De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 14 november pagina 2

14 november 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

y, -4 en DE GROENE AMSTERDAMMER Opferlcht In 1877 Weekblad voor Nederland onder hoofdredactie van PROF. MR. A. C. JOSEPHUS JITTA 60e jaargang No. 3102 Redactie: Mr. M. KAN N. TH. MOUSSAULT, Dr. P. H. RITTER jr., Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO en Mr. R. H. DIJKSTRA Red. en admlnlstr : Keizersgracht 355, Amsterdam C Telefoon 37964 - Postglro 72680 - Ge m. giro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar. Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd. FRANKRIJKS MOEILIJKHEDEN M. Kann TERWIJL wij in Nederland aan de mate waarin de nieuwe staatsleening geslaagd is, kunnen vaststellen, dat ons staatscrediet zich niet alleen volkomen heeft kunnen handhaven, maar in de aera der nieuwe monetaire politiek zelfs nog versterkt naar voren treedt, moeten de Franschen erkennen, dat zij nog steeds niet zoover zijn. Het is moeilijk de oorzaken daarvan precies na te gaan, daar zij niet alle van materieelen aard zijn, maar voor een deel van psychologischen oorsprong. Het vertrouwen is nog niet terug gekeerd, al zijn er symptomen van beterschap te bemerken. Men kan waarlijk Blum niet aansprakelijk stellen voor fouten, die voor 98 % door zijn voorgangers gemaakt zijn. De Fransche begrootingen hebben in geen jaren een evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven te zien gegeven. Nu is dat zoo erg niet, zoolang de geldmarkt in staat is bij te springen. Dat in deze tijden extra uitgaven noodzakelijk zijn, is een punt, waarover in Frankrijk alle partijen het eens zijn. Vandaar de gewoonte de begrooting te splitsen in een gewoon en een buitengewoon budget. Maar het ging er nog al eens met den Franschen slag toe en de gewoone begrooting placht slechts op papier te kloppen. Van een en ander is het gevolg geweest, dat het staatscrediet afbrokkelde. De koersen der staatsleeningen daalden. Het werd steeds moeilijker nieuwe leeningen aan te gaan. Ten leste kon nog slechts een Engelsen crediet tijdelijke uitkomst brengen. MET de overwinning van links in den verkiezings strijd in het voorjaar begon de volksfrontpolitiek. De deflatiemethoden van vorige regeeringen werden radicaal overboord gezet. Deze methoden hadden tot niets geleid. Blum begon met een daar aan diametraal tegenovergestelde politiek: die van het doen van uitgaven. Gezien het succes van Roosevelt, verwachtte hij ook voor Frankrijk meer heil van royaliteit dan van aanpassing". De geschiedenis zal erover oordeelen of de politiek van voortstuwing der conjunctuur door het doen van uitgaven in Amerika met meer over leg en minder fouten gevoerd is, dan in Frankrijk. Waarschijnlijk zijn in de Vereenigde Staten veel tegenstrijdige maatregelen genomen en niet weinig fouten gemaakt en tóch is het succes niet uitge bleven. Of in Frankrijk mér fouten gemaakt zijn valt niet uit te maken. En het is nog veel te vroeg om over het succes te oordeelen. Maar wel kan men met zekerheid zeggen, dat de populariteit van de gevoerde conjunctuurpolitiek in Frankrijk lang niet zoo groot bleek als in Amerika. Eén der oor zaken hiervan was ongetwijfeld, dat men in Frank rijk van achteren naar voren begon. Eerst kwamen de loonsverhoogingen en de allerminst overbodige veranderingen in de wettelijke bepalingen nopens arbeidsduur en andere sociale aangelegenheden, terwijl de meest elementaire plannen tot werk'verschaffing op groote schaal nog ontbraken. Zoodoende kwam het tot prijsverhoogingen zonder quantitatieve consumptietoename. De devaluatie van den franc bracht verbetering. Het Fransche prijzenpeil zag zich gemakkelijk aangepast. Er stonden Frankrijk geen belemmerin gen meer in den weg om zijn aandeel te nemen in het herstel van de wereldconjunctuur. Duidelijke teekenen van dit herstel bleven in Frankrijk dan ook niet uit. Maar het vertrouwen in de Fransche valuta keerde daarbij niet tenig. Naast de moeilijkheden van economischen aard plagen moeilijkheden van politieken aard Blum's cabinet. De volksf rontregeering wordt mede gesteund l lui 7onillifOn komen tot rust, kalUW fcCIlUffCII meeren en worden daarbij tevens gesterkt door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten door de communisten. In de regeering hebben zij echter geen directen invloed. Hun fractie is niet vertegenwoordigd in het cabinet. Maar de zij het dan ook losse?verbondenheid met de communisten verleende de bijzondere kleur aan het zoo vaak in opspraak gebrachte Fransen-Russische verdrag. Een deel van de publieke opinie begon daarin niet meer of minder te zien, dan een samengaan met Moskou ook in Fransche binnenlandsche aangelegenheden. Men kan heden ten dage vrijwel geen Fransche krant opslaan, of men vindt dit thema terug. Nu wil dit niet zeggen, dat het Fransche volk in zijn geheel, of zelfs maar in grooten getale, terug zou zijn gekomen op de meeningen, die het uitte in de verkiezingsresultaten van dit voorjaar. De kranten behoeven volstrekt nog niet de publieke opinie weer te geven, zooals die er in waarheid uitziet. Maar de angst voor Moskou is op dit oogenblik (voor een groot deel onder den indruk van de gebeur tenissen in Spanje) zoo groot, dat een deel van de radicale partij aan het wankelen is gebracht. In de toekomst kan daarin voor het cabinet-Blum een groot gevaar schuilen. Zonder de radicalen kan hij niet regeeren. De debatten naar aanleiding van de begrooting zullen ons dienaangaande spoedig opheldering verschaffen. Intusschen is Flandin begonnen met zijn Union Démocratique den weg op te gaan van het zich van het volksfront afscheidend radicalisme. Hij wil aansluiting zoeken bij de middenpartijen. Het is mogelijk, dat hij het bij het rechte eind heeft en dat hij met de scherpzinnigheid van een doorwinterd politicus begrepen heeft uit welken hoek de wind waait. Maar dit is tenslotte allemaal politiek gedoe, waarbij de realiteiten wel wat al te veel uit het oog verloren worden. HET is nu eenmaal een van de paradoxen der hedendaagsche politiek, dat een linksche regee ring zich niet de zoo hoog noodige luxe van een bondgenootschap met Sovjet-Rusland kan veroor loven en een rechtsche regeering wel. Het is Barthou, een man van rechts, geweest, die de banden met Rusland heeft aangeknoopt. En het is dan ook alleen een uitvloeisel van de demago gische praktijken, die in de tegenwoordige politiek zijn ingeslopen en van de gewoonte om valsche voorstellingen v den staatan van zaken te geven, wanneer dat gunstig lijkt, waaraan het anti-Russisch kabaal te danken is. Het pleit voor een man als Mandel, die ongetwijfeld tot de oppositie behoort, dat hij gewezen heeft op de noodzakelijkheid om het verdrag in stand te houden. Het Russisch bond genootschap berust op realiteiten van buitenlandsch politieken aard. En het is juist daarin, dat het principe van wederkeerigen bijstand tot uiting komt. -De paradox, dat Blum zich niet kan veroorloven wat een meer naar rechts georiënteerde regeering zich ten aanzien van het bondgenootschap met Rusland wel veroorloven kan, berust op psycholo gische factoren. Dergelijke zaken worden niet alleen met het nuchtere verstand, maar ook met het gevoel beschouwd. Temidden van al het lawaai om het bondgenootschap met Rusland lijkt mij dit bondgenootschap zelf evenwel niet in gevaar. Hoogstens het kabinet-Blum. Maar ook hierin kan de tijd wonderen verrichten. Juist zulke gevoelsoverwegingen plegen na verloop van tijd, wanneer de spanning waaronder zij ontstaan zijn verminderd, zwakker te worden. Wanneer er voor Frankrijk een tijdperk van rust en ontspanning intreedt en het herstel der bedrijvigheid duidelijker bernerkbaar wordt, dan zullen al deze factoren van psychologischen aard ophouden Frankrijk nadeel toe te brengen. Dat slaat evenzeer op een zoo gewich tige en in haar uitwerking zoo zakelijke aange legenheid als de terugkeer in het vertrouwen in den franc, als op het groote belang, dat er voor de tóekomst in gelegen is, dat men weer terug keert tot een vast omlijnde buitenlandsche politiek. Tenminste zoolang die politiek den vrede dient. PAG. 2 DE GROENE No. 3102 DE DICHTi Open Brief aan A. ROLAND HOLST Naar aanleiding] van nevenstaand gedicht Amice Care, LINKS of rechts" in nauw verholert\ tiehen zin aan te treffen in een jouw hand is een onvermoed avontu letteren, dat nochtans niet de, op het eerste \ absurde, behoefte om daarop van een we dienen kan verklaren. Is het eigenlijk niet zoo, dat we hier, veelt met een vers van den dichter van Winter aan\ van doen hebben met een berijmde these van < opgeheven ontgoocheling? De opzegging van i relatie met de stroomingen van hier en th het postulaat van volmaakte onaando daarvoor van den dichter, lees ik in deze Daartegen stelling te nemen schijnt mij ter wille van veel wat zal moeten zijn, als uxBJ ten onder is gegaan. Vandaar deze brief i plaats. Wat voor den dichter ten deze geldt, allen gelden, voor wie de dienst van den laatste rechtvaardigingsgrond is. Te ontkennen valt niet, dat in hun het oude Europa, dezulken allengs vervallen i staat van ondraaglijke vereenzaming, waarin i heid van hoon en verguizing iedere belijdenis] te zullen verstikken, en die in haar schrS realiteit schrijnend contrasteert met de eenza romantiek, waarmede tot voor luttele jai»\ zich te beschutten placht tegen een al tt gemeenzaamheid. Door ons in die vereer verhoogvaardigen en, haar tot norm verhefft volstaan met een brekelijk spel van glassch schelpen, zouden wij echter haar wezen zelve miskennen en verloren ondergaan in die wij meenen te verfoeien. Er is een gemeenschap, die ontstaat uit < de gebeurtelijkheden van leven en dood, de persoonlijkheid zich prijs geeft om iedffl der onbeschutte uitzonderlijkheid te ontgaan. de gemeenschap der horden, die alles ontk bedreigen, wat ons dierbaar is. Maar er is ook een nadere gemeenschap, met en uit het woord (materie van den die mensch tot mensch gesproken, die wellicht wezenlijk distinctief is van dezelven overigens leeft in deze wereld. ledere slechts de totaliteit der collectieve verworve een dergelijke gemeenschap, voorondersteld,* staketsel en voedingsbodem, voor de indi der deelgenooten, die zich daarboven kan Fit blijven FIT" is een tijdschrift, dat u wil uzelf ten volle te ontplooien. In het ber-nummer staat een artikel: Vijf minuti dag om fit te blijven. Des Maandags ge volgende recept: Leg een boek op den grond. Laat uw l op dit boek rusten en uw hielen op den Probeer u nu zoo hoog mogelijk op de te verheffen. Begin met een dun boek. Latetj u misschien een iets dikker nemen. keer of tien op en neer, op uw teenen." Tot onze vreugde stelt het Nieuwsblad] den Boekhandel" hiertegenover een getiteld: Vijf minuten per dag om uw besc te ontwikkelen. Daarbij is voor. den het recept: Neem een boek ter hand. Laat uw boek rusten en gedenk de inspiratie, de de liefde, waardoor het tot stand gekoma er er zoo goed mogelijk in te lezen. Begin romannetje. Later kunt u misschien irders verwerken. Zeg een keer of tien: is er alleen om gelezen te worden." voor de jeugd! [heer Alfred Dennis, rechter te Weymouth, eft gepleit voor het aanstellen van jonge echters. Hij sprak daarbij radicale taal: ; de ouderen er uiten geef den jongeren een t i dezen strijder voor de rechten der jeugd verwachten dat hij óf wel zelf nog tot Jigen behoorde óf wel zelf tijdig pensioen tvragen. zeker zou men bij deze woorden niet dendat de heer Dennis actief rechter en* 97 is. (N THANS dei' voet geloopen dier gedrilde drommen Inks of rechts, met in zijn ooren hun gehuil koor van afgericht gejubel of gejammer r dan zij, hij in het stof en in het vuil jeze .vereld. In de rafels van zijn kleeren [j zijn lange leden liggen, eens gewend ndn gang dan dit bevolen opmarcheeren, tra i'jn hart vertrapt, dat al wat het niet kent pt, i n, zoo gekend, met honen zou verguizen. den voet geloopen, in zijn linkerhand ielp. breekbare waarborg van het eeuwig suizen, zijn rechter een glasscherf, die de open brand ider licht weleer in een smal torenvenster it, litft hij verworpen, maar zijn trots volstaat it b-waarde: verre stem en ijle glinster 'len zijn als wat nu is ten onder gaat. \haar nooit kan verzaken zonder zich zelve i ondergang te doemen. Laat ons dat deemoedig M. \?de Pooltocht der Verbeelding", dat typisch lansch stuk proza, dat ik onlangs toegewijd heb je eerder de dichters aangeduid als ver, eeuwenlang, de uitgezonden vermetelen imperialisme der ziel", die gedreven werden ! hoop nieuwe wingewesten te kunnen toe aan troon en volk", thans echter vereenzaamd wrmoedigheid en wrevel om een menigte, volk meer is" en niet meer bruikbaar voor tmeen doel. \at je niet toen en nu, dat als het verband in df oude volken verloren gaat, die verkenners t nieuwe volken op hun zwerftochten kunnen 'en, waar de prachtige of strenge rijkdom" van egeuoerde lading van hand tot hand kan \tn nieuwe bezieling kan wekken, en waar vor ,,het verlies van wortels en nest" solaa* \geboden? ivel, dat ik niet meen, dat wij volksch i moeten worden, in den zin waarin zulks wordt m door de z.g. volle levers" onder ons, die 'ing van hun povere verlangens zoeken in een 'iels-Cineac, liever dan zich in de moeiten en 'ihkingen van de wezenlijke ontdekkingsreizen n geest te wagen. Maar wij zouden ons van hen luttel onderscheiden, indien wij de dwingend ''n tijd gestelde problemen, die in weerwil van chijn vóór alles geestelijke problemen zijn, trachten te ontgaan in een gecultiveerde een'id en verzuimden naar nieuwe contacten te i' ?'.??. ' ? . . slech's de speurtochten opnieuw en telkens vtüaard worden door dédaartoe geroepen ver[fi i's het, dunkt mij, van weinig belang of zij """k of naar rechts worden aangevangen. Mits elooze eerlijkheid wordt volhard, zulten wij ten stotte terug vinden bij dezelfde volken, nijn stellige overtuiging de volken van links Wijken te zijn, de eenige die onvoorwaardelijk w kunnen bieden, omdat zij van ons niets te hebben. . laat ons voorloopig alle politiek ter zijde ieder met eigen werktuig en compas den tocht den, met een hartelijk tot weerziens. Als steeds je R. H. D. OF IX NOVEMBER IS IN EUROPA'S WESTELIJKE hoofdsteden voor de achttiende maal de wapenstilstandsdag gevierd. Hoeveel wijzer zijn wij geworden? In de arsenalen daveren de stoomhamers, op de marinewerven overstemt het doordringend geratel van de pneumatische klink* machines het geloei der Novemberstormen en in Frankrijk en Engeland (om van Duitschland maar te zwijgen) moet de particuliere vliegtuig-industrie zich staatstoezicht en overheidsinmenging laten welgevallen, waarbij de staat eenerzijds een deel der winst opeischt, die aan de geweldige opdrachten verdiend wordt, en anderzijds voorschrijft welke investeeringen moeten geschieden opdat in tijd van oorlog de noodige fabriekshallen en machines gereed staan en een nog grootere productie ver zekerd is. Niettemin schijnt het dreigend spook van een nieuwen wereldoorlog toch weer op den achtergrond te geraken. De herlevende bedrijvigheid is daarvan zeker een der voornaamste oorzaken. Te meer omdat de tegenstelling hoe lariger hoe duidelijker wordt: de economische opleving zet zich voort in de liberale en democratische gebieden onzer veel-geplaagde aarde, de zelf-gewilde afslui ting en de onzekerheid, wat de toekomst brengen zal, rusten loodzwaar op die staten, die de gevaarzine van Europa vormen. Geen volk wenscht oorlog. En al mochten sommige machthebbers niet afkeerig zijn van krijgslustige avonturen en daarbij over voldoende psychologische middelen beschikken om hun volkeren op het beslissend moment mee te krijgen over de economische middelen om een oorlog vol te houden, beschikken zij nog niet. Zoo blijft dus voorloopig de vrede in stand. Intusschen woedt nog steeds de Spaansche burgerkrijg, een oorlog die misschien nog menschonteerender is dan een Europeesche oorlog. Een eind is hieraan nog niet te zien, zelfs als Madrid gevallen mocht zijn..Dat de menschheid werkelijk de lessen van den oorlog geleerd zou hebben, is iets dat wij nog niet behoeven aan te nemen. REEDS ALS PRINS VAN WALES HEEFT BNGELANDS jonge Koning zijn vader vertegenwoordigd bij de jaarlijksche plechtigheid in White Hall waar op 11 November de wapenstilstand bij den cenotaaf herdacht wordt. Nu was hij daar in eigen rechte. Nauwelijks een week tevoren had hij het parlement geopend en in zijn troonrede de wet aangekondigd, die nu is ingediend en aan de regeering het recht moet geven aan het dragen van uniformen en aan stoot gevende onderscheidingsteekenen paal en perk te stellen en ordeverstorende optochten en meetings te verbieden. Het is zoover gekomen dat dit, in het van alle private inmenging zoo afkeerige Engeland, noodig werd geoordeeld. Maar het zijn niet alleen binnenlandsche zorgen, die drukken op de schouders van Edward VIT. Reeds dezen zomer heeft hij zich voor de Britsche zaak gespannen, op zijn toer door de Middellandsche Zee. Het wordt nu hoe langer hoe duidelijker dat Engeland ten slotte een diplomatiek succes geboekt heeft. Wel heeft Mussolini waarschijnlijk uit gekrenktheid dat hij de erkenning van zijn Keizerrijk er niet bij de groote mogendheden en slechts bij zijn Centraal-Europeesche vrienden door kon krijgen in zijn rede te Milaan zeer trotsche woorden aan het adres van Engeland laten hooren, maar ook in de hieruit voortvloeiende pourparlers heeft Groot-Br ittanniëde overhand behouden. Engeland wenschte werkelijk niet door den Duce genadiglijk erkend te zien, dat het rechten kon doen gelden op een ongestoorden doorgangsweg door de Middel landsche Zee. En het wilde dan ook op geen ver drag ingaan nopens verdeeling der. invloedssferen. Integendeel, de Middellandsche Zee is een levens belang voor het Britsche Rijk, zooals Eden het uitdrukte, en Engeland zal dit belang hoeden, zonder voor 't overige Italiëook maar iets van het zonlicht te misgunnen. Dat klonk allemaal vaag en weinig-zeggend. Maar het ging in de eerste plaats om iets concreets: om de Balearen. Door discrete personen overgebrachte wenken lieten Mussolini er niet over m het onzekere of Frankrijk en Engeland blijvende strategische stations op ander mans gebied zouden dulden. In Marokko en in de eerste plaats op de Balearen, waar het eilandje Ibiza feitelijk in Italiaansche handen is. Het Foreign Office beschikte dienaangaande over objec tieve gegevens. Het was duidelijk dat de Engelsche diplomatie deze actie tevens uit naam van den Quai d'Orsay voerde. Uit politieke overwegingen moet de Fransche diplomatie nóg strikter achter de schermen blijven. Kort en goed, Mussolini die PAG. 3 DE GROENE N». 3102 zich de weelde van een werkelijk conflict met Engeland niet veroorloven kan, moest bijdraaien en dat deed hij heel handig. Hij maakte gebruik van de toevallige" aanwezigheid van den in fascis tische kringen zoo goed georiènteerden corres pondent van de Daily Mail, Ward Price, om te publiceeren dat hij iedereen zou verachten die een stuk van zijn land aan een vreemde mogendheid afstond. Dat was flink gezegd, maar de Italiaan sche terugtocht van de Balearen is er mee bezegeld. OOK NAAR OOST-EUROPA STREKKEN 7ICH DB zorgen van het Foreign Office uit. Terwijl Rydz Smigly tot Maarschalk van Polen verheven werd een plechtigheid waarbij naast zijn militair gezag ook zijn politiek gezag bevestigd is bevond zich de PooJsche minister van Buitenlandsche Za» ken, Beek, het enfant terrible van Europa, te Lon den. Haalde ook hier het Foreign Office voor zuster Marianne de kastanjes uit het vuur? Beek werd met ongewone attenties overladen. Hij mocht meeaanzitten bij den Lord Mayor in Guild Hall en zag zich weer erkend door de grooten der aarde. Dit zal ongetwijfeld een heilzamen en kalmeerenden in vloed hebben op zijn avontuurlijken en zelfs roekeloozen geest. Beek heeft een tijd lang een antiFransche politiek gevoerd waarvan de oorsprong gezocht moet worden in gekrenkte ijdelheid. Niet zoozeer persoonlijke als wel nationale ijdelheid. Hij is toen in het vaarwater van Duitschland geraakt. Daarbij is Polen niet wel gevaren. De economische voordeelen, die Polen daarvan verwachtte, bleven uit. Toen begon het in Danzig te spoken. Voorzoover daaronder slechts Duitschers te lijden hadden, liet dat den Polen koud. Nu ook Polen het slachtoffer worden van nationaal-socialistische mishandelingen is het besef ontwaakt dat men Danzig te veel aan zijn lot heeft overgelaten. Zich rond-uit tot den Volkenbond wenden, dat is iets dat Beek nog niet aandurft. Schuldgevoelen maakt nu eenmaal kriegel. EEN LICHTPUNT, MEER DAN DAT: EEN NIEUWE dageraad beteekent voor ons het verbluffend succes der Nederlandsche staatsleening. Hiermee wordt bewezen dat in de nieuwe en nog hoogst on volkomen monetaire orde, het crediet van ons land en van zijn ruilmiddel zeer hoog wordt aangeslagen. Gevlucht kapitaal blijft ons toevloeien. Maar er blijkt mér uit het succes dezer drie procents lee ning: dat in den tijd van herstel die wij nu voor ons uit zien, het geld overvloedig zal zijn en goed koop en dat wij, voorzoover wij bij zulke zaken over een blijvenden toestand kunnen spreken, een periode tegemoet gaan waarbij belegde kapitalen geen hooger rendement dan 3 of 37$ procent zullen afwer pen, zoodat nog wel meer leeningen en conversies zullen volgen. Voor het overige zij er nog op gewezen dat zich nu ook bij ons, evenals in Engeland en in Amerika, het vroeger onbekende verschijnsel voordoet, dat na het verlaten van de goudpariteit, het crediet juist grooter wordt! Waarmee niet ge zegd wil zijn, dat men slechts van 't goud af hoeft te gaan, om crediet te krijgen.... En zijn ook andere factoren in 't spel, bovenal: het vertrouwen. BIJ DE ALGEMBENB BESCHOUWINGEN OVER de begrooting 1937 is het welslagen van deze conversie!een ing algemeen als een gunstig verschijnsel toegejuicht. De stem in de N.R.Ct. die deze soort aanpassing" plotseling verkeerd vond, heeft in onze Kamer van Honderd gelukkig geen enkelen weerklank gevonden. De heer de Geer moest zelfs constateeren, dat het optimisme zich nu naar de regeering en haar aanhang, en het pessimisme zich naar de socialisten had verscho ven. Deze omwisseling van stemming is er echter in de eerste plaats een van politieke seizoenswisse ling: de regeering wil zich voor het voetlicht der komende verkiezingscampagne zoo gunstig mogelijk voordoen, de oppositie heeft er baat bij de verloopen periode zoo zwart mogelijk af te schilderen. Eerst in de tweede plaats heeft dit psychologisch stuivertjewisselen zijn grond in de feitelijke economische verhoudingen. De beurs opleving en de grootere zekerheid van het crediet heeft voor de volksgroepen, waarop de S.D.A.P. De grootste collectie werkelijk mooie lampen vindt u bij: JA C D CT D C Ceintuurbaan 308 M O r U. f\ O telef. 21006-91740 Toonzalen óók op de eerste tage. !!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl