Historisch Archief 1877-1940
'SJ
l
B<
VI
l
<. ' sij
.L^Senli
da'1
?bd|:
To
EEN BEZOEK m PRESIDENT ROOSEVELT
Politieke
WIE een beetje langer en grondiger in
de Vereenigde Staten rondkijkt dan zij
plegen te. doen die er alleen voor hun
zaken heen komen en dan uitteraard maar met
n kringetje van menschen, vaak slechts op n
plaats, te maken hebben, die begrijpt dat weinig
z-g- geestigheden er zoo volkomen naast zijn als de
opmerking dat hij, die de haven van New York
binnen vaart en daar het Vrijheidsbeeld aanschouwt,
de vrijheid ook voor 't laatst heeft aanschouwd.
Amerika is het traditioneele land van de vrijheid.
Van de Unie, die in hoogste instantie door President
Roosevelt geregeerd wordt, zou men kunnen zeggen
dat de vrijheid er de eenige traditie was en geen
kwade traditie bovendien. Je bent absoluut vrij om
te doen en te laten wat je wil. Niemand bemoeit zich
met je. Wanneer je kans ziet om rijk te worden,
moet je dat vooral doen. Er zijn niet veel wettelijke
bspalingen die je daarin zullen hinderen, zoolang je
maar tamelijk netjes en fatsoenlijk blijft, althans
zóó dat een ander nooit zal kunnen bewijzen dat je
't niet bent. Aan wettelijke arbeidsuren hoef je je
niet te storen. Wil je je winkel den heelen avond
open houden, ga gerust je gang. Desnoods den
nacht er bij, ook goed! Breek niet je hoofd, als
patroon, over hinderlijke sociale wetgeving. Maak
geen aanspraak, als werknemer, op iets meer dan
datgene wat je met je handen of je hoofd kunt ver
dienen. Verder kun je doen wat je wil. Zoo gek kun
je 't niet verzinnen, niemand zal zich daar ooit aan
ergeren. Maar er is ook niemand, die voor je zorgt
als je ziek of oud bent.
In ons tijdperk van industrieele ontwikkeling,
van een maatschappij die door de industrieele pro
ductie beheerscht en overweldigd wordt, heeft
deze ongebreidelde vrijheid, dit liberalisme a
outrance, een sterke reactie teweeg gebracht in het poli
tieke leven. Het ging tenslotte niet meer met de oude
vrijheid. Amerika is Europa een stukje nader geko
men. Het heeft in onze richting moeten opschuiven.
Amerika, niets meer of minder dan een wereld
deel dat telkens verder geëxploreerd en geëxploi
teerd werd en waar het bedrijfsleven dientengevolge
een gestadige uitbreiding had leeren kennen,
heeft nooit zoo groote depressies gekend, nooit
perioden van zoo groote en zoo langdurige werk
loosheid. Werkverschaffing, steunverleening en
*sociale wetgeving werden het Amerikaansche «olk
door den nood der; omstandigheden opgelegd. Het
is de verdienste van Roosevelt geweest, nog tijdig
te hebben ingezien dat een breuk met het oude
laisser-faire het eenige was dat nog redding kon
brengen. De vernieuwing, die het sociale en poli
tieke leven van Amerika in 1933 met de aanvaar
ding van het bewind door Franklin Delano Roose
velt onderging, was geweldig. Niet alleen door de
regeering, maar door het geheele volk werden de
zaken met enthousiasme aangepakt.
MET dat al bleef Roosevelt een veel om
streden figuur. Men voelde wel, dat die
oude Amerikaansche vrijheid niet meer geheel en
al ongerept zou blijven voortbestaan. Toen Roose
velt als president optrad, in April '33, ging er een
zucht van verlichting door de Unie. Meer dan dat.
Zijn regeering maakte een abrupt en opzettelijk
einde aan Hoovers vastgeloopen deflatie-politiek.
Het economische leven, dat als 't ware bevroren was,
ontdooide langzamerhand. Met regeeringssteun
ging de eene bank na de andere open. De politiek
van goedkoop geld en hoogere prijzen prikkelde de
productie. Langzamerhand werd (hoewel in een
sterk schommelende lijn) de verbetering der con
junctuur bemerkbaar. Maar het ontbrak ook niet
aan critiek. In den aanvang waren het sceptici, die
zich tegenover hem schaarden. Later principieele
tegenstanders van zijn New-Deal-politiek, die de
stellingen verkondigden dat de uitgaven-politiek niet
of weinig te maken had met de natuurlijker
wijs ingetreden verbetering; dat de staatsfinanciën
in een deplorabelen staat zouden geraken nu het
schuldenlooze Amerika langzamerhand staats
schulden van Europeesch formaat begon op te
stapelen; en dat het een schandaal was, dat in
voering van landbouwsteun,
werkloozenondersteuning en een heel bescheiden begin van sociale
wetgeving de traditioneele Amerikaansche vrijheid
begonnen te bedreigen.
Sinds het begin van den zomer woedt nu de ver
kiezingsstrijd voor Roosevelt's tweeden termijn.
Men kan niet zeggen dat in het oppositioneele kamp
de liefde voor de oude Republikeinsche idealen weer
is opgelaaid. Maar de Republikeinen slagen er
uitteraard in om allen bij elkaar te trommelen, die
om de een of andere reden tegen Roosevelt zijn. Dat
zijn de groote ondernemers, die met leede oogen de
sociale maatregelen en de versterking van de
positie der arbeiders zien, de meeste financiers die
bezorgd zijn voor de publieke financiën, en het
conservatieve deel van de landbouwende bevolking die
het, vooral in het Oosten, nog verre van breed heeft.
Itcpubllkeinecke eenvoud
IEDER Amerikaan heeft, zij het in theorie, het
recht den President te bezoeken. Het staats
hoofd van de Vereenigde Staten is niet een ver van
zijn volk troonend symbool van de eenheid der
natie. De President staat midden in zijn volk. Dit
deel van zijn taak heeft president Roosevelt dan ook
allerminst versmaad. Toch brengen de eischen der
praktijk mee dat een zekere afstand in acht genomen
moet worden. Het Witte Huis is geen paleis". Het
is een groote fraaie en representatieve ambtswoning.
Voor Amerika is het een oud gebouw. Het is door
een lersch architect ontworpen in den tijd dat de
stad Washington werd aangelegd. Een ding valt den
bezoeker aanstonds op: geen schildwachten. Geen
markeering: hier woont de president! De tuin voor
het Witte Huis is als de tuin van een groote villa.
Men bemoeit zich niet met wat zich daar binnen
afspeelt. Men loopt voorbij het tuinhek en spoedt
zich langs de zomersche plantsoenen van de stad
Washington naar zijn werk.
Een jong ambtenaar van het ministerie van
buitenlandsche zaken vergezelt mij naar het Witte
Huis. De President zal een persconferentie houden.
Gewoonlijk worden dan de vertegenwoordigers van de
voornaamste Amerikaansche bladen ontvangen.
Ditmaal zijn ook een paar buitenlandersvan de partij.
Een tropische hitte slaat op ons neer. Washington
verloochent in den zomer zijn zuidelijk cachet niet.
Mijn metgezel is in het wit gekleed. Hij heeft een
tropenhelm op. De politie-agenten, die wij ontmoe
ten op den korten weg van het ministerie naar het
Witte Huis, loopen in een zwarte broek. Verder
hebben zij een wit hemd aan, waarvan ze de mou
wen opgestroopt hebben. Slechts een politiepet en
het onvermijdelijke Amerikaansche schildje, bewijst
hun waardigheid.
l
In de vestibule van het Witte Huis staan eenige poli
tieagenten in volle uniform. Dit is een speciaal corps.
Formaliteiten zijn onnoodig. Mijn metgezel groet
de aanwezige politie-chef vriendschappelijk: Hallo,
ik heb een vriend meegebracht!" Verderop wachten
al eenige collega's, in alle mogelijke kleedij.
Flanellen broeken, witte pakken, nette blauwe pakken,
alles zonder ceremonieel. Een jong meisje, blijkbaar
ook een collega, en een fotograaf zitten samen heel
genoegelijk te praten, terwijl zij met bungelende
beenen op den rand van een groote marmeren tafel
in de hal zitten.
Een deur gaat open. De heer Mclntyre, de secre
taris van den president, een jeugdig oud heertje,
laat vragen of wij binnen willen komen. De president
wacht ons in zijn werkkamer. Hij zit achter zijn
bureau. Daarvoor staat een rijtje stoelen geschaard,
zóó dat we als 't ware uitgenoodigd worden om niet
verder op te dringen. Afstand !
Hallo, boys, wat willen jullie nou weer weten?"
Het is grappig hier tegenover den President te
zitten en kalm een gesprek met hem te mogen be
ginnen. Zeker, dit is 'm l Dit lachende gezicht ken
ik allang. Het is me volkomen vertrouwd. Uit het
film-journaal bedenk ik. Nu zitten we zelf
midden in een stuk filmjournaal. Mr. President.."
begint een van de oude getrouwen, die de opinie van
den president wil weten omtrent het ouderdoms
pensioen van den Staat New York, dat zoo juist dooi
het Hoog Gerechtshof is afgeketst. Of er aan een
federaal ouderdomspensioen gewerkt wordt? Op dit
oogenblik nog niet, legt de president hem uit. Het
heeft geen zin om op de zaken vooruit te loopen
Dat is hoogstens iets voor het volgende zittingsjaar.
Interviews worden op deze persconferenties niet
toegestaan. Zelfs niet de letterlijke verspreiding
van datgene wat de President ons zegt. Mijn met
gezel van het State Departement heeft mij dat alle
maal precies uitgelegd. Wanneer de corresponden
ten uit Washington iets melden, deelen zij alleer
hun eigen opinie mee, hun eigen indruk. Alleen wan
neer hun zwart op wit een mededeeling van den presi
dent, die voor openbaarmaking bestemd is, in dei;
vorm van een perscommuniquéin de hand wordt ge
drukt, kunnen zij dat als officieel nieuws vermelden,
Het feit, dat deze gesprekken niet meer dan in
formatief zijn maar dan ook hoogst ongedwongei
wordt door de Amerikaansche vakbroeders tocl
zeer op prijs gesteld.
Er wordt vrijelijk over allerlei zaken gebabbeld
Het gesprek loopt over de onderwerpen, die ik hier
boven reeds heb aangegeven. De president zit ge
noegelijk te keuvelen achter zijn bureau. Wi<
kijken de groote ovale tuinkamer eens rondwaar
allerlei zeil-tropheeën, modellen van scheepjes ei
zee-gezichten aan den wand van Roosevelts spor
tieve genoegens getuigen. Er is niets dat ons .her
innert aan het feit dat de president gedeeltelij';
verlamd is en zonder steun niet loopen kan. Achter
hem staat een knecht. Een jonge slanke nege .
Een lange sportieve gestalte. Een intelligent gezich ,
knap zelfs. Straks, wanneer wij weg zijn, zal h j
dezen van geest tintelenden man, die achter zij a
schrijftafel zoo genoegelijk een vertrouwelijke
staatkundige causerie voor ons zit te houden, uit
zijn bureau-stoel tillen en verder geleiden. Ma*r
niet naar een rustbank! Neen, naar het zwemba 1.
Ik vraag mij af, of het juist niet de overwinning v;m
den geest op de invaliditeit is, de triomf van den w l,
die tot uiting komt in de frissche ik zou haa.t
zeggen jongensachtige wijze waarop de e
lachende man de moeilijkheden van de crisis v; n
'31 heeft weten te overwinnen en bezig is de inge
wikkeldste staatszaken aan te pakken.
VerklezlncskaoB' n
ZAL Roosevelt herkozen worden? Dat is u e
vraag die bij mij boven komt nu wij weer
terug wandelen. De boomen van Washington
werpen lange schaduwen over het grasveld. Het is
iets koeler geworden. De vroege avond valt.
Ik denk dat hij 't wel haalt. En hij verdient 't. De
stadsbevolking, de arbeiders zijn vóór hem. De plat
telandsbevolking in het Zuiden ook. De conserva
tieven maken numeriek geen groot deel van de bev ?>!?
king uit, al is hun invloed in de Amerikaans' :>e
samenleving niet gering. De Amerikaansche idealen
zijn conservatief. De Vrijheid is een heilig hui.-ie.
En Roosevelt héft er aan geknabbeld, al is 't rog
zoo weinig. De boeren in het Westen, en in l'.et
Midden-Westen.. ... ja, je kunt nooit weten. 3«
boer is van huis uit conservatief. En ik moet denken
aan het verhaaltje van dien landbouwer, die er door
den federalen steun en door alle maatregelen van de
regeering zóó goed bovenop was gekomen dat hij
weer kapitalist was geworden en nu vastbesloten
was zijn vermogentje te verdedigen tegen al <iie
staatsbemoeienissen en al die aanslagen op zijn vrij
beschikkingsrecht: hij zou republikeinsch g"an
stemmen l M. K.
President Roosevelt in zijn werk
kamer in het Witte Huis
De reportage van de week
O
V ? ? ?
oen buitenkansje
NEE, zóó is het niet.
Ook in de directiekamers van
sleepbootreederijen heerscht geen vreugde, als de
antenne het noodsein vangt. Al wordt er dan op
gereageerd met een zakelijk cijferen, orders geven
en het overwegen van winstkans ....
Wij, Nederlanders, zijn een zeevarend volk. Onze
roem ligt op het water en in onze aderen stroomt
zeemansbloed. De Hollander houdt van de zee,
zelfs hij, die nimmer een grooter scheepsdek onder
de voeten had dan dat van wijlen het Rokinpontje
of van den Havenrondvaartdienst". Wij houden
van de zee, van onze scheepvaart, en den zeeman
dragen wij een warm hart toe. Daardoor is er geen
onheil, dat ons zoozeer aangrijpt als een
schcepsramp. En ons gemoed komt in opstand, als we in
sensationeele krantenverslagen lezen, dat, terwijl een
schip in nood verkeert, verschillende sleepbootkapi
teins twisten om het recht, den ,, buit" binnen te halen.
DE laatste najaarsstormen hebben weer gelegen
heid geschapen tot dergelijke spannende en
min of meer wrang-smakende verhalen. Echter,
de werkelijkheid is hoewel zeker even spannend
minder wrang dan de schijn.
Het binnenhalen van den buit" is maar een
relatief begrip, omdat het z.g. in-bezit-nemen tot
legende is geworden, berustend op een gebruik in
den tijd der zeilvaart. In die dagen kon het voor
komen, dat een scheepswrak, door de bemanning
verlaten, op de Oceanen ronddreef, door een pas
seerend schip ergens werd binnengesleept en....
dat gén eigenaar kwam opdagen. In zulk een geval
ging het schip in eigendom over aan den
strandvonder, die een derde deel van de waarde moest
afstaan aan hem, die het wrak had geborgen.
De moderne verbindingsmiddelen zorgen er wel
voor, dat tegenwoordig de reeders weten, wat er
met hun schepen gebeurt en dat zij na een ongeval
altijd hun eigendoms-aanspraken doen gelden. De
wedloop van de sleepbooten, om als eerste een in
nood verkeerend schip te bereiken, is dan ook geen
uiting van een aasgier-mentaliteit doch moet gezien
worden als gewone, zuivere concurrentiestrijd om
de sleeporder. Gezond en.... buitengewoon nuttig.
Want er kunnen inderdaad menschenlevens in gevaar
zijn, en dan is de boot, die het eerst bij het wrak aan
komt, ook het eerst in staat de opvarenden te redden.
Die redding geschiedt gratis, ofschoon de wet den
prijs van een mensch op ? 300.?stelt! Dit bedrag
namelijk kan men claimen", per geredde
bpvaende. De directie van een onzer grootste
sleepliensten deelde ons echter mede, dat deze belooning
ummer wordt opgeëischt. Aan menschenlevens
villen wij niets verdienen," zoo zeide hij, hoewel
net een reis van een sleepboot vaak belangrijke
>2dragen gemoeid zijn. Eri dan zijn onze ervaringen
oms nog heel eigenaardig. Zoo hebben wij eens de
omplete bemanning van een Spaansch schip gered.
De boot zonk, zoodat er voor ons van zakendoen
een sprake was. Wij zetten de quipage veilig in
en Spaansche haven aan wal en brachten de be
rokken reederij uitsluitend onze onkosten, zooals
?vengeld, in rekening. Maar de reederij was er
iet een van de bovenste plank en we hebben er
ooit een cent van teruggezien...."
Vliegend stormweer... schip in nood... dan wordt
er moed en zeemanskunst geeischt van den
sleepbootkapitein om het schip zoo dicht te naderen dat
hij een tros over kan krijgen.... en niet minder
om te zorgen dat zoo'n tros het houdt!
hulp noodig, seint dat naar zijn reeder, deze geeft
een bepaalden sleepdienst opdracht, een boot ter
hulpverleening uit te zenden. Per radio geeft het
kantoor zijn orders aan den kapitein van een der
booten zij liggen op talrijke punten aan de we
reldzeeën gestationneerd die zich het dichtst in
de buurt bevinden. Het schip wordt binnengesleept
en het berg- of hulploon (meestal aangeduid met
het Engelsche salvage") wordt door arbitrage ge
regeld, waarbij rekening wordt gehouden met:
(a) het gevaar, waarin het schip verkeerde, (b) het
gevaar voor sleepboot en bemanning, (c) spoed en
efficiency der hulpverleening, (d) de waarde van
het geredde object, (e) de waarde van het materiaal
dat te hulp is gesneld en (f) de weersgesteldheid.
Een en ander keurig netjes geregeld bij de Conventie
van Brussel. Met een vulpen. Ja, en diezelfde fac
toren zijn van invloed, als schip en opvarenden in
direct gevaar verkeeren en zelf per drie punten,
drie strepen, drie punten, om assistentie seinen.
Scheepsrampverschrikkingen dus, met de
veelbeschreven hartverscheurende tooneelen". n een
zwart-op-wit beteekende overeenkomst.
Maar aan boord van de stoere zeesleepers is voor
hem, die het zien wil, nog wel degelijk romantiek
en oude zeemansgeest te bespeuren. Er zit iets
sportiefs in den wedloop over de kokende golven,
in het zoeken op de eindelooze watermassa naar het
schip dat om hulp vraagt, in den strijd om de eerste
te zijn, die de verbinding tot stand brengt. Ook al
weet men, dat de bemanning een zeker percentage
van het bergloon als premie krijgt. En doet het uit
zicht op een extra gratificatie iets af aan den moed
van de mannen, die zich als vrijwilligers aanmelden
om in volle zee, dikwijls met levensgevaar, aan
boord te springen van een verlaten wrak?
?vs.
'
HET beeld van vliegend stormweer, waarin
hooge golven als demonen zich werpen op een
hip dat reeds hun prooi dreigt te worden en die
et hetzelfde woedende, ontzagwekkende geweld
toegesnelde sleepbooten opnemen en weer
neer'.vakken. ... en daarnaast de materialistische
conirrentiestrijd van sleepbootkapiteins, die elkaar
'n vlieg trachten af te vangen .... ziet, die
tegen: £lling is toch wel schril genoeg om op den
manm-wal een vreemden indruk te maken en hem te
-rooven van het laatste restje geloof in de klassieke
emansromantiek.
Of er van die romantiek dan waarlijk niets meer
'er is? Dat hangt ervan af, hoe men de zaak be
akt. De koude, commercieele kant van het
sleep.i. bergingsbedrijf eischt winst. Een schip heeft
DOOR alle eeuwen is de strijd op zee een mate
rialistische strijd geweest, een strijd, die gewin
tot eerste doel had. Zóó en niet anders moet men
den wedloop om de buit, dat wil dus zeggen om het
moeizaam te verdienen bergingsloon, zien. En dan
is het zeker wat onsmakelijk, lijkt het zeker op
gebrek aan piëteit, als een paar sleepbootkapiteins
gaan ruziën over de vraag, wie het eerst vastmaakte,
terwijl zooals bijvoorbeeld in Januari 1933 het
geval was met l'Atlantique een uitgebrand wrak,
met vermoedelijk nog slachtoffers tusschen zijn
geblakerde wanden, langzaam voortdrijft achter d
twistende lieden. En men schudt het hoofd als men
leest, hoe twee concurreerende sleepbooten elkaar
den weg afsnijden, een aanvaring op het nippertje
ontwijkend, alles om het eerst de begeerde prooi
te bereiken. Maar het schip-in-nood is voor hen een
klant, zooals de zieke een klant is voor den dokter.
Weliswaar zullen twee dokters elkander niet in de
wielen rijden om elkaar een patiënt af te snoepen,
doch in het bergingsbedrijf is de situatie ook
eenigszins anders, al zit er een menschlievende kant aan.
Er wordt immers gewerkt op de basis van no cure,
PAG. 5 DE GROENE Ne. 3100
no pay". Als de sleepboot aankomt bij een schip dat
in zinkenden toestand verkeert en niet te redden is,
worden de schipbreukelingen aan boord van den
sleepboot genomen, maar de klant" verdwijnt in
de diepte. Noch reeder, noch verzekeringsmaat
schappij behoeven voor dit reddingswerk te betalen,
want de eigenlijke bergingsdienst mocht niet meer
baten. Dit in tegenstelling met den dokter, die zijn
rekening presenteert ook al is de patiënt overleden...
Wij hebben, in het algemeen gesproken, reden om
trotsch te zijn op de Nederlandsche zeesleepbooten
en op hun bemanningen. Hun logboeken vermelden,
in sobere woorden, staaltjes van kranig werk. Dat
zij hun best doen iets te verdienen, is niet meer dan
natuurlijk en dat in den strijd om den broode wel
eens meeningsverschil bestaat tusschen de rivalen,
spreekt eveneens vanzelf. Doch het is óns gebleken,
dat de moderne sociale- en scheepvaartwetgevingen
aan alle partijen voldoende bescherming bieden en
dat verhalen over sensationeele j'achten op buit
inderdaad sensationeele.... verhalen zijn.
Ook voor den sleepboot-kapitein is een
S.O.S.sein geen buitenkansje, al is het zijn boterham.
D. J. WESSBL