Historisch Archief 1877-1940
4
r
Vi
hc»<
maar al te vaak in het vaarwater van het huidige
Duitschland en communisten oefenen een sterke
pressie op den linkervleugel van de Belgische arbei
dersbeweging in de richting van een Volksfront.
Deze voor Belgiëvolmaakt ongerijmde politiek
door partij- en vakbondscongressen met groote
meerderheid afgewezen, maar telkens bespeurt men
toch eenige verwarring. De regeering van
Zeeland neemt daartegenover een krachtige houding
aan: dit bewijzen de huiszoekingen, die in de
afgeloopen week bij rechtsche en linksche extre
misten zijn gedaan, waarbij behalve enkele wapen
vondsten bij Trotzkiisten en fascisten, er ook
belangrijke ontdekkingen gedaan zijn inzake clan
destiene wapenleveringen aan Spanje.
DB LATENTE SPANNING TUSSCHBN CHINA EN
Japan beleeft weer eens een van zijn periodieke
opflakkeringen. Er hebben zich weer eenige inciden
ten voorgedaan, varieerende van het doen steigeren
van een Japansch generaalspaard tengevolge van
een slag op zijn achterdeel door een Chineesche
hand tot het vermoorden van een Japanschen
consulairen beambte in Hankou, en van een marinier in
Sjanghai waarvan de daders onvindbaar blij
ken. Een en ander wordt door Japan gezien als
gevolg eener bewuste anti-J apansche agitatie, waar
tegenover het de voornaamste spoorwegknooppun
ten bij Peking heeft bezet, zijn vloot in Hankou
heeft versterkt, mariniers aan land heeft gezet en
nieuwe vlootexpedities voorbereid. De toestand is
zeer gespannen en zou wel eens kunnen uitloopen
op de omvorming van de vijf .noordelijke provincies
van China tot een nieuwen Japanschen vazalstaat.
IN NEDERLAND VERTOONT DB
DBPBNSIEBEDRIJvigheid een duidelijken weerslag op de inter
nationale spanningen. De kazematten in de grens
streken naderen hun voltooiing. Een andere maat
regel tegen den overvalsoorlog" wordt thans aan
gekondigd : een installatie voor groote ijzeren staven
die het doorrijden van pantserauto's kunnen be
letten, wordt op de voornaamste verkeerswegen
naar het buitenland aangebracht. Ook de manoeu
vres, die verleden jaar om redenen van bezuiniging
niet door zijn gegaan, worden dit jaar weer op
uitgebreide schaal gehouden. Wederom bestreden
in Brabant een roode en een blauwe partij elkaar
gedurende eenige dagen. Zeer instructief voor den
staf en de troepleiding. Zeer vermoeiend, maar dik
wijls vol aardige afwisseling voor de troepen zelf.
En slechts het ongelukkige kanonschot, dat n
slachtoffer maakte, onthult even den macaberen
achtergrond van dit gebeuren, waarvan we, hoe
noodig deze oefeningen in groot verband ook zijn,
toch voor alles moeten hopen, dat wij de daaruit
gekweekte routine nooit in werkelijkheid zullen
hoeven toe te passen.
DE INTERPELLATIE-KUPBRS OVER DB
STEUNWIJZIgingen is niet doorgegaan. Op het motief, dat
men niet dubbel werk moet doen, hebben de partijen,
waarop het kabinet-Colijn steunt, deze interpellatie
niet in behandeling willen nemen. Ook de Katho
lieke Staatspartij (voorzitter Aalberse uitgezonderd)
niet, hoewel Mr. Geseling heeft verklaard, dat zijn
fractie de in de Eerste Kamer aangenomen
motieDe Bruyn volledig onderschrijft. Daarmee is dus
ook gezegd, dat de Tweede Kamer het in meerder
heid niet eens is met de wijzigingen van minister
Slingenberg. Maar hoewel de Roomsen-Katholieken
tegenover hun volgelingen krasse woorden genoeg
hebben gebruikt, zijn zij er voor teruggeschrokken
dit uitdrukkelijk in een motie vast te leggen. Zij
vreezen n.l. thans nog het kabinet in gevaar te
brengen en daarmee ook de Grondwetsherziening.
Maar straks wordt van hen niet alleen afwijzing
van een bepaalden maatregel, maar uitdrukkelijke
goedkeuring van het beleid van minister Slingenberg
gevraagd bij de behandeling van diens begrooting.
En hoe wil men dit na de geuite afkeuringen doen?
Of hoopt men werkelijk, dat de minister zelf uit de
toepassing van zijn maatregelen nog zal leeren, dat
hij hiermee vooral den geschoolden en aan zijn gezin
hechtenden werkman die werkloos is in een onhoud
bare positie brengt? Zooals hij ook op twee andere
fouten zijns weegs is teruggekeerd: De royaliteit
van den verlovings"- rijksdaalder op kosten van
de gemeenten is niet doorgegaan. De kosten worden
nujttoch doorjhet Rijk gedragen. En het tech
nische gat in de nieuwe bepalingen waardoor de
werkloöze, die er in slaagde een huurverlaging van
zijn huisheer vte verkrijgen, voor een tweede maal
aan verlaging van den huurbijslag werd blootgesteld,
is. gestopt.
Maar de hoofdzaken, die weer samenhangen met
het geheele sociaal-economische beleid der regeering,
blijven aan de orde. Op dit punt staan de
RoomschKatholieken evenzeer tegenover de regeering als de
socialisten en zelfs niet alleen zij. En het zal voor
hen zeer moeilijk zijn een andersgerichte
regeeringscombinatie te vinden zonder de socialisten.
.fi*v
!?>?£*
"fi\?,>, ,).?(,'.:
?W».'.*
: -^>FT!
iSfïvP?^
3m&h*?'
'"*?"*' 3'
".»*^W^.'^W>'"v
? ?'*. sfv.: J<v"^'," *;..-. ? v ?
- --??-??:*&
K\'. ~ " f ' '' ??;*
? .v^--.-^öa
, '?'. ;'^$$M
:;p
*J&-*a
R-S^a
Jfv-i»
K^5ȕf
.^* »?-,-.?.???.?» .*é*
fc&3
$55
m
tj. -o. ?
*'(???
tL,
PAN ZOO ALS HET IS
Aardbeving, brand en taifoen vormden dm Japanner
i EER dan ooit voelen wij, Westerlingen,
l tegenwoordig, nu er zooveel over Japan
wordt gesproken en geschreven, hoe ver
j in ons denken en voel.en van den Japanner
Istaan. Hem te begrijpen is den Europeaan
»-t moeilijk. Een bijdrage hiertoe levert een
dagen ook in Nederlandsche vertaling ver
en boek1), geschreven door iemand die,
Javan geboorte, door cultuur
Westeris. De hierin gegeven verklaring van het
Jajche karakter uit den aard van het land leek
belangrijk genoeg om ze hieronder
frag^tarirch over te nemen.
iUE minuten voor middernacht. Heel
Ja; an slaapt. Anders dan de meeste Aziaten
de Japanners vroege slapers; om elf uur
de schouwburgen gesloten, daarna is er
ts n-eer te doen", zelfs de luidruchtigste
plaatvan vermaak in de groote steden liggen tegen
[ernacht als uitgestorven. Niets is zoo dood als
Japansche nachtleven! Op het land en in de
steden zitten de menschen na zonsondergang
een mrtje op een bank voor het huis, dan gaan
ok naar bed. Als alles rustig is in de kleine lage
jes c-n er niets anders te hooren is dan het
«reu van de nachtwakers, die twee stukken
Fop < Ikaar slaan, beginnen plotseling de huizen
De vegen te kraken, beginnen plotseling heele
jn in hun voegen te kraken, ook Tokio met zijn
Imillioen inwoners kraakt in alle naden en
n. L at is de aardbeving.
lapan prachtig mooi; maar al die
aard?igen.. ?-" zegt de vreemdeling, hoe kunnen
! voortdurend wonen in een land, dat om de
Jïgen door een aardbeving wordt geteisterd ?
reriien: je kunt nooit weten, of het geen
? aatdbeving is, de groote aardbeving, die met
Uenual grondig afrekent."
m t? r dan 1000 aardbevingen per jaar telt
|op de Japansche eilanden precies 1041
ild volgens Montessus, dat is op een
betrekkelein oppervlak ruim een vierde deel van alle
winden, die over de geheele aarde optreden
in totaal). Deze 1000 aardbevingen zijn over
?'"neen en eilandjes van het rijk verdeeld,
niet gelijkmatig. De eene keer siddert het
Ide andere fieer daar. Maar nooit in zijn heele
?iche eilandenbestaan wordt de Japanner
van de bedreiging der aardbevingen, nooit
| hij e nachtmerrie kwijt, die zwaar op zijn
st -n dit werkt opvoedend.
vreemdeling, die zijn eerste aardbeving
neer aakt, holt in zijn nachtgoed naar de
in Ht hotel of de salon van zijn gastheer.
ip golft onder hem als een zee of zijn
nkr. een die hem de dienst weigeren? ledere
iedere deur, ieder meubelstuk spreekt zijn
akelig krakende taal. Ofschoon men heel
oopt en krankzinnige sprongen maakt, heeft
akele minuten noodig eer men de trap de
geworden.
den zijn de leden der familie of de andere
van iet hotel, Japanners en buitenlandsche
e's al bijeen, alle keurig in chambercloak
>ono, met pantoffels aan de voeten, terwijl
iwelitig er beschaamd bijstaat op zijn bloote
en langs zijn nachtgoed naar omlaag ziet.
'acht nu, tot óf de aardbeving ophoudt óf
dwotgen is het huis te verlaten.
[Japar.ner blijft volkomen kalm onder de
"ag. Zonder eenigen twijfel kan men de
st< rke zenuwen van den Japanner, dat
l^zij> volkomen gemis aan zenuwen noemt,
""en aan de voortdurende training door
ge:?. Ieder lid van het gezin heeft voor
al: r n een speciale opdracht: de een past
de <ostbare vaas niet ontvalt, de ander
'i kast vol porcelein vast, de vader steekt
'griike papieren bij zich, in de Europeesch
-?ero? huizen vat ook iemand post onder
Uen lichtkroon. Pas als de schokken zoo
in, 'iat de kalk van de muren ritselt en de
j P de daken los beginnen te raken, gaat
(den tuin of op straat en rookt een sigaret.
hn<l schreeuwt, niemand loopt harder dan
BIJ DE FOTO'S
?. D vo" een modern Japansch meisje.
?' e J Wanner gaat geen huis geschoeid binnen.
c's huwelijksvoltrekkingen staat het vol
II, a l ?
ingang t
Foto'» uit Japan zooalt htc U".
anders. Het zou trouwens volstrekt geen nut hebben,
hard te loopen, want waar zou men naar toe
moeten rennen ? Als de schokken heel hevig worden,
als er een Oh-Djishin, een groote aardbeving over
de aarde gaat, scheurt de grond open en verslindt
menschen, en ook hiervoor helpt geen wegloopen.
Buiten in den nacht hoort men alleen een zacht maar
veelstemmig gemurmel van hen, die fluisterend tot
voorzichtigheid aanmanen, de aardbeving bespreken
en wenschen, dat zij maar spoedig gedaan mag zijn.
Alleen de honden hoort men in hun grooten angst
afschuwelijk huilen. Af en toe stort er een huis in.
Dat maakt niet veel leven, want Japansche huizen
zijn licht en vallen niet zwaar, men hoort eigenlijk
alleen wat licht geritsel boven het algemeene
gekraak uit. Men gaat vlug zijn buurman helpen.
Hier en daar breekt brand uit, of als het dag is
ziet men stofwolken opstijgen boven de ingestorte
huizen. Het schokken wordt minder, de honden
huilen nog harder. De brandklok galmt, de brand
weer raast door de straten.
Gezinnen die dakloos geworden zijn, ziet men
met pak en zak naar familie trekken om nog wat
te slapen.
De aardbeving is voorbij, het lichtelijk opge
wonden, opgeluchte He-e-e-e-e" van
demenschenmenigte ebt weg. Men gaat weer naar bed. Een
alledaagsche gebeurtenis is afgeloopen.
De beste houding ten opzichte van de aardbeving,
de eenig mogelijke zelfs, is: zijn zelfbeheersching
te bewaren, en zoo leerde de Japanner zijn zelf
beheersching te bewaren.
HET had erger kunnen afloopen, het loopt heel
dikwijls erger af. De groote aardbeving van
1923 maakte bijna de heele hoofdstad Tokio met den
grond gelijk en bovendien Yokohama, de voornaam
ste haven. Wat de aardschokken spaarden, lekten
de gretige tongen der vlammen weg; vluchtelingen
die naar het vrije veld waren gevlucht, werden
door den springvloed opgeslokt. 99331 menschen
vonden de dood, 43476 werden er vermist, 103733
gewond; honderdduizendtallen huizen werden ver
woest, een deel van de oorlogsvloot werd vernietigd
door een zeebeving, die in aansluiting met de
aardschokken optrad.
De Japanners weten, dat iets dergelijks hun eiken
dag kan overkomen. Nu eens doet een aardbeving
steden in Kwansai, het Zuidelijk deel van het land
met Osaka, Kyoto en Kobe, instorten, dan weer
vernietigt een brand duizend huizen in Tokio, een
andermaal verwoest een typhoon een stad in het
Noorden, doodt drieduizend menschen en zet een
heele koopvaardijvloot op het strand.
Deze drie geesels van Japan, aardbeving, brand
en taifoen, hebben zijn karakter gevormd en zijn
levenswijze bepaald.
EEN Japanher hecht niet bovenmatig aan
aardsch bezit. Niet doordat hij een goed soldaat
was, leerde hij de goederen dezer aarde verachten,
maar doordat hij er weinig aan hechtte, werd hij
een goed soldaat. De Japanner is niet van huis
uit een goed soldaat bestaat dit trouwens?
hij werd het, in oorlog zoowel als in vredestijd,
door de harde noodzaak. Welk nut zou het hebben
gehad, zich te hechten aan vergankelijke dingen,
aan boeken, meubelen, kunstvoorwerpen, aan de
talrijke aangename dingen van het dagelijksch leven,
als zij hem eiken dag ontnomen konden worden?
De Japanner is niet bovenmatig gehecht aan
zijn familieleden. Niet dat hij koud en gevoel
loos van aard is of omtrent de familie als zoodanig
niet de allerhoogste opvatting heeft, maar de
enkeling treedt daarbij op den achtergrond. Zoo
wordt mogelijk, wat op het eerste gezicht in onder
linge tegenspraak lijkt te zijn, namelijk dat de
Japanner, juist doordat hij de familie zoo hoog
schat, het afzonderlijke familielid en de familieband
van individu tot individu niet al te hoog aanslaat.
Het is in Japan algemeen bekend en het wordt
ook voor juist gehouden, dat Yoeranoske Oishi,
misschien wel de populairste van alle nationale
helden, zijn eigen huiselijk geluk en dat van al
zijn volgelingen moedwillig verstoorde, opdat zij
de zaak van hun vorstenhuis beter zouden kunnen
dienen. Toen eenige jaren geleden de strijd in
Mantsjoerije ontbrandde, gingen grijze vaders
vrij willig in den dood, opdat hun zoons, bevrijd van
de zorg voor het levensonderhoud van hun vader,
aan het front konden gaan strijden. Nog heel dik
wijls laten jonge mannen toe, dat hun zusters zich
aan een bordeel verkoopen, opdat de verkoopprijs
hen zal voorthelpen bij hun studie of hun carrière.
Onverschilligheid ten opzichte van de aardsche
goederen, gepaard aan een uitgesproken gevoel
voor het schoone bezit, soberheid en bescheidenheid
in het leven, de onuitputtelijke mogelijkheid telkens
weer van voren af aan te beginnen, zelfbeheersching
in de diepste smart en de bereidheid, zichzelf te
verliezen, dat zijn enkele van de eigenschappen,
die de Japanner door opvoeding heeft verkregen
en niet het minst door de aardbevingen, deze
opvoedende natuurrampen. Alle zijn het eigen
schappen, die hem van den Oosterling, van den
Aziaat onderscheiden, die de stelling rechtvaar
digen, dat de Japanner naar zijn wezen geen Aziaat
is, die ook in zekeren zin een verklaring vormen
voor de frases van de Pruisen van het Oosten"
en de Britten van het Oosten".
IK zou het betreuren, als deze regelen den indruk
wekken alsof de goede eigenschappen van mijn
landgenooten met alle geweld op den voorgrond
moeten worden gedrongen, alsof de Japanner moet
worden voorgesteld als een waar toonbeeld van
deugden. Neen, in menig opzicht is hij juist het
tegendeel. En juist de aardbevingen, waarvan
zoo'n opvoedende kracht uitgaat, zijn het ook, die
bij hem eenige eigenschappen te voorschijn hebben
geroepen, die men niet tot de deugden rekent: de
lichtzinnigheid, de lichtvaardigheid, de zorgeloos
heid, een zeker gebrek aan volhoudingsvermogen,
een misschien overmatig genoegen in festiviteiten
en in uitgelatenheid. Van zijn Maleische voorouders
erfde hij de opvliegendheid, die in de amok" van
den Maleier zijn geweldig, schrikwekkend hoogte
punt vindt. Gewoonlijk van een buitengemeene
zachtmoedigheid en lankmoedigheid, stuift de
Japanner, in het bijzonder als hij onrechtvaardig
wordt beschuldigd of zich in zijn bijzonder gevoelige
eer gekrenkt acht, ontzaglijk op en is dan tot alles
in staat. Van dezelfde voorvaderen stamt mogelijk
ook de groote algemeene ondeugd der Japanners,
bij verschil van meening tusschen twee menschen
geen moeite te doen de zaak rustig en koel onder
het oog te zien en de twist zoo mogelijk bij te
leggen, maar liever tot uitersten over te gaan,
een voorbeeld te stellen". Vaak geschiedt dit
doordat een van de partijen, om onrecht op de
andere te laden, zichzelf doodt.
De harakiri, de zelfmoord, is het Japansche
argument", het geldt als een geslaagd bewijs
van onschuld, als reiniging van het karakter, als
zuivering van elke blaam, elke verdenking. Voor'
den Europeaan stellig een volkomen onbegrijpelijk
standpunt. Niets staat den Japanner meer tegen
dan lange uiteenzettingen, dan scènes". De
Japanner is een zeer slecht politicus. In het poli
tieke naspel, dat op de oorlogen volgt, heeft hij
alles weer verloren, wat hij met de wapens bevoch
ten had. Hij heeft de Chineesche oorlog van 1894
gewonnen, maar de vrede van Shimonoseki ver
loren, de Russische oorlog van 1904/05 gewonnen,
om den vrede van Portsmouth te verliezen.
De Japanner, zooveel is zeker, beschikt slechts
over weinig civiele courage.
SINDS het Boeddhisme in 552 zijn edele leerstel
lingen door Korea in Japan liet binnenstroomen,
heeft zich in Japan een eigenaardige cultuur
ontwikkeld, die eenig in haar soort is en natuurlijk
haar drager, den Japanschen mensch, heeft ver
vormd. Maar om dezen Japanschen mensch te
begrijpen is hét noodzakelijk, dat men zijn afkomst
en zijn oorsprong niet uit het oog verliest, die in
menige intuïtieve handeling onmiddellijk tot uit
drukking komen. Het is goed zich nog eenmaal
bewust te maken dat .wij voor Aziatische begrip
pen in elk geval geen oud, maar een piepjong
volk zijn. De Chineezen zien zelfs parvenu's in
ons; in menig opzicht hebben zij stellig gelijk.
De Japanner is de benjamin, enkelen zeggen: het
enfant terrible onder de Aziaten.
Helaas, in zijn binnenste wonen twee zielen:
de volmaakte aestheticus en de zeeroover. Men
heeft van den Rus gezegd: Grattez Ie Russe...-.
Krabt den Rus af en gij hebt den barbaar." Met
evenveel recht kan men van den Japanner zeggen:
Grattez Ie Japonais.... Krabt het lak van den
Japanner af, en als kern houdt gij den zeeroover
over." Maar dan mag men niet vergeten, dat het
lak in Japan een kostbaar product van handwerk
en kunstnijverheid is. Er is niets onechts aan,
niets dat naar het vernisje zweemt, het is minstens
even kostbaar als de kern die het omhult. Hoe
meer lagen van lak in jarenlangen moeizamen
arbeid om de kern worden heengelegd, des te kost
baarder is het lakwerk.
Met den mensch is het evenzoo gesteld.
*) Komakichi Nohara: Japan zooals het is. Deel I der
N.K.B.-Wereldspiegel onder redactie van I. Rona.
Nederlandsche keurboekerij, Amsterdam.
l
l
i
PAG. 4 DE GROENE No. 3095
PAG. 5 DE GROENE