Historisch Archief 1877-1940
Letterkundig leven
-J*
il
(i
Vit
en
hol
da!
l !
DICHTER VAN ZEE EN LEVENSLOT
In memoriam J. Slauerhoff
IK hoop alleen, dat ik zal overgaan,
niet zittend in een zaal of op den
rand van een ravijn, turend naar
een verre bergtop onder beweginglooze
wolken, zooals de murwe wijzen, maar
onderweg, op marsch door de bergen
of drijvend op een rivier." Zoo
schreef Slauerhoff op de laatste blad
zijde van zijn roman Het leven op
aarde" over den dood. En de titel van
zijn pas verschenen bundel gedichten,
waarover ik verleden week, nog on
bewust van zijn naderend einde, schreef,
roept voor ons een ander einde op, dat
hij zich ongetwijfeld gewenscht heeft:
een eerlijk zeemansgraf. Hoe moet het
hem te moede zijn geweest, als hij het
besef heeft gehad, dat de kamer van het
rusthuis, waarin hij is overgegaan",
het laatst verblijf was, dat de aarde zijn
zwerfziek lichaam, zijn opgejaagden
geest, en zijn verontruste ziel heeft
gegund l
Aan de Nederlandsche letterkunde,
neen, aan het leven van al wie hier in
Nederland het groote van het middel
matige weten te onderscheiden, is een
man, een dichter, een schrijver ont
vallen, die door zijn in demonische
zelfvertering vernietigd leven, door de
machtige roekeloosheid, waarmee hij
zijn lot tartte en droeg, door zijn poëzie,
veelal even bezeten als zijn leven, door
zijn, tegen alle regelen der kunst in ge
schreven, maar door het onvrijwillig ver
bond, dat hij met de magische krachten
van aarde en zee, van menschen en nood
lot had gesloten, onvergetelijke romans
en verhalen, de Nederlandsche letteren
een oeuvre heeft geschonken van
Europeesch formaat, waarvan wij de onvol
tooidheid alleen gevoelen, omdat wij
nog zooveel van hem, die het vaak
zijns ondanks, naar het scheen
wrochtte, verwachtten.
Zijn laatste bundel
JT. Slauerhoff: X>n rrrlljk zeemans
graf (Xljffli A Van Dltuiar, It'dam)
TOEN Slauerhoff in 1923 met
den bundel Archipel" als dich
ter debuteerde, bleek al dadelijk,
dat zijn werk bepaald werd door
elementen, die aan elkander in
vele opzichten tegengesteld naar
een synthese, althans naar een
wederzijdsche penetratie streefden. Zijn
waarnemingskracht bezat toen reeds
een merkwaardig realistisch karakter
en dit poogde zich te verzoenen met
een romantische overgevoeligheid, wel
ke de sensibiliteit van zijn litterair
uitdrukkingsvermogen voortdurend
versterkte. Hiernaast traden aan den
dag twee motieven, die zijn levens
gevoel hem opdrong: dat van de zee
en dat van de liefde. Beide gegevens
kwamen, zoowel in Archipel" als in
de later gepubliceerde bundels
ClairObscur" (herdrukt onder den titel
Saturnus"), Eldorado", Serenade",
Oost-Azië" (onder het pseudoniem
John Ravenswood), Yoeng Poe
Tsjoeng" en Soleares", soms ge
zamenlijk, soms afwisselend aan de
orde onder de auspiciën van werke
lijkheidszin en uiterst ontvankelijke,
romantische kwetsbaarheid.
Zoo groeide het motief van de zee
uit tot het leven op de naakte,
barbaarsche wateren, slechts bevolkt met
schepen en vogels en begrensd door
een immer wijkenden horizon,
een leven dat, in eenzaamheid gesleten
en in verbitterd heimwee aanvaard,
de verbeeldingen wakker riep van
verzonken vastelanden, van eindelijk
ontdekte rotseilanden, van het eeuwige
schip, van de in heroïsche bekrompen
heid tegronde
gaandezsilscheepsbemanning of van den verbeten moed der
zeeroovers, wier vermetelheid slechts werd
geëvenaard door een tot den dood toe
waardige en met den dood verzoenende
offervaardigheid. Maar niet zelden
vrat het heimwee diep in de verheerlij
king van het troosteloos bestaan van
zulke, op de wijde oceanen zwervende,
zeevaarders en kromp de krachtige,
minnelijke, soms overmoedige toon
zijner gedichten ineen tot een
mismoedig-smartelijke klacht, tot de
schrille, ontroerende accenten van
warm verdriet en sloopend verlangen.
Dan won de romantische Slauerhoff
het van den onverbiddelijken realist;
dan groeide het liefdemotief door dat
van de z:e heen.
Onverbloemd en zonder zich met de,
aan het leven op zee ontleende, ver
beeldingen te compl ceeren, open
baarde het liefdemotief zich vooral
in Archipel", Clair-Obscur" en het
prachtigst in Serenade". Teleurstel
ling en ontgoocheling, wrevelig verzet
en weerbarstige zelfhandhaving zijn de
psychische reacties, die de liefde en
haar lot in dezen dichter oproepen.
Uiterst schaarsch zijn de voorbeelden,
waarin de liefde als puur genot, als
onvertroebeld geluk of als diepe be
vrediging wordt ondervonden; zonder
wrangen nasmaak of bewust besef
van haar onvolkomenheid laat zij
zich in het leven der menschen niet
ervaren. Deze verbittering, dit cynisme
zonder speelschheid, deze grondelooze
ontevredenheid bepalen Slauerhoff's
dichterfiguur en daarin onthult hij
wat het leven hem van zijn
werke1 ijken, dieperen zin heeft doen ver
moeden.
WAT nu Een eerlijk zeemans
graf" aangaat: deze bundel
bevat stellig niet Slauerhoff's beste
gedichten. Pijnlijke aandacht voor
den vorm van zijn werk heeft Slauerhoff
nooit gekenmerkt, maar men liet tekort
komingen van dezen aard gewoon ij !c
niet gelden of men achtte ze niet van
uitnemend belang, omdat de essentie
van zijn poëzie met een merkwaardig
tyranniek gezag de gebreken ervan
deed vergeten door de scheppende,
onverbiddelijke macht van haar woord.
Slordig en achteloos, schrijft Slauer
hoff een gedicht, dat bij beschaafder"
toon en gladder, onberispelijker vorm
zulk een beeld van moedwil, vermetel
heid of levensonlust nooit zou kunnen
realiseer en. In vele gedichten uit
dezen laatsten bundel echter is de
intensiteit van verbeelding en uit
drukkingskracht blijkbaar aan de ver
bale functie der verzen ontsnapt op
het oogenblik dat de nonchalance en
losheid van toon er hun intrede deden.
Het schijnt wel, dat Slauerhoff hier
en daar gezwicht is voor den eisch
eener hedendaagsche mode, om naar
aard en allure de poëzie in de richting
van het chanson te doen evolueeren.
Dergelijke gedichten schaden den tota
len indruk van dezen bundel in niet
geringe mate, daar zij door hun
opzichtigheid de aandacht ten onrechte
afleiden van de vele uitstekende en de
weinige sublieme stukken, die dit
boek ons biedt. D. A. M. BINNENDIJK
Bibliografie
Ouafav Regier: Die Saai (Querido,
Amaterdam >.
DRIE jaar geleden verscheen
Der verlorene Sohn", naar wij
meenen Reglers debuut, en in
ieder geval het boek dat zijn naam
voorgoed heeft gevestigd. De roman
had enkele gebreken, maar vooral
stylistisch toch ook zulke groote kwali
teiten, dat sommige gedeelten ervan
thans nog levendig in onze herinnering
staan. Die Saat", dat dit voorjaar
verscheen, staat als geheel nog boven
Der verlorene Sohn", doordat het vrij
wel geen inzinkingen heeft en in zijn
gelijkmatige kracht een nog grooter
compositorisch en psychologisch ver
mogen verraadt.
Regier heeft in Die Saat" het mis
lukken van een boerenopstand om
streeks 1500 in Zuid-Duitschland op
een meesterlijke wijze beschreven. De
laat-middeleeuwsche toestanden, als
de hoorigheid der boeren en hun onder
drukking door adel en geestelijkheid,
plagen als misoogst, abnormaal strenge
jaargetijden, pest, oorlog tegen de
Turken, het pauselijk interdict en de
voorbereiding tot den vrijheidsopstand,
worden, ofschoon volkomen plastisch,
steeds zoodanig beschreven dat zij een
integreerend onderdeel vormen van
het verhaal en den voortgang van het
gebeuren geen oogenblik onderbreken.
Ten nauwste met deze massale en col
lectieve gebeurtenissen verwant, ont
wikkelt Regier het karakter en den
levensloop van de beide hoofdpersonen
van zijn roman: Joss Fritz, den leider
van den opstand en Martin, den vagant.
Joss bezit onmiskenbare leiders
capaciteiten, die hem ook reeds vroeg
tot daden voeren, maar zijn jeugdig
romantisch enthousiasme voor de vrij
heid der menschheid is niet gefundeerd
in een weldoordachte overtuiging,
zoodat een periode van twijfel aan eigen
krachten en aan de grootheid en moge
lijkheden der vrijheidsbeweging niet
uitblijft. In dien tijd ontmoet hij Martin,
een reeds gevormde persoonlijkheid
met een uitgesproken voorliefde voor
het werkelijke leven en een scherpe
koele blik ook op de politieke realiteit.
Met de tact der vriendschap weet hij
Joss te leiden en te genezen van zijn
hang naar een'geïdealiseerde wereld,
die voortkomt uit angst voor de reali
teit, en die hem remt bij de volled ge
ontplooiing van zijn talenten. Wanneer
Joss zijn laatste rem en houvast, zijn
vereering voor Maria verloren heeft, is
de opstand verraden en heeft Martin
zich in zijn plaats geofferd, maar hij
is de leider geworden die hij in aanleg
was, en hij behoudt zijn hoop op de
toekomst.
Tusschen de grauwe massa van his
torische romans verheft zich het boek
van Regier als het werk van een sterk
en exceptioneel talent.
Haim Fallada: Altes Herz gent auf
die Belae (Rowoblt, Berlijn)
HET hart, dat op reis gaat, behoort
aan een zeventigjarigen ex-pro
fessor in de theologie, die op een min
der gebruikelijke wijze door zijn pete
kind naar haar geboortedorp wordt
ontboden om haar te redden uit de
handen van wreede pleegouders.
En hoewel de beschrijving van den
weltfremden" geleerde niet erg
ge1 oofwaardig is, en men te duidelijk de
hand van den auteur bespeurt bij het
ineenzetten van de intrige (de droom,
waarin verklaard wordt, dat de profes
sor afkeerig van geld is, had gevoegelijk
achterwege kunnen blijven) moet deze
dorps-detectiveroman tot de goedge
schreven boeiende amusementslectuur
gerekend worden.
Fcto gemaakt amstreeks 1925, toen Slauerhoff voor zijn eerste groote reis vertrok. Zittende v. I. n. r. J. C. B/oen, A. Aofand Holst, J. Slauerhoff, J. Greshoff;
Staande J. W. F. Werumeus Buning, J. C. Kelk, C. van Wessem, H, Marsman en f. Slauerhoff (een broeder van den dichter).
PAG. 8 DE GROENE No. 3097
Willem Pijper
OPENING m HET
IITTEIUHSCIE MOZIEKSEIZOEN
Overpeinzingen bij een drukfout
IK vraag mij af, of het niet hoog
tijd wordt, het gevecht tegen Het
Repertoire met andere wapenen te
gaan voeren. Totdusverre werd door
de voorstanders der evolutie slechts
aangedrongen op verruiming, op
u«'tbreiding van het vaste fonds, waaruit
de concertgevers kunnen putten. Het
Repertoire werd in de afgeloopen
twintig jaar misschien wat bonter,
wat gevarieerder. Maar wij zouden
niet mogen volhouden, dat het vandaag
rijker is dan vijftien jaar geleden. Een
duidelijke baisse in het fonds Mahler
wordt niet ten volle gecompenseerd
door een aarzelende hausse in de
obligaties Bruckner. Aandeelen Grieg
zijn tegenwoordig nauwelijks verhan
delbaar meer; in hun plaats kwamen
de even dubieuze speculatiepapieren
Stravinsky (gekelderd omstreeks 1932,
vandaag incourant), Hindemith (blijft
voorloopig genoteerd, hoewel ver onder
de emissiekoersen) en Italiaansche
Kunst-Unie, Musica Viscosa,
directorium Casella, Respighi, Malipiero c. a.
Het Repertoire, het stamkapitaal
van onze muziekpraktijk, is voor het
overgroote deel bevroren, om nog
nmaal een der eigendommelijke
beurstermen te gebruiken. Er is geen
leven, geen beweging mogelijk, zoo
lang de relatie tusschen
cultuurbehoeften (alles wel beschouwd is
muziek toch nog wel zoo iets als een
cultuuraangelegenheid....) en ook
oeconomfsch verantwoorde kunstpoli
tiek niet desnoods met geweld
verbroken wordt. Tien jaar geleden
hebben wij een onzer groote
concertinstellingen er reeds op gewezen, dat
men op weg was te worden een voor
treffelijk geoutilleerde haven aan een
dichtgeslibde rivier. Mathijs Vermeulen
beklaagde zich reeds vroeger over het
feit, dat zijn fatum van criticus hem
noopte zich in den loop van luttele
i aren tienmalen uit te spreken over
iteeds weer dezelfde interpretaties
van altijd opnieuw dezelfde
symphonieën. Zonder nu over te vloeien van
.nedelijden met onszelf en onsgel ijken
(-vant het is toch altijd nog een boeien
der en edeler opgave in twaalf maanden
tijds vijf keer over de Pathétique te
: hrijven, dan in dezelfde tijdsruimte
vijftig branden, honderd aanrijdingen,
t.vintig opstootjes en driehonderd ver
gaderingen te verslaan) kan men
tuch wel constateeren, dat een
muziekpolitiek die een kunstenaar als Ver
meulen tot vertwijfeling dreef, weder
Aussicht hat, sich zu behaupten, noch
es verdient", om een veel misbruikt
citaat in dit beperkte verband te
brengen.
in 1928 de première te New York gediri
geerd heeft. De eerste uitvoering in
Nederland had, wat ons betreft, achter
wege mogen blijven. Het stuk is een
larmoyante en geestlooze paraphrase
op de (in 1928) gangbare nummers
van het internationale repertoire.
Onmuziek.
Tot zoover, wat de gebeurtenissen
betreft. Wat achter de muzikale
gebeurtenissen stond ? of wel, in
tijd uitgedrukt, eraan vooraf ging
was de keuze van het openingsnummer:
voorspel derde bedrijf Meistersinger.
Als orchestrale coup kon men dit
een waagstuk noemen de uitvoering
was uiterst verzadigd van klank ,
maar de psychologische zijde der zaak
leek ons vele malen interessanter.
Het getuigt van zin voor humor, het
officieele concertseizoen te openen
met het voorspel tot Wagner's Wahn-"
monoloog, n der menschkundigste
scheppingen van den grooten
menschenkenner.... En ook onze vriend
de drukfoutenduivel had zich de kans
niet laten ontnemen in dit symbolisch
spelletje mede te spelen. In de pro
gramma-inleiding stond namelijk te
lezen, dat dit werk ten deele gebouwd
is met fragmenten uit Sachs' Schut
terlied" uit het tweede bedrijf. Zie
hier een pakkend voorbeeld van
jong-Rotterdam's annexatietendenzen.
Schuster of schutter scheelt weliswaar
slechts n letter, doch hoezeer komt die
ne t aan de couleur locale ten goede l
Drukfouten zijn gewoonlijk minder
snaaksch. Zou de hier gesignaleerde
soms veroorzaakt zijn door de aan
wezigheid van zoo vele en zoozeer
terzake dienende diablerieën van
Hieronymus Bosch binnen deze muren ?.. ..
Schilderkunst
Kunst in Keulen
/. ZWARTENDIJK
Stefan Lot
Schilderij
Wallr
Richai
Muscun
Ktu/«
ROTTERDAM's orchestrale
prakL tijk van de laatste jaren is altijd
vrij veilig ver uit de buurt van het
Ronertoire gebleven, en ook dit
openingsconcert maakte daarop geen wer
kelijke uitzondering wanneer wij
tenminste geneigd zijn voor het slot
nummer, Les Préludes van Liszt, een
ocrrje dicht te doen.... Het Nederland
sche werk was Diepenbrock's tweede
Novalis-hymne an die Nacht min
der geladen, minder extatisch dan
de vaker gehoorde eerste hymne, en
in muzikaal opzicht nog niet op de
hoogte van de tien jaren later geschre
ven elegie Die Nacht", op tekst van
Hölderlin. Wij achten ons overigens
gelukkig, het werk weer eens in de reali
teit van metrische zwevingen en instru
mentale timbres gehoord te hebben.
De noviteit kwam uit Italië: toccata
voot piano en orchest van Respighi.
Het schijnt, dat Mengelberg hiervan
ALS een kostbaar-fonkelend hem innerlijk beroert, uit te drukken,
schrijn is de kleine, intieme is in twee onvertaalbare woorden
tentoonstelling van het voor- samen te vatten, die de quintessence
naamste werk van den middeleeuw- vormen: anmutig en zart is deze kunst
schen kunstenaar Stefan Lochner, die in de hoogste en beste beteekenis.
gehouden wordt in het Wallraf- Zij brengt zulk een milde stemming
Richartz museum, te beschouwen. De teweeg, dat wij het zelfs een Duitsch
collectie is ondergebracht in twee kunsthistoricus nauwelijks kwalijk
zaaltjes, welke grenzen aan verschillen- nemen, als hij er een .kleine groep
de ruimten, waarin men de Duitsche toeschouwers op attent maakt, dat
kunst van de Z4de eeuw af op uitmun- het ornament op een van de costuums
tende wijze kan leeren kennen en het een hakenkruis voorstelt.
is dan ook niet te verwonderen, dat
men deze expositie, door duizenden l IET Wallraf-Richartz museum
en duizenden bezocht, voortdurend || heeft groote veranderingen
onderverlengd heeft. Als de Duitschers en gaan; de zalen zijn vernieuwd, alles
in het bizonder de Rijnlanders trotsch is soberder en lichter geworden en de
mogen zijn op het verleden van hun opstelling heeft op andere wijze plaats
stad, die van de Roneinen af immers gevonden.
steeds een van de voornaamste cultu- Naast de unieke collectie antiek
reële centra is geweest, dan staat daar glaswerk heeft niet het minst het
verde figuur van Lochner als een hernel- werven van de schilderijen uit de
versche verschijning stralend tusschen: zameling Carstanjen, waaronder zich
een Duitsche Fra Angelico, zuiver vele doeken uit de Hollandsche 176
en liefelijk, die tegelijkertijd een tech- eeuw bevinden, de collectie
belangnisch wonderlijk beheersen t kunste- wekkender gemaakt; tevens is de ver
naar is geweest. Men leert hier gemak- zameling Diergardt een groote
aankelijk begrijpen, hoe Lochner van de winst voor dit museum te noemen.
miniaturen in een gebedenboek zonder Zij is ondergebracht in de
benedenmoeite zijn kunst transponeerde op verdieping en bestaat uit een
ongegroote vlakken, die een volmaakt evenaarde collectie sieraden,
voorharmonisch evenwicht vertoonen tus- namelijk afkomstig van de 40 tot de
schen ornamentatie en persoonlijke zoe eeuw en op zeer verschillende
uitdrukkingswijze, zoodat men even- plaatsen gevonden. Slechts ten deele
zeer de rijke, in goud gevulde achter- zijn zij van Duitschen bodem
afkomgronden als de figuren, die daar vol stig; een ander gedeelte is b.v.
opgemenschelijkheid tegen uitkomen, be- graven in Zuid-Rusland. De meeste
wonderen kan. Zijn kleuren zijn exemplaren zijn buitengewoon gaaf
intens, ongerept en zijn gave om, wat bewaard gebleven en vertoonen een
PAG. 9 Dl GROENE Ne,3097
stoerheid naast technische verfijningen,
waardoor wij het woord: barbaarsch,
vroeger bij de kunst uit dit tijdvak al
te snel bij de hand, geen oogenblik
in den mond nemen. Jammer genoeg
heeft echter de politiek zich ook van
dit terrein in zekeren zin trachten
meester te maken. Want, terwijl wij
wetenschappelijk van de ir
lksverhuizingen na de 4e eeuw toch eigenlijk
niet zoo heel veel positiefs te weten
zijn gekomen, geven hier groote
kaarten, op de muren aangebracht,
een zekere suggestie, alsof uitsluitend
de Germanen Europa beheerscht heb
ben. En men heeft er zich dan ook
niet voor geschroomd de vondsten
uit Zuid-Rusland eenvoudigweg te
qualiifceeren als: Alt-Germanische Kunst.
DAT de politiek, tot vreugde
van de inwoners, in elk opzicht
Duitschland in alle uitingen beheerscht,
wordt men nog veel sterker gewaar
bij een bezoek aan het overigens zeer
geslaagde nieuwe museum aan de
overzijde van den Rijn, genaamd het
Haus der Rheinischen Heimat in
Köln". Het is een groot, architecto
nisch niet zeer interessant, maar op
een prachtig punt gelegen gebouw,,
waarin op overzichtelijke wijze alles,
wat de folklore, de geschiedenis en de
cultuur van het Rijnland betreft, is
ondergebracht in een reeks van ruime
en lichte zalen, die nergens een overvol
effect teweeg brengen.
Belangrijk voor een buitenlander
is vooral de groote af deeling betreffende
het wonen, die in engere beteekenis
een kunstnijverheidscollectie omvat
en verrassend is door een groote
verscheidenheid en een logisch systeem
van opstelling, niet het minst wat de
ontwikkeling van het meube', de woon*
i