De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 26 september pagina 9

26 september 1936 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Onze prijsvraag l Vi Lai VERSCHILLENDE ROMANSTIJLEN opgave voor ditmaal luidde: D* jongeman staat dien dag vroeg op en wil zich naar bui ten begeven.. .." Gevraagd wordt, een fragment te schrijven, dat binnen het kader van bovenstaande handeling blijft, op de manier van; een Hollandschen fa milieroman, of een * psychologischen roman, of een streekroman, of een impressionnistischen roman. De Familieroman TJET was te verwachten, dat de vraag naar ?** een fragment in den stijl van den familie roman den meesten weerklank zou vinden. Het land, waar deze romanvorm en deze romanstijl gebloeid heeft en nog bloeit (als nergens anders ter wereld) blijkt ook in parodistisch opzicht in dit genre uit te blinken. Te oordeelen naar de inzendingen is techniek en stijl, zijn maniertjes en détails van dit genre den Hollanders in de wieg meegegeven ! Het blijkt dat de lezers de romanfabrikanten door'' hebben. Reeds zeer goed wordt de sfeer benaderd in de inzending van Mr. P. H. de V. te 's G., waarvan hier een gedeelte wordt weergegeven: Voorzichtig drukte Pieter de kamerdeur achter zich in het slot. De lauwe lucht van het trappenhuis omgolfde hem. En toen hij, geluidloos, over den looper, naar de trap gleed moest hij glimlachen om het, bijna onhoorbare, gemurmel, dat van achter de andere deur op het portaal klonk: Line was aan het leeren. Even luisterde hij, hoofd schuin gebogen, dan knikte hij begrijpend: rijtjes Duitsche voor zetsels l Hoe kwam Line er toch toe ook te willen studeeren, naar het Gym. te gaan ? Opgepast! deze tree kraakte l Zoo t Over de plank die knarste, vlak voor de slaapkamer van Vader en Moeder. Nog een trap. Deze twee treden overslaan l De gang. De knip boven, de knip beneden, de ketting ! De zware huisdeur zwaaide open. Pril-gouden lag de oude gracht in het licht van den stralenden voor; aarsmorgen. In het fragment van MEJ. H. N. TE B. zijn eenige kenmerkende eigenaardigheden, van de soort romans, o.a. de veelvuldige, téHollandsche namen, uitstekend geparodieerd: Daniël Verster werd die bewuste Zondag wakker door het zielig-heesche gehuil van Kareltje jr. en hij begreep meteen dat het ventje weer kou gevat zou hebben in die regenbui, die Mama en de kinde ren de vorige middag aan 't strand had verrast. In de gang hoorde hij de zware stem van dokter Vreede en het zenuwachtig praten van zijn vader er tegen in. De klok in Johans kamer sloeg zeven. Het was nog vroeg. Daniël bedacht, dat hij maar op moest staan om een briefje aan Margo'tje te schrijven en dat even weg te brengen. Ze hoefde toch niet te weten van de Van Rooyens, hij kon toch zeggen dat, omdat het regende.... Als ze dan maar niet weer zou denken dat hij en Stéfanie Verhoeve.... Hij bleef even in gepeins verzonken staan voor het portret van de oude mevrouw met haar typisch Verster-gezicht, dat alle kinderen hadden, behalve hij met zijn eeuwig bespotte, smalle Renkema-neus. Tenslotte vermelden wij nog hetgeen MEVR. A. L. R.?K. TE M. ons zendt : Dien morgen werd Paul vroeg gewekt door het De eerste prijs is gewonnen door Mevr. A. L R.?K. te M., voor <fe inzending van het fragment uit den fami/ieroman, onderaan in de eerste kolom. De tweede prijs werd toegewezen aan Ir. G. T. M. te D., zijn fragment van den chologischen roman. voor zingen der vogels, die nestelden in de eeuwenoude beuken rondom Beukenwoude. Voor alles wilde hij alleen, voor een van de anderen nog op was, een wandeling door het bosch gaan maken. Of neen, hij zou eerst Robje wekken, die 'sliep in een geïmprovi seerd bed in het strijkkamertje vlak naast hem, omdat de drie Arnhemmertjes in Robje's pijpela waren ondergebracht. Robje zou het heerlijk vinden mee te mogen en hem op zijn wandeling niet hinderen. On begrijpelijk, peinsde Paul, waar dat stille ver legen kereltje die zuivere, bijna hartstochtelijke liefde voor de natuur vandaan had. Mies en Gerard maalden er geen van beiden om en de andere kin deren evenmin. Hij zou nu toch maar eens opstaan. Onder zijn wijdopen raam knerpte Gijs al op klom penvoeten over het grint. Drommels ! Op het zolder kamertje boven hem, waar Kee, de oude kinder meid der van Dingelentjes sliep, hoorde hij ook al beweging. Even verwijlden zijn gedachten vol deernis bij Louis'tje, die idioot was en eigenlijk alleen gehecht aan Kee. Emma was na de geboorte van dezen zoon nooit meer dezelfde geworden. Paul zuchtte. Maar nu moest hij zich toch werkelijk haasten. Om half negen behoorde hij, evenals alle anderen, aan het ontbijt te verschijnen; op dien regel gedoogde Mama geen uitzondering. De psychologische roman f*\OK voor den psychologischen roman biedt de v-S Hollandsche litteratuur een rijk veld van onderzoeking. Maar de eigenaardigheden van deze soort eischen van den parodist of den imitator reeds een grootere mate litterair begrip en scherper critisch vernuft. Van beiden geeft blijk de aanvang van het fragment, ingezonden door Ir. G. T. M. TE D. : Herman lag wakker en trachtte nu zijn gedach ten te concentreeren op zijn naderend huwelijk. Weliswaar waren zulke gedachten niet in staat de onrust en de vertwijfeling Over zijn leven van het laatste halfjaar, voor hem aannemelijker of zelfs maar verdragelijker te maken; maar hij schiep er. een behagen in zich zelf in de scherpte van de spotbeeld, dat zijn verwrongen fantasie ontwierp van dien Herman Huys, die hij nu reeds sinds den zelfmoord van Arthur was, te herkennen en in die kolk van verlammende en steriele gedachten het onaantastbare meisje van Haelen mee te trekken. Terwijl hij zijn bleeke voeten neerzette op het kleedje voor zijn bed, een geschenk nog van Arthur, waarop twee scherts-poezen elkaar kopjes zaten te geven, trok hij met de linkerhand het gordijn op. ,,Een posthuum grapje van Arthur", dacht Her man grinnikend. Minder geslaagd, hoewel niet onaardig van compositie is de inzending van C. F. TE R. Verdienste heeft ook het fragment van C. 5. de W. TE L., hoewel hier de sfeer niet geheel zuiver getroffen is: Hij moest maar gaan schrijven, een of ander prul voor een weekblad. Iets uitvoeren. Je hoogmoed opzij zetten. Een novelle met een pakkenden titel: De dageraad van den dichter.... Zóó uit het leven gegrepen.Wat zelfmoordplannen, slapelooze nachten, geldzorgenen een meisje, en dan de ontknooping: de jongeman staat dien dag vroeg op en wil zich naar DE NIEUWE OPGAVE Het bedankbriefje De nieuwe prijsvraag eischt het schrijven van een vriendelijk, kort briefje van 150 woorden, om de goede kennissen of de familie, waarbij men zoo juist een weekend heeft doorgebracht, daarvoor te bedanken, op zulk een wijze, dat men, zonder de voordeelige vriendschap in gevaar te brengen, toch uiting geeft aan zijn ware gevoelens over de door stane dagen. Als eersten prijs loven wij wederom uit: een Dunhill bureau-vulpenhouder met artistiek uitgevoerden standaard ter waarde van ? 17.50; als tweeden prijs een plastiek van Hildo Krop. De redactie heeft het recht de inzendingen te publiceer en. Op de beslissing der redactie is geen beroep. Inzendingen uiterlijk Maandag 21 September. Verslag en prijstoekenning in het nummer van 26 September. buiten begeven, doch in de gang schemert hem het gele vierkant van een groote enveloppe tegemoet, dat halverwege de brievenbus is blijven steken. Je had kans, dat ze zooiets eerder aannamen dan ge dichten en dan was vader voorloopig gesust. Wal gelijk. Hij sprong uit bed en kleedde zich aan. Het was nog te vroeg voor het ontbijt; eerst maar wat wan delen, regen kalmeert. In de gang schemert.. .." Werktuigelijk dreunde hij den zin van zijn voor genomen novelle op. Werd hij gek? Het gele couvert, half nog in de bus, veelbelovend-dun, vochtig van den regen.... De streekroman J^ELATIEF gering was het aantal inzendin*> gen voor den streekroman. Een poging ertoe is het fragment van J. S. K. TE B., die beschrijft hoe een boerenzoon door een merel gewekt wordt. De beschrijving van lente" heeft echter niets, dat specifiek des streekromans zou zijn. Eerder is de opgave begrepen door Mej. G. H. van L. de H. TE U., die een meer suggestief, dan wel juist dialect fabriceert : Het was Beerten alsof hem het hart toespringen wolde. Hij heurde hoe buiten de schelle stem van het Manke Gretje fel opschalde tegen den gevel van 't schure: ,,Noe is te geleuve dat het Beerten nog slopt l" En daarbij de zware stem van zijn vader tegen het gebuurjonkie: Ons Beerten hat 'n kat 'ekeken !" i) In Beerten rees nu het donker verzet tegen Gretje, die hij trouwen zou met Paschen en tegen heel het gedoente van zijn Vader: 't erf en de vetweide bij de Drift. Hij zou opstaan en door het deelgat het wijde zoeken en Gretje en zijn Vader met verdoedelde smoelen doen daarstaan. En over het bedboomsel met eenen ruk zich heffend plakten zijn voeten op de roode piasters van de waschkamer. i) Te diep in het glaasje gekeken. De impressionistische roman De impressionistische roman bleek een te moeilijke opgave te zijn geweest. Bij de inzendin gen waren eenige aardige fragmenten, vooral E. U. TE A. had aardige vondsten, maar voor reproductie komt toch geen in aanmerking. Dai. ook het geestige fragment uit een psychologischen roman van J. G. TE A. niet kan worden afgedruk' spijt ons maar het is veel te lang en blijft daar door buiten mededinging. Zoo zijn er trouwen.^ telkens talrijke inzendingen, welker verdienster. alleen de jury tot verheugen stemmen. VIEDE IS NIET GEDISTINGEEID A. Virwly HET is een moeilijk iets die Vrede. Heel eenvoudig begint het. Op een dag zeg je tegen jezelf: Afge lopen ! Mensen dood schieten of ze dood gooien met bommen is gemeen en ik doe er niet meer aan mee." Je schrijft aan je Staat, dat je gevoel van eer zich tegen dat doodschieten verzet en dat je er dus van af ziet, en je Staat, die niet zelden een wijs en vaderlijk soort Staat is, laat weten, dat dit hem weliswaar ongelegen komt, maar dat hij. zo iets niettemin in 1923 al heeft zien aankomen en dat je je ingevolge een wet uit dat jaar dan maar op een on-bloedige wijze verdienstelijk moet zien te maken als er nog eens oorlog komt. So far, so good. Er valt een last van je af, je ademt weer vrij uit en als je over Trafalgar Square vliegt of over de Boulevard AdolphMax wandelt, kun je dat nu verder onbekommerd doen iq plaats van min of meer geniepig als een toekomstig uitzaaier van dood,verdriet en verderf ter plaatse. Elke handdruk, die je voortaan aan iemand in het buitenland geeft, kun je nu menen. In elk stampvol Lyons Corner House kun je onder theetijd alle men sen met plezier aan zitten kijken want je zult er vast nooit een van verminken. Alleen dat zo onbekommerd kunnen zitten uitkijken in 't buitenland is, in al zijn eenvoudigheid, al een bijzonder kostelijk genoegen voor wie er aan hecht. tmgmg, nogmaals: Nee, afgelopen. Geen gehaat meer. Leve Breda n Tiirnhout; hartelijke groeten aan de ni l .<(5ren meteen thrce che"-s for the jolly good fellows in NWBorneo." TOTO en de gestoorde vergadering Teekening vóór De Groene van L. MAAR dan komen de complicaties. Sinds het ogenblik, dat je met je Staat overeen gekomen bent, dat je nu verder dus voor het leven van alle men sen in plaats van alleen maar voor het !>iven van degenen rond het IJsselmeer en die in Oost-Indië(met uitzondering van Noord West-Borneo) zult mogen :ijn, worden niet weinige landgenoten, plus royalistes que Ie roi, tegen je. in Oost-Indië(behalve N.W.-Borneo) ^owel als rondom Utrecht beginnen ze ;net nadruk te wijzen op een punttippellijn, welke op vervalste afbeellingen van het aardrijk pleegt voor te :omen en ze spreken, in Indië(buiten J.W.-Borneo) meer verhit dan op de edacties ter N.Z. Voorburgwal, de * is uit, dat je je en pas op, hoor ! uisluitend tot mensenliefde binnen 'He punt-stippellijn bepalen zult. Je gaat daar ter wille van de goede erstandhouding nog eens ernstig op M en in een atlas het verloop van die ..jn na, wat veel moeite kost speciaal is je in de luchtvaart werkzaam bent «mdat je er bij de navigatie nooit veel r,indacht aan gewijd hebt. Je ziet, dat lij, behalve tussen N. W.- en de rest van Borneo, loopt door Straat Sin gapore, wat al direct bijzonder pijnlijk i . want het aardigste meisje, dat je f oit ontmoette, woont in Singapore en c 'is net er buiten. Overigens loopt hij ti-'m nog kaarsrecht door Nieuw-Guinea t' ? ook in een afschuwelijk gebroken ii gewikkeld zig-zaggetje rits-rats Zuid v ; n Cadzand, Noord van Calmphout, / .lid van Ulvenhout, Noord van Turnh out, Noord van Visé, Zuid van Valkenb;;rg, Oost van Venlo, West van Benth--im, Oost van Rottum, West vari E Tkum en dan verder drie mijl uit d k-st midden tussen volkomen onbe kende haringen door. Het is een hele st.idie en een hopeloze ook, want het is duidelijk, dat het leven te kort zal wezen, om nog precies alle namen van de plaatsen in de wereld in je hoofd te kunnen gaan pompen a) binnen de punt-stippellijn om lief te hebben, &) miten de punt-stippellijn om, eventu^l, te haten. Je zegt dus, gemaks halve en uit de oorspronkelijke overHOE eenvoudig en logisch het stand punt ook lijkt, de toestand wordt steeds gecompliceerder l Drieduizend mensen nemen de mqeite om achter een stuk papier te gaan zitten en te schrijven, dat zij óók van mening zijn, dat er iets verkeerds zit in het dood schieten van buitenlandse mensen, maar om een onverklaarbare reden adresseren ze die brieven alle verkeerd, aan jou, die het al wist, in plaats van aan een willekeurig ander iemand, die er nog zo zeker niet van is. De Vrede blijkt bij lange na niet zomaar de Vrede tussen mensen van goeden wille van Lucas II en het gezond ver stand te zijn, maar een ware doos van Pandora vol misverstanden en andere ongurigheden, bovendien op een geheimzinnige maar gecompliceerde ma nier samengeknoopt met de opzien barendste pro's en contra's. Nu je tégen het doodschieten van mensen bent, schijnt er voor vele mensen een natuur lijke reden te wezen om te veronder stellen dat je nu automatisch ook be reid zult wezen om lezingen te gaan houden vóór de vriendschap tot Sovjet Rusland, tegen het particuliere bank bedrijf, vóór de Spaanse regering, vóór Bellamy, tegen Hitler, vóór de Joden en tegen het korps der Koninklijke Mare chaussee. Elke dag bij het wakker worden merk je, dat jou totaal onbe kende tijdgenooten 's nachts weer een geheel nieuwe reeks verbazingwek kende tiquetten op je pyama hebben zitten plakken. Ik ben Communist. Mussen wint." Mussert? Wind!" Leve de weerloosheid".... steeds ir.es r, steeds vreemder. Er schijnt een z»ker systeem in te zitten, maar je kunt in 't begin niet uitmaken welk slechts blijkt duidelijk, dat je overtui ging niet alleen een opgeloste kwestie tussen jou en je Staat is maar dat iedereen er mee te maken wil hebben en pro of contra is maar wie zijn nu pro, wie contra? Het is een ware puzzle, tot je je in eens herinnert, hoe n van de drie duizend, zeker een vrouw van grote levenservaring, je geschreven heeft: Nu zult u gaan merken, hoe moeilijk het is om beschaafde mensen voor de vrede te winnen." Dat heeft eerst een vermakelijk paradoxaal zinnetje ge leken, maar ineens zie je, dat het de simpele waarheid is en van de gecom pliceerde toestand de complete ver klaring geeft. De Vrede toch blijkt inderdaad niet zomaar de Vrede te zijn, doch in werkelijkheid een strijdpunt tussen de beschaafden .en de onbeschaafden; de beschaafden zijn er tegen, en wie zich er vóór verklaart, komt automatisch gedeclasseerd bij de onbeschaafden terecht, een beetje van zelf, een beetje .geholpen, een beetje getrokken, een beetje geduwd. Als dat eenmaal goed begrepen is, wordt het leven weer eenvoudig en verklaarbaar; het wereldbeeld klaar als kristal. Het was dus niet toevallig, dat juist de beschaafde couranten, eens zo goedwils, stukjes wegens plaatsgebrek gingen weigeren en de onbeschaafde bijdragen als deze opnemen, dat hoof den boven stijve kragen en boorden enigszins schichtig-afzijdig gingen weg draaien en die boven slappe boordjes en erger toenemend welwillend be gonnen te knikken, en dat het juist de beschaafden waren, die aan je directie gingen schrijven, dat deze je moest ontslaan. ore, tnt en HOOG boven het zondoorstoofde stadje, den kronkeligen steeg jesdoolhof, de heetgeblakerde piazzetta's, torent San Vittore. Wanneer iemand wil weten, hoe hoog San Vittore is, en hoe oud precies, kan hij het in Baedeker wel vinden. Ik' weet alleen, dat San Vittore in het hart staat van Varese (aantal inwoners zie Baedeker), dat juist daar ligt, waar de laatste Alpen afglooien naar de wijde vlakte van Lombardije. En verder weet ik, dat San Vittore eng omsloten wordt door een moeilijk te vinden pleintje, waar de eeuwen hebben stilgestaan en trage duivenwiekslag de loome middag stilte schier hoorbaar maakt. Kloek en recht rijst San Vittore in den azuren hemel van Lombardije als een ver grijsde priester die vermanend toeziet op het spel der jeugd aan zijn voet. Want buiten de beslotenheid van het pleintje behoort Varese de jeugd. Va rese is een vroolijk en levendig stadje, geliefd weekend- en vacantieoord- der jonge Milaneezen, die het met hun luide gesprekken en drukke gebaren vervullen. Voor hen rijden de luid ruchtige trams en de rammelende taxi's, voor hen etaleeren de filialen uit Milaan hun kleurige stoffen, hun kunstig leerwerk en hun smakelijke worsten, voor hen roepen de kranten jongens hun Pópolo" en hun ,,Corriere" en voor hen speelt het strijkje bij Pini. Ik denk, dat Pini en zijn strijkje niet in Baedeker staan. Toch zijn zij, waar lijk toeristiek bezien, oneindig veel be langrijker dan de bouwmeester van San Vittore of de geschiedenis van Va rese sinds de komst der Westgoten, want hier, bij Pini, wordt ge Italiaan met de Italianen, althans Milanees met de Milaneezen. Men gaat er zoo maar niet zitten; eerst slentert men een uur of anderhalf den Corso Roma op en neer, groet kennissen (uit Milaan) die met slenteren klaar zijn en reeds op Pini's terrasje hun krant lezen en hun espresso slurpen, dan laat men zich bij hen neer, groet kennissen (uit Milaan), die zoojuist begonnen zijn met slente ren, leest kranten, slurpt espresso. Daartusschendoor brengt Pini's strijkje slepende serenata's ten gehoore, waar niemand naar luistert; de modieuze donne (uit Milaan) hebben het vél te druk met monsteren en commenteeren van even modieuze of nog modieuzere donne (uit Milaan), en het mansvolk is tezeer verdiept in de politiek en Mussolini's laatste groote rede. En in de modieuze Milaneeschen" meesmuilt ie mand. Mis. In het openbaar schenkt een Milanees geen aandacht aan vrou wen. Is dat nu alles?" vraagt een ander. Heeft Varese geen andere bezienswaar digheden dan dien eenen ouden toren en dat café-met-een-strijkje ?" Ik ge loof het niet. Ja, toch, er is een mooi park, en de omgeving leent zich bij zonder voor uitstapjes. Daarvoor be hoeft ge niet naar Varese te gaan, Bae deker kent wel andere oorden, waar de sterren, dubbele en driedubbele, voor het pakken hangen. En van uw Varese heeft nooit iemand gehoord!" Ge hebt gelijk. Ik heb dan ook maar n excuus: ik wilde zoo gaarne iets van Italiëzien.... ANDRE GARF PAG. 14 DE GROENE No. 3095 Want de Vrede is, blijkt nu duide lijk, een onbeschaafde rooiige toestand voor mensen, die slechts voor en met elkaar willen leven; de beschaafden echter wensen voor en door elkaar te sterven. Vis met een viscouvert willen eten en toch voor de vrede zijn, gaat in hun oog niet samen; zij zijn voor een strenge scheiding tussen het onbe schaafde 'eerloze vredesrapaille en hun nobeler wereld met de beschaafde vel den van eer. Meestal denk je schouderophalend: ze kunnen vinden, wat ze willen, en de tijd kan er zo raar uitzien als hij wil ze vechten toch voor een verloren zaak want de Rede krijgt zijn kans, nu of later. Te duidelijk ligt de liquidatie van de grenzen in de historische lijn, nooit zal hun beschaving het op den duur kunnen houden tegen het Nieuwe Tes tament, de technische ontwikkeling, de economische belangen, en de voor keur van de volken om het in levende toestand naar' hun zin te hebben. Maar als het u gaat zoals het mij gaat, dan wil het u in pessimistischer buien toch ook wel eens koud over de rug lopen als u zo'n willekeurige stad in een of ander binnen- of buitenland in het zonnetje ziet liggen en u ineens denken moet: stel je voor, dat de be schaafden hun zin kregen, en dat die oorlog tóch nog kwam.... r PAG 15 DE GROENE No 3095

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl