Historisch Archief 1877-1940
l!
i'
AMSTERDAMS BOSCHPLAN
Dr. Jac. P. Thijsse
Schuitje varen, theetje drinken
Varen we naar den Overtoom
EEN goede vijfentwintig jaar ge
leden heeft iemand eens eenige
artikelen in het Handelsblad
geschreven over parken en plantsoenen
in Amsterdam. Hij wenschte een aan
tal parken op de periferie van de hoofd
stad, onderling door plantsoenachtige
strooken verbonden: een park aan het
Nieuwe Diep, een bij het Kalfje, een
aan het Nieuwe Meer, een ander in den
Sloterdijker polder en nog een aan het
B<
Vij
en
hq
da
sbc
I.T
Waar de roeifaaon ligt
Noordzeekanaal. Dat park aan het
Nieuwe Meer zou ook de Koenenkade
bevatten en van die kade zou een wijde
glooiing gemaakt worden naar den
diepen polder en op die glooiing kwamen
dan boschpartijen en open plekken.
De Amsterdamsche woningraad nam
die denkbeelden in overweging en
heeft er ook een rapport over uitge
bracht. De goede bedoeling werd er
kend maar men twijfelde aan de ver
wezenlijking. Vooral dat plan voor de
Koenenkade had veel aantrekkelijks.
Maar dat zou meer dan een millioen
gulden kosten en er was dus niet aan
te denken.
HOE kunnen de tijden toch ver
anderen. Het plan, dat toen on
uitvoerbaar leek wordt thans uitge
voerd en op veel grooter en weidscher
schaal. Reeds is de Koenenkade ver
anderd in een breeden verkeersweg en
de zuidelijke glooiing is uitgewerkt tot
een uitgestrekt veld, dat flauwtjes
afoopt naar den diepen polder en ook
reeds beplant is met houtgewas. Die
beplanting bekijken we nu niet op
den keper, want zij is slechts
voorloopig en samengesteld uit materiaal
dat toevallig moest worden opge
ruimd.
Het plan van een kwarteeuw ge
leden is hiermede eigenlijk al ver
wezenlijkt, maar wat hier gebeurde is
slechts een klein onderdeel van een
grootsch werk, dat vrijwel eenig in de
wereld mag heeten: een reusachtig
recreatie-complex van water, weide en
woud dat zich zal uitstrekken tot voor
bij Schiphol. Het is tot nu toe altijd
aangeduid met den term boschplan"
maar we zullen er een anderen naam
voor moeten zoeken. Bosch zal er
komen maar ook velelerlei andere
genoeglijkheid en men zal er inderdaad
kunnen spelevaren en rusten in thee
huizen. Het wordt om zoo te zeggen
een super-Overtoom.
HET Park heeft op zijn omtrek
twee groote waterpartijen: het
Nieuwe Meer en de Amstelveensche
Poel, beide welbekend bij de vrienden
van watersport en buitenleven. Knapen
van mijn leeftijd zullen zich herinneren
dat er in den Buitendijkschen
Buitenveldertschen polder nog een prachtige
waterpartij lag: het Karnemelksgat,
maar die is bij de vervening ver
dwenen.
De oeverlanden van Nieuwe Meer
en Amstelveensche poel zijn
boezemland, dat wil zeggen veenmoeras met
rijken plantengroei en dierenwereld,
al de wonderen van het Rietland, dat
we in volle schoonheid nog eenige
kilometers verder naar het Zuiden
aantreffen in de Oosteinder Poel, een
der kostelijkste bezittingen van de
Vereeniging tot Behoud van Natuur
monumenten. Al dadelijk bij den eer
sten opzet van het plan is overeen
gekomen, dat deze boezemlanden on
gemoeid zullen blijven, hoogstens mag
op een enkele plaats de natuurlijke
ontwikkeling eenigszins bespoedigd
worden door aanplant van berk, els of
wilg, maar dan alleen die soorten, die
behooren bij het rietland. Maar men
behoeft er niet aan te wanhopen, om
hier in de volle drukte van de wereld
stad een mooi staaltje van het oude,
woeste, drasse Holland te behouden.
HET eigenlijke park komt te liggen
in de polders: den Buitendijkschen
Buitenveldertschen, de Rietwijkero
rden en een gedeelte van den Schinkel
polder. De nieuwe groote weg van
Schiphol naar Amsterdam gaat en
dwars door.
Het plan wordt bepaald door enkele
dwingende omstandigheden. Een zoo
genaamd zinkgat" in den
Rietwijkeroorder polder is nergens anders geschikt
voor dan voor waterpartij en bepaalt
dus een hoofdpunt in het net van vij
vers en vaar t j es, dat over de heele uit
gestrektheid van het park wordt ge
legd. In de tweede plaats komt het
Vliegveld Schiphol, dat voor de veilig
heid op bepaalde berekende plaatsen
noodlandingsterreinen moet krijgen.
En in de derde plaats hebben we de
roeibaan die geschikt moet zijn niet
alleen voor onze nationale, maar ook
voor de internationale roei wedstrijden.
We mogen ons niet langer behelpen
met de Ringvaart onder Sloten of met
het Noordzeekanaal. Daarom moeten
we in het park een roeibaan maken
van meer dan twee kilometer lang,
zestig meter breed en zoo gunstig
mogelijk gelegen op de heerschende
winden. Voor den landschapsarchitect
lijkt zoo'n lang recht ding wel moei
lijk te verwerken, maar het ding moet
er toch komen.
TROUWENS hij ligt er al, min
of meer evenwijdig aan de Koe
nenkade, net over de heele breedte
van het park tot aan den
Amstelveenschen weg toe, nu nog een lange,
kale, nuchtere bak. Maar wij Neder
landers weten daar wel raad mee.
Wij hebben meer kanalen in ons land,
lijnrecht over vele kilometers en we
weten dat ze indrukwekkend schoon
kunnen zijn. Ga maar eens naar
Drente, naar de Smildevaart, het
Stadskanaal, de wijken in de buurt van
Hoogeveen. Met n of twee rijen
boomen en wat oevergroen zijn won
deren te verrichten.
Zoo zullen we ook onze roeibaan in
het park aankleeden. Hetzij langs n,
hetzij langs beide oevers maken we
trotsche rijen van hooge boomen. Po
pulieren en wilgen kunnen in tien
jaar tijd al heel wat vertooning maken.
Hier is geen plaats voor prutserige
knulligheid] es van een klein boschje
hier en een klein boschje daar. Die be
hooren weer op ander terrein.
Vlak langs de roeibaan moeten we
gen gaan, maar nu houden we
tusschen weg en oever nog een smalle
groene strook, waar ik later misschien
nog wel iets van vertellen zal.
De natuur van Holland brengt mede,
dat we langs den eigenlijken oever een
rietkraag maken en die zou er ook
heel graag groeien. Maar het hooge
riet zou het uitzicht op de baan be
lemmeren en daarom bevorderen we
een iets lagere begroeiing van riet
gras en Geverzegge met lisschen en
zwanebloem, egelskop, wederik,
kattestaart, spiraea, wilgenroosje, enz.
Die beplanting is voor een groot deel
reeds aanwezig, bij bakken vol aange
voerd uit de Vechtstreek. Als alles
goed gaat kan de Amsterdamsche
Roeibaan mooier worden dan de
Middachter Allee.
Sentiment en intellect
(Slot van pag. 4)
van de overgroote meerderheid des
volks heeft in dezen strijd steeds dui
delijker partij gekozen. Voor den ge
wonen man telt het leed van n
werkloos huisvader zwaarder dan de
eerepositie" van den ongerepten
gulden.
Toen twee jaar geleden de
Nederlandsche Vereeniging voor Waardevast
Geld werd opgericht, heeft men de
stichters overladen met hoon en ver
dachtmaking. Men heeft hun verweten
niet voor hun meening te durven uit
komen en het etiket waardevast geld
te misbruiken voor het verbergen van
devaluatiepropaganda. Maar de waar
heid is, dat de oprichters van deze
vereeniging de devaluatie in Nederland
slechts gezien hebben als een betrek
kelijk klein en voorbijgaand incident
op den langen weg, dien de
menschheid nog zal hebben af te leggen eer
zij het geldverkeer zoo heeft leeren
beheerschen, dat dit dienstbaar wordt
gemaakt aan een zoo ruim mogelijke
en zoo stabiel mogelijke onplooiing van
de productie.
Het geldvraagstuk is een technisch
vraagstuk. Het is stellig moeilijk on;
de beteekenis ervan tot de groot»
massa des volks te doen doordringer.
maar het is toch noodzakelijk dit U>
ondernemen, want het geldvraagstuk
beheerscht het geheele economisch!»
leven en daarmee het bestaan ze f
van onze maatschappij.
Men voert de publieke opinie i\\
een verkeerd spoor, ja men maakt
eiken vooruitgang op dit gebied
onmc.gelijk, indien men den weg naar verd< r
onderzoek verspert door een complex
van emotioneele voorstellingen,
waaiaan men blindelings onderwerping
eischt.
Deze emotioneele complexen zrn
thans gevallen.
De weg is vrij om ook in Nederlai d
te zoeken naar een geldpolitiek, die,
zooals de Britsche verklaring het z< o
duidelijk omschrijft, rekening hou It
met de behoeften, die de binnenlandse-'ie
welvaart van het land met zich mo
brengt.
Er is slechts n sentiment, cit
groot en ruim genoeg is om duurzarm
dit onderzoek te beheerschen en te
inspireeren: Het is de emotioneel
espannen wil om de menschheid te
v-rlossen uit de afschuwelijke en
ver.ederende bedreiging van werkloosheid
en verarming.
Dit sentiment kan geen scheiding
brengen noch in, noch tusschen de
zes groote democratische partijen, die
practisch het geheele Nederlands. h
volk vertegenwoordigen.
Al het andere is techniek: verstan
delijke analyse, probeeren, zijn lessen
trekken uit de ervaring, altijd be eid
zichzelf te herzien naarmate de er
varing groeit. PROP. J. GOUDRI AN
TOTO: Het mysterie van de hotelbadkamer
Teekening voor De Groene van L. V'i
ANTWOORDEN OP ONZE PRIJSVRAAG
HET schijnt wel, dat de redactie van De Groene,
met haar laatste prijsvraag: het schrijven
van een vriendelijk, kort briefje van 150
woorden, om de goede kennissen of de familie,
waarbij men zoo juist een week-end heeft doorge
bracht, daarvoor te bedanken, op zulk een wijze,
dat men, zonder de voordeelige vriendschap in ge
vaar te brengen, toch uiting geeft aan zijn ware ge
voelens over de doorstane ellende een gevoelige
snaar heeft aangeraakt.
Want in stapels is de nauw herkenbare, maar
vlijmscherpe ironie, de verbeten hypocrisie in brief
vorm dezer dagen onze redactie binnengedragen.
De meeste nadruk is gevallen op een week-end,
doorgebracht door stedelingen op het land.
De lieve kinderen
AFGEZIEN hiervan blijkt, dat de week-enders
en briefjes-schrijvers het meest geleden hebben
/an de kinderen hunner gastheeren. Ruim 30% der
nzendingen klaagt hierover met hartstocht, maar op
Charmante wijze. En slechts een meevoelend hart
Begrijpt hoeveel leed en verbittering achter de
schijnbaar vriendelijke woorden schuilt. Zoo schrijft
Mevr. A. de G. D.-S. te H. :
,, Beste vrienden, gisteren weer goed en wel thuis
gekomen van het aardige uitstapje naar jullie home".
Het was me vreemd, dat ik vannacht weer aan n stuk
kon doorslopen, zonder dat ik elk uur het aardige
^temmetje van je kleine lieveling hoorde."
Een andere inzender zegt in een P.S.:
Mijn bruine schoentjes en Jan's hoed mogen de
<inderen gerust houden, om in het bad te laten drijven
\f als zandvormen te gebruiken. Zij hebben zulke
>>rigineele invallen, die lieve dieren." Het lijkt ons
?oor de lieve dieren echter wenschelijk, een beetje
uit Oom Jan's buurt te blijven. Vlotweg schrijft
W. Ph. P, te A.:
Prettig vond ik het ook, de kinderen weer eens
Bezien te hebben. Het zijn een paar aardige bengels
geworden. Mijn bril kan gelukkig nog gerepareerd
worden; er moeten slechts twee nieuwe glazen in en
ook het wondje naast mijn oog is gelukkig niet van
fnstigen aard."
Zeer geplaagd schrijft Vera aan Else (Mevr. N.
v. d. V. te's G.):
Vooral Sonja moest alles weten van het kleintje
en was vol medelijden dat het 's nachts zooveel huilde.
Jk zou toch wat minder toegeven, Else, je komt op
(ieze manier zooveel slaap te kort en je huisgenooten
l j den er ook onder. Een zomerhuis is zoo gehoorig.
': Maakt Lottie moeilijk overdag en je zelf onrustig.."
De hond
I M gehaatheid volgende op het kind kwam de hond,
die 21% der lieve gasten de dagen, maar ook de
n.ichten vergald heeft. Hij heeft gehuild, gejankt,
g-rblaft, gaten in pantalons en kuiten gebeten en op
andere, nog minder appreciabele manier van zijn
b'staan blijk gegeven. Ligt Ping Ho nog aan zijn
koordje als er gasten komen? Het is niets hoor, mijn
k i't doet geen pijn meer en mijn broek is alweer ge
makt", schrijft Mr. J. K, te O. geplaagd.
Over een hond ook Mevr. A. L. R.-K. te M.:
, Trouwens die Hector moet je in eere houden;
ti»t zoo'n waakhond in huis, die iederen keer blaft
al hij onraad hoort, kan men eerst gerust gaan slapen.
T'-en hij in het holst van den nacht iemand zag bewe
gen mijn gedegenereerde maag verdroeg je heerlijke
eif.engebakken brood blijkbaar niet best stond hij
paf. De scheur in mijn pyamabroek valt erg mee,
hoor!"
Geen comfort
V/ELE gasten hebben zwaar geleden onder het
gebrek aan comfort en daarbij terug gedacht
aa i hun eigen gemakkelijke woning. In 18% der
br oven klinkt zooiets, subtiel uitgedrukt, door.
.v. E. te A. merkt langs zijn neus weg op: Wat
hei hen we ons vrootijk gemaakt over de
gezelligprimitieve slaapgelegenheid en den gedwongen
kouder maaltijd.. .."
A. v. d. B. schrijft, behalve over den kinderplaag:
? ffet primitieve van mijn week-end heeft me sterk
behoord. Hoe heerlijk, dat ik, met mijn eigenlijk veel
b mooie stadskamer, me nu eens echt landelijk mocht
bekopen met een veldbed en een kapotte waschkom in
een kamertje van 2 bij i\. Ik voelde me als een berg
beklimmer in zijn alpenhüt.
Jullie begrijpt, hoe ik er naar snak jullie
gastvrijhei'l spoedig met gelijke munt te mogen vergelden.',
Ziekte
DE Uniformiteit der menschelijke natuur bleek
weer eens uit de gelijkvormigheid der inzen
dingen. 20% der inzendsters of inzenders verbeeldt
zich ziek geworden te zijn. Hieronder is nog niet eens
begrepen de doorstane ellende na het eten van
bedorven spijzen, waarop in 12% der brieven op
kiesche wijze de aandacht werd gevestigd.
M. A. O. de W. te L.: Het spijt ons jullie niet
eerder te hebben kunnen bedanken, maar Wim heeft
te bed gelegen met een ernstige verkoudheid die
jongen kan nu eenmaal niet tegen tocht, en mijn
maag was ernstig in de war. De dokter meent
blikvergiftiging, maar waar kan ik die hebben opgedaan?"
Ja, waar? Dezelfde brief bevat nog ander leed, dat
diep heeft ingevreten: het teveel aan rust. Maar ook
die het te druk vonden bij hun gastheeren vormen
een groep die numeriek niet zeer sterk is (12%),
maar die uitzonderlijk gebelgd en verbitterd blijkt
te zijn. Zoo schrijft Mr. J. K. te O., die ten huize
van zijn gastheer een echtpaar leerde kennen,
met een moedigen grimlach:
Het deed mij genoegen je vrienden van P. te leeren
kennen. Hij is misschien een beetje luidruchtig maar
zeer joviaal en ik denk, dat ik haar, als zij over dingen
spreekt, die mij belang inboezemen, een interessante
vrouw zal vinden bridgen zal zij ook wel beter
leeren". Over bridge, drukte en verveling spreekt
ook Mevr. L. de K.?S. te R.
Jammer, dat we niet meer aan elkaar hebben gehad,
maar ik begrijp, dat je drukke teven en je maatschap
pelijke plichten je overdag in beslag nemen. En als
bridge-partner 's avonds hoefde je op mij nooit te
rekenen. Heerlijke uurtjes heb ik in Torn's bibliotheek
doorgebracht en je weet, ik houd nu eenmaal van
eenzame wandelingen.
Prettig voor je, datje aan juf zoo'n voortreffelijken
steun hebt. Ze lijkt me uitstekend voor de jongens te
zorgen, ofschoon ook jullie kinderen als gevolg van
de moderne opvoedingstheorieën vroeg zelfstandig
hebben leeren optreden en hun eigen meening uit
spreken."
Een oogenblik van bezinning over den achter
grond van nienschenleed, die spreekt uit den fijnen
spot van F. D. te V., zou de gastvrouw, de ,,lieve
Mevrouw Drukdoen", het schaamrood op de wangen
moeten jagen:
Prettig was het bij U te hebben mogen vertoeven,
daar ik bovendien het genoegen mocht smaken,
kennis te maken met Uw uitgebreide kennissenkring.
Het diner Zaterdagavond was zeer geanimeerd. Ook
de Zondag werd wel in een groot en vroolijk gezel'
schap doorgebracht. Wilt u wet getooven, dat ik des
avonds moe was van het praten en lachen ? En dan te
weten, dat ik eigenlijk heetemaal geen
gezelschapsmensch ben."
Ontzettend verveeld heeft zich, blijkens haar
uitlatingen, A. B. B. te A..*
De regen werkte ertoe mee binnenshuis een sfeer
te scheppen, geheel jullie persoonlijkheid eigen.
We hebben nooit geweten, dat ganzenborden om fiches
zoo gezellig kon zijn. "
Onder de diverse oorzaken, die uw gasten het
bedrijf ten uwent kunnen vergallen, rangschikten
wij nog muggen (8%) en ongeregeld leven. Zoo
M. B. te S. :
, aldoor genietend van uw zorgeloozen aard
en jovialiteit, die niet naliet op ons een
onvergetelijken indruk te maken."
Verder verveling en overdreven netheid:
Wij zijn een tikje verwilderd. Het netjes wandelen,
twee aan twee, lukte niet erg. Bet je was terecht uit
haar hum over de vuile voeten op den looper. Ik merkte
best dat jullie er hinder van hadden dat Jan een pijp
rookte in het salonnetje." (D. K. te Z.)
DE NIEUWE PRIJSVRAAG
Het geschiedenisboekje
Gevraagd wordt een bladzijde weer te geven uit
een geschiedenisboekje van het jaar 2136, ten
gebruike bij het Lager of Middelbaar onderwijs,
waarbij wij aannemen, dat de onderwijsmethoden
zich in dien tusschentijd niet zullen wijzigen.
De bladzijde, die ten hoogste 200 woorden mag
tellen, behandelt de geschiedenis van de jaren
1914?1940, zoodot de antwoorden ook in de toe
komst moeten zien.
Als eersten prijs loven wij wederom uit; een
Dunhill bureau-vulpenhouder met artistiek
uitgevoerden standaard ter waarde van ? 17.50;
als tweeden prijs een plastiek van Hildo Krop.
De redactie heeft het recht de inzendingen
te publiceeren. Op de beslissing der redactie is
geen beroep. Inzendingen uiterlijk Maandag 19
October. Verslag en prijstoekenning in het
nummer van 24 October.
De eerste prijs
DE inzending, die in den vriendelijksten stijl
het krachtigste beeld van menschelijke ellende
wist op te roepen is die van Mevr. I. G.?T. te A.:
Beste Rie en Piet,
Nog even willen we jullie bedanken voor de gezellige
dagen in De Hut" doorgebracht.
Het locaaltje had om een of andere duistere reden
vertraging, zoodot we de aansluiting op den sneltrein
van 8.56 misten. Gelukkig hoefden we maar drie
kwartier te wachten. Bobbie was reuze-slaperig, dat
begrijp je. Zijn mügge-pikken genezen al aardig,
hij ziet er alleen vreeselijk armoedig uit met al die
kapot-gekrabde plekken op z'n beenen.
Ik geloof toch niet, dat het vleesch Zondag bedorven
was, wij hebben tenminste nergens last van gehad;
je kunt toch eigenlijk beter eieren eten met dat warme
weer.
Heb jij die harsvlekken nog uit je bloes gekregen?
Ik heb m'n rok maar naar de stoomerij gebracht.
Prettig voor jullie dat dat onweer gisteren een
beetje afkoeling bracht. Eerlijk gezegd ben ik blij dat
het pas Maandag kwam, ik had het echt eng gevonden,
zoo in de bosschen.
Nu beste menschen, nogmaals hartelijk bedankt en
nog veel plezier in De Hut"> Jullie
Lies en Wim"
De tweede prijs
De tweede prijs werd toegekend aan D. C. A. L.
te U. voor de volgende inzending:
Lieve Tante, beste Oom,
Zoo juist thuis van ons geslaagde uitstapje
haasten wij ons U hartelijk te bedanken voor Uw
gastvrijheid.
Den trein haalden wij nog maar net. Onderweg
had het busje, behalve eenige mankementen aan het
licht, nog een lekken band, ongeveer drie kilometer
voor 't station, zoodot we dat stuk moesten loopen.
Het was toch zoo grappig thuis weer electrisch licht
te hebben, na het genoeglijk zoemende gaslichtje op
Uw gezellige groote logeerkamer f Het stof van de
heen- en terugreis spoelden wij af met een heerlijk
warm bad. Met de verkoudheid, die bij Joos dreigde,
na het bijwonen van den dienst in het oude intieme
kerkje (zoo deftig in Uw familiebank!), is het best
meegevallen. En ook mijn op de zoldertrap licht
verstuikte voet is door tante's goede zorgen aardig ge
slonken. Dank voor oom's pantoffel, die vandaag als
ijlgoed teruggaat.
Met nogmaals onze beste dank,
Uw Joos en Dick."
Teekening voor De Groene van W. Bielkine
il
vVI
l
Fi r
,r r
T;
PAG. 14 DE GROENE No.30»7
DE KAPOTTE FLESCH
Zij
PAG. IS DE GROENE No.3097
r