De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 21 november pagina 2

21 november 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER HETVOORBEEl Opgericht In 1877 Weekblad voor Nederland onder hoofdredactie van PROF. MR. A. C. JOSEPHUS JITTA 60e Jaargang No. 3103 Redactie: Mr. M. KA N N, TH. MOUSSAULT. Dr. P. H. RITTER Jr., Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO en Mr. R. H. DIJKSTRA Red. en admlnistr : Keizersgracht 355, Amsterdam C Telefoon 37964 - Postglro 72880 - Ge m. giro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd. IDEUTOTIIOTDIIK AMSTEIDAM1940 ELKE Hollander die zich zelf respecteert heeft een neiging om bij de gedachte aan een Wereldtentoonstelling maar wat te meesmuilen. Hij verbeeldt zich misschien, dat hij zulks aan zijn geestelijke standing en soliditeit verplicht is. Er zijn echter vele zaken ten aanzien waarvan dat zeker niet minder het geval zou behooren te zijn en waar wij ons wel warm voor maken. De werkelijke oorzaak voor deze neiging ligt waarschijnlijk in de herinnering aan gemelijke vermoeidheden en geïrriteerde stemmingen, die ons van bezoeken aan dergelijke tentoonstellingen elders is bijgetleven, omdat wij te ijdel waren om ons in een tentoonstellingstreintje te laten rond rijden, een hartelijk glas te drinken of ons in de kinderlijke geneugten van het Lunapark te vermeien. Wij hadden en hebben daarmede ongelijk. ledere wereldtentoonstelling moge dan onver mijdelijk een element van charlatannerie hebben, dat neemt niet weg dat zij zoowel psychologisch als economisch voor de natie, die zich aan haar opzet waagt, zeer reëele en heilzame gevolgen kan hebben. Een dergelijke opzet veronderstelt en prikkelt de ondernemingslust in het land en wijst op een gezonden drang tot Selbstbehauptung" naar buiten. Zij stimuleert het openbare leven en geeft gereede aanleiding tot het ontstaan van nieuwe contacten zoowel nationaal als internationaal. Kortom zij brengt leven in de brouwerij, en dat kan, mits het op het juiste moment geschiedt, vooral . ook in zijn nawerking van eminent belang blijken te zijn. Wij mogen, als niet alle voorteekenen bedriegen, nu wél aannemen, dat zich in het economisch leven ook voor ons land eindelijk eenig herstel zal gaan af teekenen. Het zal echter nog geruimen tijd duren alvorens alle groepen der bevolking daarin merkbaar hun deel zullen krijgen. Speciaal onze middenstan ders zullen te dien aanzien, als geen bijzondere maatregelen worden genomen, nog het noodige geduld moeten oefenen. En juist deze bevolkings groep zou in de gunstige gevolgen van de organisatie eener Nederlandsche wereldtentoonstelling zoo rijkelijk haar deel kunnen krijgen, niet alleen com mercieel uiteindelijk maar al dadelijk, bijaldien het blijde vooruitzicht van een grootere bedrijvigheid haar een hart onder de riem kan steken, de fantasie prikkelt en een geest van vruchteloos morren kan helpen overwinnen. Het is om al deze redenen, dat het door een Commissie onder leiding van den Voor zitter van de Amsterdamsche Kamer van Koop handel genomen en door het Gemeentebestuur dadelijk hartelijk ondersteunde initiatief om in n der eerstvolgende jaren in Amsterdam een wereld tentoonstelling te organiseeren, zoozeer toejuiching en steun van allen kant verdiende. Het is ook daarom, dat nu. de plannen dier Commissie op gebrek aan medewerking bij de Nederlandsche Regeering dreigen vast te loopen, dezerzijds een poging wordt gedaan om op eigen wijze en naar beste krachten aan de voorstanders dier plannen steun te verleenen en daarvoor belangstelling te vragen in breeder kring dan waarin zulks tot nog toe geschiedde. Wat Belgiëomnium consensu tot groot nationaal profijt binnen enkele «aren tot tweemaal toe, in Antwerpen en Brussel, heeft kunnen bereiken te dezen aanzien, moet ook voor Nederland en in Amsterdam mogelijk zijn. Als de Nederlandsche Regeer ing weigert zoowel, den financieelen steun te verleenen die haar gevraagd is, als haar machtiging te geven voor het houden van groote nationale loterijen, zoo als die in Belgiëen elders plegen te worden ge organiseerd om de noodige gelden bijeen te brengen, zal een andere financieringswijze moeten worden gevonden. Dat zulks mogelijk zal blijken, wan neer allen, wier belangen direct of indirect met het welslagen van een onderneming als de onder havige gebaat zijn, daartoe de handen ineenslaan en een krachtige bewerking van de publieke opinie wordt georganiseerd, lijkt nauwelijks dubieus. -4 Wij staan hier voor een herhaling van hetgeen in 1925 is voorgevallen toen een beslissing moest worden genomen of de Olympische Spelen in 1928 te Amsterdam zouden kunnen worden gehouden, ja dan neen. Ook toen dreigde de heele zaak op financieringsmoeilijkheden vast te loopen, wijl de regeering op principieele gronden haar toestemming tot het houden van een loterij meende te moeten weigeren en anderzijds de Tweede Kamer een subsidieeringsvoorstel der Regeering verwierp. Ook toen hebben Amsterdam en de Nederlandsche burgerij zich zelf geholpen. De Olympische Spelen 1928 hebben in Amsterdam plaats gehad en is er iemand die er spijt van heeft gehad, dat hij met zijn finan cieelen steun aan het overweldigend succes heeft medegewerkt ? Laten wij ons aan dit voorbeeld spiegelen. De tijden zijn sindsdien veranderd, zeker. Veel van wat toen mogelijk was is het thans niet meer, maar veel van wat thans noodig en noodzakelijk is, was het toen ook nog niet, en de Nederlandsche belangen die bij het welslagen van een wereldtentoonstelling, die zes maanden pleegt te duren, op het spel staan, zijn ook zooveel grooter dan die van Spelen, die in enkele weken haar beslag krijgen. Burgemeester en Wethouders van Amsterdam hebben dezer dagen officieel verklaard ter zake diligent te zullen blijven en niet te zullen nalaten, alsnog pogingen in het werk te stellen, de Re geering op haar voorloopig negatief besluit te doen terugkomen, overtuigd als zij zijn van de groote beteekenis voor stad en land die een Amsterdamsche wereldtentoonstelling zal kunnen hebben voor de bevordering van het vreemdelingenverkeer en ver meerdering van werkgelegenheid. Van harte zij hun succes bij deze pogingen toegewenscht. Het mag daarbij echter niet blijven. Het stadsbestuur en de commissie, die reeds zooveel en belangrijk voorbereidend werk deed, behooren thans daadwerkelijken steun uit alle kringen der burgerij te ontvangen. Op de volgende bladzijden van dit nummer vindt men een aantal bijdragen, waarin getracht wordt een beeld te geven van wat de Wereldtentoonstelling Amsterdam 1940 zou kunnen worden. Deze tentoonstelling wordt dezerzijds, in overeen stemming met de conclusies waartoe anderen kwa men bij de bestudeering van de zich voordoende mogelijkheden, gedacht als gewijd aan een enkel, zij het zeer omvangrijk, onderdeel van het econo mische en cultureele leven, dat van verkeer en communicatie. Het aandeel dat Nederland door de eeuwen heeft gehad in het wereldverkeer, materieel zoowel als geestelijk werd niet in Nederland de boekdruk kunst uitgevonden en tot haar eersten bloei gebracht, en waren niet onze voorvaderen meesters van alle zeeën, terwijl ook nu weer Nederland bij de ont wikkeling van luchtvaart en radio-verbinding in de voorste rijen staat? zou een dergelijke keuze reeds rechtvaardigen. Zij biedt echter daarnevens tal van voordeden, ideëele zoowel als materieel e. Zij maakt het mogelijk, den daarop te baseeren opzet een minder chaotisch karakter, dan dien van vele andere wereldtentoonstellingen, en daardoor een wezenlijker belang, te geven. Zij biedt gelegenheid, de internationale belangstelling te verlevendigen door de organisatie van tal van belangrijke con gressen en verkeers-manifestaties. Zij kan, mede daardoor, een tentoonstelling als deze in dienst stellen van hét streven naar internationale toe nadering, zonder dewelke iedere verdere ontwikke ling een geperverteerde absurditeit wordt. Waarlijk, wie zich ernstig rekenschap geeft van hetgeen hier te bereiken valt, kan niet lang aarzelen, met zijn besluit om naar eigen kracht aan de reali satie van een dergelijke onderneming bij te dragen. Vrijwilligers voor!" is het parool dat thans het eerst dient te worden uitgegeven. Moge het den weerklank vinden, dien het verdient. ADOLPHE Minister van Burgem. van Bn Voorz. Uifv. Co Wereldtentoon l ing Brussel /N een verontruste wereld, waarin sedert economische gebeurtenissen beurtelings uoi»] landen teleurstellingen brachten, scheen de meene Wereldtentoonstelling te Brussel in gewaagde uiting van geloof in de toekomst, onverwachte succes, waarmee zij bekroond doordat zij in zes maanden twintig millioen trok, heeft in de massa een heilzaam gevoel vantij moed gewekt. Weer eens hebben de optimisten, hun vertrouwen in de toekomst, ondanks alle i vreesachtigheid en tegenwerking, het gewonnen] kan dit met een levendige voldoening vaststellen i mij tot het Hollandsche publiek richt, dat tentoonstelling zooveel belangstelling heeft Ik kan niet nalaten bij deze gelegenheid lof \ zwaaien aan de Nederlandsche regeer ing buitengewone uitvoering van het Nederlandsche; joen, dat zoowel door zijn architectuur als doot\ inhoud tot de meest geslaagde behoorde. Als men mij vraagt wat het resultaat geweest tt| deze prachtige economische samenwerking landen, moet ik mij tot enkele punten beperken,\ de weldadige gevolgen van een vreedzame demon van dezen omvang zijn zeer groot in getal, tn\ vooral op den langen termijn. De tentoonstelling heeft haar opvoedende want zij leert aan de massa wat zij aan de vindin, heid en noeste vlijt der menschen dankt. Als resultaat van de economische krachtsinst toont zij de mate van materieele ontplooiing tie van elk hunner. ly heeft haar artistieke waarde voor haar kunsten; haar intellectueete waarde door het ijk aantal congressen en lezingen, waarbij atmosfeer van internationale krachtsinspanbegr'Pt contact en toenadering wekt, die allen ut W"' i ten tijd van internationalisme, die zich eiken tn0g Accentueert door steeds weer snellere verbinLR| maar waarin de werkzaamheden steeds intensteeds gespecialiseerder worden, beantwoordt irelJtentoonstelling aan een sterk gevoelde be ven synthese. Zij wordt een noodzakelijke g voor allen die op de hoogte wenschen te zijn groei der wereld waarin zij teven. En haar e terugkeer wordt steeds wenschelijker naar tjut rythme van dezen groei zich versnelt. Zij is \het >enige middel om van tijd tot tijd en in het ' > vc.n enkele dagen een overzicht te krijgen van __ beschaafd mensch behoort te wsten. Het is een ^ w f de beschaving zelf, dat er om de twee, drie Europa een wereldtentoonstelling plaats vindt. ir -.uil deze grootsche onderneming zijn doet in wil zij den volkeren tot nut zijn, dan is iV. dat zij gelegen is in gemakkelijk toegan< lar.lstreken, die aan een aantal voorwaarden j. mif betreft spreek ik den wensch uit, dat Hot\dat >p elk gebied over zooveel actieve menschen , da eerstvolgende maal aan de beurt komt en t eer Wereldtentoonstelling organiseert, waarin ?tger- met honderduizenden het contra-bezoek : >r het bezoek dat hun Nederlandsche buren ,'5 hebben gebracht. En voor de vervulling ter. wensch heb ik vertrouwen in den onderpgc..st en de wijd vermaarde kundigheid van ?ieri mdsche volk. DB OUDE BALDWIN HEEFT EEN STOUT STUKJE uitgehaald. Hij heeft openlijk verklaard, dat hij in 1933 reeds drommels goed wist dat de internationale toestand hoogst critiek ge worden was en dat, sinds Hitler in Duitschland het bewind aan zich getrokken had, Engeland zwaar moest bewapenen. Maar de publieke opinie was er nog niet rijp voor bewapeningsplannen. Begrijpend dat een Labour-regeering de bewapening toen heelemaal zou verwaarloozen, had hij maar net gedaan alsof hij nog geen gevaar zag in de overtuiging dat hij anders het volksvertrouwen zou verspelen. Had Baldwin daarin gelijk? Waarschijnlijk wel. Zelfs nu is Engeland nog overwegend anti-militaristisch. Maar alleen nog maar in principe, niet meer in praktijk. Er wordt hard aan de bewapening ge werkt. Overigens hebben Hoare en Eden onlangs nog uitdrukkelijk verklaard dat deze bewapening diende om beter dan tot dusverre de volkenbonds beginselen te kunnen handhaven. Maar tenslotte weet iedereen, dat de tijden er niet naar zijn om lang over beginselen te praten. Het is duidelijk dat Labour er ook al mee in z'n maag zit. De arbeiders partij ziet in, dat bewapening noodig is om te zorgen dat de democratie niet onder den voet geloopen wordt. Zij wenschf zelfs bewapening. Maar aan den anderen kant wil de partij geen schaapkens verliezen, zoodat zij haar heil zoekt in de kortzichtige uitvlucht dat Engeland niet behoort te wapenen voor zich zelf, zooals nu het geval is, maar voor den Volkenbond. Maar dat is theorie. Men moet van twee kwaden het beste kiezen. En dan is 't maar beter het hersenschimmige anti-militansme te laten varen en zich te vergenoegen met 'n tikje demagogie. Hoe krijgen op de wed Mr. T. J. Versch Oud-Minister Economische Zak dat Amster dan( Weretdtentc doorgaat dan publiek moeten zal, als het eenmaal j loopt, wel genoeg worden. Maar hoi gen wij het zoover, dat het zijn schredffi\ de toonzalen richt ? Zoo gauw de beslissing over het de grootsche onderneming genomen is, reclame-plan tot uitvoering worden Een jaar voor de opening beginnen, lij niet te vroeg. Vooral voor de afgelegen onzer globe. Reisplannen, welke eenigt nenten omvatten, worden, zelfs bij de At niet vandaag gemaakt en morgen ten gebracht. Voor elk land of voor elk zat men de reclame op den juisten tijd < tijd van de groote reisplannen tot van hoogste intensiteit moeten opvoeren. , overat beginne men tijdig. ? Daarbij zal het overweging verdienen & in zijn eigen aard, om niet ie zeggen zf/*J zwak, te tasten. Overal zal het reclame me dat is dus iets waar clamare, dat is hard roepen, bij te pas komt. Men kan het i dat men maken moet, nog wel waar en houden. Wat den Franschman boeit, Amerikaan nog lang niet zeker trekken.^ ware, waardige, artistieke reclame; de verschillende groepen uit het afwisselend in den vorm. Als wij echter onze zinnen erop zetten kers ook van zeer verre te tokken, zal er\ moeten worden, of er bondgenooten in W plan betrokken kunnen worden. A'u |' niet, dat hotelwezen, stadsbestuur, ADOLPHE MAX, Minister van Staat. Burge meester van Brussel. Voor zitter van het uitvoerend comitéder Brusselsche ten toonstelling III l """"""""?""MIIIIIIIIIIHUIHHIB vreemdeling toonstelling ? telen nog meer over de brug moeten komen, bek.ng bij deze zaak zoo groot is. Neen, die ieele hulp spreekt van zelf en zal vooral den grondslag voor de tentoonstelling te '". Bondgenooten in de reclame. Voor aan most het duidelijk gemaakt da' in Old Europe in den zomer van >el u j t te zien en te beleven valt. Al wat ns land dan te arrangeeren valt ? bloemtyden, trips naar de Zuiderzee, afzonderlijke ntoor' -tellingen, congressen, dat alles moet i de t: sreldtentoonstelling gegroepeerd wor de i'iclame. Ja, op zoo grooten afstand verwijzing naar wat Uncle Sam in n Idoor nog in onze nabuurlanden kan gaan waarschijnlijk niet verkeerd werken. al Me aantrekkelijke dingen moeten tydgen ->oten in de campagne betrokken i-ts moet de reclame haar voordeel ? de : akkennis, die ook daarin verkregen lor dt tentoonstellingsleiding zelf kan het ' teugcis in handen houden. In Brussel de directie zelf, die telkens weer wat won 'om' de aandacht op gang te houden. \keer <tond er in alle Engelsche bladen: 'X ('f.n bekend ballonvaarder) die op de xhe Wereldtentoonstelling gister opge?!.-:eft met zijn ballon een gelukkige i-.At daar-en-daar. Het was de goednanü-r om in de heele Engelsche pers, in andere landen, een advertentie te ''(-gebeurtenissen van internationalen fïld-ratly op vtieggebied, enzoovoort, TT'ddelen zijn om de aandacht te lame te maken. [ <fe mreldténtoonsietting slechts als groote ff bedoeld kan zijn om in ons tand T tl ' ' 1 a«e aeelen van de brouwerij te brengen, op die show worden gericht. Voordat 'poorten opent, is dus de reclame dienst' al onze Nederlandsche belangen, die f olie reeds bij de reclame-wereld-campagne Partij moeten zijn. "HUN PAG. 2 DE GROENE No. 3103 INTUSSCHEN is DUITSCHLAND, HET ZICH TEN l strijdende rustende Derde Rijk, voor Engeland een ware nachtmerrie geworden. De opzegging der rivieren-clausules geldt als nieuw bewijs van onbe trouwbaarheid. Niet omdat de zaak zelve van belang zou zijn, doch meer van wege de wijze waarop. Reeds waren er overgangsmaatregelen ontworpen met Duitschlands volle medewerking. Nu blijkt men ook daarop geen staat te kunnen maken. Maar in Engeland bekijkt men daarop kan men niet genoeg den nadruk leggen deze zaak slechts als symptoom. En dan bevestigt zij een impressie die het publiek er ruim een week geleden te verwerken kreeg. Op Goering's en Goebbels' onjuiste voor stellingen inzake het koloniale vraagstuk was van wege het Foreign Office een vriendschappelijke démarche gevolgd. Even goede vrienden, maar men wilde de feiten rechtzetten. Deze démarche werd voor het Duitsche publiek in de Duitsche kranten verzwegen.... Zie, zooiets gaat er in Engeland niet goed in. Dat was niet sportsmanlike! Ribbentrop heeft het dan ook niet gemakkelijk. Hij heeft zich nu van de opdracht te kwijten om te informeeren naar wat er tusschen Eden en Beek besproken is. Wat er besproken was, blijft alles even vaag. Zeker voor zoover het voor publicatie of mededeeling vatbaar is. Slechts zal men te Berlijn nu wel begrijpen dat het onbegonnen werk is, een wig te drijven tusschen West en Oost. Maar wat doet 't er toe en wie gelooft er werkelijk nog aan een Nieuw Locarno"? IN DUITSCHLAND BRENGT DE NADERENDE WINTER niet veel goeds. Bedrijvigheid heerscht er genoeg maar het is de bedrijvigheid der inflatie en de conjunctuur der bewapening. De arbeiders hebben het zwaar te verantwoorden. Bij gelijkblijvende loonen wordt het leven steeds duurder. En verschil lende artikelen van dagelijksch levensonderhoud worden onbereikbaar. Dit geeft gemor. Maar de arbeid is half of heelemaal gedwongen. Het wordt ,,dienst". In de geremilitariseerde Rijnzone worden kazernes gebouwd. De arbeiders die daarvoor noodig zijn en uit andere gebieden komen, worden eerst aan een nauwgezet verhoor onderworpen. Dan worden zij beëedigd. Zij ontvangen een legitimatiebewijs met foto. Deze arbeiders zijn in groepen van 400 man in barakken ondergebracht, waar zij voor 20 pfennig 's nachts op stroozakken slapen. Het is den arbeiders niet geoorloofd van de eene firma over te gaan naar de andere. Ook is het rooken en onderbreken van den arbeid verboden. In groepen van drie staan zij onder toezicht van een voorman. Een slavenbestaan i Natuurlijk is de gewone gang van zaken in het particuliere bedrijf wel eenigszins anders. Maar overal waar het bedrijfsleven op de krijgstoerusting gericht is, vindt men dergelijke toestanden. Er wordt gewerkt onder militaire discipline, die er vooral op gericht is dat de arbeiders niet in de gelegenheid zijn kennis te nemen van eenig ander onderdeel van het werk buiten precies PAG. 3 DE GROENE Ne. 3103 datgene wat hun wordt toegewezen terwijl zij bovendien zoo veel doenlijk van de buitenwacht geïsoleerd worden gehouden. Het is een herhaling in 't klein, van wat er met het geheel e Rijk geschiedt: afgesloten houden van de buitenwacht. Dit geeft tot allerlei spanningen aanleiding. De stemming wordt steeds slechter en telkens op nieuw moet er weer iets gevonden worden om de aandacht af te leiden. Iets dat als een ,,succes", als een bevrijding" moet werken. Ziedaar de verklaring van den nieuwsten stap van Hitler inzake de eenzijdige opzegging der rivieren-verdragen. WSLKE BETEEKENIS HEEFT DUITSCHLANDS nieuwste verdragopzegging voor ons? Ook het statuut van Mannheim, dat vóór het Verdrag van Versailles bestond, wordt niet meer erkend. , Ook voor ons is het beginsel van meer belang dan de zaak zelve. Scheepvaart, ook op groote rivieren, is zoo zeer een internationale zaak, dat internatio nale regelingen zich als vanzelf opdringen. Blijft Duitschland ook tegenover neutralen" bij zulke eenzijdige en onrechtmatige handelingen volharden? Wij kunnen moeilijk aannemen, dat het niet tot een algemeene regeling zal komen. Zelfs het keizer lijke Duitschland is er voor terugschrikt een tol op den Rijn te gaan heffen. Neen, de vrije of onvrije Rijnvaart houdt bij ons de gemoederen nog niet bezig, EEN ANDERE ZAAK DES TE MEER: DB ZAAK-RIES. Na de brochure van Ds. Van der Heide is nu in beoerkten kring een publicatie verschenen van Mr. Bouman, een van Ries' raadslieden. Hij noemt zich ten deele partij". Maar het gepubliceerde materiaal, dat intusschen gemeengoed geworden is, is alles behalve vooropgezet-partijdig. Het lijkt nu buiten kijf dat twee ministers deze zaak met hun verantwoordelijkheid zullen moeten trachten te dekken. Niet alleen de minister van Justitie die reeds (en te vroeg) een speech j e hield, dat waar schijnlijk geen mensch in de Kamer of daarbuiten heeft kunnen bevredigen maar ook de minister van Financiën. Rehabilitatie van Mr. Ries lijkt niet meer voldoende. BIJ HET ALGEMEEN BEGROOTINGSDEBAT HEEFT onze premier in een voortreffelijke rede zijn beleid verdedigd tegenover de critiek, die in eerste instantie daar op was uitgebracht. De verwijten t.a.z. der gezagshandhaving heeft hij teruggewezen met een beroep op de noodzakelijke handhaving van tal van waardevolle burgerrechten. Het is inderdaad moeilijk het détournement de pouvoir", het mis bruiken van rechten voor doeleinden waartoe deze niet zijn gegeven, zooals dat in de nationaalsocialistische praktijk gebruikelijk is, tegen te gaan. Meestal is er alleen tegen herhaling van terreur daden iets te doen. Met tal van argumenten heeft minister Colijn duidelijk gemaakt, waarom econo misch herstel hier te lande óf moeilijker te bevorde ren was door actieve welvaartspolitiek óf minder resultaat kon hebben dan in Scandinavië, Belgiëen Amerika. Op het punt der werkloosheidsubsidie aan de gemeenten en dat der openbare werken, over tuigde hij echter noch ir. Albarda, die op de sterken teruggang van de laatste in de crisisjaren wees, noch mr. Goseling. Dezen laatste gaf hij toe dat het contact tusschen regeering en Kamer goed moet zijn, doch de ministers moesten dienaren van de Kroon niet van de Volksvertegenwoordiging zijn. T.a.z. van de toekomstige regeeringsformatie gaf hij van een veel breeder standpunt blijk dan zijn partij genoot Schouten, die verklaard had, dat de antirevolutionairen noooit met de S.D.A.P. (tenzij deze vrijzinnig-democratisch werd) in een kabinet konden zitten. En al heeft de A.R. fractieleider zich bij de replieken herinnerd dat het een politicus niet ge oorloofd is nooit" te zeggen, toch blijft zijn stand punt stroef (volgens professor de Vries zelfs een ongeoorloofde vorm van partij-volkssouvereiniteit) vergeleken bij den premier, die niet alleen geloovige christenen maar ook hen die de christelijke traditie in ons volkskarakter erkennen, als mogelijke bond genooten begroet. Of hij zich daarbij gerealiseerd heeft dat dit criterium tot ver in de S.D.A.P. aan wezig is, is niet na te gaan: evenmin of de sterke argumentatie in Albarda's replhk, dat het kerkeli.ke christendom in de praktijk lang niet altijd waarborg biedt voor rechts-revolutionaire afdwalingen, indruk op onzen minister-president heeft gemaakt. Het minste tandbederf, indien U poetst met wat goeds, dus met ?VOROL Tube 60 «n 40 et. Dooi 20 et. * l :\

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl