zoodoende onschadelijk te maken. De verstikkende angsten, waarmede Bosch had af te rekenen, hebben teweeg gebracht, wat dr. G. J. Hoogewerff in Elsevier van Juli zoo treffend noemt zijn gebluschte coloriet". Dr. Hoogewerff ziet overigens in dit oeuvre bovenal den humor en het satyrisch, moraliseerend element van den feilen, geëxalteerden Brabander. Den socialen factor en dien van den tijd. Ook dat nu zijn momenten, niet ongelijk aan hetgeen een groot deel der jongere kunstenaars van onzen eigen tijd beweegt. TOT zoover gekomen, is ons thans het waagstuk mogelijk, de tegen stelling tusschen Hieronymus Bosch en zijn in Boymans aanwezige tijdgenooten en opvolgers in de leuzen van dezen dag te vangen, hetgeen onge twijfeld velen de haren te berge zal doen rijzen: vent en vorm, zakelijk en romantisch, aardsch en hemelsch!" Maar de vergelijkbaarheid gaat toch maar in zeer betrekkelijke mate op, en beter is het, in algemeener, minder speciale en actueele benamingen te spreken. Trachten wij ons dan te be zinnen op hetgeen Jeroen van de Noord-Nederlandsche primitieve mees ters in het bizonder onderscheidt, dan zien wij ons gesteld tegenover het contrast van een duisteren en een lichten droom, der menschheid voor eeuwig ingeschapen; van drift en rede; verdoemenis en heil; vrijheid en orde. Maar over beide de schijn van het scheppend genie, dat den geest vorm geeft. De nieuwe directie te Amsterdam DE nieuwe directies der musea zijn uit een zekere hooghartige rust in een hun nieuwe bedrijvigheid geschoten. De min of meer belangrijke tentoonstellingen volgen elkaar op en verlevendigen het museumwezen voor den kritikus op aangename wijs. Zoo begon de nieuwe directie van het ste delijk Museum te Amsterdam met een Engelsche tentoonstelling zijn beheer van het museum, dat vooral zijn belang heeft gehad en naar wij hopen zal houden voor de uitingen der moderne kunst. Het was dus met groote be nieuwdheid dat wij en niet wij alleen kennis namen van een nieuwen aan koop. Toen wij toch naar het nieuwe" schilderij gingen kijken, troffen wij er schilderessen, schilders, kritici, vóór of in de buurt van het pas verkregen werk. Het zou onjuist zijn te beweren, dat het enthousiasme even groot was, als de belangstelling. Het tegendeel is het geval. Er was meer verwondering dan waardeerende bewondering. Ook ons is dat begrijpelijk. Het aange kochte zelfportret van een in Engeland zelf nog betwisten schilder had geen enkele hoedanigheid, die ons kon ver rassen. Noch vorm noch kleur noch beiden bleken ons ongewoon, nieuw of zeldzaam. Wij weten zeker, dat er een aantal schilders in Holland zijn en dat niet van de ongewone, die meer schilderkunst in hun werken vertoonen dan dit werk. Wij zijn niet onbillijk tegenover de Heer Roei met dit vast te stellen, maar achten het toch noodzakelijk en eerlijk ook tegenover de Hollandsche schilderkunst dit niet te verzwijgen. Een stad als Amsterdam en een Museum als het Amsterdamsche eischt meer dan een correct ambtenaar, het eischt een leider met ruimte in zijn oordeel, vooral niet eenzijdig; niet een ambtenaar, maar een man zonder slapheid. Het museum te Amsterdam eischt iemand voluit, met het besef van de plaats die hij innemen kan, die hij innemen moet, dus ook niet een te willig aanvaarder van wat alleen den naam van nieuw of modern draagt, maar wat onweerstaanbre schilder kunst is. Er zijn onder de nieuweren toch ook een aantal, waarvan wij den toekomstigen val voorzien: meeloopers l er zijn onder de nieuweren echter ook al een aantal, van wie wij de door hen ingenomen plaats een blijvende achten door persoonlijkheid en door kunde, die mee helpt de persoonlijkheid te realiseeren. Daarheen zagen wij den heer Roëll gaarne gaan. Wij wachten na deze eerste teleurstelling met genoegen een beter vervolg af. Hcnrl van de Velde, Kunstzaal van Uer, Amsterdam 1LJET werk van dezen Van -de * *? Velde is een soort uiting, die ge zelden bij van Lier vindt. Ter wijl deze kunsthandelaar zijn vrien den meer telt onder de Amsterdam mers, wier persoonlijkheid duidelijker en duidelijker zich openbaart is het werk van H. van de Velde dat van iemand met voorkeur naar een vroegere periode, die voor de mees ten onzer niet meer de spontanelteit van het vinden vertoont, maar de bedachtzaamheid van een gestudeerde techniek, die zich het ambachtelijke van veel voorgangers herinnert of tracht te herinneren. Dit is waardeer baar maar niet altijd bezielend. Zulke schilders regeeren nooit een tijdvak. Zij hebben te veel herinneringen aan wat voorafging en zeker geen rebellie in zich genoeg zonder welke nooit iets nieuws ontstaat. Zij kunnen in die bedachtzaamheid of door imitatie ge schoold goede docenten soms zijn, dikwijls zijn zij kritische, beperkte geesten, zwerend bij een gestabiliseerd dogma, de roes der scheppende vrijheid missen zij. Ze zijn daardoor dikwijls reactionnair. De Zwart, Den Haag LJET is in de geschiedenis der * ?* kunsten als alle geschiedenis: verzamel'"» «-- f-" een voornaam, harmonisc ge?ten .edendaagsch aandoet Ziin geworden. Zij lachten ook ! u de»nst v IS zijn redding. De ijzin* bonsche triptiek met haar wanttkemi wanschapenheden die Mi kleurdissonnanten en vahche ?ilder*. m;cc«« ~?*.i.?-» ? . J zij lachten, overal, om d- g* monen en de demonische ge! menschensmoelen die so::is grijselijke maskers zijn. 7. i g1 niet den nood achter e in grimmigen spot. Het is deze nood, en het 'Weid drijfkracht, welken Bosch' in BI mede geëxposeerde tijd;."noot nakomers missen. Hun vr'-Jig*? zoo gevoelige schoonheid M niet uit zoo donkere diepen zetting en wanhoop c;nl worsteld. Daarom bereiken nooit meer, als de Boss'.h barre toppen van grootscl « in apocalyptische visie. De schilderijen van Hie Bosch zijn een noodlanding Pascal noemde ,,une tempête crane". I AAR aanleiding van de H vanLucasvan Leycen efll :Noord-Nederlandsche primitief - »*ic gescmeoems: verzameling van feiten, op den duur als vaststaand te beschouwen en een waardeering van die feiten in hun onderling verband, die met de perioden fluctueert. Dat geeft leven, fouten, miskenning en overschatting. Wij zien dat weer vlak bij ons, bij de Zwart en Breitner. DE ZWART heeft zijn leven geleefd onder den druk van Breitner's grootere persoonlijkheid. Zoo'n toestand is niet altijd gevaarlijk; zij kan voor den zwakkere een steun zijn, mits die twee naturen niet tegelijk gericht zijn, of de ne persoonlijkheid van nature een willig volger. Dat was de Zwart niet. Hij zag dus steeds Breitner vóór zich als een voortreffe lijker makker. En hij zag dat niet alleen; zijn tijdgenooten zagen dat ook. Zoo iets heeft een logisch gevolg. Soms wordt dat gevolg door een late ren tijd vergoed, hersteld het is mijn overtuiging, dat de Zwart dit ook zal overkomen, niet ten nadeele van Breitner, maar toch ten eigen bate. -v ....?.».» pathos. Zou dezen rbeeld, igen minder helderziend tegetetzij: getreden, dan ware zijn geest er w . ondergedoken in dien verikk,1 i ken nacht, waarin onze rede, vof aar en onvindbaar terug'ekei. iiet bestuur der eigen centrale soonli 'cheid in verbijstering verdo gaan. 'iet :. ,vor strijd, maar door zich !'ef ' houden heeft Hieronymus dierlijke oerangsten kunnen en weerstaan. Die passiviteit uitge<: ikt in de houding van den Anto . us in de werken waarin hij uitL-cldt: 53, 56, bovenal 55, en den H. Hieronymus (50). Deze overgave" berust op een overwinning der emoties", ver de realiteit dan de id van den angst" (Dr. A. o> Over de Wortels en Ver van het Angstgevoel. De BI ien, Schrift 10 jaarg. u). ?> de bevrijdende, genezende, ' h'--izelf genezende waarde van NAZOMER-MENU L Boven: Jeroen Bosch, Verzoening van fan< H. jkntonius Onder: Meester der Virgo inter Virgines^ Chrhti Geboorte ..Carrière" A Banque Nemo", hier vertaald als Carrière", is een merk waardig stukje zedenschildering op het witte doek, vooral ook omdat daarmede blijkt wat men in Frankrijk als critiek op het heden durft maken en accepteren. Het is het oude gegeven van den kleinen dief, die in de gevangenis komt en den groten dief, die carrière maakt van bankbediende tot bankdirecteur; zodanig carrière, dat men hem ten slotte niet eens meer kan laten vallen over een zwendelaffaire. Hij kan niet vallen omdat niet minder dan het gehele ministerie iets met de Banque Nemo te maken heeft. De hoge post A.P. (amis personnels) blijkt geen weg gegooid geld, de politie brengt met een buiging de compromitterende docu menten terug en de kleine dief, die deze stal om er chantage mee te plegen tegen de grote, gaat bijna weer dekast in. van P . een z van de Franse ministerraad zjj ook met willekeurige figuren _ te hüf^ï?^ er belang biJ bliJe* te hebben dat de zaak in de doofoot gaat. Een land dat dit toelaat S ook in dit opzicht een bewl^ van r " keur^r0Tn ^ Wj keuring wel eens ontbreekt. The king steps out" City Theater, Amsterdam groote namen prijken naast elkander: Grace Moore, «Frits Kreisler en Josef von Sternberg! ' Mfn k*11 moeilijk mér op een *?' «*?? vrknaen. En het re'ultaa" van deze samenwerking? Enige geiUustreerde grammofoonplaten (van goede kwaliteit, daar zorgen Grace Moore en Frits Kreisler voor) en daar tussendoor wat operrtfcW Wlat£ ppeen bekend thema (af en toe zeer char mant, daar zorgt von Sternberg voor) PAG. 10 EN II DE GROENE No. 3093 Men kan het ook omkeren en zeggen, dat de operette onderbroken wordt door de grammofoonplaten. Dat is zelfs meer in overeenstemming met de verhou ding tussen beide, maar het publiek komt in de eerste plaats voor Grace Moore en dus voor de grammofoon. Met dat al is het nog geen film en de illustratie van zang met close ups is maar een bedenkelijk genoegen. Het gezicht van een zingende juffrouw i's niet mooi op x maal ware grootte, al is zij ook x maal Grace Moore. Voor de rest doet zij af en toe iets t veel Anny Ondra en voor von Sternberg is zij geen Mariene. Maar ondanks dit alles amuseert men zich zij het dan ook meer met fragmenten, dan met de film en ieder vindt daarbij het zijne: wat Grace Moore, wat Kreisler en een heel klein beetje von Sternberg. KUNSTZAAL VAN LIER ROKIN 126 * AMSTERDAM Doorloopend Tentoonstellingen IV-,»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl