De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 24 oktober pagina 8

24 oktober 1936 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

VI e ?ho|j da'1 To f ? t'" %^??' *j?:'<3 Itf teg Onze prijsvraag Uit de natuur Zilvermeeuw in de vlucht MEEUWEN in de GRACHT Dr. K. KUIPER Directeur der Rotte rdamsche Diergaarde HET najaar is al weer een heel eind op streek. Aan het verande rende beeld van het stadswater kunnen we zien dat de winter in aan tocht is. Onze wintergasten hebben lan ger dan de meesten onzer van het buitenleven geprofiteerd, maar nu gaan toch heele scharen van kustmeeuwen, die nog lang op de droogvallende slik ken aan de riviermonden schooiden, de havens en daarbij aansluitende grachten opzoeken, die door hun druk gedoe worden opgevroolijkt. Meeuwen zijn toch mee van de mooiste vogels die we pm ons heen hebben. Wie in een groote havenstad woont, kan feitelijk het heele jaar rond van hen genieten, want naast de win tergasten kennen we ook de overzomeraars, die den broeitijd onbenut laten voorbijgaan. Maar in het winterseizoen is de meeuwenbevolking talrijker en veelzijdiger. Onder de overwinteraars hebben we zoowel de trekkers uit noor delijker streken als de broedvogels uit eigen land, in het bijzonder de zilver meeuwen. 's Zomers zien we in onze steden aan het water geregeld kap- of kokmèeuwen, die in de lente in het prachtkleed direct opvallen door hun koffiebruine kopveeren, maar in het herfstkleed voor den oppervlakkigen beschouwer en op grooten afstand niet zoo gemakkelijk te onderscheiden zijn van de kleine zeemeeuw of stormmeeuw, die vooral in den trektijk in voor- en najaar daartusschen voorkomt. Nu in den herfst neemt het aantal dier meeuwen opval lend toe en voegt-zich als derde soort de zilvermeeuw daarbij, de grootste in ons land algemeen voorkomende meeuw die we allen kennen met zijn sneeuw witte kop en buik, zijn zilvergrijze vleugels en rug, zijn witgepunte zwarte slagpenneri en zijn sterken gelen snavel met helder roode vlek. Maar kennen en kennen is twee. We mogen wel beweren,' dat de zilver meeuw, die we nu verder speciaal op het oog hebben, meer dan wellicht eenige andere vogelsoort bestudeerd is in zijn vlucht, in zijn broedgewoonten, zijn sociale instincten, zijn rui, zijn roofvogel-allures, toch verklaren de grootste vogelautoriteiten nog telkens dat ze er eigenlijk zoo weinig van weten en snappen. Thijsse schreef in het Augustus nummer van De Levende Natuur o.a.: ,,0ver den invloed van een zilvermeeu wenkolonie op het duin vertellen we elkaar wel af en toe enkele dikwijls her haalde algemeenheden, maar de zaak blijft vatbaar voor een grondiger be handeling. Er valt een heele rekening op te maken over kalk en stikstof, mechanische invloeden, gewoonten van de bewoners etc." En Nico Tinbergen publiceerde dit voorjaar in hetzelfde tijdschrift een prachtstudie over de sociologie van een zilvermeeuwenkolonie, aan de hand van zijn onderzoekingen in de bekende kolonie dezer vogels op de terreinen der Haagsche Waterleiding onder Wasse naar. Wat hij daarin meedeelt over het herkennen van de nestplaats in een groote kolonie door bepaalde vogels, over het tijdstip waarop de ouders hun eigen jongen van andere leeren onder scheiden, van flirtations en vechtpar tij t j es en over de beteekenis van het territorium" voor elk vogelpaar, gaat ver uit boven wat de gewone vogellief hebber in het terrein pleegt op te mer ken en heeft onze kennis van de sociale instincten dezer vogels belangrijk ver diept. WAT ieder onzer nu aan onze zil vermeeuwen kan waarnemen is het verschijnen van het winterkleed met zijn smalle grijsbruine lengtestreepjes op schedel en nek, een soort reminis centie aan het jeugdkleed met zijn grijs bruine vlekken, dat de vogels pas in het vierde of vijfde jaar geheel hebben afgelegd. En voorts de techniek van het vliegen, die bij deze vogelsoort al heel lang een punt van studie heeft uitge maakt. Wie 's zomers in de buitenduinen wandelt door het gebied van broedende of broedverzorgende zilvermeeuwen heeft een schoone gelegenheid om de verschillende typen van vlucht: zeilvlucht, zweefvlucht, glijvlucht, roeivlucht, in zijn onmiddellijke nabijheid te zien uitvoeren, want de meeuwen ontzien zich niet zoo noodig tot schijnaanvallen over te gaan en kunnen soms tot rakelings langs den ongewenschten bezoeker van hun territorium strijken. Wie aan de haven waarnemingen doet, liefst op een plek waar vogels gevoederd worden, kan zeker even goed bijzonder heden van het vliegen, voorzoover die tenminste met het gewapende of onge wapende oog te volgen zijn, onderken nen. De beste analyse geeft natuurlijk de vertraagde film en het is dan ook niet te verwonderen, dat klassieke on derzoekingen hierover gedaan zijn door wetenschappelijke cinematografen. De grootste vorderingen heeft het onderzoek van de vogelvlucht gemaakt sinds de aviatiek de ontwikkeling der Televisie, verkeer en zedelijkheid Demonstration i's, of course, an ' effective way of advertising, It usualty invotues mot ion, which is al way s oj' more interest than static, Individuals like to see what is going on, and as they do so they are likely to become interested. (Prof. Dr. A. J. Snow: Psychology in Business Relations) ER werd televisie vertoond in het hart van Amsterdam. De chef-etaleur van het confectiepaleis zal op het denkbeeld zijn ge komen. Hij plaatste in een der etalageramen een scherm dat de hele achter wand bedekte. In dat scherm was een opening. Daarin zette hij een radio toestel, zó uit de showroom van Philips. Boven het toestel, in een opening van enige decimeters in het vierkant, verscheen de televisie.... We verklappen geen vakgeheim als we vertellen dat de studio vlak achter het scherm was gelegen en dat het beeld door middel van spiegels ver kleind in het vierkante gaatje werd vertoond, zonder enige tussenkomst van het radiotoestel. En wat werd er vertoond? Een dame verscheen van achter een groen gordijn, trok een regenjas aan, liet hem van alle kanten zien, en verdween weer. Een heer kwam van achter het gordijn, trok een regenjas aan.... da capo ad infinitum. Ik bedoel tot winkelsluiting. Verder niets. Niets dan het ver kleinde spiegelbeeld van iemand die een regenjas aantrekt. Welnu, de belangstelling voor deze schamele vertoning was zo groot dat aërodynamica in geweldig tempo deed voortschrijden. In ons land was, zoover ik mij herinner, de toenmalige kapi tein ter zee G. F. Tydeman in 1911 de eerste, die in een uitvoerig artikel: Le vol planédes oiseaux, een onderdeel van dit onderwerp behandelde. Later hebben de Duitschers Lilienthal en Ahlborn het vraagstuk van de zeilvlucht besproken. De eerste verklaart deze vliegwijze uit den vleugelvorm, die sterk gewelfd moet zijn; de laat ste meent dat schommelingen in de windkracht de krachtbron voor de zeilvlucht vormen. Wie zich voor het probleem interesseert, geef ik in over weging het boek van Lilienthal te bestudeeren. De ruimte gedoogt hier niet, dat ik mij in de Biotechnik des Fliegens", zoo heet het werk, ga verdiepen: het behandelt het geheele uitgebreide gebied der vogelvlucht. PAG. 14 DE GROENE N* 3099 na een paar dagen op verzoek van de politie de etalage moest worden verwijderd omdat de toeschouwers het verkeer stoorden. Het verkeer op de Dam, waar het trottoir zo breed is dat men er elkaar met paard en wagen zou kunnen passeren zonder de lantarenpalen in gevaar te brengen. Wat dwingt de voorbijganger, voor zo'n etalage te blijven stilstaan? De beweging, zegt professor Snow in zijn (in dubbele zin gewichtig) boek over psychologie in de handel. Beweging trekt aandacht, de mensen zien graag iets gebeuren en uit de aandacht volgt belangstelling. Ik weet niet of dit wel geheel juist is. Het is althans niet alles. Geruime tijd heb ik voor die etalage gestaan, minder om de regen jassen dan wel om de toeschouwers te bestuderen. Er waren er die een kwartier en langer roerloos geboeid stonden te kijken. Maar ik heb er geen zó bij Peek & Cloppenburg zien binnenrennen om een regenjas te kopen. Wat toch het doel was waar mee de etaleur belangstelling trachtte te wekken. Wel heb ik gemeend, en juist bij degenen wier aandacht het sterkst ge boeid was, bij het weggaan iets van teleurstelling te bespeuren. Velen spraken het uit. Iets van: ,,Het is toch eigenlijk onnozel dat je naar zo iets blijft staan kijken." Inderdaad. Maar wat had men dan verwacht? Vanwaar die teleurstelling? Uit dezelfde oorzaak die maakt dat we een acrobatentoer die het aankijken niet waard zou zijn als ze op de begane grond werd uitgevoerd met ademloze spanning volgen wanneer de artist in de nok van het circus werkt. Hij zou eens kunnen dood vallen. Er is iets in ons dat dit wensvreest en ons een aangename kieteling bezorgt. Niemand kon verwachten dat dijuffrouw in het televisie"spiegeltje bij haar ongevaarlijk bedrijf zou kunnen doodvallen. Maar ze ver dween telkens achter een gordijntje En wie weet hoe ze daar achter van daan zou komen.... Natuurlijk wist iedereen dit met zijn nuchtere verstand. Maar in ieder mens is ook iets anders, dat hem schijnt te zeggen: Je kunt nooit weten.... nog n keer kijken." Pas na vele keren gaat hij weg?teleur gesteld en een heel klein beetje be schaamd. Ik vind dat de politie groot gelijk had toen ze die voorstelling verbood Anders had de filmkeuring het moeten doen. HERMAN ROELS* GESCHIEDENISBOEKJE 2136 TOTO als waakhond Tk TAAR onze lezers van oordeel j Y zijn, kent onze tijd eigenlijk ?^ ^ slechts drie of vier groote ver schijnselen. En het schoolkind anno 2136, voor wie onze lezers volgens de gedane opgave een bladzijde uit een geschiedenisboekje zochten te compo neer en, handelend over jaren 1914 i040, zal in zijn hoofd moeten stampen, dat er, na een betrekkelijk geringen oorlog in 1914 tot 1018 door een zekeren Wilson een Volkenbond gesticht werd, dat de daarop volgende periode econo misch en politiek ongunstig was, zoodot er radicale stroomingen als commu nisme en fascisme ontstonden, en dat er kort voor of in het jaar 1940 een nieuwe oorlog uit brak. Zoo deelden ons tenminste de vrij talrijke inzendingen mede. Naar het blijkt zijn er voor dezen tijd dus weinig andere vooruitzichten, hoewel een in zender, Ir. A. H. S. te 's-G., die zich overigens met het jaar 2036 een honderd jaar vergist, in optimisme mededeelt: Het heeft Europa moeite gekost van dezen 4-jarigen schrik te bekomen. Vooral van 1929?1936 (,,De 7-jarige malaise") was het hommeles. De ver loving van de toenmalige Hollandsche Kroonprinses Juliana met een Duitschen Prins luidde echter een nieuw tijdperk in van allengs toenemende welvaart, zoodat men reeds in 1940 prat kon gaan op waardevast geld. E schoolsfeer schijnt echter in den menschelijken geest toch wel zeer diep geworteld te zijn. De inzenders hebben zich angstvallig aan de opgave gehouden, waarin als axioma gesteld was, dat de onderwijsmethoden zich in de komende 200 jaar niet zouden wijzigen. De zelfde droge toon zal ook in de toekomst de jeugdige geesten blijven vervelen. Zelfs de spellingskwestie blijkt, volgens de inzendingen, dan nog niet opgelost te zijn ! Volkenbond en oorlog OVER Volkenbond en oorlog schrijft o.a. Drs. H. S. te S., die vermeldt: Al deze leiders maakten het leger sterk en bereidden zoo den oorlog van 1938 voor. In dien tusschentijd maakte Italiëzich nog meester van een Afrikaansch negerrijk. Aardig was wel lat men toen reeds een Volkenbond had, waar men veel over vrede praatte. In 1938 brak de tweede wereld oorlog uit, waar Nederland, evenals bij den eersten, buiten bleef. Deze oorlog ??vas kort doch hevig. Bij den vrede van tresa (1940) was Duitschland ver nietigd en viel uiteen in 20 staatjes. 'e andere partijen zouden gaan ont wapenen. Even pessimistisch is J. S. te 's-G., ?zrwijl ook Jtr. J. v. S. te U. niet zeer er ast op de toekomst is: Allerwegen breken revoluties uit. '" jmmunistisch worden: Rusland (1917) Frankrijk (1937), China (1933) en Hoemenië(1938). Fascistisch (Plan'festuur onder een als held vereerden leider) worden: Italiëonder Mussolin1 (1923), Duitschland onder Hitler (1933) Japan (1936), Spanje en de staten van Zuid-Amerika. Demo-fascistisch (Planbestuur onder een gekozen drieman schap) worden de Vereenigde Staten van Amerika en de meeste andere landen. Om beveiligd te zijn, gaat men zich bewapenen, de legers groeien steeds totdat in 1940 de moord op Hitler door een Franschen anarchist de vonk is, die den grooten wereldoorlog doet ontbranden. Soms treft ons in de ingezonden blad zijde een zeker gezond sarcasme. J. v. B. 't L. te L. weet zulk een toon te treffen: Een periode van opbloei ging over in algemeene verwording, zijn diepste punt bereikend in de dictatuur van door het volk aanbeden leiders (Stalin, Mussolini, Roosevelt, Hitler)! De verwarde toestand die zich in Europa en daarbuiten in opstanden en burgeroorlogen uitte ging bijna onge merkt over in den eersten technischen oorlog die eind 1937 uitbrak. Het ondeskundig toepassen van chemische en bacteriologische strijdmiddelen ver oorzaakte groote epidemieën, waar tegen de wetenschap van die dagen machteloos stond. West Europa werd bijna geheel ontvolkt, de overlevenden vermengden zich in de daaropvolgende jaren met de immigreerénde Mongolen zonder sporen van beteekenis in dat ras achter te laten. Extremisme /R. F.' B. te A. beschrijft het gevaar van het communisme als een tot Rusland teruggedrongen inval van de Hunnen. Over het rechtsche extremisme deelt hij mede: In 1922 begon Mussolini van Rome uit het oude Romeinsche Rijk op te bouwen. Als reactie hierop trachtte Hitler in 1930 van München uit het middeleeuwsche Duitsche Rijk te doen herleven. Beiden weigerden den titel Keizer, doch namen den titel dictator" 4< aan. Hitler veroverde in 1937 Oostenrijk, terwijl Mussolini in 1937 Spanje en in 1938 Noord-Afrika en den Balkan bezette. Bij een poging in 1939 van Mussolini om ook Frankrijk bij Italiëin te lijven kwam het tot een conflict met Hitler. Een oorlog werd echter vermeden doordat in 1940 het betwiste gebied onder beide partijen werd verdeeld. Eenige aardige ideeën vinden we in de inzending van Mej. B. M. de B. te U. De eerste prijs werd verleend aan Mr. J. L, te H. voor het volgende fragment : In het tegenwoordige tijdperk van door een altruïstisch beginsel verbonden volken valt het ons moeilijk, ons voor te stellen een wereld van tot de tanden gewapen de, elkaar slechts in vijandschap bestaande staten. Toch was de toestand zoo in het tijdperk 1914?'40. Een verklaring voor het zeer langzaam geraken tot een normale overeenstemming tusschen de volken en het vast houden aan een statenstelsel met particularistisch nationalistische be ginselen, vinden wij in de eerste plaats in het feit, dat door de gebrekkige middelen van verkeer een isoleering der volken mogetijkkonlzijn. Bedenkt men, dat de verbinding der hoofdsteden in Europa per snelste vliegtuigen destijds nog eenige uren eischte; dat verbinding met overzeesche gewesten bijna uitsluitend met s/oomschepen plaats vond, waarmede dagen en weken gemoeid waren; dat berichten op z'n allersnelst radiotelegrafisch of -telefonisch konden worden over gebracht; vervoer over land op z'n snelst per spoortrein of automobiel geschiedde met een maximum snelheid van plm. 100 K.M. per uur. Deze primitieve wijze van onderling verkeer versterkte bij de volken overmatig het nationalistisch prin cipe, dat alleen uit eigen middelen de beste resultaten waren te ver krijgen. In plaats van samenwerking ontstond isoleering, waaruit naijver en vijandschap geboren werden. Den tweeden prijs kreeg Mevr. I. P.?R. te den H.; wier inzending behalve een zeer echte" stijl een rustige betoogtrant bezit en boven? iiiiiuiniiiiiiiiiiiinnimniinfiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiMnmini Rest ons nog te vermelden het crisistJJdperk van plm. 1930. Pas toen men algeheel brak met het verouderde stelsel van den gouden standaard (zie hoofdstuk 40 Economische Toestan den in de 2oste eeuw") ging men hollende vooruit. De beide prijswinners dien op den kop af de gevraagde 200 woorden bedraagt: 35. De Wereldoorlog 1914-1919 Zo brak in 1914 de oorlog uit, welke bijkans de gehele wereld raakte. Het hoofdtoneel van de strijd bleef echter West-Europa, waar ook de beslissing viel. Te Versailles dicteerde de wereld aan Duitsland de vrede. Dit rijk, diep vernederd, werd een wingewest. III. DE NIEUWSTE GESCHIE DENIS 36. Revolutie en Reactie 1010 -1040 De grote oorlog had geheel nieu we toestanden in het leven geroepen. Enerzijds was de technische ont wikkeling geweldig gestimuleerd, anderzijds deden de economische en morele gevolgen van de waan zinnige strijd zich gevoelen. Door de verarming leden de grote groepen der arbeidersbevolkingen gebrek, bij hoog opgestapelde goederenvoorraden. Crises kwamen de tegen stellingen, zowel nationaal als in ternationaal, nog verscherpen. Onder de druk der tijden was de politieke democratie (algemeen man nen- en vrouwenkiesrecht) voltooid, en door revolutionnaire machtsvor ming trachtte de vierde stand nu ook de economische democratie te veroveren (socialisatie). Maar het moreel der volken had ernstig ge leden. Zo bestreden rijken (fascis me) en armen (communisme) el kander op steeds heftiger wijze. Blinde haat voerde zelfs tot burger oorlogen (Italië, Duitsland, Oosten rijk, Spanje, Portugal), waarin de democratie dreigde onder te gaan. Maar Engeland en Frankrijk, ge steund door de Unie, wisten n democratie n de vrede te redden. HOOFDSTUK 36 Litteratuur De Wereldoorlog" door Prof. Brug man (speciaal voor liefhebbers van onze oude letterkunde; overigens to taal verouderd). Adolf Hitler: Mein Kampf" (cu rieus !). Over den Volkenbond: zie statuten in 't Esperanto. Zij eindigt: Onbelangrijk tijdperk /C. te G. meent, dat er niet veel * gebeurt om zich zoo druk over te maken: Het gehele tijdperk 1914?1940 is van zo weinig belang in de wereldge schiedenis, dat wij slechts enkele namen hebben behouden (Wilson, Einstein). En evenzeer behandelt J. H. R. te O. de geschiedenis dezer jaren als bijzaak, als noot onderaan blz. 83" Jammer genoeg beweegt de inzender zich te veel buiten de grenzen der gegeven jaren 1014?1040, waardoor hij de gestelde opgave niet beantwoord heeft. En zoo al onze lezers zich uitgeput hebben in verleidelijke, of ook afschrik wekkende voorspellingen, het eenige wat iiiiinmmmiimiiiniiiiiiiiiiitiiiiiiiniiiiimiiMiiiiiiiiiiiiiiinHn wij kunnen doen is afwachten. Want zelfs de gewoonste werkelijkheid is wonderlijker dan de stoutste fantasie. DE NIEUWE OPGAVE DéRadiorede Een bekend politicus zal voor de,radio een rede houden. Als hij in de studio komt, merkt men, dat hij meer dan lichtelijk aangeschoten is. Hij is echter niet te bewegen, van zijn rede af te zien. Op welke wijze kan de omroeper dezen spreker het best tactvol bij de luisteraars inleiden in 60 woorden. Als eersten prijs loven wij wederom uit: een Dunhillbureau-vulpenhouder met artistiek uitgevoerden standaard ter waarde van ? 17.50; als tweeden prijs een plastiek van Hildo Krop. De redactie heeft het recht de in zendingen te publiceeren. Op de be slissing der redactie is geen beroep. Inzendingen uiterlijk Maandag 2 No vember. Verslag en prijstoekenning in het nummer van 7 November. A A A A A t i -A A Tetkeninglvoor De Groene van~L. Visser f AG. 15 DE GROENE No. 3099

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl