De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 10 oktober pagina 8

10 oktober 1936 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

l! i' AMSTERDAMS BOSCHPLAN Dr. Jac. P. Thijsse Schuitje varen, theetje drinken Varen we naar den Overtoom EEN goede vijfentwintig jaar ge leden heeft iemand eens eenige artikelen in het Handelsblad geschreven over parken en plantsoenen in Amsterdam. Hij wenschte een aan tal parken op de periferie van de hoofd stad, onderling door plantsoenachtige strooken verbonden: een park aan het Nieuwe Diep, een bij het Kalfje, een aan het Nieuwe Meer, een ander in den Sloterdijker polder en nog een aan het B< Vij en hq da sbc I.T Waar de roeifaaon ligt Noordzeekanaal. Dat park aan het Nieuwe Meer zou ook de Koenenkade bevatten en van die kade zou een wijde glooiing gemaakt worden naar den diepen polder en op die glooiing kwamen dan boschpartijen en open plekken. De Amsterdamsche woningraad nam die denkbeelden in overweging en heeft er ook een rapport over uitge bracht. De goede bedoeling werd er kend maar men twijfelde aan de ver wezenlijking. Vooral dat plan voor de Koenenkade had veel aantrekkelijks. Maar dat zou meer dan een millioen gulden kosten en er was dus niet aan te denken. HOE kunnen de tijden toch ver anderen. Het plan, dat toen on uitvoerbaar leek wordt thans uitge voerd en op veel grooter en weidscher schaal. Reeds is de Koenenkade ver anderd in een breeden verkeersweg en de zuidelijke glooiing is uitgewerkt tot een uitgestrekt veld, dat flauwtjes afoopt naar den diepen polder en ook reeds beplant is met houtgewas. Die beplanting bekijken we nu niet op den keper, want zij is slechts voorloopig en samengesteld uit materiaal dat toevallig moest worden opge ruimd. Het plan van een kwarteeuw ge leden is hiermede eigenlijk al ver wezenlijkt, maar wat hier gebeurde is slechts een klein onderdeel van een grootsch werk, dat vrijwel eenig in de wereld mag heeten: een reusachtig recreatie-complex van water, weide en woud dat zich zal uitstrekken tot voor bij Schiphol. Het is tot nu toe altijd aangeduid met den term boschplan" maar we zullen er een anderen naam voor moeten zoeken. Bosch zal er komen maar ook velelerlei andere genoeglijkheid en men zal er inderdaad kunnen spelevaren en rusten in thee huizen. Het wordt om zoo te zeggen een super-Overtoom. HET Park heeft op zijn omtrek twee groote waterpartijen: het Nieuwe Meer en de Amstelveensche Poel, beide welbekend bij de vrienden van watersport en buitenleven. Knapen van mijn leeftijd zullen zich herinneren dat er in den Buitendijkschen Buitenveldertschen polder nog een prachtige waterpartij lag: het Karnemelksgat, maar die is bij de vervening ver dwenen. De oeverlanden van Nieuwe Meer en Amstelveensche poel zijn boezemland, dat wil zeggen veenmoeras met rijken plantengroei en dierenwereld, al de wonderen van het Rietland, dat we in volle schoonheid nog eenige kilometers verder naar het Zuiden aantreffen in de Oosteinder Poel, een der kostelijkste bezittingen van de Vereeniging tot Behoud van Natuur monumenten. Al dadelijk bij den eer sten opzet van het plan is overeen gekomen, dat deze boezemlanden on gemoeid zullen blijven, hoogstens mag op een enkele plaats de natuurlijke ontwikkeling eenigszins bespoedigd worden door aanplant van berk, els of wilg, maar dan alleen die soorten, die behooren bij het rietland. Maar men behoeft er niet aan te wanhopen, om hier in de volle drukte van de wereld stad een mooi staaltje van het oude, woeste, drasse Holland te behouden. HET eigenlijke park komt te liggen in de polders: den Buitendijkschen Buitenveldertschen, de Rietwijkero rden en een gedeelte van den Schinkel polder. De nieuwe groote weg van Schiphol naar Amsterdam gaat en dwars door. Het plan wordt bepaald door enkele dwingende omstandigheden. Een zoo genaamd zinkgat" in den Rietwijkeroorder polder is nergens anders geschikt voor dan voor waterpartij en bepaalt dus een hoofdpunt in het net van vij vers en vaar t j es, dat over de heele uit gestrektheid van het park wordt ge legd. In de tweede plaats komt het Vliegveld Schiphol, dat voor de veilig heid op bepaalde berekende plaatsen noodlandingsterreinen moet krijgen. En in de derde plaats hebben we de roeibaan die geschikt moet zijn niet alleen voor onze nationale, maar ook voor de internationale roei wedstrijden. We mogen ons niet langer behelpen met de Ringvaart onder Sloten of met het Noordzeekanaal. Daarom moeten we in het park een roeibaan maken van meer dan twee kilometer lang, zestig meter breed en zoo gunstig mogelijk gelegen op de heerschende winden. Voor den landschapsarchitect lijkt zoo'n lang recht ding wel moei lijk te verwerken, maar het ding moet er toch komen. TROUWENS hij ligt er al, min of meer evenwijdig aan de Koe nenkade, net over de heele breedte van het park tot aan den Amstelveenschen weg toe, nu nog een lange, kale, nuchtere bak. Maar wij Neder landers weten daar wel raad mee. Wij hebben meer kanalen in ons land, lijnrecht over vele kilometers en we weten dat ze indrukwekkend schoon kunnen zijn. Ga maar eens naar Drente, naar de Smildevaart, het Stadskanaal, de wijken in de buurt van Hoogeveen. Met n of twee rijen boomen en wat oevergroen zijn won deren te verrichten. Zoo zullen we ook onze roeibaan in het park aankleeden. Hetzij langs n, hetzij langs beide oevers maken we trotsche rijen van hooge boomen. Po pulieren en wilgen kunnen in tien jaar tijd al heel wat vertooning maken. Hier is geen plaats voor prutserige knulligheid] es van een klein boschje hier en een klein boschje daar. Die be hooren weer op ander terrein. Vlak langs de roeibaan moeten we gen gaan, maar nu houden we tusschen weg en oever nog een smalle groene strook, waar ik later misschien nog wel iets van vertellen zal. De natuur van Holland brengt mede, dat we langs den eigenlijken oever een rietkraag maken en die zou er ook heel graag groeien. Maar het hooge riet zou het uitzicht op de baan be lemmeren en daarom bevorderen we een iets lagere begroeiing van riet gras en Geverzegge met lisschen en zwanebloem, egelskop, wederik, kattestaart, spiraea, wilgenroosje, enz. Die beplanting is voor een groot deel reeds aanwezig, bij bakken vol aange voerd uit de Vechtstreek. Als alles goed gaat kan de Amsterdamsche Roeibaan mooier worden dan de Middachter Allee. Sentiment en intellect (Slot van pag. 4) van de overgroote meerderheid des volks heeft in dezen strijd steeds dui delijker partij gekozen. Voor den ge wonen man telt het leed van n werkloos huisvader zwaarder dan de eerepositie" van den ongerepten gulden. Toen twee jaar geleden de Nederlandsche Vereeniging voor Waardevast Geld werd opgericht, heeft men de stichters overladen met hoon en ver dachtmaking. Men heeft hun verweten niet voor hun meening te durven uit komen en het etiket waardevast geld te misbruiken voor het verbergen van devaluatiepropaganda. Maar de waar heid is, dat de oprichters van deze vereeniging de devaluatie in Nederland slechts gezien hebben als een betrek kelijk klein en voorbijgaand incident op den langen weg, dien de menschheid nog zal hebben af te leggen eer zij het geldverkeer zoo heeft leeren beheerschen, dat dit dienstbaar wordt gemaakt aan een zoo ruim mogelijke en zoo stabiel mogelijke onplooiing van de productie. Het geldvraagstuk is een technisch vraagstuk. Het is stellig moeilijk on; de beteekenis ervan tot de groot» massa des volks te doen doordringer. maar het is toch noodzakelijk dit U> ondernemen, want het geldvraagstuk beheerscht het geheele economisch!» leven en daarmee het bestaan ze f van onze maatschappij. Men voert de publieke opinie i\\ een verkeerd spoor, ja men maakt eiken vooruitgang op dit gebied onmc.gelijk, indien men den weg naar verd< r onderzoek verspert door een complex van emotioneele voorstellingen, waaiaan men blindelings onderwerping eischt. Deze emotioneele complexen zrn thans gevallen. De weg is vrij om ook in Nederlai d te zoeken naar een geldpolitiek, die, zooals de Britsche verklaring het z< o duidelijk omschrijft, rekening hou It met de behoeften, die de binnenlandse-'ie welvaart van het land met zich mo brengt. Er is slechts n sentiment, cit groot en ruim genoeg is om duurzarm dit onderzoek te beheerschen en te inspireeren: Het is de emotioneel espannen wil om de menschheid te v-rlossen uit de afschuwelijke en ver.ederende bedreiging van werkloosheid en verarming. Dit sentiment kan geen scheiding brengen noch in, noch tusschen de zes groote democratische partijen, die practisch het geheele Nederlands. h volk vertegenwoordigen. Al het andere is techniek: verstan delijke analyse, probeeren, zijn lessen trekken uit de ervaring, altijd be eid zichzelf te herzien naarmate de er varing groeit. PROP. J. GOUDRI AN TOTO: Het mysterie van de hotelbadkamer Teekening voor De Groene van L. V'i ANTWOORDEN OP ONZE PRIJSVRAAG HET schijnt wel, dat de redactie van De Groene, met haar laatste prijsvraag: het schrijven van een vriendelijk, kort briefje van 150 woorden, om de goede kennissen of de familie, waarbij men zoo juist een week-end heeft doorge bracht, daarvoor te bedanken, op zulk een wijze, dat men, zonder de voordeelige vriendschap in ge vaar te brengen, toch uiting geeft aan zijn ware ge voelens over de doorstane ellende een gevoelige snaar heeft aangeraakt. Want in stapels is de nauw herkenbare, maar vlijmscherpe ironie, de verbeten hypocrisie in brief vorm dezer dagen onze redactie binnengedragen. De meeste nadruk is gevallen op een week-end, doorgebracht door stedelingen op het land. De lieve kinderen AFGEZIEN hiervan blijkt, dat de week-enders en briefjes-schrijvers het meest geleden hebben /an de kinderen hunner gastheeren. Ruim 30% der nzendingen klaagt hierover met hartstocht, maar op Charmante wijze. En slechts een meevoelend hart Begrijpt hoeveel leed en verbittering achter de schijnbaar vriendelijke woorden schuilt. Zoo schrijft Mevr. A. de G. D.-S. te H. : ,, Beste vrienden, gisteren weer goed en wel thuis gekomen van het aardige uitstapje naar jullie home". Het was me vreemd, dat ik vannacht weer aan n stuk kon doorslopen, zonder dat ik elk uur het aardige ^temmetje van je kleine lieveling hoorde." Een andere inzender zegt in een P.S.: Mijn bruine schoentjes en Jan's hoed mogen de <inderen gerust houden, om in het bad te laten drijven \f als zandvormen te gebruiken. Zij hebben zulke >>rigineele invallen, die lieve dieren." Het lijkt ons ?oor de lieve dieren echter wenschelijk, een beetje uit Oom Jan's buurt te blijven. Vlotweg schrijft W. Ph. P, te A.: Prettig vond ik het ook, de kinderen weer eens Bezien te hebben. Het zijn een paar aardige bengels geworden. Mijn bril kan gelukkig nog gerepareerd worden; er moeten slechts twee nieuwe glazen in en ook het wondje naast mijn oog is gelukkig niet van fnstigen aard." Zeer geplaagd schrijft Vera aan Else (Mevr. N. v. d. V. te's G.): Vooral Sonja moest alles weten van het kleintje en was vol medelijden dat het 's nachts zooveel huilde. Jk zou toch wat minder toegeven, Else, je komt op (ieze manier zooveel slaap te kort en je huisgenooten l j den er ook onder. Een zomerhuis is zoo gehoorig. ': Maakt Lottie moeilijk overdag en je zelf onrustig.." De hond I M gehaatheid volgende op het kind kwam de hond, die 21% der lieve gasten de dagen, maar ook de n.ichten vergald heeft. Hij heeft gehuild, gejankt, g-rblaft, gaten in pantalons en kuiten gebeten en op andere, nog minder appreciabele manier van zijn b'staan blijk gegeven. Ligt Ping Ho nog aan zijn koordje als er gasten komen? Het is niets hoor, mijn k i't doet geen pijn meer en mijn broek is alweer ge makt", schrijft Mr. J. K, te O. geplaagd. Over een hond ook Mevr. A. L. R.-K. te M.: , Trouwens die Hector moet je in eere houden; ti»t zoo'n waakhond in huis, die iederen keer blaft al hij onraad hoort, kan men eerst gerust gaan slapen. T'-en hij in het holst van den nacht iemand zag bewe gen mijn gedegenereerde maag verdroeg je heerlijke eif.engebakken brood blijkbaar niet best stond hij paf. De scheur in mijn pyamabroek valt erg mee, hoor!" Geen comfort V/ELE gasten hebben zwaar geleden onder het gebrek aan comfort en daarbij terug gedacht aa i hun eigen gemakkelijke woning. In 18% der br oven klinkt zooiets, subtiel uitgedrukt, door. .v. E. te A. merkt langs zijn neus weg op: Wat hei hen we ons vrootijk gemaakt over de gezelligprimitieve slaapgelegenheid en den gedwongen kouder maaltijd.. .." A. v. d. B. schrijft, behalve over den kinderplaag: ? ffet primitieve van mijn week-end heeft me sterk behoord. Hoe heerlijk, dat ik, met mijn eigenlijk veel b mooie stadskamer, me nu eens echt landelijk mocht bekopen met een veldbed en een kapotte waschkom in een kamertje van 2 bij i\. Ik voelde me als een berg beklimmer in zijn alpenhüt. Jullie begrijpt, hoe ik er naar snak jullie gastvrijhei'l spoedig met gelijke munt te mogen vergelden.', Ziekte DE Uniformiteit der menschelijke natuur bleek weer eens uit de gelijkvormigheid der inzen dingen. 20% der inzendsters of inzenders verbeeldt zich ziek geworden te zijn. Hieronder is nog niet eens begrepen de doorstane ellende na het eten van bedorven spijzen, waarop in 12% der brieven op kiesche wijze de aandacht werd gevestigd. M. A. O. de W. te L.: Het spijt ons jullie niet eerder te hebben kunnen bedanken, maar Wim heeft te bed gelegen met een ernstige verkoudheid die jongen kan nu eenmaal niet tegen tocht, en mijn maag was ernstig in de war. De dokter meent blikvergiftiging, maar waar kan ik die hebben opgedaan?" Ja, waar? Dezelfde brief bevat nog ander leed, dat diep heeft ingevreten: het teveel aan rust. Maar ook die het te druk vonden bij hun gastheeren vormen een groep die numeriek niet zeer sterk is (12%), maar die uitzonderlijk gebelgd en verbitterd blijkt te zijn. Zoo schrijft Mr. J. K. te O., die ten huize van zijn gastheer een echtpaar leerde kennen, met een moedigen grimlach: Het deed mij genoegen je vrienden van P. te leeren kennen. Hij is misschien een beetje luidruchtig maar zeer joviaal en ik denk, dat ik haar, als zij over dingen spreekt, die mij belang inboezemen, een interessante vrouw zal vinden bridgen zal zij ook wel beter leeren". Over bridge, drukte en verveling spreekt ook Mevr. L. de K.?S. te R. Jammer, dat we niet meer aan elkaar hebben gehad, maar ik begrijp, dat je drukke teven en je maatschap pelijke plichten je overdag in beslag nemen. En als bridge-partner 's avonds hoefde je op mij nooit te rekenen. Heerlijke uurtjes heb ik in Torn's bibliotheek doorgebracht en je weet, ik houd nu eenmaal van eenzame wandelingen. Prettig voor je, datje aan juf zoo'n voortreffelijken steun hebt. Ze lijkt me uitstekend voor de jongens te zorgen, ofschoon ook jullie kinderen als gevolg van de moderne opvoedingstheorieën vroeg zelfstandig hebben leeren optreden en hun eigen meening uit spreken." Een oogenblik van bezinning over den achter grond van nienschenleed, die spreekt uit den fijnen spot van F. D. te V., zou de gastvrouw, de ,,lieve Mevrouw Drukdoen", het schaamrood op de wangen moeten jagen: Prettig was het bij U te hebben mogen vertoeven, daar ik bovendien het genoegen mocht smaken, kennis te maken met Uw uitgebreide kennissenkring. Het diner Zaterdagavond was zeer geanimeerd. Ook de Zondag werd wel in een groot en vroolijk gezel' schap doorgebracht. Wilt u wet getooven, dat ik des avonds moe was van het praten en lachen ? En dan te weten, dat ik eigenlijk heetemaal geen gezelschapsmensch ben." Ontzettend verveeld heeft zich, blijkens haar uitlatingen, A. B. B. te A..* De regen werkte ertoe mee binnenshuis een sfeer te scheppen, geheel jullie persoonlijkheid eigen. We hebben nooit geweten, dat ganzenborden om fiches zoo gezellig kon zijn. " Onder de diverse oorzaken, die uw gasten het bedrijf ten uwent kunnen vergallen, rangschikten wij nog muggen (8%) en ongeregeld leven. Zoo M. B. te S. : , aldoor genietend van uw zorgeloozen aard en jovialiteit, die niet naliet op ons een onvergetelijken indruk te maken." Verder verveling en overdreven netheid: Wij zijn een tikje verwilderd. Het netjes wandelen, twee aan twee, lukte niet erg. Bet je was terecht uit haar hum over de vuile voeten op den looper. Ik merkte best dat jullie er hinder van hadden dat Jan een pijp rookte in het salonnetje." (D. K. te Z.) DE NIEUWE PRIJSVRAAG Het geschiedenisboekje Gevraagd wordt een bladzijde weer te geven uit een geschiedenisboekje van het jaar 2136, ten gebruike bij het Lager of Middelbaar onderwijs, waarbij wij aannemen, dat de onderwijsmethoden zich in dien tusschentijd niet zullen wijzigen. De bladzijde, die ten hoogste 200 woorden mag tellen, behandelt de geschiedenis van de jaren 1914?1940, zoodot de antwoorden ook in de toe komst moeten zien. Als eersten prijs loven wij wederom uit; een Dunhill bureau-vulpenhouder met artistiek uitgevoerden standaard ter waarde van ? 17.50; als tweeden prijs een plastiek van Hildo Krop. De redactie heeft het recht de inzendingen te publiceeren. Op de beslissing der redactie is geen beroep. Inzendingen uiterlijk Maandag 19 October. Verslag en prijstoekenning in het nummer van 24 October. De eerste prijs DE inzending, die in den vriendelijksten stijl het krachtigste beeld van menschelijke ellende wist op te roepen is die van Mevr. I. G.?T. te A.: Beste Rie en Piet, Nog even willen we jullie bedanken voor de gezellige dagen in De Hut" doorgebracht. Het locaaltje had om een of andere duistere reden vertraging, zoodot we de aansluiting op den sneltrein van 8.56 misten. Gelukkig hoefden we maar drie kwartier te wachten. Bobbie was reuze-slaperig, dat begrijp je. Zijn mügge-pikken genezen al aardig, hij ziet er alleen vreeselijk armoedig uit met al die kapot-gekrabde plekken op z'n beenen. Ik geloof toch niet, dat het vleesch Zondag bedorven was, wij hebben tenminste nergens last van gehad; je kunt toch eigenlijk beter eieren eten met dat warme weer. Heb jij die harsvlekken nog uit je bloes gekregen? Ik heb m'n rok maar naar de stoomerij gebracht. Prettig voor jullie dat dat onweer gisteren een beetje afkoeling bracht. Eerlijk gezegd ben ik blij dat het pas Maandag kwam, ik had het echt eng gevonden, zoo in de bosschen. Nu beste menschen, nogmaals hartelijk bedankt en nog veel plezier in De Hut"> Jullie Lies en Wim" De tweede prijs De tweede prijs werd toegekend aan D. C. A. L. te U. voor de volgende inzending: Lieve Tante, beste Oom, Zoo juist thuis van ons geslaagde uitstapje haasten wij ons U hartelijk te bedanken voor Uw gastvrijheid. Den trein haalden wij nog maar net. Onderweg had het busje, behalve eenige mankementen aan het licht, nog een lekken band, ongeveer drie kilometer voor 't station, zoodot we dat stuk moesten loopen. Het was toch zoo grappig thuis weer electrisch licht te hebben, na het genoeglijk zoemende gaslichtje op Uw gezellige groote logeerkamer f Het stof van de heen- en terugreis spoelden wij af met een heerlijk warm bad. Met de verkoudheid, die bij Joos dreigde, na het bijwonen van den dienst in het oude intieme kerkje (zoo deftig in Uw familiebank!), is het best meegevallen. En ook mijn op de zoldertrap licht verstuikte voet is door tante's goede zorgen aardig ge slonken. Dank voor oom's pantoffel, die vandaag als ijlgoed teruggaat. Met nogmaals onze beste dank, Uw Joos en Dick." Teekening voor De Groene van W. Bielkine il vVI l Fi r ,r r T; PAG. 14 DE GROENE No.30»7 DE KAPOTTE FLESCH Zij PAG. IS DE GROENE No.3097 r

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl