Historisch Archief 1877-1940
VI
[Val
en!
hq
da
bc
Toiili
SENTIMENT en INTELLECT
Gedachten over Devaluatie en Welvaart
Hoogleerur aan de Technische
Hoogsschool te Delft en de
Handelshoogeichool te Rotterdam
WANNEER eens de ge- pr0f. Df. If. J.
schiedenis geschreven
zal worden van dezen
tragischen tijd, van zijn nobele
aspiraties en zijn droevige mis*
lukkingen, dan zal de historicus
goed doen bijzondere aandacht
te wijden aan de psychologische
analyse van de persoonlijkheden,
die in de democratische landen
de dragers zijn geweest van de
nationale en de internationale
politiek.
Wanneer hij deze dan con
trasteert met de persoonlijkhe
den der dictators, dan zal hij al
spoedig de verklaring vinden van
het succes der laatsten en de
nederlagen der eersten. De dic
tators, stellig niet minder dan
de democratische leiders, zijn
emotioneel in hun woorden, be
rekend op het effect, dat zij
behooren tejhebbeh opdegrtote
massa. Maar, anders dan de
democratische leiders, zijn de dictators tot de
macht gekomen in een langdurigen en moeilijken
strijd met alles wat zich tegen die macht verzette
en zij vertoonen daardoor in hun daden een lenig
opportunisme, dat in laatste instantie voortdurend
bestuurd wordt door een scherp op de werkelijkheid
ingesteld intellect. Hun berekeningen komen uit;
zij doen op het goede moment de succesvolle daad en
bekreunen zich niet om inconsequenties ten aanzien
van vroeger onder andere omstandigheden uitge
sproken meeningen of genomen maatregelen.
De democratische leiders daarentegen voelen
zich bij al hun handelingen gebonden, niet alleen
ain de gevoelens, welke hen vereenigen met hun vol
gelingen, maar ook aan bepaalde maatregelen van
technisch-organisatorischen aard, die voor hen tot
beginselen of tot dogma's zijn geworden en die zij
ook dan trachten toe te passen wanneer het evident
is, dat de werkelijkheid voor deze maatregelen geen
redelijke kans van welslagen biedt.
Zij staan met de werkelijke werkelijkheid, met
de concrete mogelijkheden dus altijd op ietwat ge
spannen voet en worden daardoor vaak tot de droe
vige figuren, die steeds het goede willen, maar het
slechte tot stand brengen.
De catastrofale mislukking van den Volkenbond
met zijn hersenschimmen over collectieve veiligheid
en zijn volstrekte machteloosheid, is van deze
dogmatische politiek een voorbeeld.
De averechtsche maatregelen op het gebied van
het geldwezen zijn een ander, in hun gevolgen
misschien nog noodlottiger voorbeeld.
WANNEER men in Nederland spreekt of
schrijft over de internationale economische
moeilijkheden, is het een geliefkoosd loopje er dan
niet zonder zelfvoldoening op te wijzen, dat wij
daaraan in Nederland geheel onschuldig zijn en dat
wij deze moeilijkheden uitsluitend hebben te
ondergian als gevolg van de fouten van anderen.
Men ziet daarbij dan vlotweg over het hoofd, dat
weliswaar de wijze waarop de economische moei
lijkheden zich in de verschillende landen doen gelden
Li elk land sterk afhankelijk is van de nationale en
de internationale structuur van zijn bedrijfsleven,
maar dat deze moeilijkheden toch in eerste instantie
in alle landen van precies denzelfden aard zijn.
Overal vecht men tegen het spook der werkloosheid,
overal worstelt men met het ontzagwekkende
probleem om een productievermogen, dat potentieel
in staat is de bevolking een redelijke mate van wel
vaart en bestaanszekerheid te verschaffen, ook
metterdaad aan deze natuurlijke bestemming te
doen beantwoorden.
In een aantal landen is men reeds in de eerste
jaren van de groote crisis, gedeeltelijk door het-toeval,
gedeeltelijk door den invloed van een behoorlijk
voorbereide publieke opinie, tot het resultaat ge
komen, dat het loslaten van den gouden standaard
een der middelen is om de crisiswerkloosheid, zij het
ook slechts in zekere mate, te verzachten. Hand
having van dezen standaard in tijd van crisis
beteekent immers beperking en ondermijning van de
credietverleeningi dus beperking van de actieve
geldcirculatie, dus vergrooting van de werkloosheid
QOUDRIAAN
zaak nooit de betrouwbare en
duurzame grondslag zijn van
een internationaal geldstelsel.
MEN heeft met het enkele
feit van het loslaten van
den gouden standaard volstrekt
niet de oplossing van het geld
vraagstuk gevonden, maar men
heeft zich althans losgemaakt
van een doode formule, van
welke met zekerheid vaststaat,
dat zij dwingt om de crisis [te
verscherpen in plaats van deze
te matigen.
De landen, die tot het laatste
toe getracht hebben het oude
dogma van den gouden standaard
te redden, hebben aan den lijve
ondervonden hoe zij daardoor
hun welvaart en daarmee tege
lijkertijd hun geheele sociale
en politieke structuur naar den
ondergang voeren. Zij hebben
daarmee noch zichzelven, noch
de menschheid in haar geheel een dienst bewezen
dan alleen deze, dat zij nog eens en vermoedelijk
voor het laatst in de wereldgeschiedenis hebben
gedemonstreerd tot welke absurde gevolgen de hand
having van den gouden standaard in een
crisisperiode moet leiden.
Deze demonstratie ten aanschouwen van het
wereldpubliek is thans sedert enkele weken geëindigd.
En wanneer men nu de afscheidsredevoeringen naast
elkaar legt, waarmede men in Frankrijk, Zwitser
land en Nederland het verlaten van den gouden
standaard heeft begeleid, dan treft een merkwaardig
verschil.
In de Fransche en Zwitsersche verklaringen is
een ruime plaats gegeven aan de economische voor
deden, die deze daad zal opleveren. In de radiorede
van dr. Colijn daarentegen werd van deze econo
mische motieven met geen woord gerept. Deze sterk
in mineur gestelde verklaring beriep zich alleen op
f inahcieel-technische motieven en vond haar hoogte
punt in de pathetische verklaring, dat het de
Nederlandsche Regeer ing onnoemelijk zwaar is gevallen
van haar eerepositie afstand te moeten doen."
De Nederlandsche Regeering aldus deze ver
klaring heeft haar aan den gouden standaard
gevonden muntpoliti«k (bedoeld is: geldpolitiek)
niet alleen beoordeeld van economisch standpunt,
maar haar steeds ook gezien als een zaak van
financieele waardigheid, die nimmer vrijwillig mocht
worden prijsgegeven."
En men meent te mogen aannemen, dat de
overgroote meerderheid van het Nederlandsche volk
gehoopt heeft, dat wij in staat zouden zijn geweest
onze beproefde rustige monetaire politiek te blijven
voortzetten."
Met deze sterk emotioneel gekleurde woorden
keus en zinswending heeft Nederland als laatste der
Mohikanen den gouden standaard vaarwel gezegd.
Alle andere emotioneele motieven, die in het geding
van den gouden standaard aan het woord hadden
kunnen komen, zooals bijv. het onnoemelijk zware
leed, dat drie jaar aanpassingspolitiek over de
Nederlandsche bevolking heeft gebracht, kwamen
niet aan het woord. Het zuiver verstandelijk afwegen
van de voor- en nadeden van devaluatie versus
aanpassingspolitiek nog minder. De ne sterke
emotie van het koppig volharden tot het bittere
einde zonder om te zien naar de gevolgen had al het
andere geabsorbeerd.
HET loslaten van den gouden 'standaard door
de Nederlandsche Regeering is dus niet de over
winning van een beter economisch inzicht. Het is
alleen maar de met spijtigheid erkende nederlaag
van een bepaalde f inancieele techniek, die zichzelf
ad absurdum had gevoerd.
Onder deze omstandigheden rijst de vraag of de
nieuwe periode, die thans voor Nederland is aan
gebroken, inderdaad dévoordeden zal opleveren, die
de voorstanders van devaluatie van dezen maatregd
op grond van theoretisch inzicht en practische er
varing steeds hebben verwacht.
Er is echter in deze naar mijn meening alle reden
voor optimisme. En wel om twee redenen.
In de eerste plaats zegt de Nederlandsche
ver* -. «
gciucirvutauc, uua vcigiuv/vuig »«*** u« TT^IIUW^»...»*. , ... -_-_ f
-oEen gddsteisel, dat het nationale economische leven klaring, sprekende over de pogingen, die ondernomen
in zoo sterke mate benadedt, kan uit den aard der zullen worden tot opheffing van de
handelsbdemmeringen en tot stabilisatie van het internationale
gddverkeer, dat de Regeering zich daarbij niet
overgesft aan al te rooskleurige verwachtingen". In
plaats van de vroeger van regeeringszijde uitgespro
ken illusie dat de redding misschien meer nabij zou
zijn dan menigeen verwacht" en dat dan de deva
luatie als sluitstuk" op haar plaats zou zijn, is dus
thans een ved realistischer inzicht in de werkelijke
verhoudingen getreden.
Het inzicht, dat internationale stabilisatie op
goudbasis nog onafzienbaren tijd op zich kan laten
wachten, vindt trouwens en dit in de tweede plaats
een sterken steun in de Engdsche verklaring van
Zaterdag 26 September j.l., waarin nadrukkelijk
het volgende is gezegd:
Geen enkde wijziging van de monetaire poli
tiek van Engeland kan het gevolg zijn. Het pond
sterling zal een vrij devies blijven, niet vastge
koppeld aan het goud of aan eenig ander devies.
Onze politiek ( d.w.z. de Engelsche) zal ook
voortaan geheel rekening houden met de behoef
ten, die de binnenlandsche welvaart van de landen
. van het Britsche gemeenebest met zich mede
brengt. Het egalisatiefonds zal gebruikt worden
voor het binnen de perken houden van de
koersschommdingen op de wisselmarkt en aldus den
internationalen handel vergemakkelijken.
Wij wenschen duidelijk te doen uitkomen, dat
de Engdsche regeering niet met opzet het pond
sterling zal deprecieeren als represaillemaatregel
tegenover de door Frankrijk voorgestelde mone
taire maatregelen."
Deze Britsche verklaring bevat niets anders dan
hetgeen voor goede kenners van de Engelsche pu
blieke opinie op dit punt reeds lang vaststond. Zij
bevat ook het eenige dat onder de tegenwoordige
omstandigheden practisch bereikbaar en op den
duur houdbaar is.
Men zal zich dus moeten wennen aan de gedachte,
dat wij een onafzienbaar tijdvak van zwevende
valutaverhoudingen zijn ingetreden. Want zonder
medewerking van Engeland is internationale sta
bilisatie niet denkbaar en de ervaringen van Enge
land met den gouden standaard zijn te slecht en die
met het vrije sterling te goed om te verwachten, dat
dit land op zijn duiddijk uitgesproken meening zal
terugkomen. Er is nog altijd een spreekwoord, dat
verband legt tusschen zeker koppig lastdier en het
zich niet tweemaal stooten aan denzelfden steen.
Ook voor Nederland kan dit spreekwoord toepas
sing vinden.
Het is trouwens meer dan waarschijnlijk, dat
Nederland, dat evenals Engeland een zeer belang
rijke import heeft aan grondstoffen, door middel van
zijn valuta een sterk stabiliseerenden invloed kan
uitoefenen op het binnenlandsch prijsniveau met
alle wddaden daaraan verbonden.
En zoo is het aannemelijk, dat deze Regeering.
die drie jaar lang het vastloopen en tenslotte d<
volledige verbrijzding Van de door haar voorge
stane politiek heeft moeten waarnemen, in haa
laatste jaar de taak krijgt om de goede resultaten
van de door haar steeds bestreden politiek tot star.'!
te brengen.
Kan de waarheid zich op nobeler wijze wreke i
aan hen, die haar, ondanks zichzelf, al te lan.;
hebben miskend?
DE strijd vóór en tegen devaluatie is in Nederlan.l
met ongekende heftigheid gevoerd. Niet daa-,
waar hij in de eerste plaats gevoerd had behooren
worden, namelijk in het Parlement en in de groo;?
pers. Maar wel in vergaderingen en in tijdschrif
artikelen.
Want dit is het onvergankelijk goede van c e
democratie, dat zij zichzelf corrigeert. Wanneer ecu
bepaald orgaan zijn natuurlijke functie niet verrichr,
bestaat er volle vrijheid om andere organen 'e
scheppen, die deze functie overnemen.
En hoe nuttig, ja onmisbaar, deze voorbereid!; g
van de publieke opinie is geweest, hebben de laatste
dagen overduidelijk aangetoond. De devaluatie :s
door het Nederlandsche volk in zijn overgrote
meerderheid niet ontvangen als een ramp, maar n et
een zucht van verliqhting; nergens vindt men mr ?r
de vrees devaluatie beteekent inflatie". De
Eegeering profiteert thans ten volle van het werk, <:.it
haar bestrijders voor haar hebben verricht.
De fdheid van den strijd vond, zooals elke felle
gedachtenwissding, haar oplossing in een misv
rstand. Men redeneerde volkomen langs elkaar het n.
Voor de voorstanders van den gouden standaard
was het een eere- en een gewetenszaak, waarin, de
verstandelijke argumentatie slechts op het tweede
of op het allerlaatste plan kwam. Voor de voor
standers van devaluatie ging het om de opportuni
teit van een technischen maatregd, welks voor- en
nadeelen quantitatief ontleed en gewikt en ge
wogen konden worden. Het gezonde verstand
(Slot op pag. 14)
De reportage van de week
DE HEKS VAN WALLSTREET
Een bedelares met 150 millioen dollar
Haar schim dwaalt weer door
New York City
T"}ROCESSEN over een vermogen van tachtig
f^ millioen dollar of ten naastenbij tachtig
millioen, op n of meer komt het niet aan
zijn zelfs voor Amerika geen dagdijksch werk. En
als er dan nog bijkomt, dat achter de sluwe plei
dooien en de met alsem geschreven processtukken de
schim dwaalt van een nog niet vergeten vrouwdijke
Harpagon, die Wallstreet herhaaldelijk in opwinding
bracht door haar processen, dan is de bdangstdling
van Amerika's lezend publiek dubbel begrijpelijk.
Het proces, dat nu aan den gang is, wordt ge
voerd tusschen mevrouw Matthew Astor Wilks en
mevrouw Mabel Harlow Green, en het gaat daarbij
om de millioenen van wijlen den heer Green, die de
echtgenoot was van mevrouw Mabel en de broer
van mevrouw Wilks. Deze heer Green overleed in
Juni van dit jaar en liet bij testament niets na aan
zijn vrouw en alles aan zijn zuster. Nu was het testa
ment reeds dertig jaar vóór zijn dood opgemaakt,
toen hij nog niet getrouwd was en toen zijn moeder,
de vermaard? mevrouw Green, nog leefde. En hoe!
Menig Ne;v Yorlrer knijpt thans zijn oogjes tot
een ironische, glimlachende spleet en zegt:
Doodjammer, dat de Heks zelf dit proces niet meer be-.
leeft." inderdaad, want zij voelde zich in processen
thuis als een aal in de modder. En dan: zij zelve is
de oorzaak van het onontwarbare geval. Van haar
stamt namelijk de testamentaire bepaling, dat t aar
beide kinderen haar vermogen zouden erven onder
het beding, dat zij het na hun dood aan niemand
anders konden vermaken dan aan den langstlevende.
En er stond nog een aparte clausule bij, om met zoo
veel woorden een directe of indirecte begunstiging
van echtgenoot of echtgenoote te verhinderen.
Wat dreef mama tot zulk e:n testament?
Heerschzucht, anders niet. Zij wou haar geld beheeren tot
over haar graf heen. Ja tot over de graven van haar
kinderen heen. Zoo was Hetty Green, die ongeveer
honderd jaar geleden werd geboren en ongeveer
twintig jaar geleden stierf. Stierf na een leven, dat
het meest leek op een bedelaarsleven, hoewel zij
zoolang zij leefde op 100.000.000 dollar werd ge
schat en bij haar dood 150.000.000 naliet. Berucht
speculante, die berucht gierig was. Die in haar jeugd
De Koningin van Wallstreet" genoemd werd en
later in de heele financieele wereld, die ten opzichte
van haar slingerde tusschen respect en afschuw, de
Heks van Wallstreet" heette.
T N 1908 bevindt zij zich toevallig in Philadelphia»
A als zij een tip krijgt, die haar waarschijnlijk een
paar honderdduizend kan opbrengen, wanneer ze
maar vóór sluiting van de New Yorksche Beurs
ter plaatse is. Maar er gaat geen trein meer De
vrouw, in haar versleten mantel en met haar ouden
hoed op, snelt naar het station en bestelt een extra
trein. Maar als ze hoort wat die kost, krijgt ze het
op haar zenuwen, dat ze bijna flauw valt. Ze tracht
af te dingen. Maar dat gaat niet. Eindelijk vraagt
ze hoeveel ze kan uitsparen door van den wagon
af te zien en op de locomotief te gaan staan. Vijf
dollar zegt men haar. Goed. En aan wind en weer
blootgesteld, voortdurend den machinist tot groo
tere snelheid aanzetttende, volbrengt zij de reis:
de magere zeventigjarige Heks, met haar hard en
kwaadaardige gezicht, haar lange knokige handen,
en haar fladderend grijs haar. Is dat een vrouw op
rüe locomotief? Het is een wezen, dat spreekt en
handelt als een man voor wien Wallstreet beeft. Ze
komt vóór sluiting van de Beurs te New Work aan,
n zij verdient driehonderdduizend dollar.
Van nu af leidt zij een geldleven, geen persoonlijk
leven. Wd trouwt zij een heel rijken koopman,
Edward H. Green, en krijgt twee kinderen, maar als
haar man door gewaagde speculaties zijn vermogen
heeft verloren, verlaat zij hem. Niet omdat zij niet
van hem houdt, maar omdat hij blijkt, geen gdd te
kunnen verdienen. Dat wekt haar diepste verachting.
Liever dan met hem verder te teven, keert zij hem
een vaste kleine toelage uit.
Zijzelf woont op derderangs gemeubileerde kamers
in Brooklyn of Hoboken. Meestentijds onder den
naam Dewey", dat is de naam van haer hond. Als
zij hondenbdasting moet betalen, verandert zij van
naam. Kamerverhuurders moeten niet weten, hoe
ging van een schuld een tweedehands equipage
overnam, wou ze die oo'c al bij de bank onderbrengen,
maar ontmoette toen einddijk een voorzichtig geuit
protest. Verder durfde de directeur niet gaan, want
mevrouw Hetty was zijn grootste klant. Dat hij haar
gratis een kamer moest afstaan, met een tafel en
bureaubehoeften en een telefoon, en dit alles na
tuurlijk gratis, dat sprak voor den directeur vanzdf.
Hetty Green,
c/e heks van
Wallstreet
pEN klein roze wichtje, precies als andere kleine
roze wichtjes, ligt zij in haar wieg in den staat
Massachusetts in 1834. Maar nauwelijks is zij een
mooi slank meisje, of de menschen in New England
nierken op, dat sparen en geldverdiènen haar in het
!4oed zit. Als bij de schatrijke tante, bij wie zij wordt
opgevoed, de gasten na tafel hun verkreukelde servet
opzij leggen, vouwt zij ze netjes op, om ze nog eens
t* laten gebruiken. Bij den dood van die tante erft
zij anderhalf millioen dollar, en op die anderhalf
niillioen beginnen dan haar talenten te woekeren.
2 ij kreeg slechts de helft van tante's vermogen, en
het eerste wat zij doet is, om de andere helft te gaan
procedeeren, en wel op grond van een testament,
dat alle instanties voor valsch houden. Niets schrikt
haar af .-Zij is nog nauwelijks bezig met dit proces,
of van haar vader erft zij zes millioen, maar ook die
andere anderhalf millioen moet zij hebben.
PAG. 4 M/SROENE No«IPI7
rij k zij is. Dieeischen dan ook, met het oog op haar
eenig schamele koffertje met waardeloozen inhoud,
altijd betaling vooruit. En met die verhuurders heeft
ze altijd ruzie, om een verloren flesch, die zij in de
gang had gezet, en dergelijke. Met de
waschvrouw, die haar natuurlijk te duur" was, kwam ze
overeen, dat voortaan alleen de onderkant van haar
onderrokken behoefde te worden gewasschen.
Liet ze alleen den buitenkant van haar
onderkleeren reinigen, zij woonde ook aan den buiten
kant van New York, juister gezegd: in Hoboken,
waar men reeds in den staat New Jersey is. Zij ver
diende haar gdd in New York, en wist op die manier
tientallen jaren lang aan allerlei belastingdruk te
ontkomen. Telkens werd zij op een of ander aan
geslagen, en voerde dan processen. Toch had zij
natuurlijk in New York wel eens het een en ander
noodig, maar nergens konden de belastingambte
naren aantoonen, waar haar eigendommen zich
daar bevonden. Later bleek, dat zij behalve haar
effecten en diamanten ook koffers met nachtgoed,
bovenkleeren en zdfs etenswaren aan een bank in
New York in bewaring gaf. Toen ze eens voor
ddPAG. 5 DE GROENENo. 3097
altijd en alleen aan geld te denken werd
zij rijk, en had juist daardoor nooit iets aan
haar gdd. Als een harpij, gereed voor den aanval,
loerde zij voortdurend op de Beurs. Haar handels
principe was daarbij hed eenvoudig: Koop nooit
iets, omdat het goedkoop is, wacht nog, want het
zal goedkooper op aarde worden. Als het op zijn
allergoedkoopst is, koop dan." Dat was hed haar
weten en al haar kennis. Toch had ze een vagen
angst voor hetgeen achter dit leven op aarde ver
borgen kan zijn. Zoo gierig als ze was
aanphilantropie doen was haar bijvoorbedd volstrekt
cnmogdijk trachtte ze haar hiernamaals een beetje
te beveiligen met behulp van de Kerk. Dat deed ze
door aan kerken te leenen, nooit te geven. 2» o
leende zij eens aan een kerk een bepaalde som teg n
twee procent rente. Die twee procent werd in het
algemeen op tijd betaald, maar in n geval was de
dominee op den vervaldag zelfs niet in staat tot
afbetaling van die kleine rente. Met een verbeten
gezicht ging zij toen naar den man, in wisn zij toch
een soort portier van het Hemelrijk zag, en maande
hem op zulk een ijskouden toon, dat hij ontzet een
paar stappen terugdeed. Mevrouw," zei hij, uw
hardheid zal u in den hemd worden aangerekend l"
Zij antwoordde prompt: Dan zou ik maar meteen
voor mijn arme zid gaan bidden, dominee l Want ik
ga uw gijzding aanvragen." En zij deed het.
1LJET spreekt van zelf, dat over een vrouw als
1 A Hetty Green nog altijd allerlei anecdoten in
omloop zijn. Op haar naam staan staaltjes van
gierigheid, zooals men er in Europa op den rug
schuift van de Schotten. Zoo vertelt men, dat zij
als bijna tachtigjarige vrouw, toen ze in Bellow
Falls in het Noorden woonde in Bellow Falls,
omdat de belasting daar na ved loven en bieden had
goed gevonden, haar vermogen op honderdduizend
dollar te taxeeren l des nachts haar paard had
laten inspannen om op straat te kunnen zoeken
naar een door haar verloren postzegel. Ook den
volgenden ochtend liet zij zich weer naar de
zelfde plaats toerijden, maar vond daar den
postzegel ergens diep in een van haar zak
ken. Haar financieel wantrouwen was on
begrensd. Zij gaf haar zoon eens een
pakket mee met 15.000 dollar aan
effecten. Toen de reeds veertigjarige
man het pakket afleverde, bleek dat
er slechts krantenpapier in zat. Zij had
haar zoon voor de zoovedste maal op
de proef willen stdlen.
LJETTY GREEN stierf als de rijkste vrouw
1 van Amerika. Men kan niet zeggen, dat
haar geld haar zegen heeft gebracht. Haar
dochter trouwde, om in Godsnaam van haar weg
te komen, een ved en ved ouderen man, en haar
zoon is zijn hede leven kreupel gebleven door haar
schuld. Hij had als veertienjarige jongen bij een
sledetocht zijn knie gekwetst. Het was zoo ernstig dat een
moeder wel den dokter moest laten komen. Maar He', ty
wou geen dokters in huis hebben, want die kostten
gdd. Zij verkleedde zich als bedelares en bracht haar
zoon naar een kliniek voor minvermogenden in de
buur t van New York. Daar herkende men haar echter
en eischte betaling. Zonder te antwoorden nam ze
haar jongen weer mee en begon op eigen houtje te
dokteren.
In 1916 stierf zij als de rijkste vrouw van Amerika.
Haar zoon en dochter, die beiden naar de vijftig
liepen, begonnen aanstonds niet het geld te smijten.
Zij kochten landgoederen, pleiziervaartuigen
enzoovoort. Toch ging hun gdd niet heelemaal op. En
nu zijn er dan twee aan het procedeeren. Als de
vrouw, die eenmaal De Koningin van Wallstreet"
was, het wist, draaide zij zich in haar- graf om. De
oude financiers in New York City, die haar wd niet
meer als De Koningin" doch wd als De Heks
van Wallstreet" hebben gekend, lachen met een
zeker leedvermaak als zij hooren van de enorme
sommen, die het proces door advocaten enzoovoort
verslindt. . .. Sommen gouds, die De Heks" eens
in haar grijpvingers heeft vastgehad.
New-York, September '36. R. S.
AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bl| hun bljdrtfen Mn gefrankeerd
brlifomilai met adres vin den afzender In te sluiten.
Op het adres ven stukken, voor de redactie be
stemd, vermelde men geen namen van perionen.
f
i '\'£