De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 31 oktober pagina 6

31 oktober 1936 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

Film \ Droste Verpleegster Cacao Nimmer afwijkend in kwaliteit. Voedzaam, lekker en voordeelig, daardoor Altijd welkom"! Spaart bons voor kop, ketel, beker of blad Onze condities luiden: Voor l kop en schotel 40 bons Voor l beker . . . . 40 bons Voor l ketel. .... 200 bons of 100 bons f 75 et. Voor l presenteerblad 150 bons of 75 bons + 60 et. Oiiscfïinsfïi 3de lustrum omedie om c?en uiftefone CWill &uscKins(ïi prcduct isieqie; }-/llax (jpnüls WoorzietQt tijdig uan plaatsen. Q~oegang 14J ai VEILIG VERZEKERD tegen de kosten der zïekenhuisverplegririg *" operatie, met een duidelijke polis der Verg. v. Ziekenhuisverpleglng in de Ned. Herv. Diac. Inr. Vraagt inlichtingen aan het kantoor der Verg.: overtoom 283, (Dlaconessenhuls) Telefoon 80202 - 82002 9-M NOVEMBER VEILING der biblotheken en prenten van Dr. J. F. M. STERCK <*e ged.) en wijlen den Heer J. LISSONE (Haarlem). Kljkdagen: 6?8 November. Decemb.e_r: BiWIothcek_A.^M. STOLS g-*ggJ3ERi ,A. K. CASTELEYN. PAG. 10 EN II DE GROENE No. 3100 EEN KOMEDIE OM GELD", D* C van der Poel (Theater Tu«cnln«kl, Amsterdam) WIJ hebben reeds eenige malen vastgesteld, dat n ding een nieuwe productie bij alle vergeeflijke kinderziekten niet te vergeven is: gebrek aan intentie. Wat dit betreft kan de nieuwe film van de Cinétone-Will Tuschinski-productie Komedie om Geld" onder regie van Max Ophüls onze volle in stemming hebben. Wij zijn hiermede op een ander plan dan de serie van Jantjes" tot Oranje Hein" en het tot vervelens toe gevarieerde thema jongetje krijgt meisje". Met de Komedie om Geld" is een prijzenswaardige poging gedaan tot een spel met werkelijkheid en onwerke lijkheid, waarbij recht en onrecht door het geld dat recht maakt wat krom is en krom wat recht is" worden ver wisseld. Een spel, waarbij juist de onwerkelijkheid de werkelijkheid in een scherper licht stelt. Het hoofd motief van het scenario is hierbij een prachtige vondst: het onaantastbare crediet van de weggejaagde bankloper, die een grote som geld verloor en bij gebrek aan bewijs vrijgesproken werd van diefstal. Zelfs ontkenning dat hij het geld heeft kan dit crediet niet aan tasten althans in de'financieele we reld, omdat deze ontkenning zo voor de hand ligt dat niemand het gelooft I De melkboer en de bakker poffen al lang niet meer en de man wil juist uit ellende en vernedering zelfmoord plegen als de haute finance" met dit crediet grote zaken opzet. GESLAAGD is de poging welke aan deze film ten grondslag ligt slechts ten dele. In de eerste plaats doordat het tempo te zwaar en het verhaal daar door op sommige plaatsen te zwaar wichtig werd. Vooral door de te na drukkelijke intermezzi van den spre ker". Bovendien is dit meer een toneel dan een film-figuur, al hebben Granowski in de 13 Koffer" en Brecht in de Drei Groschen-Oper" eveneens van de spreker in beide gevallen Busch gebruik gemaakt. Bij Brecht kwam deze figuur intussen direct van het toneel en in de Komedie om Geld" wordt door hem te veel gezegd, wat de film had moeten vertellen. Daarbij vertoont het scenario zwakke plekken o.a. in de figuur van Ferdinand", die daarin niet tot zijn recht komt op de wijze welke de inzet doet vermoeden. 4 Zo werd hier bij alle waardering1 die wij voor de opzet moeten hebben de onwerkelijkheid niet onwerkelijk, de werkelijkheid niet reëel, het spel niet speels en de zelfspot niet scherp genoeg. Het geheel als mengsel van al deze elementen mist het brio, dat dit behoeft. Hierdoor gaat van vele aardige vondsten een deel verloren en komt ook de zelfspot met de film en de eisen1 van het bioscooppubliek niet zo tot" zijn recht als wij het gaarne hadden gezien. Een dergelijke film doet ons juist door haar kwaliteiten *?nog ster ker het gemis van een Lubitsch of Ren Clair gevoelen. Desondanks echter krijgen wij hier het bewijs van een intentie en van mo gelijkheden, welke doen zeggen: door gaan", terwijl wij tot dusverre bij de voortbrengselen van onze nationale industrie maar al te vaak uitscheiden" hebben gedacht. Intussen wenschen wij deze Korne* die" op het witte doek gaarne het succc dat zij ondanks onze critiek ver dient. Nederlandsche Filmkunst Ballade van den hoogen hoed" HET zo juist gereed gekomen filmpje Ballade van den hoogen hoed" van de Nederlandse FilmAssociatie Visie" rechtvaardigt de verbinding van de woorden Nederland en filmkunst. Er waren in deze rich ting belangrijke verwachtingen gewekt door het eerste optreden van de jonge Nederlandse avant garde, waarbij wij in de eerste plaats denken aan Joris Ivens en Marmus Franken. Zij werden grondig verstoord door een Nederlandse filmindustrie in haar opkomst, di^ meende van de krachten die zich na V *>^ai*y *. ''.T.KÏ' deze pioniers hier te lande ontwikkel den, geen gebruik te moeten maken. Hoewel af en toe nog eens een on afhankelijk filmpje tot stand kwam, 'dat een bescheiden poging in de rich ting van een Nederlandse filmkunst demonstreerde, en enkele opdrachten met succes werden vervuld, was er de laatste jaren toch weinig aanleiding om verwachtingen in deze richting ge spannen te houden. Tot dat plotseling dit kleine groepje onder leiding van Max de Haas met een verrassing kwam. De ,, Ballade van den hoogen hoed" is een belangrijk stuk werk. Niet omdat het een volkomen gaaf en groot kunst werk is, maar wel omdat hier een po ging is gedaan tot zuivere filmkunst ?ii een bewijs is geleverd van mogelijk heden die hier liggen door mensen die in staat bleken deze te verwerkelijken. Dit filmpje van ruim een half uur geeft associaties om een hoge hoed. Geen verhaal, geen geschiedenis van een hoed. Geen story telling, maar een stukje film, waarvan vorm en inhoud n zijn. Het begint met prachtige beelden van de Amsterdamse grachten, tot een hengelaar de oude hoge hoed ziet drij ven en zijn blik van deze hoed afdwaalt naar de krant waar zijn brood op ligt op een afbeelding van het volkenbonds gebouw. De afbeelding gaat over in de werkelijkheid en van de verdronken hoge hoed springen de gedachten in het beeld over op de hoge hoeden der diplomaten. Hoge hoeden en kale hoofden oorlogsgedruis begeleidt de zitting een reeks vulpennen wordt .uit de vestzak genomen een reeks geweren wordt afgezet de pennen i'jigen zich tot schrijven ? kanonnen leigen zich tot ruststand enz. Hier is door de makers gedacht aan het Ballet Jooss. Dit te constateren bete kent geen verwijt maar lof. Wat Jooss in zijn Grtine Tisch" verwerkelijkte in de door de mogelijkheden van het ballet bepaalde vorm, werd hier veri werkelijkt in de door de mogelijkheden van de film bepaalde vorm, in volkomen li zuiverheid. Ij Er volgen verder een trouwpartij, j een begrafenis, een feest en verdere lot' gevallen van een hoge hoed totdat deze ' weer in het water terecht komt. De j/beeldwisselingen zijn steeds verrassend (alleen is een enkel beeld nog iets te lang) sor. anecdotisch en komisch, in Je meer''' gevallen zuiver en met een Ptstekend toegepaste geluidsmontage. i Deze laatste is volkomen in de stem t ^ Scène u/t De ballade van den hoogen hoed" (WsfeJ U KOMT TOCH OOK IN DE TANZ KLAUSE? Marnixstroat b/h Leidichepleln Matiné4-6.30 - Avond 8-1 ming bij de hengelaar, grappig bij de veiling, zuiver en logisch bij de twee kleine jongetjes die in de straat met de hoed voetballen, waarbij dit schoppen met de hoed in alle variaties volkomen juist wordt begeleid door het gejuich van duizenden op een groot voetbal veld. Deze film vertelt geen verhaaltje, maar al schrijvend zou men juist daarom ? alles willen vertellen. Doch dit moet gezien en gehoord worden. Als een gaaf stukje filmkunst en als een knap werkstuk, dat bewijst wat kan en welke mogelijkheden door een kortzichtige industrie bewust worden genegeerd. Schilderkunst THEO BENNES Kunsthandel Santee Idmdwee*, Amsterdam THEO Bennes, een der vele Ne derlanders die Parijzenaar werd, schildert het proletariaat en de menschen van den zelfkant in de groote metropool. Hij schildert hen zóó, dat men in de voordracht sociaal medegevoel herkent, maar eigenlijk nergens sociaal protest. Hij is gemoe delijk en hij is niet zonder humor, maar hij heeft ook te veel waarheids liefde, schijnt het, om de zaken over de schreef te jagen. Hij ziet de stad, met al haar ellende, met de vele mis lukkelingen, uitgeworpenen, lieden van den schralen kant, en hij aanvaardt deze stad zooals zij is. Zij is hem geen picturaal Leckerbissen, om het zoo uit te drukken, zij levert hem niet de stof voor werken waarin haar bouw pictu raal schoon is weergegeven, noch geeft hij weer het pittoreske aan houding en plunje van haar proletaren, maar hij schenkt ons de onopgesmukte, de niet versierde en ook niet tragisch gemaakte werkelijkheid van haar volksleven. Hij is als hét ware de chroniqueur van dat volksleven. Hij doet ons denken aan het speciale soort van na-oorlogsche Fransche literatuur waarin de ongedramatiseerde eenvoud des levens sprak: vol nauw-merkbare fijnheden van sen timent en dictie, en die misschien haar beste uiting heeft gevonden in ,,Le Paquebot Tenacity" van Vildrac, des tijds door Copeau en zijn troep zoo treffend vertolkt. Theo Bennes blijft zoodoende ver wijderd van het groote en monumen tale. Zijn kunst is eerder intiem, vol eenvoudige menschelijkheid l Maar hij blijft ook verwijderd van de onver werkte tendenz en het pathetische?? van die onaangename valschheid en dikdoener ij, welke zoo menig kunste naar bedreigt, die meent sociaal te moeten ,,getuigen''. Een oogenblik dreigt hij sentimen teel te worden en tóch nog naarden kant van het melodramatische te zwen ken: in zijn,,Blinde Guitaarspeler", die niet simpel genoeg meer is, waarin effectbejag valt te bespeuren. Het is ook, qua mise-en-page, geen goed schil derij. Gewoonlijk echter vermijdt Ben nes dit. Hij heeft voorts zijn kleur nog te verzorgen (het Portret van de Cabaretière is te grof gedaan). Maar buiten deze bedenkingen is hij, niet afhanke lijk van de bekende Parijsche picturale codes, een aantrekkelijke verschijning in den kring van buiténlandsche schil ders die zich tot de lichtstad voelden aangetrokken. Geen brillante picturale figuur, maar een geestig en gevoelig kroniekschrijver met het penseel. JAN ENGELMAN Zij komen! DE DRIE KONINGEN DER BRPTHERS ?'SIn EEN AVOND IN DE OPERA DINSDAG A.8. PREMIERE ALHAMBRA THEATER Amsterdam met Kitty Carlisle en Allan Jones PEREZ PERZI AMSTERDAM C ROTTERDAM U APIJ N SINGEL 480 b h Koning s p lei u TJEÜ4. 32958 'S-GBAVEltfHAGX! VTBBCHT Etaleert een by zonder mooie collectie. LOSSENUMMERS VAN DE GROENE: het nieuwe nummer . . .... 20 cent nummers ouder dan een week. . . 30 cent nummers ouder dan 3 maanden . . 60 cent (verhoogd met eventueele portokosten) Wilt U bij bestelling het verschuldigde bedrag meteen zenden? Anders kunnen wij Uw aanvraag niet in behandeling nemen! DE ADMINISTRATIE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl