Historisch Archief 1877-1940
i i
"?f
ooi
hpi
*
Een verhaal van De Groene
CARAMBOLE
Jan Campert
ACHTER in het caféstond een biljart.
De Schrijver had nog nooit gebiljart, maar
hij zag niet in waarom hij daar dezen avond
geen begin mee zou maken. Dat redactie-diner had
hem precies in de goede stemming gebracht.
De Harmonicaspeler verklaarde zich bereid
? vijftig punten met hem te spelen. Hoe, waar en
wanneer zij elkaar hadden leeren kennen, kon de
Schrijver zich met geen mogelijkheid meer herin
neren, maar dat zij vrienden voor het leven waren
stond als een paal boven water. Standsverschil
noch hun onderlinge financieele verhouding moch
ten daarop van invloed zijn. Want indien dan de
waarheid gezegd moet worden, de Schrijver had
den Harmonicaspeler voor de somma van twee
gulden gekocht, gekocht om hem dien avond te
vergezellen van tablissement naar tablissement
en af en toe een deun ten beste te geven.
Maar dat heeft er niets mee te maken, zei de
Schrijver, wij zijn vrienden.... je bent een ver
domd f ideële vent....
Op welk soort ontboezemingen de
Harmonicaspeler steevast antwoordde:
Ik zal d'r nog eentje pakke, Mister.. ..
De Schrijver nam er dan ook een om het even
wicht niet te verstoren.
In De Slok kreeg de Schrijver het biljart in de
gaten.
Niemand speelde.
Er zat alleen een man met een uitermate
droefgeestigen hangsnor naast, die, toen de Schrijver
en de Harmonicaspeler besloten hadden vijftig
punten te spelen, zwijgend en met een gebaar
waarin het leed van gansch een wereld lag, de drie
ivoren ballen ter plaatse deponeerde.
De Harmonicaspeler begon met een serie van zes.
De Schrijver stootte ook....
Bèje belaozerd, zei de Harmonicaspeler, toch
seiker fan akiet!
' Me laoke', steunde de Hangsnor.
De partij werd een groot succes.
Voor den Harmonicaspeler omdat hij na twintig
MIJNHARDT'S
Jaxeer-tabletten
?ken zacht en zeker
Dart 6 O et
minuten de vijftig punten bij elkaar had; voer den
Schrijver omdat hij het laken niet had beschadigd,
hetgeen een wellicht nog grooter wonder was; voor
den Hangsnor, omdat die bij nader inzien de
kastelein bleek te zijn....
Zij waren alle drie zeer tevreden en besloten deze
feestelijke gebeurtenis te vieren met nog een glas.
Santé, Mister, zei de Harmonicaspeler. Het
woord lag hem in den mond bestorven dezen avond.
Proost, meheir, zei de Hangsnor droefgeestiger
dan ooit.
Maar de Schrijver zweeg. Dat schijnen schrijvers
meer te doen, maar in dit geval was er een reden
voor zijn zwijgen.
In een hoek zat het Volksmeisje. Ze zat er welis
waar niet alleen, maar dergelijke hinderpalen
konden het vurig lan van den Schrijver allerminst
beteugelen.
Hij zette zijn glas neer, trok zijn das recht,
mompelde tegen den Harmonicaspeler: Een wals !
en begaf zich zoo onwankelbaar mogelijk in de
richting van het Volksmeisje.
Asjemenou, luidde des Harmonicaspelers
commentaar, maar hij speelde een wals, want hij
was een plichtsgetrouw man.
Zij wilde wel met hem dansen.
Zij danste licht en soepel en met kennelijk ge
noegen. De Harmonicaspeler trok uit zijn instru
ment de meesleependste wijzen. De Hangsnor
verwachtte niets meer van het leven.
Mag ik U een glas.. .., begon de Schrijver.
??Best, zei het Volksmeisje, maar dan me vaoder
en me moe en me broer ouk, ik sit niet alleenig.
Dit is het, dacht de Schrijver, dit heb ik mij altijd
gedroomd. Een eenvoudig, lief, hartelijk kind. Ze
zal niets weten van litteratuur. Van geen Lawrence
en Van geen Joyce, van geen Vestdijk en van geen
du Perron.... Ik vraag haar vanavond nog om
mij te trouwen. Het komt prachtig uit dat haar
ouders erbij zijn.... Het kan me niets schelen.
Je moet het geluk weten te grijpen.... Hier is
het.... Ik grijp het. Hoe heet je?
Antonia.
Wat een naam, dacht de Schrijver, Antonia.
Antonia, wat vloeit mij aan, uw schedelveld is koeler
maan Nee, dat klopt niet, dat moet iets anderszijn
geweest, maar in elk geval blozen haar wangen....
De Schrijver was dien avond zeer roekeloos.
Na het derde door hem aangeboden rondje vroeg
hij haar hand. Het Volksmeisje lachte
hartveroverend.
PAS. l« DB GROENE No. 3101
Kom nou, meheir, zei de vader.
As meheir nou morge es kwam praote, vroeg
Moe en trok een gezicht alsof ze het niet zoo gek
vond.
Graag, mevrouw, zei de Schrijver, om drie uut
kunt u mijn bezoek tegemoet zien.
Gaonemenou, om twalef uur vaort me bout,
zei de Broer.
Die stoker was. Het gezin deed hem uitgeleide....
De schrijver keek het Volksmeisje na. Ze wa<
rank en veerkrachtig, bij de deur keek ze nog eens
om, ze lachte tegen hem....
Toen de Hangsnor hem op zijn schouder tikte
was het bier in zijn glas verschaald:
Me sluite, meheir, en het is op de kop zes
gulde.... Uwes vrind is naot huis, die heb eer
vrouw met sinkinge in d'r been....
De Schrijver stond op, betaalde en ging naar huis
Den volgenden dag had hij een kater als een
koningstijger. Het adres van het Volksmeisje wist
hij niet.
De Hangsnor ook niet.
Ze kwam nooit in de saok.
EEN jaar later schreef de Schrijver er een ver
haal over. Voor een magazine. Dat kon hij
eigenlijk niet doen. Het was beneden zijn literair'.1
stand. Het honorarium echter niet.... Hij kon,
nu hij getrouwd was, het geld best gebruiken.
Het was een aandoenlijk verhaal. Over het War»
Geluk dat Voorbijging, over Gemiste Kansen en d«
Troosteloosheid des Levens. Al de melancholie der
harmoniecadeunen en van des Hangsnors uiterlijk
lag erin verscholen. Met lepels kon men die er van
af scheppen. Met soeplepels....
Het eindigde:
Waar zal ik haar vinden? Wanneer zal de
onrust mijner dagen en nachten worden opgehevei.
Zal wellicht eens het Toeval ons tesamen brengen ?
Kom tot mij, tot mijn hart dat trilt als loover
Dit laatste was van Leopold, maar wisten ?e
veel
TWEE weken nadat zijn verhaal verschenen we;
stond het Volksmeisje voor hem. In zijn werk
kamer. Ze lachte nog even hartveroverend..
Ken u me nog?
Hij lachte ook, een raar scheef lachje.
Dat verhaol fan u, begon ze.. .. Daar hM
je 't. Alsjeblief
Dat was nou beslist effektief nét echt met <Te
muzikant en die wals en me vaoder en me mo-,
ik dacht drek bij me eige, «dat moet fan die mehe t
uit de Slok weize en toen....
Hoe kom ik hier uit? Wat een ongehoorde stom
miteit ! Dat is eens maar nooit weer....
Tja, zei de Schrijver.... ziet u eens...
Aardig dat u gekomen bent.... de kwestie is.. .
Nou en toen dach ik ik ken meheir z'n adr>s
best 'es opsoeke, het sting in het telefounboek.. .
Zie je wel, steunde de Schrijver, ik had een
g->heim nummer moeten nemen.... Waarom kij':t
dat kind me zoo aan? .... Aardige oogen .. -.To'h
wel aandoenlijk....
Me friendin leest dat blad, zei het Volksmeis'e,
daor had ik het fan te leen, siet u.... Kasewe l,
hè?.. .. Ik herkon me eige drek.... reuze goi-d
geschreve'....
Hoe was die laatste zin ook weer: kom tot mij.. ?
en daarvoor had hij Leopold misbruikt.... Als <~t
nou maar....
? Nou en toen las ik die advertensje van uw es
vrouw voor een dienstmeissie en omreede ik graag
fan 't febriek wil....
De Schrijver haalde een zakdoek voor den (Kg,
veegde zich hit voorhoofd af.
Heb uwéhet warm? Het vriest anders twee
graode.
Nee, nee.. . ? dat niet.. .. Wel, ik zal z.en
wat ik.... Ik weet natuurlijk niet of mijn vrouw
al iemand op het oog heeft, ze is nu niet thuis
Komt u vanavond even.
Graog meheir.
De Schrijver stond op.
Gaat het uw ouders goed?
Hij moest toch iets vragen.
En uw broer?
Het Volksmeisje schoot in een lach.
Me broer? Heb uwédat geloufd? Da's toch
seker me gelant....
Het Volksmeisje vertrok.
Nee, zei de Schrijver in zichzelf, er zit een.
verhaal in, maar ik mag hangen als ik het
schrijfu. mmmi mmwm VOOR NEDERLAND
Gr pi. Kapitaal . . . Fl.
2.700.000,Rw«rv«
1.372.668,Pandbrlevan
24.203.000,Hypothaken . . . .
28.484.990,Da Olr. i Mr. 9. J. VAN ZIJST. Mr. J. F. VERSTEKVEN
U|T HET DAGBOEK VAN PIERKEN
Het verstand en zijne gevaren
PAKT allemaal uw griffel zei
de meester en maakt mij eens
een schoon opstel over het ver»
stand komt met de jaren. Waarop
ik in mijne handen speekte en schreef:
Iedereen wil het van de jeugd
hebben den dag van vandaag maar ze
vergeten wat ze op school geleerd heb
ben in hunnen jongen tijd. De jonkheid
heeft nog geene ondervinding gelijk de
grijsheid die van het rumathisme weet
en onder de automobiels geraakt. Wie
geven ze eene dekoratie? Den artist
wiens film is afgedraaid. Kijk naar
Alexander, Caesar en Napoleon: hoe
ouder ze werden hoe meer sterren ze
op hun kraag droegen en hoe meer
hun jas werd uitgeklopt en de keizer
binst den oorlog ook. Maar zij deden
maar bestendig voort omdat de oude
heeren koppig zijn en dat ze hun
gedachten niet meer kunnen ophouden.
Eenen grijsaard moet rechtgehouden
worden met stokken, brillen, peper op
zijn eten en pillekes van broeder Titus.
Als ze dat allemaal overleven krijgen
zij een pensioen gelijk ons Peetje en
ik ben blij want dan dokt hij altijd af.
De meester heeft ons geleerd dat wij
de witte haren moeten respekteeren
maar e zoo eenen schoonen permanent
in het platinablond is algelij k ook niet
mis zegt mijn vader als mijne moeder
op boodschappen is. Als ge een ouden
man verplant schiet hij geen wortel
meer maar eenen jongen wel. Dat en
is geen kwestie van verstand maar van
kracht en dat heeft ook zijn belang
in het leven. Het is gelijk ik en onzen
Homer. Hij is de kracht en ik ben het
Onze prijsvraag
TELKENMALE is de redactie na
het uitschrijven van een prijs
vraag in spanning, op welke ver
nuftige wijze de lezers aan de opgave
:?illen beantwoorden. Ditmaal luiddezij:
Een bekend politicus zat voor de radio
t ?n rede houden. Als hij in de studio
i Jmt, merkt men, dat hij meer dan
l htelijk aangeschoten is. Hij is echter
r 'et te bewegen, van zijn rede af te zien.
Op welke wijze kan de omroeper dezen
spreker het best tactvol bij de luisteraars
i-.leiden in 60 woorden?
De prijswinnaars
Volgens oordeel der redactie was de
b-ste der oplossers H. de G. te R. met
d volgende inleiding" :
,,Het woord is thans aan ons
Kamerli'' Jhr. Fol Vandennatte. Men vreeze
b; dezen opgewekten, van levenslust
^.Telenden spreker geen zwaarwichtige,
di ge behandeling van zijn onderwerp :
r»- "? ii ? "
DE NIEUWE OPGAVE
De necrologie
Gevraagd wordt een necrologie van
"laximaal 150 woorden over het
Vrouwtje van Stavoren samen te
-'ellen, zooals een modern blad,
uit?f.'lande van den stelregel: van de
dioden niets dan goeds", die zou
jiitbliceeren.
Als eerste prijs loven wij weder
om uit: een Dunhitl bureau-vulpen
houder met artistiek uitgevoerden
standaard ter waarde van ? 17.50;
als tweeden prijs een plastiek van
Hildo Krop.
De redactie heeft het recht de
inzendingen te publiceeren. Op de
beslissing der redactie is geen be
roep. Inzendingen uiterlijk
Maan"K 16 November. Verslag en
prijsoekenning in het nummer van
21 November.
,,De schommelende Gulden, nuchter
bezien/" Slechts vragen wij uw toe
gevendheid voor een kleine storing aan
een vitaal onderdeel der zendapparatuur,
ontstaan door vochtabsorptie, niet d la
minute te verhelpen, dat hinderlijke,
hikachtige bijgeluiden veroorzaakt."
(De omroeper laat zijn woorden reeds
van tactvol" eigen gehik, met toe
nemende frequentie, vergezeld gaan.}
Den tweeden prijs verleenden wij
aan G. A. H. te Z., die instuurde:
Door den ongunstigen
athmosphenschen toestand hier ter plaatse is het mo
gelijk, dat de zoo juist aangekondigde
rede eenigszins verminkt overkomt. Mis
schien worden wij zelfs gedwongen, de
uitzending geheel te onderbreken. In dat
geval kent u echter thans de natuurlijke
oorzaak en behoeft u niet bevreesd te zijn
voor een ongesteldheid van den geestrijken
spreker of een defect aan uw radiotoestel."
IN het algemeen kan men de op
lossingen verdeelen in eenige groote
groepen. Een groot aantal inzendingen
liet den omroeper spreken van een
ongeluk, den spreker op weg naar de
studio overkomen", al of niet gevolgd
door het gebruik van een opwekkend
middel". Een tweede groep spreekt
van zenuwen" of overwerktheid",
ondanks niet gedisponeerd zijn niet
witten afzien". Deze oplossingen, die
meestal op zich zelf aardig uitgewerkt
zijn missen o.i. het onmisbare humo
ristische bestanddeel. We treffen dit
wel aan bij F. D. te B., die schrijft:
Zoo juist bleek, dat mr. van Cauveren,
die in zijn vrijen tijd een hartstochtelijk
bijenhouder is, een lichte verwonding
aan de tong heeft opgeloopen, door een
bijensteek." Voortreffelijk bedacht l Een
goeden gooi naar een prijs doet H. E.
de Z. te S.: De aangekondigde rede
zal een humoristischen vorm hebben,
n.l. alsof de candidaat, eenigszins
verstand en als we samen zijn mogen
ze van ver komen om zich tegen ons
te meten. Verleden week stonden we
naar den tram te wachten als onzen
Homer plotseling tot de vaststelling
kwam dat zijne budgetaire middelen
ontoereikend bleken te zijn voor de
aanschaffing van twee biljetten. Kijk
zei ik daarop, ik zal in den zak van
het konijnevoer kruipen. Ge neemt
mij tusschen uwe knieën en als wan
neer de conducteur komt vraagt ge
een biljet en verder gebaart ge van
pijkens. Nondeku zei onzen Homer
dat is een idee en ik den zak binnen.
Het was plots pikdonkere nacht en
ik werd overvallen door droefgeestige
spreuken over den dood en de ijdelheid
des levens als ik almeteens uit mijne
wijsgeerige overpeinzingen
wakkergeschud werd door de stem van den
conducteur. Alabonheur zei hij tegen
onzen Homer, nog een beetje en ge
komt met gansch uwen verhuis op
den tram ! Apropos wat zit er daar
in die baal? zei hij. Nu zitten we er
proper voor dacht ik, als de andere zich
maar niet misklapt. Wat er daar inzit?
zei hij, een hoop roest ijzer en om te
bewijzen dat hij de waarheid sprak
gaf hij eenen schop tegen de baal dat
ik eenen kilometer verder rolde. Nu is
het groot oogenblik aangebroken dacht
ik en ik riep met volle stem: boem!
boem l en onzen Homer kreeg eene
bekeuring.
Daaruit kunt ge leeren dat het
verstand niet altijd beloond wordt
en mijn opstel was af.
*?
%r
angeheitert" van een dorpsfeest weg
gehaald, zijn beginselen uiteen zet."
Velen lieten trouwens den braven
spreker na een festiviteit verschijnen.
Geestig was Mr. D. H. R., te A.:
tijdens deze rede zullen wij een
demonl r
stratie geven, van wat er te bereiken is
met onze geluidsinstallatie, met de
echokelders en
geluidsvervormingskamers, waardoor het mogelijk zal
blijken, de rede vaak geheel te
veranderen."
CHARIVARIA
De redactie begroet met vreugde den terugkeer van den oudsten
medewerker aan De Groene in dezen hoek. Hoewel Charivarius
nog niet geheel van zijn ziekte is hersteld, kan hij zijn
taalzuivcrende werkzaamheid hervatten, tot verheugenis van zijn vrienden,
en tot srhvilf itaf j~~ii.~J
en tot schrik der taaibedervers.
Verrassende mededeelingen
We moeten de uiterste beperking
in acht nemen en kunnen dus slechts
een overzicht in het kwadraat geven."
i"^-/
Alle menschen zijn pakkendragers;
de onzichtbare zijn meestal de zwaar
ste." (Wottdbloenicn, Kal.)
Paindeluxe- brood
Ik heb besloten het -voorschrift
voorloopig op te schorten."
(Min. v.S.Z.)
Verbetering van den toestand kan
in de toekomst niet verwacht wor
den." (Tel.)
Plauderstübchen
Zij had een gezwel aan den
dikdarm." (Mbl. t. d. Kwak:.)
De Prins kleedde zich in het
bureau om. De Prins kleedde zich
daarna weer om." (Hbl.)
Co'sy Corner
De nota biedt gelegenheid om uit te
vinden of het hem werkelijk ernst is
met zijn voorstellen." (Hbl.)
Ja,wat dacht je dan, dat ik je
Jet had "uitgevonden ?" (Tel.)
Dat lastige Hollandsen
Het gebrom zwelde aan." (Hbl.)
Heijermans zinde op wraak."
(Ons Toon.)
Uit de hoogeschool der
journalistiek
Bangkok is een aangename, stad
om er te zijn." (Hbl.)
niet
Red.
Na het bekend worden van den
aanslag was men dadelijk inmiddels
van alles natuurlijk op de hoogte ge
komen." (Tel.)
De volle honderd procent ICO %
,,De commissaris komt voor hon
derd procent op voor de belangen der
neringdoenden." (Hbl.)
Indien de beweging voor 100 %
in werking zal treden is dit geld in
een paar dagen op." (H. P.)
De niet volle honderd
procent 100 %
Hij wist dit toen met 80 % zeker
heid te rapportecren. "?.-//£. Ind. Dbl.)
De streep eronder
,,Haar kousen die haar kleine voet
zoo flatteus onderstreepten." (H.D.)
De symbolische beteekenis van
het huldeblijk wordt prachtig onder
streept." (N. Haarl. C.)
Onze adverteerende
humoristen
Voor mijn neef zoek ik een knap
bemiddeld meisje van eerste familie
ten einde met hem een huwelijk aan
te gaan." (Tel.) \
..Leuke dansclub in Z. vraagt be- \
schaafde leden, goed milieu, gratis
contributie." (Hbl.)
Correspondentie
Charivarius ontvangt weer gaarne
knipsels: i
B
f
f
I
i
B
nlltllltl|||H
innniimmiiimniiitiiiiniiiui'
.
!i
PAG. 17 DE GROENE No. 3101