De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 7 november pagina 6

7 november 1936 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

'i en) .« WILLEM PUPER HET EUVEL DER GASTDIRIGENTSCHAPPEN GEGEVEN: «enerzijds een paar artistiek en oeconomisch vrij stevig gefundeerde ondernemin gen, laat ons zeggen: een Concert gebouworkest en een Residentieorkest. Men heeft daar zijn vaste concert avonden, te geven voor een niet al te zeer fluctueerend publiek. De zaken konden beter gaan, natuurlijk. Maar dat konden, op hun beurt, alle andere zaken altijd ook wel. Voorzoover mij bekend is, zijn er de laatste jaren meer industrieele ondernemingen op de flesch gegaan dan orkesten. Tot zoover, voor het oogenblik, wat de oeconomische zijde van de zaak be treft. Artistiek, of, wil men dat liever, muzikaal, is de organisatie gewoonlijk nog wel hechter. De orkestleden zitten bij alle repetities en op alle uitvoeringen op hun eigen vaste plaatsen; aan dezelfde lessenaars wor den altijd weer opnieuw dezelfde grapjes verkocht, wordt altijd op dezelfde manier getobd met weer spannige rieten, met hars, met water, met hangende kleppen, met rheumatiek, met kapotte lippen, blaart j es, spierpijn en met de critiek op het concert van gisterenavond. Zoo een orkestorganisatie is voor ons gevoelen een werkgemeenschap van een dus danig volmaakte structuur, dermate goed uitgegroeid, dermate gesubli meerd, als men mij de uitdrukking in dit verband wil toestaan, als men in de andere beroepen nog slechts vindt aan boord van literatuurgeworden schepen. De moreele organisatie van een goed orkest is een unicum, heden ten dage. De plaats van den concert meester b.v. is taboe, letterlijk te nemen. En zoo is het met alle plaatsen, met alle verantwoordelijkheden. Een orkest, gewoon, zooals het blaast en strijkt, is een der uiterst zeldzaam ge worden cultuurgoederen, intact ge bleven temidden van alle tumulten van een luidruchtigen en nivelleerenden vooruitgang". THANS: de dirigent. Oorspronke lijk, van huis uit, de leider, d.w.z. de meest bevoegde deelhebber in de gemeenschap. Na een (soms lange, soms korte) periode van probeeren, van wederzijdsch verkennen en leeren kennen, ontstaat de sym biose van een dirigent, met zijn eigen specifieke voorkeuren, en het musiceerend organisme, dat erin geslaagd is hem als leider te erkennen. Onder (voor de muziek) gunstige omstandig heden blijft het niet bij een symbiose. Omstreeks 1920, bijvoorbeeld, was het organisme, genaamd Het Concert gebouworkest, zoodanig met het muzi kale wezen van Willem Mengelberg samengegroeid, dat de naam Mengelbergorkest geenszins een ijdele term genoemd mocht worden. Wanneer wij de zaken louter van het standpunt der muziek uit bezien, dan kunnen wij niet aarzelen dit als de meest gewenschte toestand te signaleeren. Wij zijn niet blind voor de nadeelen, aan deze uiterst persoonlijke" situatie verbonden. Maar de voordeden zijn veel grooter. De muziekcultuur van een land, van een periode, is altijd verbonden aan het inzicht, aan het Geef adresveranderingen TIJ DIG opl Als wij'sWoensdags Uw nieuwe adres weten ontvangt U daar 's Zaterdags de nieuwe GROENE s== talent en aan de kracht van de leiding gevende persoonlijkheden. Voorbeel den kan men in elk boekje over ieder onderdeel der muziekbeoefening in elke gewenschte hoeveelheid vinden. Om bij het gekozen punt van uitgang te blijven: dat de muziek van Strauss en Mahler voor den vaderlandschen muziekminnaar een klinkende werke lijkheid is geworden is louter toe te schrijven aan n persoon: aan Willem Mengelberg. Wij begeven ons hier nu niet in een waardeschatting van het oeuvre van Strauss of Mahler. Wij kozen deze namen, omdat het geval exemplair is. DE tijden zijn veranderd. Men zal mij niet beschuldigen van Invaliden-geraunze um der guten, alten Zei t", wanneer ik constateer, dat de verandering, die m de opkomst van het instituut der gastdirigenten ge legen is, een verandering ten kwade genoemd moet worden. Inplaats van continuïteit immers, kwam de reeks der incidenteele praestaties; inplaats van een vergelijkingsmogelijkheid tusschen het ne werk en het andere de discussie over A's vijfde van Beet hoven en de interpretatie welke B ervan gaf. Gastdirigentschappen heb ben, muziekcultureel, recht van be staan ten behoeve van in bepaalde milieux nog onbekende kunstgenres. Wij juichen het toe, wanneer een Brit hier een avond Engelsche muziek zou komen dirigeeren, evenzeer als wij het zouden apprecieeren, wanneer een Nederlandsen dirigent zich eens tot het niveau van artistieke en cultureele onafhankelijkheid kon opwer ken, om in Italië, Rusland, Frankrijk of Duitschland een nu eens niet te hooi en te gras samengeharkt Neder landsen programma te gaan introduceeren. Men zou van zulk een daad willen verwachten, dat Italiaansche, Russische, Fransche of Duitsche diri genten hun repertoire met een deel van het gehoorde zouden gaan aan vullen. En hiermede zou het doel van het gastdirigentschap volkomen zijn bereikt. Het hierboven staande is echter een verhaaltje in de lucht. Gastdiri genten trekken niet rond ten be hoeve van cultureele doeleinden. Zij hebben hun koffers vol muziek, muziek, van het vaste repertoire, volgekrast met roode en blauwe streekteekens, met coupures en eigengemaakte, gegarandeerd nog-nooit-door-iemandanders-vertoonde dynamische trouvailles en formeele goocheltrucs. Alle dirigenten van formaat zijn lang zamerhand gastdirigenten geworden. En de situatie is op het oogenblik zóó, dat de muziekliefhebber in gemoede overtuigd is geraakt, dat niemand" hem een zoo voortreffelijk Mozartje of Schubertje voorspeelt als Bruno Walter; dat niemand" zoo'n fraai pianissimo laat strijken als Dobrowen, dat men van Monteux alleen maar" déPhantastique moet hoor en, of dat rare stuk van Stravinsky, en dat de oprechte, de gegarandeerd onaangelengde Brucknerontroering alleen maar in Van Beinum vleeschgeworden is. Het vreemde is, dat nog niemand de zotheid van den tegenwoordigen toe stand opgemerkt schijnt te hebben. Onze muziekcultuur heeft behoefte aan ontwikkeling, aan verdieping. Maar de situatie van het oogenblik levert juist de tegenovergestelde resul taten op. Het vaste repertoire" wordt kleiner inplaats van grooter. En in plaats van verdiept te worden, ge> initieerd te geraken in de werken der meesters, vervlakt, vervluchtigt de aandacht van het publiek. Omdat be langstelling gevraagd wordt voor aller lei hoe'"s en niet meer voor een wat". Bruno Walter een voortreffelijk dirigent komt, en dirigeert Schubert. De zaal juicht, en de krant schrijft hosannah. Morgen hetzelfde spelletje met een anderen dirigent, en met vrij wel dezelfde muziekjes. Men kon daar vrede mee hebben, wanneer er geen andere en betere mogelijkheden be stonden. Maar Amsterdam heeft Men gelberg, in Den Haag woont van Anrooy, en is daar tegenwoordig zoo iets als gastdirigent voor zijn eigen oude orkest. Mengelberg verschijnt bij het begin van het seizoen, stapt uit een trein en wordt verwelkomd aan het station. Kiek in de krant en een vlot verslag van een halve kolom: de Meester ziet er goed uit, heeft die en die plannen voor het seizoen en spreekt een paar wijze woorden over de supra-nationaliteit der muziek. Ver volgens dirigeert hij n concertje. Onderhand arriveert Walter, stapt uit een trein, wordt verwelkomd aan het station, kiek in het ochtendblad, enzoovoort, ad infinitum. Vervolgens worden er eenige intelligente en andere woorden gesproken in den Gemeente; raad, naar aanleiding van een subsidiede voorstellen worden z. h. s. aange nomen en men gaat over tot de wan orde van den dag. Dit is roofbouw op een der koste lijkste cultuurgoederen. De ontvanke lijkheid voor muziek wordt op deze wijze systematisch vernietigd en het laat zich aanzien, dat volgende gene raties de torenhoog opgestapelde schulden van het tegenwoordig wan beheer zullen hebben te dragen. Tenzij zij er de voorkeur aan mochten geven, onze erfenis niet te aanvaarden, en dan zullen wij ook dezen smaad aan onszelf kunnen wijten. Film The white angel" (Tnschingki, Amsterdam) NA Het leven van Louis Pasteur" maakte WilHamDieterle voor de First National een film over het leven van Florence Nightingale, de grote pioniere der ziekenverzorging. Het is begrijpelijk dat de grote vraag naar steeds weer nieuwe f ilmstof geleid heeft tot het vervaardigen van deze heldenlevens". Zij zijn buitengemeen boeiend en het historisch karakter, het waar gebeurd zijn", geeft er een aparte bekoring aan. Natuurlijk mag men de historische getrouwheid niet al te letterlijk nemen. Ten behoeve van een pakkend en boeiend verhaal is er wel eens het een en ander verschoven, verdraaid en toegevoegd en veel weg gelaten. Maar-desondanks en daardoor verschijnt voor de grote massa der bioscoopbezoekers een beeld dat hun iets vertelt en dat hun ?iets doet be grijpen van de worsteling van hen, die zij voorheen slechts min of meer bij name kenden. De film legt daarbij uiteraard grote beperking op. Het leven moet in ander half uur worden verteld en deze grens dwingt tot een verhaal aan de hand van de voornaamste feiten. Het geheel houdt daarom het midden tussen een vie romancée" en een goed en boeiend geschreven rapport. Psycho logische verdieping is daarbij vrijwel onmogelijk en deze is dan ook in The white angel" geheel afwezig. Tot een werkelijk dramatisch conflict, tot werkelijk dramatische spanning, komt het zelden. Bovendien mist Kay Francis de innerlijke geladenheid van Paul Muni, welke de laatste ook binnen de beperking van zijn rol in de Pasteur film behield. Zij blijft sterk gelijk matig, maar geeft daardoor aan de figuur van Florence Nightn het juiste karakter van vastl doorzettingsvermogen. D rat spanning geven daarbij s!e< paar van haar tegenspelers, m de j plaats de Dr. Hunt van Donaldl De vorm is bij deze f lm overal door de inhoud Een enkele maal weet Di-terl gebruik te maken van film;schei lijkheden, zoals b.v. bij de we van Florence's werk in gezien door Longfellow's , Ladj] the lamp" en het slotbeek te portret van koningin Victoria. tegenover staan enige g< beeldovergangen, welke -riet aan een overbodige tekst te wijt Ook deze film versterkt dat bij het vele belangrijke verhaal biedt deze hcldi hun zuiver filmische vor n hebben gevonden. VAN DES] Mikro- en makrokc Een lied van de (City Theater COLLECTIEVE arb-.-id, t. door hogere idealen dan ment op een laag ge;ni4 deed een belangrijke film Ook hier bleken ideaal en het te winnen van de vaak ruchtig geanonceerde ductiekosten. De arbeidsgroep van het Svend Nolden beschikte niet lioenen, zelfs niet over dr.iz had een oude filmcamera voudige tructafel en idealen was voldoende om te komen resultaat, dat heden in Den het eerst aan het Nederlandse werd getoond. Een lied van de aarde" (X. . '^'fi Ifflorence Nightingale in The White Angel" !t?") heeft niet de pretentie een appelijke film te zijn. Het wil ig^ indrukken geven van de l en tnakrokosmos om ons heen. larv ichtig betogend, maar ons ; ge/end op veel wat ons omVij zien iets van het leven op de n van het ontstaan van de aarde [grote perioden van haar wor«hitdenis. Wij zien dit in een nufnge combinatie van natuuri, tjc-film, grafieken, enz., sverduidelijkt door een door Ben ds geproken Nederlandse tekst. |ien e- n rups kruipen op een tak rikl ouding met het takje ge en, v/ij zien mieren en schijnJeloos dooreen krioelen en eeu [het verkeer te Berlijn uit grote pgen -men toont ons de mensen nbaai even ordeloos bewegen. staan meteen met begrijpender p tegenover het kleine. pen df aarde plooien en het ijs l «del 'een en weer terugkrim[jzien de sterren en de maan en pn i tts leren bevroeden van .. En wij zien dit alles, weer: groot gevoel, niet slechts «nte: essante, maar ook voor one. 'Bescheiden weinig nog f w m.ikers van deze film hebogen ilifc de pretentie mér te dat heel weinige. Maar zij fons mee verrijkt en dit vast 1IS de waardering welke hen D. C. v. D. P. \Poppenspel Vittorio Podrecca's «Teatro del Plccoll" . - waar men naar het 'on-ttentheater gaat als wij r ae bioscoop, heeftzich voor 'Pel sen eigen vorm ontwikab een echte volkskunst. oude volkskunst zijn in de laatste tientallen jaren hier en daar nieuwe vormen ontstaan, die elk op hun manier uit de vele mogelijkheden die de marionetten bieden een .geheel typi sche kunst schiepen. Helaas hebben we vrijwel geen enkele van deze vor men ooit in ons land kunnen zien. Ook de enkele experimenten in intiemere kring blijven onbekend. We kennen hier slechts de fasen van het miniatuurtheater en de miniatuur-opera, waar van Paul Brann en de Salzburgers als de typische buitenlandsche vertegen woordigers kunnen gelden, en het kunstenmakers-variété, zoals we pas weer bij Vittorio Podrecca bijna volmaakt in zijn soort konden bewonderen. De uitvoering was, wat de bespeling van de poppen betreft, over het alge meen voortreffelijk. Waar een situatie boven de krachten van de marionetten gaat, of waar mensen het beter kunnen, wordt resultaat licht onbeholpen en belachelijk. Al is dit gevaar het grootst bij het imitatie-toneel, ook Podrecca ontkomt er niet steeds aan. Zo maakt bijvoorbeeld het stierengevecht, ook als parodie opgevat, toch maar een povere indruk. De opmerkelijk grote poppen waren meest vrij banaal; te veel stuntelige mensjes, te weinig pop pen. De filmster-karikaturen waren het best, hun beweging het slechtst. Met de aankleding werd soms een dekoratief en kleurig effekt bereikt, zoals in Patio en in Bier und Wein. Een geval als de Venetiaanse Nacht echter kwam zo van de huisvlijttentoonstelling en zelfs gezang van de Dame en Heer kon het niet redden. Het mag onbillijk zijn de gebreken zo eenzijdig naar voren te halen, een beroemd theater als dit verdraagt dat wel. Tenslotte heeft het zijn beroemdheid verdiend. Maar toch zien we met verlangen uit naar de komst van een van die matrionettentheaters, die het nog meer verdienden. HIP GROBNBWOLD NE WEET HET (En hij zegt het ook !) D E DINGEN. VAN DEN DAG, de vraag stukken die aan de orde zijn, die vindt U natuurlijk in De Groene. E CHTER NIET ALLEEN DEZE. Want De Groene volgt niet slechts, hij geeft ook zelf richting aan. G EDURENDE ZESTIG JAAR heeft De Groene niet nagelaten, belangrijke vraagstukken aan de orde te stellen. R EGELMATIG DE GROENE LEZEN beteekent dan ook: weten wat er gebeurt n wat er gaat gebeuren. - " , o M DEZE REDEN ALLEEN AL is De Groene onmisbaar voor wie op de hoogte van zijn tijd wil blijven. E N EN ANDERE REDEN is dat De Groene frisch en beknopt is, een vlot blad, prettig om te lezen. U IS HET TIJD u te abonneeren: u krijgt dan de tot 1 Januari nog te verschijnen nummers gratis. EVENALS DUIZENDEN LANDGENOOTEN zult u dan weldra begrijpen waarom denkende Nederlanders zeggen : M G Hitr Itnfi t(knlpp«n .''J'' i' BON DE GROENE 35S - AMSTERDAI Giro G IOOO - T.hfoon 379* " -*»??«? *? iwv * IVIVIO Ondergeteekende wenscht zich met ingan* van l Januari 4*£| .M |H^%H f\ AA ??*« v« f^f* >*"* f\ X% ?? k t f» « k. ^^ "*??? l JOIIUOI l GRATIS toezending van de tot dien datum nog ve^chH^hdc nummers. De abonnementsprijs bedraagt f j0VlrscnrJnendf W6lk 72880* hede" per.postwlssel is «ezonden *\ -' *? ?)' Doorhalen wat niet wordt verlangd. Naam: Straat:. ;i Woonplaats: Handteekening:.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl