De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 24 oktober pagina 9

24 oktober 1936 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Een ver-haaf van De Groene net van Bi VI en! hol da bei To ir, £." i ? UIT HET DAGBOEK VAN EEK L Theun de Vries REGEN.... Regen, die de tinten tussen hemel en aarde egaal weg spoelt. Zo begint de dag. Mistroostigheid en vocht, waarin de kleine stad ontwaakt en rilt. Een dag als alle andere. Hier kent iedereen iedereen. Achter de geveltjes, de gesloten gordijnen van de rechte straten, wordt gegeeuwd, gemopperd, gekrabd, geschoren. De wagen van de melkboer ratelt hoog over de oneffen keien. De dienstmeisjes gaan met bundeltjes onder de arm naar hun mevrouwen. De eerste schuiten glijden spookachtig onhoorbaar binnen van het land. De bruggewachter hijst de brug voor hen, zijn mondplooi hangt moe en verveeld. Misschien trekt zijn pijp slecht. Misschien steekt hem het spit. Misschien moppert zijn ouwe. Er zullen niet veel redenen zijn voor een bruggewachter, om humeurig te kijken. Iedereen kent iedereen. Geen verrassingen zijn mogelijk. Er dendert een verhuiswagen weg, de tijksstraatweg op. Welke gelukkige stervelingen ontsnappen hier aan de grauwe gelijkvormigheid van het kleinburgerbestaan? Of is het maar schijn en bedrog, wordt er alleen maar boompje verwisseld, zal een andere stad, goor en lelijk en kleinburgerlijk als deze, de vluchtelingen opnemen? ... .Het regent. Het is herfst. Dode gele bomen, waarvan men het geel eigenlijk niet eens meer ziet. Het grijze stille water, waarin vermoeide kringen bij iedere droppel, die er in valt.... Langs alle straten worden bakken uitgezet, emmers met afval. Honden snuffelen er om heen, er komen schoolgaande kinderen, die er met stokken in roeren, er dozen, stukken ijzerband en het oude frame van een fiets uit weten te vissen. Met de kinderen trekken er plotseling door de monotone slaperigheid kleine watervallen van leven en vrolijk heid, het is, alsof er over een grauwe laagvlakte water aan komt dansen, dat ten slotte in n kom van vertier samenstroomt: het schoolplein. De onderwijzers lopen en fietsen. Sommige hebben haast, hun nekharen staan wild en ruig, ze hebben zich kennelijk verslapen. Anderen ziet men met de onveranderlijke uitdrukking van bezadigde en onverschillige rust naar de dagtaak slenteren. De ervaring van jaren temt, stompt af, dwingt ten slotte hopeloos in het gareel. In het gareel voegen zich allen. De maatschappij eist deemoed en discipline. Torenklok, morgenlicht, wekker, fabrieksfluit of gewoonte hebben hen gewekt. De handelsreiziger zet onder het weglopen de deukhoed op en schiet in de afgedragen demi. Hij loopt naar de garage in de aangrenzende straat; waarschijnlijk heeft hij benzineschuld, hij houdt de schouders ingetrokken, als om zich bij voorbaat tegen een hondse behandeling te weer te stellen. Zijn Ford is van een wanhopig verouderd model, het bakbeest draagt de sporen van alle bodemsoorten der provincie op zijn geblutst en verveloos karkas. Het orderboekje is dik genoeg; het komt er maar op aan, of het aantal beschreven bladzijden ook groot genoeg is. Waarvoor leven wij? ALS de regen maar wat optrok. Als er maar een smal blauw briesje door deze stervende wereld woei, als er maar wat bleke zonneschijn wou kruipen over tuintjes en plaatsjes.... Het gezag is op post. De commissaris van politie is in zijn auto aan het bureau gearriveerd. De agen ten beginnen de dagelijkse ronde. Misschien is er vandaag weer wat eer te behalen aan het be keuren van linksrijdende fietsers, strafbaar par kerende automobilisten en arbeiders, die met rode krantjes colporteren. Men moet toch op een of andere wijze promotie maken. Gezag n justitie op post. De kantonrechter en zijn griffier zijn het rechtsgebouw binnengegaan. Daar zullen ze, in vervolg op de daden van het politiecorps, uitmaken, wat voor boeten er betaald mogen worden voor de overtredingen voornoemd. In hetzelfde gebouw stempelen de werklozen. De regen heeft tussen de bultende stenen honderden kleine plassen gemaakt. De eerste stempelaars staan al in de vierkante hal. Het is koud en klam deze morgen, ze slaan de smalle* kragen op, alsof dat helpen kon, ze pruimen wezenloos en weten niet, wat ze zullen zeggen. Thuis hebben ze een vrouw, die hen afsnauwt en kinderen, die zwarte hongerstrepen onder de ogen krijgen. Het Burgerlijk Armbestuur heeft officieel verklaard, dat er in het stadje niet aan ondervoeding wordt geleden. Zoveel calorieën en zoveel vitaminen per hoofd zijn vol doende. Eet meer fruit. Eet meer melkbrood. Voedt u goed. Waarvoor leven deze nuttelozen? De wolken schiften wat, er druilt bleek licht achter. Het carillon speelt: O Heer die daar des hemels tente spreidt. Dat is het volle uur. De handelsreiziger met de wanstaltige Ford is nu al lang onderweg. En de trein, die met verveloze banken en rammelende assen binnen rolt, brengt zijn concurrent van buiten aan. De winkeliers staan met een potlood achter de oren en de weigering op hun gezicht bij bakken, trommels en flessen, die nog lang niet leeg zijn. Geen orders. De midden stand legt het loodje, of de gulden gaaf is of niet. De regen mindert, waarachtig. De morgen ver liest het slaperigste en meest moedeloze, en knipperoogt ietofwat nuchter en kil tegen de gevels van stadhuis en bank. De vreemde handelsreiziger drinkt koffie in een goedkoop café, kauwt boterhammen met margarine, en zoekt in de spoorgids, wanneer hij weer weg kan. Zijn elegantie is niet helemaal echt, in het leer van zijn puntschoenen zit een barst, en de geborstelde jas glimt groenig in de naden. Waarvoor leeft hij? . ALS het een ogenblikje droog is, verschijnen er verwonderlijk snel moeders met kinderwagens op straat; baby moet worden gelucht. Ze paraderen langs de winkels; ze proberen uit te rekenen, zo vermoedt men, hoeveel ze op het mager huishoud geld uit moeten sparen, om de blauwe of groene jas met het bescheiden bontje te kopen, of, hoe ze de winterjapon van het afgelopen jaar door een nieuw garnerinkje weer wat fleur bij kunnen zetten. Morgen is het Zaterdag: dan zullen ze hun man vragen, of hij met hen meegaat langs de verlichte . etalages, en het grote besluit nemen. De lucht trekt weer dicht. De tergende grijze damp van regen valt opnieuw, de straten lopen leeg. Alleen voor het rechtsgebouw groeit de zwarte kudde. De werklozen stempelen. Ze hokken bijeen, ze dringen op een kleurloze hoop, alsof de nabijheid van zoveel soort- en lotgenoten warmte, onderdak en zekerheid vervangen kon. Daar het orgel l Een kreupel wijsje, dat tegen het zeuren van de regen indruist en langzaam naderbij komt. De schlager van de voorbije kermis. Slagersjongens op de f iets fluiten het con variazione, ze zijn virtuosen in het misvormen van een melodie. Het meisje van de burgemeester is het een duitse of een hongaarse? zeemt de hoge ramen in driekwartsmaat. De politieman, die met de handen op de rug de hoek bij de bank omslaat, slentert n driekwartsmaat. Het paard van de melkboer sjokt in drie kwart smaat. Het orgel rijdt de brede straat op. Het hitje voor de wagen staat stil, de muziek stopt midden in een frase, de eigenaar van het orgel moet even van draaiende arm verwisselen. Zijn dikke verslenste vrouw met sloffende muilen belt deur aan deur. Kopergeld valt in het bakje. Nu is het orgel verdwenen in de buitenbuurt. Er gebeurt niets meer. Tot het carillon luidt. De beiaardier moet toch iets doen voor het salaris, dat men hem betaalt. Twee dagen per week bespeelt hij tegen middagtijd het klokkespel. Klassieke menuetten en vaderlandse liederen, Mozart en Jan Pieter Heye. De middag wordt een doorregehd zwijgen, waarin een paar vrachtauto's van buiten schor wegtoeteren. De knechts van de bioscoop hangen reclames voor het theaterfront; vandaag begint een nieuw pro gram: Hermann Thimig: Mijnheer zoekt zijn woning. Waar zitten nu de werklozen? Wie van hen er een tuintje op na kan houden, graaft er de laatste aardappels uit. Misschien timmert er een een kippenhok voor de kippen, die hij nooit aan zal schaffen. Een ander raast zich uit tegen zijn vrouw, omdat de opgekropte wrok toch een uitweg hebben moet. En een vierde rekent uit hij is niet ge trouwd of hij voor zijn kwartje piraatjes kopen zal of vanavond naar de bioscoop gaan. En de rest ? Verfehlte Liebe, verfehltes Leben. Mensen worden overbodig, ballast van de samenleving, oud roest, dat onbruikbaar ligt op de markt van het leven. HET is vroeg donker. In de Openbare Leeszaal brandt het witte licht. Kleine renteniertjes lezen er het politieke nieuws van de dag. De burgerPAG. 16 DE GROENE Ne. 3099 oorlog in Spanje. In Genève heeft Litwinow de ondeelbaarheid van de vrede verdedigd. Maar de Sowjet-Unie levert dan toch maar gerst aan de fascisten. Gelukkig, dat wij in West-Europa leven. Onder de democratie zijn we veilig. Bolsjewieken en fascisten n pot nat. Tuig. Ofschoon, er moet gezegd zijn, de Russen in Genève.... ach kom, dat is natuurlijk weer een schijnmanoeuvre. Dan is Duitsland beter. Die Hitler mag de Joden wat erg hard hebben aangepakt hij heeft dan toch maar het rode rapalje in Duitsland voorgoed de bek gesnoerd. Liever Hitler dan Stalin. De renteniertjes zwelgen in de democratie, die het bankgeheim hoog houdt. Een kantoorbediende leest met blinde ijver in het Maandblad voor Vooruitstrevenden. Hij droomt zichzelf in een directeurs kamer, achter een geweldig gepolijst bureau, naast zich een tafel met telefoons en een priv -secretaresse, een dictatorschap op de beurs. Intussen ver dient hij veertig gulden per maand; en dat is altijd nog beter dan zijn vriend, die wegens reorganisatie op de touwfabriek is ontslagen en nu op de leeszaal de kolommen van alle dagbladen doorjaagt. De middagen gaan hier trager dan elders ter wereld. Boven de bank worden de hoge spiegelruiten zachtrood. De vrouw van de bankdirecteur ontsteekt schemer lampjes van allerlei formaat. Ze heeft bezoek, de fijne rook van cigaretten tekent edeldunne arabesken tegen de ruit. Straks laat het meisje een vijftal dames uit, die helder en zorgeloos lachen en geen dialect spreken. De jonge dokter die juist in zijn* blauwe roadster passeert, licht met een char mante glimlach de hoed. Hij is zo knap en populair, wie zou hem zijn gefluisterde reputatie van Don Juan niet graag vergeven? Niet, dat de moraal een onheilig goed is. Integendeel I Maar in tijden van overgang, huwelijksontwrichting.... niet waar, men moet wat geven en nemen? Waar valt de avond zo neerslachtig en slepend als hier? pNERTIENDUIZEND mensen zitten aan de L/ avondmaaltijd. De een eet aardappelen met vis, worteltjes en botersaus, de ander waterbrood met reuzel. De een kan niet tegen haas en kalfsoester en stelt zich daarom met een vruchtenschotel tevreden. De ander heeft een bedorven maag van uien en goedkoop vet en gaat walgend en zonder eten vroeg naar bed. Sommige kinderen worden in een warm geurig bad gestopt, en daarna in een fris pyamaatje te slapen gelegd. Anderen trekt men de vuile broekjes en jurkjes van het lijf en legt ze met broertjes en zusjes samen in een kefmisbed op zolder, waar het tocht. Als de winkels sluiten, opent de bioscoop. Bakvissen in moderne complets, met slangenieren tasjes en kwasi-russische laarzen. Eénig zeg, Hermann Thimig l Vind je 'm niet een snoes? Niet zo'n snoes natuurlijk als Hans Albers of Clive Brook, maar toch .... ! Ga jij morgen ook naar het openingsbal? Kind, wat denk jij wel? Pa moet bezuinigen, ik ga dit jaar niet naar dansles. Maar daarvoor ben ik ook naar Knocke geweest, deze zomer. Waar zitten jullie, balcon of eerste? Eerste is goed, spaart wat uit. Hènee, jakkes, daar zitten die kinderen van V. & D. ook. Dan maar balcon, 't scheelt maar een kwartje. O jongens, wat een dolle film, ik heb echt zin. De werklozen hebben ook zin aan de film. Niet, omdat ze Hermann Thimig zo bizonder snoezig vinden, maar om de warmte, de dikke weelde van het huis, de illusie van een avond. Ze krabben hun laatste centen bij elkaar. Ze weten precies, wat hen wacht, als de voorstelling afgelopen is: koude en ontnuchtering op een dakkamer zonder licht, een bed, dat vochtig en doorgezweet ruikt, een nieuwe dag zonder tabak, herrie en verwijten met moeder de vrouw. Maar de illusie lokt sterker dan de werkelijkheid terugschrikt- En op het rubber blaadje van de cassa tellen ze hun kleine sommetjes neer, het kaartje geeft toegang tot de voorhal var een bestaan, dat ze enkel op het witte doek mee mogen leven. Komt er dan nooit een einde aan dit ronddraaien achter de tralies? Het stadje is dood, als de bioscoop leeg loopt. De stappen van de wandelaars sterven hol op de keien. De soos sluit ook. Eerzame heren met stevige winterjassen en parapluies gaan naar hun haard steden. De werklozen verdwijnen in de stegen, in de zwarte buurtjes aan het vaarwater. Het giechelen van de amoureuze bakvissen kaatst tussen antieke gevels. De hemel is hoog en koel. Het regent niet meer. Een mist van sterren, trekt langs het uitspansel. Een eenzame weerprofeet kijkt naar omhoog: nachtvorst? Dertienduizend mensen rusten onder de najaars nacht. ....ÉL1 FINANCIEELE WETENSCHAP ONZE meester had hem dat goed langs mond en neus in te stampen en hem te verklaren hoe dat in zijn haak zit met het engelsch pond, den dollar en den gulden zaliger, het was al mosterd, de Rosten snapte er geen sikkepit van. Luister, zei de meester, ge hebt tien pond, ge betaalt uwe schulden en ver» menigvuldigt het overschot met den discontovoet, gedeeld door den over drachtszegel aan goudpariteit, plus de vijf van den laatsten slag in liquide fondsen afgetrokken van het drinkgeld, ge voegt er peper en azijn bij naar believen, schudt alles door elkaar en dient verwarmd op.... ehwel, zei hij, wat blijft er u over? Stel u voor, de Rosten wist niet eens wat antwoorden en onzen meester zei dat hij zijn moed in zijne schoenen voelde zinken. Pier, zei hij, ik heb er mijnen buik van vol tot over mijne ooren, waarop ik het woord nam in de volgende termen: Eerwaarde collega's, zei ik, als het niet meer gaat dan gaat het niet meer en dan sluiten ze de beurs gelijk als wanneer ge met de knikkers speelt en uwen laatsten gaan vliegen is. Plat is plat zei ik en dat is altijd zoo geweest. De beurs sluiten is eenen wijzen maat regel, maar de school sluiten zou nog veel wijzer zijn, zei ik, waarop dat Val en tij n verklaarde dat ik hem de woorden uit den mond nam en Ceasar ook. Wanneer de staat aan zijn abonnenten geld levert dat zichzelf niet kan redderen, waarom laten ze dan de menschen hun munt zelf niet slaan? Ik beweer niet dat het van den eersten dag af er veel beter zou op worden, maar iedereen zou toch zijne bezigheid hebben en de werkloosheid ware opge lost en de menschen zouden niet meer verplicht zijn van de straten langs te ketsen en naar de uitstalramen te kijken met naakte mannequins, het» geen wulpsche gedachten opwekt bij de jeugd. Ge zult direkt gesnapt hebben, wat we bij een dergelijken maatregel zouden winnen. De kunst, zei ik, zou een nieuwen luister te gemoet gaan en de schilders, die nu met een wanhopigen borstel voor hun ezel zitten, omdat iedereen zijn woonkamer al vol hangen heeft met hunnen bazar, zouden hunnen scheppingsdrang uiten in het schilderen van bankbiljetten, hetgeen hen niet vreemd zou voorkomen, aangezien ze het seriewerk gewoon zijn. De eene zou zich specialiseeren in de huishoudelijke artikelen zóoals ijskasten en diepe tellooren, de andere in vaderlandslievende tafereelen en een derde in de allegorische figuren onder den vorm van een gekeerden jas of eenen uitgeschudden porte-monee. Niets zou hun beletten van op de keerzijde een deftige spreuk of een stichtend vers aan te brengen, hetgeen de staatsburgers ertoe zou aanzetten een verzameling van deze producten aan te leggen. Dat zou ongetwijfeld bij de jongens, die de gewoonte hebben aangenomen van in de moederlijke schuiflade te putten, de zucht naar het edele en den eerbied voor onze groote mannen, inplaats van yoor de karamellen en de sigaretten, doen ontbranden. En wie op droog zaad zitten, zouden zelfs maatschap' pijen zonder winstgevend doel kunnen stichten, teneinde de verbruikers te verzekeren tegen de ongelukken, die kunnen voortspruiten uit de behan deling van een briefken met een redevoering er op van leteler of Moeselino. Maar de meester zei dat de school gedaan was en mijne les ook. Hendrik Kist, Ober-keilner : W ? IS EIGENLIJK kan je de menschen in twee soorten verdeelen, die bij ons in de zaak zitten en die niet bij ons zitten. Op straat kan ik ze zoo aanwij zen al omdat ik ze ken maar ook omdat ze v, at hebben. Ze zeggen wel dat de merken lucht noodig heeft om te leven, maai als ze mij vragen moet er wat alcohol doorheen. Ik zeg tegen Willem van de Biljarten: drinken leer je na tuur S jk niet bij ons maar goed drinken wel en achter het buffet neem ik er gauw een. Wat bij ons komt zijn de Heeren Tooneelacteurs en de Heeren Schilders natuurlijk met hun dames. Soms zie je ze het aan hun gezicht dat hun man ook schilder is en de Heeren Musicussen en ook de Heeren van den Raad om tijdens de Begrooting nou ook eens dep? ctijk te studeeren en het sluitings uur van dichtbij. Bij het tweede raam hebben zij een tafel dat noemen wij de Raadstafel daar worden heel wat pre sentiegelden tot klaartjes en daar zitten de Heeren leden nu te praten. Maar zeggen ze, Kist we zijn hier incognito, bij de af deelingen van de Begrooting zijn v/e allemaal alleen maar leden" zonde naam, nou en of, zegt ,,een der leden" en kijkt maar meteen weer naar <?en Dame eigenlijk meer een Ruwe handen dame en lacht, wat kan een incognito nog gebeuren al is zijn vrouw niet gemakkelijk. Waarom, zegt een der leden met een baard, zij het eigenlijk Begrooting noemen ?. Het is meer Be klaging zooveel aan te merken hebben de Heeren leden op de Heeren Burge meester en Wethouders, die er toch ook mogen zijn. Maar ik zeg: kellners zijn ook Wet houders.: Kist, waarom slaan decroquetjes niet af, Kist, het kleedje is nat, Kist, heeft mijn vrouw opgebeld, en als ze het doet, wil je dan zeggen dat ik er niet ben geweest, Kist je gezicht staat mij niet aan. En toch, net als een wethouder niet van zijn zetel wil, Kist wil niet van zijn plaats. Zoo in het najaar is het hier licht en gezellig en buiten is het nattig en koud en nog griezelig ook met dien man op zijn fiets die de Amsterdam mers een gat in hun hoofd probeert te slaan, hebben wij dat noodig in dezen tijd? Maar ook verder worden wij een wereldstad met Flora als het herbouwd wordt en als het niet herbouwd wordt is het nog een interessante zaak. En zoo ben ik hier best tevreden en al ben ik maar een gewoon mensch, ik weet met de Heeren en Dames Pu bliek om te gaan, artisten en personen van gezag. En dat doet ik al jaren. Ik weet nog wel dat de Heer acteur Marie van Warmelo nog'Marietje was, die nu ook al jubileert, hij heeft zoo'n lieve stem als je hem hoort en altijd vriendelijk en hulpvaardig en geen druppel, altijd sinaasappelsap en kwast. Neen dan de Heeren op Zondagavond dien den Heer Maks hadden helpen zestig jaar te WOrSt den. Die Heer schilder Maks, nou zeiden de Heeren met bleeke gezichten, Kis» breng een haring voor mij en een koffie voor allemaal en spuitwater en dat allemaal Heeren die ik zonder com mentaar een Bokma schenk. Dat was een feest op zijn atelier, dat qnthouen we nog 20 jaren zeggen de Heeren als we dan nog leven, maar zei een Heer Schilder en Teekenaar dat geloof ik niet na gisteravond, nog een flinke zoute Kist l Dat zal je altijd zien met die Onafhan kelijker» en zaten laatst de Heer jubila ris Maks met eenige Heeren vrienden om een tafel en vraag ik de Heeren waarom zij nou eigenlijk onafhankelijken heeten en zeggen zij wij zijn nog altijd onafhankelijk van overheidszorg dat is ook een jubileum maar nu doet de particuliere zijde gelukkig weer eens wat voor de Heeren Kunstenaars met weer een ander jubileum, dat van Theater Tuschinski in de Reguliersbreestraat, ook al weer vijftien jaar, toen het tien jaar was heb ik nog be diend aan de buffetten en meer als iz gulden verval. En nu een groot comité, alles voor de Heeren beeldende kunste naars uit Amsterdam, en een verloting van schilderijen, laten ze maar veel verkoopen, dan meteen een dubbeltje fooi voor Kist, ik gun het de Heer en en zegt de Heer Dr. Vos die zit met andere Hee ren bij ons, ook den Heer Schiller, dat is een soort collega en die Heer Luns, die er zelf zoo welvarend uitziet, Kist ga Vrijdagavond 30 October maar kij ken naar de première van de film Comedie om geld en ga ik met plezier om dan een lot te krijgen waarvoor ik mis schien een van de Heeren schilders bij mij thuis kan ophangen l En ik spreek tegen dien beeldenden Heer beeldhouwer Raedecker, nou die lacht en zegt: Kist kijk mij aan, weet je wat ik kan maken, nee zeg ik, nou zegt hij, zooals ik hier zit kan ik steen geworden waanzin maken zegt hij, maar alleen voor Den Haag, dat zegt de Heer Willy Westerman uit den Raad en die kan het weten wat waan» zin is! Als ik daaraan denk Dames en Heeren, het is de hoogste tijd ! Zooeven verschenen: MODERNE LEEFWIJZE Ziehier het boek, dat U de oogen opent voor het nieuwe inzicht l U kunt slank, flink en gezond zijn als U maar weet hoe U leven moet. Het is geen kwestie van pillen of poeders, maar van levens-techniek". U staat 's ochtend vermoeid op. U wordt veel te dik. U hebt om niets hoofdpijn. U bent veel te gauw moe..... Het zijn allemaal symptomen van Uw verkeerde leefwijze l Leest in ons boek de duidelijke arti kelen over: Hoe val ik af? Chronische Vermoeidheid Leeren Zien Zonder Bril Evenwicht in Uw voeding Weg met Uw minderwaardigheidsge voel ? De oorzaak van bijna alle ziekten De Invloed van Uw voeding op klachten als Rheumatlek, Jicht, Hoofdpijn, Migraine, enz. Er staat ten artikel in dit boek, dat alleen den prijs meer dan waard is: Gezond h ei ds dag" een systeem om jong, mooi en fit te blijven. Het boek MODERNE LEEFWIJZE" 64 pagina's ingcnaaid, formaat 15x21 c.M. zenden wij U franco na ont vangst van 65 et. op postrekening 3445. Dit boek bevat gén reclame voor geneesmiddelen, apparaten enz. Bestellen bij GENEES-REFORM" VLIEGENVANGERLAAN 7 DEN HAAG TEL. 339168 -. GIRO No. 3445 Mat vermelding Oroene Amsterdammer i; '?'?'»: l PAG. 17 DE GROENE No. 3099

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl