Historisch Archief 1877-1940
E«n verhaal van D« Groen*
\
\
vi
en
ho!
da!
HET VLAMMENDE ZWAARD
(EEN ROEMEENSCH DRAMA)
EN onbekende van ongeveer 45 jaar, plechtig van een pauw mijn stuk voorlas. Ik vernam later,
E in het zwart gekleed, in rok, het type van
een Protestantsch geestelijke of van een
kwaker, groote bril, zorgvuldig geschoren, met
waardigheid in zijn manieren en een diepen ernst
in zijn stem. Hij naderde mij met afgemeten passen,
een verkleurde zwarte actentasch onder den arm.
Meneer ?"
Jon Alexander".
Een kort oogenblik, dat, ofschoon ik het met een
aangenaam" trachtte te vullen, pijnlijk leeg bleef.
De naam zei me niets en aan de teleurgestelde hou
ding van den bezoeker was duidelijk te merken, dat
ik tenminste van hem gehoord moest hebben.
Iets minder zelfbewust voegde hij er aan toe: de
dramaturg'*.
Daar hij zag, dat ook deze aanvulling geen
uitwerking had, vervolgde hij met een laatste poging
zich te verdedigen tegen een anonimiteit, die hem in
het niet zou doen zinken: de schrijver van Het
Vlammende Zwaard".
O, had u dat dadelijk gezegd l" riep ik uit, hem
een genoegdoening schenkend, die hij wellicht niet
meer verwachtte. Achter de dikke brilleglazen
overgoot een vreugdestraal de ernstige oogen. Ik
kende hem toch l
IK kende hem door de omstandigheid, dat sedert
ongeveer acht jaar bij het begin van het seizoen
boven aan het programma van het Stadstheater,
afgedrukt in de kranten, Het Vlammende Zwaard"
van Jon Alexander vermeld stond. Ik wist niet, wie
de auteur van het regelmatig aangekondigde stuk
was, dat even systematisch niet werd gespeeld.
Aangenaam te hooren, dat u werkelijk bestaat,
want ik meende al, dat u een verdichtsel van het
Stadstheater was."
De kwaker hief zijn magere handen naar het
plafond: Och, als ik er niet zoo onder leed, zou ik
zelf gelooven, dat het geen werkelijkheid was."
Gaat u zitten en vertelt u me de zonderlinge
geschiedenis."
Het Vlammende Zwaard is een tooneelstuk, dat
bestaat en ik heb het hier bij me", begon de kwaker
ernstig, terwijl hij met zijn behaarde vingers trillend
over het zwarte leer van zijn tasch tastte. Schrikt
u niet, het is maar n bedrijf, met uw verlof zal ik
het u voorlezen, want daarvoor kwam ik hier. Ik
heb het na den oorlog geschreven en een ongelukkige
gedachte dreef me er toe het aan het Theater der
stad te presenteeren....
Niet lang daarna werd ik
uitgenoodigd voor het comitéte verschijnen,
waar een meneer met een puntbaard
en een lorgnet, met een scherpe stem als
dat het Dan Grigoriu, onze groote criticus, was. De
man streed met heldenmoed voor mij, hij had in
mijn werk wat origineels ontdekt en, ik schroom het
u te zeggen, dat hij er genialiteit", al was het dan
ook slechts een gedeeltelijke, in herkende. Wat zal
ik u nog meer vertellen? Het stuk werd voor het
komende seizoen aangenomen.... Het is ook
overbodig over mijn voldoening bij het afdalen der
trappen te reppen. Het scheen me toe, dat op de
Groote Markt alle huizen me bewonderend aan
zagen. Ik geloof, dat ik op den weg naar huis in
mijn longen al de lucht van de groote stad heb
ingeademd en ik verwonder me, dat er nog iets voor
de anderen is overgebleven.... We verheugden ons
allen, moeder schreide, kuste me en streelde mijn
hoofd als in mijn kinderjaren: Jon.... Jon."
Toen het bericht in de kranten verscheen, toonde
ik het in mijn stamkroeg, in winkels, bij den kapper,
in café's aan alle bekenden. Eenigen hadden het
bericht al zelf gelezen. Bravo, Jon, dat heb je
goed gedaan l" Ik werd gefeliciteerd en ontelbare
malen begoot ik met mijn vrienden het succes.
Niet de uiterlijke vreugden in mijn stadskwartier
waren de aangenaamste in de maanden, die volgden,
de werkelijke vreugde kwam van mijn familie.
Mijn oudelui wanhoopten reeds lang aan mij; ze
zagen mij met veertig jaar onverzorgd". Schrijven
was voor hen tijdverlies, vooral wanneer er niets
van werd gepubliceerd. Voor wie schrijf je?"
ze trokken verdrietig de schouders op en ik durfde
hen niet over roem spreken. Wat is roem als deze
zich door geen zichtbaar teeken laat zien? De
situatie was nu geheel anders. Ze wisten onder de
nieuwe omstandigheden niet en vooral moeder niet,
hoe ze het mij naar den zin zouden maken: Ik
wil niet, dat iemand leven maakt, Jon schrijft",
zoo hoorde ik iederen dag. Opdat ze me niet
zouden storen, liepen ze op de teenen. Jon schrijft"
en inderdaad schreef ik. Want het succes eerst
en wantrouwen en teleurgestelde hoop daarna
dreven me in vertwijfeling tot den arbeid. In acht
jaar heb ik zeven en dertig bundels gedichten
geschreven en vijf en zestig boekdeelen met
stukken", voegde hij er aan toe, de hand op de
tasch leggend, alsof hij ze wilde openen.
Instinctief schoof ik met mijn stoel achteruit.
Stelt u zich gerust, ik heb ze niet bij me, maar
graag wil ik u een paar daarvan voorlezen, als u
zoo vriendelijk wilt zijn een dag daarvoor te be
stemmen ....
In den herfst, toen mijn stuk bij de heropening
van het seizoen op het repertoire verscheen, ontving
ik weer een stapel gelukwenschen en werd ik
opnieuw onthaald in café's en kroegen. Met een
hooge borst ging ik naar den schouw
burg. De directeur herinnerde zich echter
het stuk niet: Het Vlammende Zwaard ?
Hm.... we zullen zien. O, ja ! Geduld, u
komt aan de beurt!"
Ik begreep, dat ik moest zorgen, dat
ik niet vergeten werd.
Ik kwam nog een keer, een derde keer,
tenslotte zeven
maal, tot de di
recteur geënerveerd
op me toeschoof:
U bent wel wat
ongeduldig, waarde
heer l Denkt u, dat
bij het tooneel alles
zoo snel gaat?
Wacht u maar. Als
u aan de beurt
komt, zullen we
1 i.
u wel roepen.. ..".
Wie het maar
beliefde te gelooven,
ze zouden me wel
roepen! Zoo naïef
was ik niet.
lederen dag ging
ik de trappen van
den schouwburg op,
maar ik kon nooit
den directeur spre
ken. Eerst in het
voorjaar gelukte het
mij hem te pakken
te krijgen, juist toen
hij langs een ach
tertrap naar boven
wilde glippen. Ik
wist, dat ik mijn
IN DIN HAAO ONS N l l U W l
MODELHUIS
DE MILDESTRAAT 21
BIJ HET H.V.V.-TERREIN
GEOPEND VANAF 9.30
OOK DES ZONDAGS
ZONEN
laatste troef uitspeelde. Ik eisch van u geen recht op,
directeur, ik vraag u om een gunst. Niet voor mij,
maar voor mijn ouden vader, die aan een hartkwaal
lijdt en wiens vurige wensch het is, mijn stuk te zien
spelen voor hij sterft".
Geroerd keek de directeur mij aan, hij begreep
mijn verdriet, drukte me de hand: Ik geef u mijn
eerewoord, dat ik in den komenden herfst uw stuk
zal opvoeren." En werkelijk hij hield woord; er
werd met repeteeren begonnen. Maar na een paar
dagen viel de regeering en de nieuwe directeur
staakte de repetities.... De geschiedenis met mijn
vader was geen verzinsel. Hij ging zijn einde tege
moet met bezorgdheid in de oogen, ik begreep, dat hij
me voor -een verongelukte aanzag. Eén keer ver
trouwde hij me tusschen twee flauwtes in fluisterend
toe: Ik zou niet graag sterven voor ik je stuk heb
zien opvoeren." Hij stief nochthans met zijn on
vervulden wensch.
IK begon opnieuw de trappen naar de directeuren
te bestijgen. Eén gelukte het mij zachter te
stemmen, toen ik hem zei, dat hij daarmee den
laatsten wensch van mijn moeder, die op haar sterf
bed lag, zou kunnen vervullen. Goed, ik geef uw
stuk de volgende week in repetitie." Binnen twee
dagen trad hij af; nu begreep ik, waarom hij zich
zoo grootmoedig had betoond. Mijn moeder stierf
eveneens zonder het stuk te hebben gezien.
Toen ik een anderen directeur van de ziekte van
mijn zuster, die door de tering wegkwijnde, begon
te vertellen, draaide hij me lomp den rug toe. Ook
mijn zuster stierf, vijf jaren nadat mijn stuk werd
aangenomen.... Ik bleef alleen in het huis, geme
den en belachelijk gemaakt, zelfs door mijn vrienden.
Ik werd menschenschuw, ik begon me in mijn kamer
op te sluiten. Van al de mijnen leefde slechts een
oude vrouwtjes-hond, Mina, die bijna blind was.
Ik aaide haar en zei tegen haar: Mina, ik zweer je,
dat jij tenminste niet zult sterven, voor mijn stuk
is opgevoerd "
Ik begaf me weer op weg naar den schouwburg.
Tevergeefs! Mina stierf en mijn stuk werd niet
gespeeld.
Vannacht, ik wil het u eerlijk bekennen, zooals
vele voorgaande nachten slapeloos me in mijn bed
omwoelend, dacht ik plotseling aan den schuldige
van mijn ongeluk en ik zei tegen mezelf: Is hel
de schouwburg of de criticus met den puntbaaro,
en de pauwenstem ? De schouwburg is geen persoon
in acht jaar hebben zooveel directeuren elkaar
afgewisseld, die alle op dezelfde manier handelden:
ik kan me niet op den eenen wreken en een andere;
begunstigen. Blijft over de criticus met den punt
baard, die, door bij mij gedeeltelijke genialiteit" t
ontdekken, me ongelukkig maakte. Ik heb toen
besloten mij met deze handen, waarmee ik Hei:
Vlammende Zwaard" heb geschreven, me te
wrekerMet die gedachte begaf ik me op weg, maar onder
het loopen, zei ik tot mezelf: en wanneer ondanks
alles de man met den puntbaard gelijk zou hebber,
hoe zou ik dan mijn handen met een misdael
kunnen bezoedelen ?
Ik keerde op mijn schreden om en kwam bij u on
u Het Vlammende Zwaard" voor te lezen en u da i
te laten beslissen, wie de schuldige is."
DANK zij mijn verzoenende houding en dubbel*
zinnig antwoord werd de misdaad niet begaan.
Het stuk was echter hopeloos. GAMAX
AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN
wordt vtrxocht bl| hun bijdragen ««n («frankMrd
brlafonulif mat «dras vin dan tizandar In u slultan.
Op hat «dras van nukken, voor da radactla
battamd, varmalda mtn f tan niman vtn, parsonan.
UIT HET DAGBOEK VAN PIERKEN
De drukkunst
ACHTUNG! Achtungl zei de
Meester, wij beginnen en de
Tsiep was het eerste slachtoffer
van dit plotse offensief bijaldien hij op
de vraag: Wat is de schoonste en nut
tigste uitvinding? slechts wist te ant
woorden: Het warm water, terwijl
Telesfore zijne voorliefde naar de
wonderolie uitging en Ceasar hardnekkig
partij koos voor de snuifdoos, welke
thesis, nog voordat hij aan de verdedi
ging derzelve begonnen was, hem regel
recht aan de deur bracht.
Is er dan niemand onder u, die van
de drukkunst hooren spreken heeft?
zei de meester.
De drukkunst zei ik, is een twee
snijdend wapen en sommige wijzen
zijn er niet ver van af het als een list
des duivels en Gutenberg als een
joodschen agent te beschouwen die door
Moscou uitgezonden werd om het
bolsjevisme voor te bereiden. In den tijd
dat de jeugd nog niet verplicht was van
te leeren lezen waren de verwoestingen
door deze uitvinding aangericht veeleer
als gering te schatten, maar den dag
van vandaag, dat iedereen in staat is
de slechte gazetten te ontcijferen, kan
dat de oorzaak zijn van eene onherstel
bare ramp voor de beschaving en het
gezinsleven. Immers, de drukkunst
vermenigvuldigt met dezelfde misda
dige koelbloedigheid de hoofdletters en
de kommaas, de waarheid en den leu
gen, de dwaasheid en het gezond ver
stand en aangezien iedereen het erover
eens is dat de stommiteiten in deze we
reld veel talrijker vertegenwoordigd
zijn dan de verstandige opmerkingen
mogen wij terecht de vraag stellen:
Wat heeft de menschheid bij bovenbe
doelde uitvinding gewonnen?
Nondeku zag ik den meester in zijn
eigen denken, zoover heb ik nog niet
gepeinsd.
Pier zei hij, ge hebt een goed
punt.
Stel u voor zei ik, dat er nu een
russischen professor is, die een papier
soort uitgevonden heeft, die duizend
jaren kan bewaren zonder onderhevig
te worden aan de vernielende werking
van den slagtand des tijds, zoodat
de jongens in het jaar 2936 nog steeds
de redevoeringen van leteler en
Moeseline tusschen hun boterhammen zullen
vinden. Ge zult mij wellicht tegen
werpen : achter ons halen ze de ladder
op en we hebben al last genoeg met
onszelf zonder ons daarbij nog te ont
fermen over onze achterkleinkinderen,
maar 't blijft ten slotte toch maar een
droevig toekomstbeeld als ge over
weegt zei ik, dat het daarvoor is dat
onze voorvaders gesneuveld zijn.
Zoo rap niet Pier, zeit de meester,
ik kan u haast niet meer volgen.
't Is zonderling zei ik, maar die
uitvinders denken nooit aan dingen
die ons plezier en vreugde zouden
kunnen verschaffen en ik vraag me
soms af, in uren van vertwijfeling,
evenals mijn vader, wanneer dat ze
eens demi's zonder kouseband zullen
ontdekken of jarretelles, die niet be
geven als ge juist midden de straat
zijt, onder de oogen van een dartele
meid. Ik heb gezegd.
Pier zei de meester, ge zijt eenen
wulpschen materialist en mijn goed
punt was gaan vliegen.
Me-ndrik Kist, Ober-Kellner
M&iw^^
0Q
Laat Hendrik maar schuiven
» v t__t i. , ^^*m
K heb het nog zoo tegen mijn vrouw
e gezegd, ik zeg: laten we nou niet
' gaan maar zegt mijn vrouw wij gaan
w.'l en toen zijn we gegaan. Ik heb
Zondagmiddag vrij gehad en mijn
vrouw had hem goed opgepoetst en
n' g opgepompt en vooruit dan maar
n.> ar den tandem-dag op Schiphol. En
n den wij er heen met een pietsie
slingrrtje voor de vroolijkheid en komen
wi> daar en al honderden van die
tando ns en Heeren van de A.N.W. B. en
n< a;al wat publiek, en ik zeg nee hierin
ne-; zegt mijn vrouw daarin en ik denk
no?: niet toegeven maar zij trekt de
du ibele besturing uit mijn hand en
natuurlijk had ik gelijk en zóó midden
op het cement hoor ik donderend
gebr< m aanschieten en iedereen gillen
en schreeuw ik: trappen en wij trappen
en TOO nog net vlak voor zoo'n
Douglasfol ker langs die achter mij haar hoed
af l'aast en wij racen het veld in en
me. stijgt er een jonkie de lucht in vlak
boven ons dat ik mijn hart vasthoud
?ai. de schrik en mijn vrouw gaat
zwo alen en geen meter onder het jon
kie 'alt zij in zwijm.
I - zeg nou als je nogeens wat weet
en ?,IQ bijgebracht door de jury scheldt
zij 'iat ik rnij schaam en een van de
Her. en daarbij kon ik. En den
volgeiden dag gelukkig weer aan het werk
«n t^et de lunch ziet ik dien Heer weer
om met den Heer Leonard Lang van
wijk n de R.A.I. dat is nu ook al weer
huilen en weg fooitjes hoor Kist!
Want dat was altijd goed verdienen
Wat f-.r uit de provincie kwam met auto's
611 hun vrouw om nieuwe te koopen of
zonder hun vrouw om heel wat anders
*n dein eerst recht groote fooien om de
Dame te imponeeren. Ik zeg: zonde
Meneer en zegt chef Pot dat is een ver
lies voor de stad want dan werd nog
heel wat verteerd en zegt de Heer
Lang: paard en rijtuig is goedkooper
of als je je auto met champagne
inplaats van benzine en met jullie beste
mayonnaise voor olie liet loopen, zoo
veel belasting e.d. En mét neemt hij
een slok om de zorgen te verdrijven.
Maar nu net nog wat leven met
Het Costuum onzer Voorouders alle
maal poppen en ook wel bij gelegen
heden lejrende Dames in die kleeren.
Dat moet heel antiek zijn zeggen ze
en is weer eens een gelegenheid voor
de Menschen van Stand die nergens
komen om weer eens ergens te komen
maar wat is daar bijzonder? mijn jongen
draagt het ook altijd maar dan gekeerd I
MIJN vrouw zeurt mij met Merijntje
Gijzen, het boek kent zij uit haar
hoofd en zoo ontroerd ze leest het als
ze hoofdpijn heeft dan verlichten tra
nen zegt de Dokter en nu moest ik met
haar mee naar de film. Maar ik zeg:
ga zelf maar en komt eiken dag kapot
thuis, nu al vijf dagen van het wachten
want nog aldoor uitverkocht f
Nee ik liever tooneel en kreeg ik ook
een vrijkaartje van den Heer van Ees
die speelt in Jongetje vindt Meisje"
maar heb ik gelachen om den Heer
Laseur die zou je het niet aanzien: bij
ons altijd norsch en boos van de be
roemdheid maar zoo in zijn rol op het
tooneel zoo'n aardigen vroolijken Heer.
En ook Mevrouw M. Dresselhuys. Ik
heb een Neef gehad die was ook acteur
op het tooneel maar eigenlijk kellner
net als ik en met die samen speelde ik
de hoofdrollen bij, Kunst en Vriend
schap" onze vereëniging voor perso
neel in café- en restaurantbedrijf maar
dan voor dilettanten en was hij meestal
den schurk maar ik den hoofdpersoon
den Graaf van Montbarte, die zijn eigen
dochter dat was de knappe zuster van
Willem die nu de biljarten bedient wil
opsluiten in een klooster omdat zij den
jongen Prins bemint dien eigenlijk de
werkelijke opvolger van den troon is
vermomd als reizend Troubadour en
zegt hij: Verhoor mijn bee, Gij valsche
Graaf, Ik mij Uws dochters liefde laaf,
Zij mint mij ik min haar weerom
Waarom ik om haar handje kom."
En ik: Wie zijt gij dat gij het bestaat,
Gij deez' brutale woorden praat, Ik
ken niet zeg Troubadour, Pas op
schurk zeg, draai mij geen loer!" En
dan kwam de bode binnen stormen
(Willem zelf) Heer Graaf de vijand
naakt l" en ik: Laat ze maar komen,
de trawanten, ik strijd wel tegen dui
zend klanten, Voor Montbarte en
Montfoorlante" het geheel onder regie van
den bekenden Heer acteur den Heer
G. W. F. Velderman die het ook zelf
geschreven had wat kon die spelen; hij
was de aanvoerder van den vijand en
vader van den Prins maar dat merk ik
pas bij de overgave van het zwaar be
proefde belegerde kasteel en bal na ik
met de knappe zuster van Willem, nou!
En als ik daaraan terug denk nou
ajuussies Jongetje en Meisje en
ajuussies Jongetje Merijntje: laat Hendrik
maar schuiven! Die kent de kunst l
Java en de wereld
JAVA en de wereld hebben in dit
geval alleen dit met elkander te
maken, dat ze met dezelfde post
op onze tafel kwamen te liggen: het
album Java II van Droste en de School
atlas der Gehele Aarde van
BosNiermeyer. De combinatie lijkt wat
willekeurig, maar ze is het niet.
Droste-plaatjes verzamelt men voor
zijn plezier, omdat ze aardig zijn. En
als men ze toch eenmaal verzamelt
wil men ze ook bewaren in het album
waarvoor ze bestemd zijn. Zo krijgt
men dan de interessante toelichtende
tekst van J. C. Lamster onder ogen. En
zo, al lezend en plaatjes kijkend, doet
men heel wat kennis en inzicht op
betreffende het belangrijkste eiland
van onzen gordel van smaragd",
en wie zou durven zeggen dat de
verbreiding van meerdere kennis van
onze koloniën onder ons volk niet
hard nodig is?
Een heel ander geval is het met den
ouden Bos", die nu in zijn 35sten druk
(herzien door B. A. Kast en P.
Eibergen) voor ons ligt. Dit is een werk voor
schoolgebruik. Maar als het u gaat
als mij, en u houdt van mooie kaarten,
omdat deze u evenveel en soms meer
zeggen dan een lange gedrukte ver
handeling met plaatjes er bij, omdat
u op een kaart uren lang kunt turen
en de prachtigste reizen maken
dan kunt u, zelfs al bent u (als ik,
helaas) de schoolbanken lang ont
groeid, van deze atlas genot beleven.
Het kaartwerk dat hier wordt geboden
is inderdaad wat tekening en druk
techniek betreft af, en wat de inhoud
aangaat: reeds een blik op het namen
register (een klein aardrijkskundig
woordenboek!) bewijst dat men tot
een heel eind buiten de school aan
de nieuw geworden Bos nog ruim
genoeg zal hebben.
Eén opmerking slechts. Terwijl aller
lei onbeduidende watertjes en
trammetjes secuur zijn aangegeven, moeten,
ondanks de enorme uitbreiding van
het wegverkeer, de straatwegen het
stellen met n mager bijkaartje van
het Rijkswegenplan. Alleen in dit
opzicht is de oude Bos (die wél de
nieuwste luchtvaartlijnen vermeldt)
oud gebleven (evenals trouwens al zijn
collega's). Hoe lang nog? F. A. R.
i l
i l! '-.
PAG. 16 DE GROENE Ne. *»5
PAG. 17 DE GROENE No. 3095