Historisch Archief 1877-1940
Somadewd (lle eeuw)
AAN den oever van de Ganges ligt een domein,
dat door koninklijke gunst aan Brahmanen
is afgestaan en den naam Bahusuvarna
draagt. Daar leefde een zeer geleerde Brahmaan,
Govindadatta geheeten. Zijn echtgenoote, Agnidatta,
was hem zeer toegewijd en in den loop der jaren
schonk zij hem vijf zonen. Deze waren schoon van
gestalte, maar daarbij hoogmoedige leeghoofden.
Op zekeren dag kwam een Brahmaan, Vaisvanara
geheeten, als gast naar Govindadatta's woning.
Toen hij kwam was Govindadatta afwezig en zoo
begroette de bezoeker diens zoons, die zijn groet
evenwel slechts met lachen beantwoordden. De
Brahmaan geraakte in heftigen toorn en maakte
zich gereed de woning onmiddellijk weer te ver
laten. Op dat oogenblik echter kwam Govindatatta
terug, vroeg waarom zijn bezoeker in zoo groote
boosheid ontstoken was en trachtte hem tot kalmte
te brengen. Maar desondanks sprak de voortreffe
lijke Brahmaan als volgt: Uw zoons, die dwazen,
hebben hun kasterechten verbeurd en ook gij zijt
uw kaste onwaardig geworden, daar gij met hen
in aanraking komt; daarom zal ik in uw woning
niet den maaltijd gebruiken, want deed ik het dan
zou ik mij vele boeten voor deze zonde moeten op
leggen". Toen zwoer Govindadatte: Nooit zal ik
mijn slechte zoons ook nog maar aanraken !" Zijn
gastvrije gade kwam toen ook en zeide' haar gast
hetzelfde. En met veel moeite slaagden zij erin
Vaisvanara over te halen hun gastvrijheid te aan
vaarden.
Een van Govindadatta's zoons, Devadatta, die
dit alles gezien had, bedroefde zich uitermate over
de strengheid van zijn vader. Het leven voor een
door zijn ouders verstootene waardeloos achtend
begaf hij zich in een toestand van vertwijfeling naar
de hermitage van Badarika om boete te doen. Daar
voedde hij zich eerst met bladeren en later alleen
met rook. Om Uma's echtgenoot gunstig te stemmen
legde hij zich groote ontberingen op en Sambhu,
die door strenge boete te winnen is, verscheen hem.
En hij kreeg van den god de toezegging dat deze
over hem waken zou. ,,Verzamel kennis en geniet
de vreugden der aarde" beval Sambhu hem
en daarna zult ge al wat gij wenscht u ten deel
zien vallen." .
Toen ging Devadatta, begeerig kennis op te doen,
naar de stad Pataliputra en wachtte daar, zooals
het behoort, op een leermeester, Vedakumbha ge
heeten. Maar de vrouw van dezen leeraar, door
hartstocht vervoerd, ontstak in hevige liefde voor
hem. Helaas, de gevoelens van vrouwen zijn steeds
onbestendig en Devadatta, wiens studie door den
god der liefde aldus onderbroken was, verliet die
plaats en begaf zich haar Pratishthana. Zijn ijver
was dezelfde gebleven.
Daar ontdekte hij een ouden leeraar, diéeen even
bejaarde echtgenoote had en onder leiding van
Mantrasvamin slaagde hij er in een volmaakte
kennis van alle wetenschappen te verkrijgen. Toen
hij nu een geleerde geworden was, sloeg Sri, de
dochter van koning Susarman, haar oog op den
schoonen jongeling als de godin Sri op Vishnu.
Hij ook zag het meisje aan een venster en het was
hem of hij de godin der maan aanschouwde, diéop
een tooverwagen gezeten door het luchtruim rijdt.
En beiden waren door hun blikken als door een keten
van liefde gebonden en konden niet van elkaar
scheiden. Met een van haar vingers beduidde de
koningsdochter liefde's verlichamelijkt bevel
hem nader te komen. En hij kwam nader en zij, de
vrouwenvertrekken verlatend, plukte met haar
tanden een bloem en wierp hem die toe. Maar hij,
de beteekenis van dit door de prinses gemaakt ge
baar niet begrijpend, vroeg zich af wat hem te doen
stond. Hij begaf zich naar het huis van zijn leer
meester. Daar rolde hij zich, niet in staat een woord
te uiten, om en om op den grond, als iemand, die
brandende pijnen lijdt. Zijn wijze leermeester,
daaruit de gevolgtrekking makend dat liefde in het
spel was, ondervroeg hem op handige wijze en haalde
hem er ten slotte met veel moeite toe over alles te
vertellen wat gebeurd was. Toen sprak de verstandige
leeraar: Toen zij u een met haar tanden geplukte
bloem toewierp beduidde zij u dat gij u naar den
rijkelijk-bebloemden tempel Pushpedanta begeven
zoudt en daar zoudt wachten. Het zal het best zijn
onmiddellijk daarheen te gaan".
TOEN hij deze woorden, die hem het teeken ver
klaarden, vernomen had, vergat de jongeling
zijn smart. Hij ging naar den tempel en wachtte.
De prinses harerzijds begaf er zich ook heen, onder
voorwendsel dat het de achtste dag van de maand
was, op welken dag offers gebracht moeten worden,
en trad het allerheiligste binnen om er met de god
heid alleen te zijn. Maar haar liefste stond achter
een deur en toen hij haar zag sprong hij op en sloeg
zijn armen om haar hals. Hoe wonderlijk!" riep
zij uit, hoe hebt gij den zin van mijn teeken kun
nen gissen?" Hij antwoordde: Het was mijn leer
meester, die het teeken begreep, niet ik." Toen werd
de koningsdochter een oogenblik boos. Laat mij
los, dwaze jongen," riep zij uit en spoedde zich,
vreezend dat haar geheim ontdekt worden mocht,
ijlings heen. Ook Devadatta vertrok n was, in
eenzaamheid aan zijn liefste denkend, die, nauw
gezien, zich aan zijn blikken onttrokken had, als
iemand, die smelt in het verterende vuur der schei
ding.
Maar Siva, die zich reeds vroeger genadig had
getoond, beval een zijner dienaren, Panchasikha,
er zorg voor te dragen dat Devadatta's hartewensch
in vervulling zou gaan. De uitmuntende Gana kwam,
troostte hem, deed hem vrouwenkleederen aantrek
ken en nam zelf de gestalte van een bejaarden
Brahmaan aan. Daarop ging de waardige Gana
met hem naar koning Susarman, den vader van de
schoon-oogige maagd, en zeide tot hem: Mijn zoon
is de wijde wereld ingetrokken. Ik ga hem zoeken.
Daarom breng ik u mijn schoondochter. Bewaak
haar veilig, o koning." Dit hoorende en bevreesd
voor den vloek van een Brahmaan nam koning
Susarman den jongeling tot zich en plaatste hem
in de wei-bewaakte vertrekken van zijn dochter,
wijl hij veronderstelde met een vrouw te doen te
hebben.
Zoo bewoonde de Brahmaan, na het vertrek
van Panchasikha, in vrouwenkleeren den harem
van zijn liefste en weldra werd hij haar vertrouwe
ling. En toen de prinses óp zekeren nacht den slaap
niet vinden kon deed hij zich in zijn ware gedaante
kennen en huwde haar volgens Gandharva-rite.
Toen zij nu een telg het levenslicht schenken zou
kwam de voortreffelijke Gana, die door de kracht
zijner gedachten van het voorgevallene kennis ge
kregen had, terug, en ontvoerde 's nachts den jonge
ling zonder dat iemand daarvan iets bemerkte.
PAG. 16 DE GROENE No. 3098
Daarop liet hij Devadatta zijn vrouwenkleeren
uit.trekken en nam zelf, toen het ochtend geworden
was, opnieuw de gestalte van een Brahmaan aan.
Nu ging hij met den jongen man naar den koning
en zeide: O koning, heden heb ik mijn zoon terug
gevonden; geef mij nu dus mijn schoondochter
terug."
Daarop vernam de koning dat deze in den nacht
ontvlucht was en zeide, bevreesd als steeds voor den
vloek van een Brahmaan, tot zijn raadgevers:
Dit is geen Brahmaan, maar een god, die mij op
een dwaalspoor wil leiden, want zulke dingen ge
beuren vaak in deze wereld. Zoo was er in vroeger
tijden eens een koning, Sivi genaamd, die een leven
van boete leidde, zeer medelijdend was, even vrij
gevig als standvastig, beschermer van alle levende
wezens. Om hem te beproeven nam Indra de ge
stalte van een valk aan en vervolgde in snelle vlucht
Dharma, die zich door tooverkunst in een duif had
veranderd. In haar angst zocht de duif een schuil
plaats op den schoot van Sivi. Toen sprak de valk
met menschelijke stem tot den koning:,,O koning,
dit is mijn natuurlijke voedsel, geef mij de duif dus,
want ik ben hongerig. Weet dat ik sterven zal als gij
mijn verzoek niet inwilligt. Hebt gij het recht mij
aan den dood prijs te geven?" Toen zeide Sivi tot
den god: Dit schepsel heeft bij mij bescherming
gezocht en ik kan het dus niet verlaten. Maar ik zal
u een gelijk gewicht aan ander vleesch geven." De
valk antwoordde: Als dat zoo is, geef mij dan uw
eigen vleesch." En de koning stemde verheugd toe.
Maar naarmate hij vleesch van zijn lichaam sneed
en het in de schaal wierp scheen het of de duif in de
andere schaal zwaarder en zwaarder werd. Toen
wierp de koning zijn geheele lichaam op de schaal
en onmiddellijk daarop werd een hemelsche stem
gehoord: Zoo is het goed, nu is het gewicht van
de duif bereikt." Daarop legden Indra en Dharma
de gestalten van havik en duif af, toonden zich
hoogelijk ingenomen met 's konings daad herstelden
diens lichaam en verdwenen, nadat zij hem nog vele
andere weldaden hadden bewezen. Zoo is ook deze
Brahmaan een god, die gekomen is om mij op de
proef te stellen."
Nadat hij zijn raadgevers deze geschiedenis hac
verteld, zeide koning Susarman eigener beweging
tot den uitmuntenden Gana, die de gestalte van een
Brahmaan aangenomen had, in vree ze voor hen
buigend: Spaar mij, uw schoondochter is in der
loop van dezen nacht verdwenen. Ofschoon zij da^,
en nacht bewaakt werd is zij door tooverkunst ont
voerd." Daarop liet de Gana het voorkomen also'
hij met veel moeite tot medelijden werd bewogen er
zeide: Als dat zoo is, koning, geef uw dochter dai
als gade aan mijn zoon." En dit hoorend gaf d-'
koning, in vreeze voor een vloek, zijn eigen dochte
aan Devadatta. Panchasikha verdween daarop.
En na verloop van tijd wijdde Susarman den zoo;
van Sri en Devadatta, Mahidhara geheeten, tot zij :
opvolger. Zelf trok hij zich in het woud terug. E
Devadatta, het geluk van zijn zoon aanschouw.
hebbend, was van oordeel dat al zijn wenschen n i
in vervulling waren gegaan en ook hij trok ziel,
door zijn gade vergezeld, om boete te doen in h* t
woud terug. Daar verheugde hij zich opnieuw n
Siva's gunst en werd hem, nadat hij zijn stoffelij;
hulsel had afgelegd, als bijzondere onderscheiding
door den god den rang van Gana gegeven. Mar r
wijl hij het teeken, dat hem eens zijn liefste gegevt i
had, toen zij hem met haar tanden een bloem to<
wierp, niet begrepen had, droeg hij als Gana de i
naam van Pushpadanta.
En zijn vrouw werd onder den naam Jaya deu
wachteres van de godin.
Bovenstaand verhaal is een fragment van het groot .
tusschcn 1063 en 108.2 na Chr. door den Kasmirsch< u
dichter Somadeva geschreven werk Kathasaritsag? i
(Oceaan van sprookjesstroomen), dat op zijn beurt * n
Sanskriet'oewerking is van een door Gunadhya in e
2e eeuw na Chr. in een midden-Indisch dialekt gesclv
ven sprookjesverzameling Brihatkatha (De groote j.
:.schiedenis) Het verhaal is dus bijna 18 eeuwen o-, l,
Hieronder volgen eenige verklaringen.
Uma's echtgenoot ? de god Siva, die den maans* >
kei als diadeem draagt.
Pataliputra was eertijds een der voornaamste stee! u
van Noord-Indie. nabij het tegenwoordige Patha.
Sri de godin van het geluk en van de schoonhi 1.
Vishnu oorspronkelijk een zonnegod, later de \-
rpersoonlijking van het wereld-onderhoudende begins
'lGana de Gana's zijn ondergeschikte mythisc ie
wezens, die de lijfwacht van den god Siva vormen.
Gandharva-rite voor een volgens deze rite gesloi -n
huwelijk is alleen de toestemming van de betrokK-n
partijen noodig.
Indra de god van den donder.
Dharma de god van het Recht.
Pushpadanta samengesteld uit de stammen
Pushpa", bloem, en Danta", tand.
F. C. TIESKEMS
TOTO mag wraak nemen
Teekening voor De Groene van L Visser
OP~
rki
'p-en aanmerkingen
? ? ? uit onzen lezerskring
Aan A* Viruly
(Naar aanleiding van zijn artikel in
De Groene" van 26 September)
MEN maakt het zich soms wel wat
al te gemakkelijk, wanneer men
over den vrede schrijft.
Wij waardeeren U als schrijver van
::iar inhoud en vorm zeer prettige
l >»eken. Wij waardeeren U ook in Uw
s'.reven het oorlogsgevaar door
internat onale organisaties, regelingen en wat
c i es meer zij te keeren. Wij slaan
d is ook hoog aan Uw werkzaam
heden ten behoeve van het door U
bes breven Brusselsche vredescongres en
niet minder het onverwoestbaar
opt'.nisme, dat uit deze beschrijving tot
r .s sprak. Maar wat Uw laatste stuk in
, )e Groene" betreft zijn wij geneigd
c;> te merken, dat ge blijkbaar kunt
b:>jven zweven boven het ingewikkeld
v.-rken en wroeten der
maatschappe1 jte krachten en U bedwelmen aan
? g voelsargumenten, die een meer
a.irdsch georiënteerd rnedemensch he
lp as niet blij kunnen maken.
Daarbij zou het ons inderdaad niet
a ngaan dit naar aanleiding van
U "e betreffende opmerkingen
wann--er met U niet anders het geval was,
d. ?; dat ge U door gebiedende, aldus
e .ende innerlijke normen van geloof
ei geweten verhinderd gevoelde den
S' at der Nederlanden de gewone
milita ve- hulp te verleenen. Gijzelf hebt
Uv handelwijze onder de publieke
af .idacht gebracht en wel met
zooda ige motiveeringen, dat daarin zeer
v( reikende afkeuringen lagen
opgeslc-.en voor wie Uw overtuiging niet
de !de. En wat is eigenlijk Uw
over> het, dat ge op religieuze of andere
ge 'etensgronden overtuigd zijt, dat
ge onder geen voorwaarde wapenen
mo )gt hanteeren, ook niet indien het
is !er verdediging van Uw volksge
noten tegen een ohrechtmatigen
overva van een andere volksgemeenschap?
jrmoedelijk, maar dan zult ge
oru'; tegengestelde overtuiging even
zeer moeten eerbiedigen als wij U Uw
ge\ i-tensvrijheid laten. Dan zult ge
nie' mogen zeggen dat het toch zoo
een.oudig is: op een dag zeg je tegen
jez-\;f: afgeloopen, menschen dood
schieten of ze doodgooien met bommenis
ger; een en ik doe er niet meer aan mee."
Het is Uw recht het gij zult niet
doe 'slaan" zóó boven alles te stellen,
dat U e alle gevolgen op den koop toe
neer at. Maar dan dient ge U die
geoogen van Amsterdam
kijkeh door een bril van Scliinidt
J- K; SCHMIDT,
otiopticU-n, RoU.
volgen bewust te zijn en Uzelf niet te i
verheugen met de mededeel ing, dat i
dit zoo eenvoudig is. i
Wie in de maatschappelijke ver
houdingen thuis is weet, dat niet het
fatsoen, doch slechts het gewapend
fatsoen de resultaten brengt, die des
fatsoens zijn. Zoo was het vroeger ook
gesteld met de tinnenlandsche veilig
heid. Dus ging men toen ook in letter
lijken zin gewapend zijns weegs en
redde zoo nu en dan met wapengeweld
een zwakkere uit de handen van een
booswicht. Thans is er de politie. Maar
internationaal zijn we niet zoover.
Er behoort een snel en onfeilbaar
functioneer ende internationale
veiligheidsmacht te komen, doch thans
hebben wij deze niet. En waar de
volkerenpolitie nog niet bestaat is de
vraag in hoeverre onze nationale
weermacht deze haar eeuwenoude
taak kan blijven vervullen nog steeds
urgent. En deze vraag is niet eenvoudig.
Nu spreekt U indirect klei
neerend over de opvattingen van hen,
die, reservist of beroepsmilitair, het
hun plicht achten deel uit te maken
van de Nederlandsche weermacht.
Ongetwijfeld zullen daaronder velen
zijn bezitters van kinderen zoowel als
enkelvoudige Nederlanders die aan
het doodschieten of gooien met bom
men op welke landstreek ook evenzeer
het land hebben als U. Doch die het
vooralsnog, zoolang de 'internationale
verhoudingen zoo onzeker zijn, niet
verantwoord achten de wapens neer
te leggen. En wier eerlijk/}'overtuiging
en de moeiten en offers, die zij zich
daarvoor getroosten, als zoodanig ge
respecteerd behooren te worden, ook
door U. Mr. L. H. VAN HOLTHOON
Wassenaar RAMBONNET
Het Mobilisatiemonument
Zeer geachte Redactie,
MET groote belangstelling nam ik
kennis van het artikel Monu
menten", voorkomende in Uw blad
van 3 October j.l. pag. ii.
Moge het den Heer B. M. eene vol
doening zijn te vernemen, dat op mijn
voorstel het Honswijk-Comitéde hulp
heeft ingeroepen van een jury van des
kundigen, om in overleg met de Per
manente Prijsvraag Commissie een
programma op te stellen voor een prijs
vraag voor het monument.
De namen van deze deskundigen
zijn U aangeboden.
Met dank voor de plaatsruimte,
Hoogachtend,
A. CAPTIJN,
Luit.Kol.b.d.
Een eere-saluut aan den Heer
Captijn (Lt. Kol. b.d.). Beter ten halve
gekeerd dan ten heele gedwaald. B. M.
38
62°/(
uit DE GROENE
uit alle andere Neder
landsche bladen samen
Voor eenige dagen verscheen in de
Libellenreeks een bundel caricaturen over minister
Col ij n, bijeenverzameld uit de geheele
Nederlandsche pers. De keuze werd uit
sluitend bepaald door de waarde der
teekenlngen als uitdrukking van de openbare
waardeering van en critiek op Dr. Colijn in
elke belangrijke periode van zijn ambtelijk
leven. Het resultaat Is, dat 38% der cari
caturen aan DE GROENE is ontleend, de
rest aan alle andere bladen tezamen.
Deze verhouding is kenmerkend voor de
plaats die DE GROENE inneemt bij de
vorming der openbare meening in Nederland.
Daarom kiezen steeds meer landgenooten
DE GROENE, het gezaghebbende weekblad,
als hun lijforgaan.
Wie zich thans abonneert op den óisten jaargang
f1937)y ontvangt de tot i Januari 1937 nog verschij
nende nummers KOSTELOOS. Teeken daarom NU in
den een of anderen dag gaat U toch op DE GROENE over.
Hier lanfi afknippen
L
PAG. 17 DE GROENE No. 3098
l B
BON
ADMINISTRATIE DE GROENE'
KEIZERSGRACHT 355 - AMSTERDAr*
Poitjiro 72880 - Gemeente Giro G 1000 - Telefoon
3796Ondergeteekende wenscht zich met ingang van l Januari I93/
te abonneeren op DE GROENE AMSTERDAMMER en verzoekt
GRATIS toezending van de tot dien datum nog verschijnende
nummers. De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar
welk bedrag heden per postwissel Is gezonden *) op postreke
ning 72880 is gestort*) per quitantie kan worden geïnd.*
(Abonnementen kunnen slechts op 31 December eindigen
en worden anders stilzwijgend voor een jaar verlengd.)
*) Doorhalen wat niet wordt verlangd.
Naam:
Straat:
Nr.
Woonplaats:
Handteekening: