De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 17 oktober pagina 5

17 oktober 1936 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Letterkundig leven ViUZfBK en! EUROPEESCH PEIL S. Vestdijk Jeanne van Schalk-Willing: Nacht vorst (Querldo, Amsterdam) DOOR te constateeren, dat dit Nachtvorst" een van de wei nige Nederlandsche boeken is, voor wie zich aansluit bij het theore tisch, min of meer psychanalytisch inzicht, dat de schrijfster aanduidt in haar prospectus (gelukkig niet in den roman zelf!) Door dit overwicht van die tot de werkelijke literatuur behoo- een begin, waarvan het belang nog ren, kan men zich vele juichtonen bewezen moet worden, krijgt de geheele _. _ besparen. Tenzij men deze juichtonen roman iets dogmatisch: de stelling reactie van Marceline Diekirch op aanti*ff*n «>»t ~~» J-* _:...-.. UM J_i l--j. -t- - J-i ^'- ? « ? uiterst gedifferentieerde en intelligent verbeelde menschenkennis, die feilloos weet te woekeren met d,e kunst van het karakteristieke détail. Bijna al deze hoofd- en bijfiguren zijn, in het waas van fijne ironie en superieure tolerantie waarin zij gezien zijn, onvergetelijk, en ook volledig in hun soort, als men de ietwat cliché-achtige Laura Sokolski uitzondert. Daarbij dan de concrete scènes en episodes, waarin de vis comica ook al niet ontbreekt. De aanheffen wil om dat niveauverschil wint het van de adstructie, en daarmee nog eens scherp onder de algemeene de stelligheid van den twijfel. En tot aandacht te brengen. Jeanne van Arthur's dronkenschap b.v. voor deze vrouw, na haar Londensche ervaringen, een bijzonder aphrodisiacum, is van een ongemeenen humor, hoe weinig de schrijfster ook haar strakken, ietwat précieuzen toon hierbij laat varen. (pag. 224 e.v.). Tenslotte wil ik niet verzwijgen, dat naar mijn meening haar beste kansen liggen in een groo teren omvang van haar romans. Verre weg de meeste van de hierboven geIJLE ROEP eenigen twijfel is men toch zeker wel Schaik-Willing is op het oogenblik gerechtigd aangaande de opvatting als onze eenige schrijfster van Europeesch zou deze Arthur enkel en alleen door peil; vertaalde men dit laatste boek zijn opvoeding door twee onverstandige van haar hand in goed Engelsen, dan vrouwen, en wat later, door den fauxzou men bemerken, dat zij, wat for- pas van zijn moeder, die hij daardoor maat betreft, zeker niet voor Virginia leert verachten, verhinderd zijn de Woolf hoeft onder te doen (persoonlijk brilliante persoonlijkheid te worden schat ik haar een goed stuk hooger). waartoe het lot hem had voorbestemd. .. ,0 -. Of, andere vergelijking, haar romans Arthur van Stuyvesant is een ijdele signaleerde fouten, die aan het peil doen, wat peil en ook wel wat hoedanig- en eerzuchtige jonge man, daarbij over- van dit bijzondere boek geen afbreuk heid betreft, aan die van van Genderen gevoelig en tot Grübeln geneigd, maar doen, hadden vermeden kunnen Stort denken; daarbij mist zij diens uit niets blijkt, dat zijn aanleg boven worden, indien zij zich anderhalf of manierismen, en is eigenlijk intelligen- het middelmatige uitgaat. De ,,nacht- twee maal zooveel ruimte had gegund. ter. Met deze vrij willekeurige verge- vorst", die de bloesem doodt, treft hier " lijkingen wil ik niet anders zeggen een vrij banaal product, en de schrijfster dan dat hier een principieel onder- heeft niet aannemelijk gemaakt, dat scheid bestaat met zooveel den Doo- zijn ontwikkeling staat of valt met dit laards en Jef Lasten als men maar zou geconstrueerd uitgangspunt. Den sakunnen noemen, en dat er een onover- menhang ziet zij overduidelijk.: de brugbare kloof gaapt tusschen haar man die in zijn liefdeskeuze zichzelf werk en dat van de nog talrijker dames- voor zijn moederbinding" straft door auteurs die de leesportefeuilles ver- juist de vrouw te kiezen die hem erozorgen. Niettemin is de romankunst van Jeanne van Schaik-Willing een typisch vrouwelijke. Zij is dit door haar zin voor détails, haar fijngesponnen be schrijvingen, en, speciaal, door de verbijzonderende, bij uitstek analytische psychologie, waarop haar verhalen in eerste instantie berusten. Het ver mogen om de groote lijnen te zien, synthesen tot stand te brengen, is relatief in geringer mate aanwezig, en van den leeraar van West door Arthur's moeder geschiedt al even onvoorbereid sche Ardennen, kent ongeveer den inhoud van het boek. Ongeveer.... daar Vanderhallen de proef wél laat gelukken, zonder er ons een duidelijk beeld van te geven, doch ten koste van het leven van den man die de stuw kracht tot dit experiment was. Het paradoxale van dit boek ligt besloten in het feit, dat de beschrijving van de stad, vóór het vertrek van de commu nisten wel als geslaagd mag geheeten worden, terwijl de evocatie en de ont wikkeling van de nieuwe groep te lande, ijl en niet overtuigend blijft. Een paar typen, Hruska de Hongaar en Horatius bewegen af en toe gestalten vóór onze oogen, doch de nevenfiguren zijn alleen tot schimmen zonder gelaat gerezen. De Aarde roept" had een breed fresco of een diepgaande roman moe ten zijn; het boek is alleen een novelle met enkele goed uitgewerkte gedeelten geworden. RAYMOND BRULEZ Bibliografie tot dit relatieve gemis zijn dan ook bijna al haar fouten terug te brengen, als de inval van Marceline op Arthur's Tot nog toe was de compositie van haar kamer, of de verstandhouding tusschen romans nooit gaaf, omdat het begin steeds het beste was. Deze dalende curve, samenhangend met de onmacht om synthetische spanningen vol te houden, gaf in Uitstel van executie" en zelfs nog in,, Sof ie Blank" aanleiding tot een fnuikend qualiteitsverschil tusschen begin en einde; de groote vooruitgang in ,,Nachtvorst" is nu, dat hier alleen sprake is van een E r n eet Vanderhallen: De aarde roept ERNEST Vanderhallen is de stich ter van het nieuwe tijdschrift Volk, het maandblad voor Dietsche Kunst en Kuituur". In de Veranttisch afstoot, een prachtmotief ! woording die als programma-artikel maar om deze oorzaak en dit gevolg het eerste nummer opende, omschreef is en m.i. hoofdzakelijk door die hij als volgt het doel dat deze nieuwe quantitatieve disharmonie te weinig levensruimte, te weinig toeval, te weinig zijstroomen en verzwegen tusschenschakels. Wellicht hangt het gedeeltelijk samen met de funeste limiet van 200 pagina's voor romans, dat zich alles in dit boek zoo abrupt heid huldigen van den kunstenaar met en gewelddadig afspeelt: de verovering de breedere gemeenschap, de eenheid van kunst en leven met onze katholieke levensbeschouwing als bindend ele ment". De roman De Aarde roept" dient dus aanzien te worden als een richting in onze letteren zal bestreven: Blijmoedig erkennen we, dat ons kunstenaarschap er een is van anderen aard dan dit der oude vereerders der Schoonheid, die haar doel vindt in zichzelf. Ons werk wil de verbondenArthur en de cabarettière Laura Sokolski, of, tenslotte, de religieuze poging om aan deze streving naar wat men genoemd heeft een volksver bevlieging van de hoofdpersoon, die bonden" kunst, een litteraire gestalte onder meer de ontroerende sterfscène te geven.... Sedert aan het slot bederft. Het is zeer aan nemelijk, dat deze man nu en dan aan God gelooft, maar de schrijfster legt hier voor haar behoef een driedubbel __?_, ._ __v « - - ^»». -v w«* * ww* MW** *,? ******* ? *?? ??*???? «?*??» ****** ********* J A A AU*** ««WVUJ gedeelten alleen waar gemaakt wordt te verkiezen boven den gaven echtge- De Vlaming groeit organisch uit de De Dood ernstig gaat worden, identif n«t At- C.»*.1- Dl»-.t,n *.-<- -1-^1-*- -'-'?i?J-t--. ....__ .- »-» -'-?- - - ' ' Hoe het groeide" van Knut Hamsun, door zijn invoeren in de lit teratuur van een hernieuwd bijbelsch aanvoelen met de aarde, het hart van veel schrijvers terug aan den aartsvaderlijken grond ging binden, ontaccent op, hetgeen zonder twijfel mede terug te brengen is tot het ont- , 0 B?e -?-.., w.*..quantitatieve onevenwichtigheid, waar- breken van een innerlijke, uit het werk stond in Vlaanderen, zooals elders, een door aan de jeugdervaringen van zelf gegroeide synthese. Vanuit de soort moderner aanvoelen van dit oud, Arthur van Stuyvesant, hoe belangrijk traditioneele voorstellingsschat, van maar af en toe vergeten motief. Timook op zichzelf en hoe uitstekend ook buiten af dus, moet dit dan vergoed mermans, zoowel als Streuvels, zijn te boek gesteld, een overmatig belang worden. Desondanks is deze vage God ten slotte niet anders dan de belichais toegekend, dat in de latere, beknoptere van Arthur van Stuyvesant altijd nog ming van deze liefde voor den grond. <**si*.nA« -ii«v^_ _ i-*. -"- ?-- «-' *- ? ? ?- C. de Dood: De Profeet (Wereld bibliotheek, Amsterdam) C. de Dood schrijft niet slecht, hij doet het zelfs beter dan vele critiseerende litteraatjes, wier eigen productie aan chronische bloedarmoede lijdende is, maar die er, als vlot pratende standwerkers op de littera tuur-markt, in geslaagd zijn, de aan dacht op zich te vestigen. Voorop gesteld dus, dat deze auteur tot dus ver niet de aandacht kreeg die hij verdient, moeten wij toch constateeren, dat deze te geringe waardeering voot een deel moet toegeschreven worder aan de onevenwichtigheid van zijn werk, een disharmonie van vorm en inhoud, een onrustige, dikwijls we! intelligente, maar zelden bezonken manier van schrijven, die een storenden invloed op .den lezer uitoefent. In zijn laatsten roman maakt de schrijver de aan het brein van een bruinen Duitschen genius ontsproten rassenleer bespottelijk, door een Am sterdamschen jodenjongen, zoon vat een diamantbewerker, als priester ei profeet te laten optreden voor eer sekte van Biosof ische", maar overi gens ongevaarlijke dwazen, die, naas' een dringende behoefte aan wat gezon» verstand, ook een rein-Arischen vooiganger noodig hebben. Het gevsi wordt onderhoudend en, dikwijls nie'. zonder humor gegeven, maar d» schrijver beging de vergissing ons dez fantastische geschiedenis, die zie i prachtig geleend zou hebben voor eeu consequente persiflage, als een werke lijk gebeuren voor te zetten. Zoolang hij er zelf den spot mee drijft, is zij:i verhaal aanvaardbaar, maar zoodra noot die Sofie Blank" tot een slecht voren van zijn landelijk milieu. Maar einde voerde.... er is meer: de stadsmenschen die tot Ook in andere opzichten blijkt, hoe- nog toe gemeend hadden, dat huizen, zeer dit Nachtvorst" een vooruitgang .fabrieken, spoorwegen en auto's ook beteekent op het vorige boek ! De stijl, een ziel bezaten, en in deze ziel genoeg savant geconstrueerd, soms met even motieven ontdekten om ze tot iets abmerkbare retoucheeringen, is nog in dringender en geserreerder geworden; de dialoog is nergens zwak meer (zooals in Sofie Blank" nog); de uitingen van den jongen Arthur b.v. zijn overal van een verbluffende reali teit. Beschrijvingen van natuur en stads beeld, milieuschilderingen, de massa regie van feesten, met name de prachsoluuts voor te stellen, wenden zich thans van straten en pleinen af en luisteren naar den lokroep van de aarde. Wij hoeven alleen nog te wach ten op een nieuwen Verhaeren die een verzenbundel zal betitelen Des Vil lages tentaculaires" of Les villes illusoires".. Van Ernest Vanderhallen was reeds een eerste proeve in proza verschenen Zes dagen", waarin de poëzie van den zwerver door rustieke gebieden ceert hij zich met zijn Profeet en kunnen zijn niet Biosof ische lezers hem niet meer volgen. Zijn boutades over de prostitutie, zedelijke verwordin, en maatschappelijk onrecht zijn ver dienstelijk en dikwijls goed geschreven, maar vallen buiten het kader ven dezen roman. Ondanks zijn tekort komingen toch een boek, dat stelle de aandacht verdient. tige, licht parodistisch gehouden feeërie van het tuinfeest, hebben het doorschijnende en tegelijk voornaam opaque van glazen kunstvoorwerpen, bezongen wordt. Een tweede proeve, Al even voornaam is de behandeling want meer kunnen wij dezen nieuwen der erotiek, die toetssteen van wezen- roman niet noemen, waagt hij met lijke literair-psychologische beheer- De Aarde roept". De opzet van Vansching. Schrijfster slaagt er in een derhallen is loffelijker dan het bereikte AlbertKnyle: Rond een blauw mrcr (Panl Brand, Hilversum) A LBERT Kuyle is naar Ascona g ^* gaan. Waarom mag de hemel w«ten, want Ticino is groot genoeg en b< wist van tevoren dat Ascona een mordaine badplaats is en dat hij zich t r hevig ergeren zou. Misschien ging h?; juist daarom. Wel, hij héft zich geë: gerd aan natuurmenschen, theosofen, bankiers, halve dames, geheelonthou ders en Joden vooral Joden en Emil reeks van mislukte huwelijksnachten resultaat. Zijn boek zou aan belang Ludwig in het bijzonder. Zijn ergerni ten tooneele te voeren als een koele epiek, die mijlen ver verwijderd is van het draaierige gekwispel van zoo vele schrijvende dames rondom deze verhittende onderwerpen. En dan bewonderen wij, steeds weer, haar Jeanne van Schaik-Willlng winnen in dien het een perspectief ope nen op ten minste n of twee vervolgdeelen. Wie de geschiedenis kent van Van Eeden's communistische kolonie te Walden of het even mislukte expe riment van Paul Kennis in de Belgilucht hij in zeer leesbaar proza, waar; hij onder meer landelijke processiegangers opwekt de badgasten af te tui gen als ze hen fotografeeren (?Dat er bloed kleve aan de processielantarens") Jammer van het proza. PAG. 8 DE GROENE No. 30W WILLEM PIJPER TWEEËRLEI PREMIÈRE Eduard Verkade Henk Badlnga: De liedendaagsche NederlandHche Muziek DE Nederlandsche muziek begint langzaamaan een plaats te ver overen in de hoofden en harten van onze in toonkunst belangstellende landgenooten. Niet slechts onder den druk der internationaal-ongunstige om standigheden dat zou nog pas een ne gatief resultaat zijn. Maar de nieuwe muziek, gecomponeerd door Neder landers, maakt uithoofde van haar positieve eigenschappen terecht, en reeds met eenig goed gevolg, aanspraak op de belangstelling van de wereld. Dit groeiproces verloopt niet van zelf. Om te beginnen moeten de eischen, die de producenten der nieuwe muziek aan hun werk en aan zichzelf stellen, steeds opnieuw verhoogd worden. Zweers, Röntgen en Dopper konden zich nog voorstellen Nederlandsch" te componeeren terwijl zij hun sonaten en symphonieën ontwierpen volgens de schema's van de Duitsche conservato ria en met gebruikmaking van mopjes en deuntjes uit min of meer corrupte volksliederenbundels. Na Diepenbróck is de Nederlandsche componist be gonnen, zijn eigen uitdrukkingswijze te vinden. Het zou ons te ver buiten het kader van dit artikel voeren, -wanneer wij dit proces, ware het slechts in grove trekken, wilden nagaan. Genoeg is het, vast te stellen, dat ettelijke compo nisten, thans omstreeks dertig jaar oud, een muziek componeeren, welke wij zonder aarzelen typisch Neder landsche muziek mogen noemen. Deze auteurs, die tendeele bij Sem Dresden, tendeele bij den schrijver van dit artikel gestudeerd hebben, vertoonen een verheugende activiteit. Niet slechts op het eigenlijke terrein der muzikale compositie; ook publicistisch zijn zij druk doende. Als kinderen dezer eeuw kennen zij (en overschatten zij soms) de waarde der reclame. Soms lijkt het door hen gekozen procéd nadeelen te hebben: voor de verspreiding van een kunstgenre is het gevaarlijk, als de meening bij het publiek zou gaan nostvatten, dat er in het domein, ook -?an deze kunst, wat sterk aan adora'ion mutuelle gedaan zou worden. Maar de voordeelen wegen hier, naar ; et schijnt, wel tegen op: de Nederi;indsche muziekliefhebber, die niet .e vooroordeel d of achterlijk is, weet nu tenminste van het bestaan van de nieuwe Nederlandsche school af. of Voormolen, of Paul F. Sanders, en daartegenover Sigtenhorst Meijer, H. Andriessen en Jacob van Domselaer evolutionnair". De verdeeling in be houdend en vooruitstrevend zou dood eenvoudig en ookjjwwkomen ter zake dienende zijn geweest, maar het blijkt, wanneer men Badings' overzicht tot het einde toe heeft uitgelezen, dat het niet in zijn bedoeling gelegen heeft een standpunt in te nemen, van waaruit een overzicht over het geheele com plex der tegenwoordige Nederlandsche compositiekunst mogelijk zou zijn ge weest. Op blz. ii was dit eigenlijk reeds aangekondigd; hij schrijft daar dat ditmaal de lichtbundel der be langstelling in het bijzonder op de jongeren gericht zal worden", en in het hoofdstukje de jonge generatie" treedt dan ook voor de allereerste maal eenige werkelijke belangstelling voor zijn onderwerp, de hedendaagsche Nederlandsche muziek, aan den dag. Van blz. 81 t.m. 108 vindt men eindelijk behalve theoretische en musicologische divagaties, welke zich tot beschouwing in een weekblad kwalijk leenen, en behalve namen, namen en nogmaals namen, eenige opzichzelf lezenswaar dige besprekingen van de componisten Guillaume Landré, Piet Ketting, Bertus van Lier (het beste fragment uit het boekje, inderdaad ook ten behoeve van de boeiendste figuur uit deze groep) en Willem van Otterloo. VOOR mij ligt een handig boekje, honderd kleine bladzijden groot, 'at als illustratie zou kunnen dienen '. an hetgeen hierboven in het algemeen ezegd. werd. De auteur, Henk Ba< ;ngs, is een der meest talentrijke. i omponisten van deze groep. En daar' :'>or de drager van een der zwaarste ?- okken verantwoordelijkheid. Badings heeft zijn verantwoorde!.;kheid zeer sterk, eigenlijk te sterk, i^vpeld. Hij somt ongeveer alle levende Nederlandsche musici op, die ooit geomponeerd hebben; critische opmeri mgen worden ternauwernood ge maakt, en zijn heele systeem van over:'tcht berust, wanneer wij de rang" hikking volgens geböortedata terz.jde laten, op een volkomen fictieve si heiding tusschen Revolutionnair en f volutionnair aan welk laatste woord -'?j dan een zeer speciale en eigenlijk 'liter s t verwarrende beteekenis geeft. Enkele voorbeelden: Wannér men ^«igwijri (1878) bij de oudere gene ratie" indeelt, behooren Jan van Gilse f 7-88i), Olman en Van Dieren daar ook LVJ- Geen ter zake kundig lezer zou ooit weten te vertellen, waarom van Goud oever revolutionnair" moet heeten, HET is duidelijk, dat de uitgevers Bigoten van Rossum, of wel hun commissie van redactie, de heeren L. M. G. Arntzenius en S. Bottenheim, een groote fout begingen, door den componist Badings uit te noodigen, dit werkje te schrijven. De Redactie heeft dit gevoeld, tóén zij in het voor woord haar spijt betuigde over de lacune, die in het boek ontstaan moest door het achterwege blijven van een beschouwing over Badings zelf. Nu de zaak eenmaal zoo stond, is het vol komen correct, dat de schrijver op name van een stukje van andere hand over hemzelf in zijn eigen boekje ver boden heeft. Maar de lijnen waren toen al scheef getrokken. Badings is een componist. Componisten zijn niet geroepen om neutrale overzichten te schrijven. Een componist heeft kleur te bekennen. Hij mag zich daarbij schro melijk vergissen, of het bij het rechte eind hebben, maar hij behoort niet te transigeeren. Een boekje over de jonge generatie want slechts als zoodanig heeft het bestaansrecht, zie blz. ii, hierboven geciteerd waarin Badings niet tenminste even nauw keurig geschetst wordt als Ketting, Landréof van Otterloo, is een over bodig; boekje. Het is moeilijk, niet een weinig te spotten met het vertoon van volledig heid, waarmede hier gepoogd is alle in onze Hollandsche volièfe koerende duifjes, kakelende kippen en kwebbe lende papegaaien naast de werkelijke zangers zooal niet te waardeeren, dan toch tenminste te vermelden. Voor het oogenblik is de onvolledigheid: het ont breken van den componist Badings, een handicap. Voor de zeer nabije toe komst lijkt mij de overvolledigheid een nog veel ernstiger bezwaar. Hoe merk waardig immers1 staan de namen van Dirk Fock, Paul Roes, Emil Enthoven, Max Vredenburg, H. Beekhuis, M. Weil, Elisabeth Kuyper (wij citeeren volgens prikkaartsysteem) in een essay over de hedendaagsche Nederlandsche muziek.... Badings' boekje is, meer dan het eind 1930 verschenen werk van Paul F. Sanders, een als aanvulling bedoeld Het JRotterdamsoh Hofctad Tooneel Dir. Cor van der I^ngt Melsert HOE weet het publiek zoo vaak bij premières al, waar wat te genieten valt? Het Rotterdamsch Hofstad Tooneel gaf twee premières onmiddellijk na elkaar in Amsterdam. Den eersten dag was het zér leeg, den tweeden zér vol. Natuurlijk, voor Onschuldige Meis jes" is een soort ongewenschte reclame ontstaan, dank zij het ijverig lid van de schouwburgcommissie in den Haag, die wist door te zetten, dat dit stuk in den Koninklijken Schouwburg niet gegeven mocht worden door zijn eersten bespeler. En waarschijnlijk is dit lid door zijn medeleden niet afgevallen en is daarom het verbod niet ingetrokken, ondanks het feit, dat Burgemeester de Monchy als hoofd van de politie de opvoeringen in andere gebouwen in Den Haag wel toestond. Het wachten is nu op een zich eervol terugtrekken van het ijverige commissielid of des noods van de geheele commissie, en alles is weer in orde. Liefhebbers voor commissies zijn er genoeg, goede stuk ken en voorstellingen zijn szhaarsch. En tegen Onschuldige Meisjes" kan geen enkel argument zich staande houden; een vergelijking met De Gevangene" gaat geenszins op. Dit reeds vergeten stuk behandelde wel een moeilijk vraagstuk maar was niettemin een miserabel banaal sensatiewerk. The Children's Hour" be handelt het reageeren op een laster leugen-praatje van een vroegrijp ge raffineerd kind, dat te gereedelijk gehoor vindt bij een kinderlijke groot moeder. De gevolgen der overhaaste daden van deze welmeenende dame' kunnen niet meer hersteld worden. Dit vormt het drama. De oude dame erkent te laat haar fout, en zal in de toekomst minder geneigd zijn aan haar persoonlijke fantasie, uit de edelste motieven, den vrijen teugel te laten, zooals een kind, na onverkwikkelijke lectuur, met of zonder amoreelen aanleg, vanzelf sprekend altijd zal blijven doen. Noch het kind, noch de grootmoeder, noch de wreede dorpsgenooten zijn recht streeks oorzaak van de zelfmoord van een der beide onschuldigbeschuldigde vrouwen. Deze jonge vrouw vlucht in den dood, omdat zij de mogelijkheid in zich zelf erkent, die zij zonder een zoo grooten dwang van buiten tot zelf analyse niet ontdekt zou hebben, óf die haar onder andere omstandigheden minder vrees voor zich zelf zou hebben aangejaagd. Een onderwerp dus, dat alleen menschlievend gesteld mag worden, gelijk in The Children's Hour" het geval is, en dat dank zij de voortreffelijke, omzichtige voorstelling onder Cor van der Lugt, met zijn in veel opzichten uitmuntende volgzame jongere krachten tot een uitnemende gave Nederlandsche opvoering werd. Annie van Ees, Mimi Boesbach en Myra Ward, verder Pine Belder en Theo Frenkel bleken volkomen juist verdeeld en, ieder op zijn plan in ver houding tot de gestelde opgave, ten volle berekend voor hun taak. De overigen waren allen voldoende als achtergrond voor de hoofdrollen. Zelden hoorde men op ons vaderlandsch tooneel een zoo overtuigende waarachtig-klinkende edele veront waardiging als in de slotscène van het tweede bedrijf. Een atmosfeer ontstond op het tooneel, die zich als werkelijk heid aan de geheele zaal meedeelde. En in de derde acte hing er een reëele droefheid en lieve innige berusting in het onherstelbare. Annie van Ees is een groot tooneelspeelster die langzamerhand een zui verheid van wezen, goedheid en op rechtheid kan uitbeelden als geen ander, en zij groeit nog steeds. Van der Lugt is een zeer kundig regisseur voor modern werk, die als directeur den moed heeft een tableau de la troupe zonder veel parade-namen te vormen, en die zijn eigen gang rustig gaat. Wanneer hij nu en dan oppervlakkig werk afleverde, was dit beslist het gevolg van een (terecht of ten onrecht) geaccepteerde zakelijke overweging, en niet, omdat hij het verschil niet zou weten tusschen het een en het ander. The Children's Hour" is een van zijn beste voorstellingen. vervolg op Het muziekleven in Neder land sinds 1880" van Sem Dresden, dat in 1923 werd uitgegeven. Badings heeft bij de conceptie van zijn overzicht Dresden's voorbeeld van te nabij ge volgd. Sanders is er indertijd in ge slaagd, de moeilijkheden te ontwijken, door een geheel verschillend werk schema, door n.l. bewust van een hem juist lijkende-selectie uit te gaan. Het boek van Dresden is documenteerend, en daardoor is de (bij hem nog veel grootere) namenrijkdom het tegen overgestelde van verwarrend. Het boek van Badings is louter oriënteerend, en daartoe kon zeker 80% van de namen gemist worden. Van Badings' stand punt uit gezien, zijn er twee werk wijzen mogelijk. Of wel: men kan trachten naar objectieve volledigheid, en het best mogelijke resultaat is dan een lexicon. Men kan ook kleur be kennen, negeeren hetgeen men onbe langrijk vindt, veroordeelen hetgeen men meent te moeten bestrijden en bewon deren, wat men in ernst bewonderens waardig acht. De eene methode is niet beter of slechter dan de andere, maar voor het hier vertoonde compromis tusschen de koelte van een neutrale opsomming en de warmte van een eigen overtuiging, dat ons hier als deel 2 van de Caeciliareeks geboden werd, kunnen wij slechts matige waar deering gevoelen. VERGELIJKT men deze opvoering met die van Het Doktersgeheim", dan kan men slechts zeggen, dat het stuk Gentleman"," zooals het heet, een vriendelijke amusante comedie is die onder regie van Mevrouw RanucciBeckman vél te zwaar gespeeld werd. Alleen Fie Carelsen bracht een boeien de, charmante opera-diva met warme stem en gleed over de situaties heen, zooals bedoeld was; en Joekie Broedelet, als de assistente van den dokter, maakte de charme-looze zelfstandige vrouw door zuiver spel tot een amu sante geestige figuur, die de scène vulde. Verbeek echter speelde vél te zwaar en te ernstig, zoo ook Frenkel, en zonder genoeg humor. En het meisje Isolde (Enny Meunier), dat eindelijk eens een hoogstaanden reëelen man ontmoet, die per slot haar vader is, en niet vanzelfsprekend een aan bidder", moet ons eveneens doen glimlachen, wanneer zij zich zoo kinderlijk en naïef volwassen waant, en nog zoo volkomen afhankelijk blijkt te zijn. Deze familie van drie, vader, moeder en dochter, valt niet uit elkaar, maar vindt elkaar eerst na een kleine twintig jaar, terwijl zij al die jaren naar elkaar verlangd hebben. Moderne regie eischt, dat men der gelijke verhaaltjes, die nooit heelemaal tragisch bedoeld kunnen zijn, hél een voudig maar zeer gevoelig en innig van toon laat uitbeelden. Een zware opgaaf l Te weinig objectiviteit maakt in zoo'n geval van een vriendelijke comedie, een gemankeerde naturalistische voor stelling, zooals door deze opvoering bewezen werd. PAG. 9 DE GROENE No.30M h s H

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl