Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER HETVOORBEEl
Opgericht In 1877
Weekblad voor Nederland onder hoofdredactie van
PROF. MR. A. C. JOSEPHUS JITTA
60e Jaargang No. 3103
Redactie: Mr. M. KA N N, TH. MOUSSAULT.
Dr. P. H. RITTER Jr., Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE
VAN DE COPPELLO en Mr. R. H. DIJKSTRA
Red. en admlnistr : Keizersgracht 355, Amsterdam C
Telefoon 37964 - Postglro 72880 - Ge m. giro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd.
IDEUTOTIIOTDIIK AMSTEIDAM1940
ELKE Hollander die zich zelf respecteert
heeft een neiging om bij de gedachte aan
een Wereldtentoonstelling maar wat te
meesmuilen. Hij verbeeldt zich misschien, dat hij
zulks aan zijn geestelijke standing en soliditeit
verplicht is. Er zijn echter vele zaken ten aanzien
waarvan dat zeker niet minder het geval zou
behooren te zijn en waar wij ons wel warm voor
maken. De werkelijke oorzaak voor deze neiging
ligt waarschijnlijk in de herinnering aan gemelijke
vermoeidheden en geïrriteerde stemmingen, die
ons van bezoeken aan dergelijke tentoonstellingen
elders is bijgetleven, omdat wij te ijdel waren om
ons in een tentoonstellingstreintje te laten rond
rijden, een hartelijk glas te drinken of ons in de
kinderlijke geneugten van het Lunapark te vermeien.
Wij hadden en hebben daarmede ongelijk.
ledere wereldtentoonstelling moge dan onver
mijdelijk een element van charlatannerie hebben,
dat neemt niet weg dat zij zoowel psychologisch als
economisch voor de natie, die zich aan haar opzet
waagt, zeer reëele en heilzame gevolgen kan
hebben. Een dergelijke opzet veronderstelt en
prikkelt de ondernemingslust in het land en wijst
op een gezonden drang tot Selbstbehauptung"
naar buiten. Zij stimuleert het openbare leven en
geeft gereede aanleiding tot het ontstaan van nieuwe
contacten zoowel nationaal als internationaal.
Kortom zij brengt leven in de brouwerij, en dat
kan, mits het op het juiste moment geschiedt, vooral
. ook in zijn nawerking van eminent belang blijken
te zijn.
Wij mogen, als niet alle voorteekenen bedriegen,
nu wél aannemen, dat zich in het economisch leven
ook voor ons land eindelijk eenig herstel zal gaan
af teekenen. Het zal echter nog geruimen tijd duren
alvorens alle groepen der bevolking daarin merkbaar
hun deel zullen krijgen. Speciaal onze middenstan
ders zullen te dien aanzien, als geen bijzondere
maatregelen worden genomen, nog het noodige
geduld moeten oefenen. En juist deze bevolkings
groep zou in de gunstige gevolgen van de organisatie
eener Nederlandsche wereldtentoonstelling zoo
rijkelijk haar deel kunnen krijgen, niet alleen com
mercieel uiteindelijk maar al dadelijk, bijaldien het
blijde vooruitzicht van een grootere bedrijvigheid
haar een hart onder de riem kan steken, de fantasie
prikkelt en een geest van vruchteloos morren kan
helpen overwinnen. Het is om al deze redenen, dat
het door een Commissie onder leiding van den Voor
zitter van de Amsterdamsche Kamer van Koop
handel genomen en door het Gemeentebestuur
dadelijk hartelijk ondersteunde initiatief om in n
der eerstvolgende jaren in Amsterdam een wereld
tentoonstelling te organiseeren, zoozeer toejuiching
en steun van allen kant verdiende. Het is ook daarom,
dat nu. de plannen dier Commissie op gebrek aan
medewerking bij de Nederlandsche Regeering
dreigen vast te loopen, dezerzijds een poging wordt
gedaan om op eigen wijze en naar beste krachten
aan de voorstanders dier plannen steun te verleenen
en daarvoor belangstelling te vragen in breeder kring
dan waarin zulks tot nog toe geschiedde.
Wat Belgiëomnium consensu tot groot nationaal
profijt binnen enkele «aren tot tweemaal toe, in
Antwerpen en Brussel, heeft kunnen bereiken te
dezen aanzien, moet ook voor Nederland en in
Amsterdam mogelijk zijn.
Als de Nederlandsche Regeer ing weigert zoowel,
den financieelen steun te verleenen die haar
gevraagd is, als haar machtiging te geven voor
het houden van groote nationale loterijen, zoo
als die in Belgiëen elders plegen te worden ge
organiseerd om de noodige gelden bijeen te brengen,
zal een andere financieringswijze moeten worden
gevonden. Dat zulks mogelijk zal blijken, wan
neer allen, wier belangen direct of indirect met
het welslagen van een onderneming als de onder
havige gebaat zijn, daartoe de handen ineenslaan
en een krachtige bewerking van de publieke opinie
wordt georganiseerd, lijkt nauwelijks dubieus. -4
Wij staan hier voor een herhaling van hetgeen in
1925 is voorgevallen toen een beslissing moest
worden genomen of de Olympische Spelen in 1928
te Amsterdam zouden kunnen worden gehouden,
ja dan neen. Ook toen dreigde de heele zaak op
financieringsmoeilijkheden vast te loopen, wijl de
regeering op principieele gronden haar toestemming
tot het houden van een loterij meende te moeten
weigeren en anderzijds de Tweede Kamer een
subsidieeringsvoorstel der Regeering verwierp. Ook
toen hebben Amsterdam en de Nederlandsche burgerij
zich zelf geholpen. De Olympische Spelen 1928
hebben in Amsterdam plaats gehad en is er iemand
die er spijt van heeft gehad, dat hij met zijn finan
cieelen steun aan het overweldigend succes heeft
medegewerkt ?
Laten wij ons aan dit voorbeeld spiegelen. De
tijden zijn sindsdien veranderd, zeker. Veel van wat
toen mogelijk was is het thans niet meer, maar veel
van wat thans noodig en noodzakelijk is, was het
toen ook nog niet, en de Nederlandsche belangen
die bij het welslagen van een wereldtentoonstelling,
die zes maanden pleegt te duren, op het spel staan,
zijn ook zooveel grooter dan die van Spelen, die in
enkele weken haar beslag krijgen.
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam
hebben dezer dagen officieel verklaard ter zake
diligent te zullen blijven en niet te zullen nalaten,
alsnog pogingen in het werk te stellen, de Re
geering op haar voorloopig negatief besluit te doen
terugkomen, overtuigd als zij zijn van de groote
beteekenis voor stad en land die een Amsterdamsche
wereldtentoonstelling zal kunnen hebben voor de
bevordering van het vreemdelingenverkeer en ver
meerdering van werkgelegenheid. Van harte zij
hun succes bij deze pogingen toegewenscht. Het
mag daarbij echter niet blijven. Het stadsbestuur
en de commissie, die reeds zooveel en belangrijk
voorbereidend werk deed, behooren thans
daadwerkelijken steun uit alle kringen der burgerij te
ontvangen.
Op de volgende bladzijden van dit nummer vindt
men een aantal bijdragen, waarin getracht wordt
een beeld te geven van wat de Wereldtentoonstelling
Amsterdam 1940 zou kunnen worden.
Deze tentoonstelling wordt dezerzijds, in overeen
stemming met de conclusies waartoe anderen kwa
men bij de bestudeering van de zich voordoende
mogelijkheden, gedacht als gewijd aan een enkel,
zij het zeer omvangrijk, onderdeel van het econo
mische en cultureele leven, dat van verkeer en
communicatie.
Het aandeel dat Nederland door de eeuwen heeft
gehad in het wereldverkeer, materieel zoowel als
geestelijk werd niet in Nederland de boekdruk
kunst uitgevonden en tot haar eersten bloei gebracht,
en waren niet onze voorvaderen meesters van alle
zeeën, terwijl ook nu weer Nederland bij de ont
wikkeling van luchtvaart en radio-verbinding in de
voorste rijen staat? zou een dergelijke keuze
reeds rechtvaardigen. Zij biedt echter daarnevens
tal van voordeden, ideëele zoowel als materieel e.
Zij maakt het mogelijk, den daarop te baseeren opzet
een minder chaotisch karakter, dan dien van vele
andere wereldtentoonstellingen, en daardoor een
wezenlijker belang, te geven. Zij biedt gelegenheid,
de internationale belangstelling te verlevendigen
door de organisatie van tal van belangrijke con
gressen en verkeers-manifestaties. Zij kan, mede
daardoor, een tentoonstelling als deze in dienst
stellen van hét streven naar internationale toe
nadering, zonder dewelke iedere verdere ontwikke
ling een geperverteerde absurditeit wordt.
Waarlijk, wie zich ernstig rekenschap geeft van
hetgeen hier te bereiken valt, kan niet lang aarzelen,
met zijn besluit om naar eigen kracht aan de reali
satie van een dergelijke onderneming bij te dragen.
Vrijwilligers voor!" is het parool dat thans het
eerst dient te worden uitgegeven.
Moge het den weerklank vinden, dien het verdient.
ADOLPHE
Minister van
Burgem. van Bn
Voorz. Uifv. Co
Wereldtentoon
l ing Brussel
/N een verontruste wereld, waarin sedert
economische gebeurtenissen beurtelings uoi»]
landen teleurstellingen brachten, scheen de
meene Wereldtentoonstelling te Brussel in
gewaagde uiting van geloof in de toekomst,
onverwachte succes, waarmee zij bekroond
doordat zij in zes maanden twintig millioen
trok, heeft in de massa een heilzaam gevoel vantij
moed gewekt. Weer eens hebben de optimisten,
hun vertrouwen in de toekomst, ondanks alle i
vreesachtigheid en tegenwerking, het gewonnen]
kan dit met een levendige voldoening vaststellen i
mij tot het Hollandsche publiek richt, dat
tentoonstelling zooveel belangstelling heeft
Ik kan niet nalaten bij deze gelegenheid lof \
zwaaien aan de Nederlandsche regeer ing
buitengewone uitvoering van het Nederlandsche;
joen, dat zoowel door zijn architectuur als doot\
inhoud tot de meest geslaagde behoorde.
Als men mij vraagt wat het resultaat geweest tt|
deze prachtige economische samenwerking
landen, moet ik mij tot enkele punten beperken,\
de weldadige gevolgen van een vreedzame demon
van dezen omvang zijn zeer groot in getal, tn\
vooral op den langen termijn.
De tentoonstelling heeft haar opvoedende
want zij leert aan de massa wat zij aan de vindin,
heid en noeste vlijt der menschen dankt.
Als resultaat van de economische krachtsinst
toont zij de mate van materieele ontplooiing
tie van elk hunner.
ly heeft haar artistieke waarde voor haar
kunsten; haar intellectueete waarde door het
ijk aantal congressen en lezingen, waarbij
atmosfeer van internationale
krachtsinspanbegr'Pt contact en toenadering wekt, die allen
ut W"'
i ten tijd van internationalisme, die zich eiken
tn0g Accentueert door steeds weer snellere
verbinLR| maar waarin de werkzaamheden steeds
intensteeds gespecialiseerder worden, beantwoordt
irelJtentoonstelling aan een sterk gevoelde be
ven synthese. Zij wordt een noodzakelijke
g voor allen die op de hoogte wenschen te zijn
groei der wereld waarin zij teven. En haar
e terugkeer wordt steeds wenschelijker naar
tjut rythme van dezen groei zich versnelt. Zij is
\het >enige middel om van tijd tot tijd en in het
' > vc.n enkele dagen een overzicht te krijgen van
__ beschaafd mensch behoort te wsten. Het is een
^ w f de beschaving zelf, dat er om de twee, drie
Europa een wereldtentoonstelling plaats vindt.
ir -.uil deze grootsche onderneming zijn doet
in wil zij den volkeren tot nut zijn, dan is
iV. dat zij gelegen is in gemakkelijk
toegan< lar.lstreken, die aan een aantal voorwaarden
j.
mif betreft spreek ik den wensch uit, dat
Hot\dat >p elk gebied over zooveel actieve menschen
, da eerstvolgende maal aan de beurt komt en
t eer Wereldtentoonstelling organiseert, waarin
?tger- met honderduizenden het contra-bezoek
: >r het bezoek dat hun Nederlandsche buren
,'5 hebben gebracht. En voor de vervulling
ter. wensch heb ik vertrouwen in den
onderpgc..st en de wijd vermaarde kundigheid van
?ieri mdsche volk.
DB OUDE BALDWIN HEEFT EEN STOUT STUKJE
uitgehaald. Hij heeft openlijk verklaard,
dat hij in 1933 reeds drommels goed wist
dat de internationale toestand hoogst critiek ge
worden was en dat, sinds Hitler in Duitschland het
bewind aan zich getrokken had, Engeland zwaar
moest bewapenen. Maar de publieke opinie was er
nog niet rijp voor bewapeningsplannen. Begrijpend
dat een Labour-regeering de bewapening toen
heelemaal zou verwaarloozen, had hij maar net gedaan
alsof hij nog geen gevaar zag in de overtuiging
dat hij anders het volksvertrouwen zou verspelen.
Had Baldwin daarin gelijk? Waarschijnlijk wel.
Zelfs nu is Engeland nog overwegend
anti-militaristisch. Maar alleen nog maar in principe, niet meer
in praktijk. Er wordt hard aan de bewapening ge
werkt. Overigens hebben Hoare en Eden onlangs
nog uitdrukkelijk verklaard dat deze bewapening
diende om beter dan tot dusverre de volkenbonds
beginselen te kunnen handhaven. Maar tenslotte
weet iedereen, dat de tijden er niet naar zijn om
lang over beginselen te praten. Het is duidelijk dat
Labour er ook al mee in z'n maag zit. De arbeiders
partij ziet in, dat bewapening noodig is om te zorgen
dat de democratie niet onder den voet geloopen
wordt. Zij wenschf zelfs bewapening. Maar aan
den anderen kant wil de partij geen schaapkens
verliezen, zoodat zij haar heil zoekt in de kortzichtige
uitvlucht dat Engeland niet behoort te wapenen
voor zich zelf, zooals nu het geval is, maar voor den
Volkenbond. Maar dat is theorie. Men moet van
twee kwaden het beste kiezen. En dan is 't maar
beter het hersenschimmige anti-militansme te laten
varen en zich te vergenoegen met 'n tikje demagogie.
Hoe krijgen
op de wed
Mr. T. J. Versch
Oud-Minister
Economische Zak
dat
Amster dan(
Weretdtentc
doorgaat dan
publiek moeten
zal, als het eenmaal j
loopt, wel genoeg
worden. Maar hoi
gen wij het zoover, dat het zijn schredffi\
de toonzalen richt ?
Zoo gauw de beslissing over het de
grootsche onderneming genomen is,
reclame-plan tot uitvoering worden
Een jaar voor de opening beginnen, lij
niet te vroeg. Vooral voor de afgelegen
onzer globe. Reisplannen, welke eenigt
nenten omvatten, worden, zelfs bij de At
niet vandaag gemaakt en morgen ten
gebracht. Voor elk land of voor elk
zat men de reclame op den juisten tijd <
tijd van de groote reisplannen tot
van hoogste intensiteit moeten opvoeren.
, overat beginne men tijdig. ?
Daarbij zal het overweging verdienen &
in zijn eigen aard, om niet ie zeggen zf/*J
zwak, te tasten. Overal zal het reclame me
dat is dus iets waar clamare, dat is
hard roepen, bij te pas komt. Men kan het i
dat men maken moet, nog wel waar en
houden. Wat den Franschman boeit,
Amerikaan nog lang niet zeker trekken.^
ware, waardige, artistieke reclame;
de verschillende groepen uit het
afwisselend in den vorm.
Als wij echter onze zinnen erop zetten
kers ook van zeer verre te tokken, zal er\
moeten worden, of er bondgenooten in W
plan betrokken kunnen worden. A'u |'
niet, dat hotelwezen, stadsbestuur,
ADOLPHE MAX,
Minister van Staat. Burge
meester van Brussel. Voor
zitter van het uitvoerend
comitéder Brusselsche ten
toonstelling
III l """"""""?""MIIIIIIIIIIHUIHHIB
vreemdeling
toonstelling ?
telen nog meer over de brug moeten komen,
bek.ng bij deze zaak zoo groot is. Neen, die
ieele hulp spreekt van zelf en zal vooral
den grondslag voor de tentoonstelling te
'". Bondgenooten in de reclame. Voor
aan most het duidelijk gemaakt
da' in Old Europe in den zomer van
>el u j t te zien en te beleven valt. Al wat
ns land dan te arrangeeren valt ?
bloemtyden, trips naar de Zuiderzee, afzonderlijke
ntoor' -tellingen, congressen, dat alles moet
i de t: sreldtentoonstelling gegroepeerd wor
de i'iclame. Ja, op zoo grooten afstand
verwijzing naar wat Uncle Sam in n
Idoor nog in onze nabuurlanden kan gaan
waarschijnlijk niet verkeerd werken.
al Me aantrekkelijke dingen moeten
tydgen ->oten in de campagne betrokken
i-ts moet de reclame haar voordeel
? de : akkennis, die ook daarin verkregen
lor dt tentoonstellingsleiding zelf kan het
' teugcis in handen houden. In Brussel
de directie zelf, die telkens weer wat
won 'om' de aandacht op gang te houden.
\keer <tond er in alle Engelsche bladen:
'X ('f.n bekend ballonvaarder) die op de
xhe Wereldtentoonstelling gister
opge?!.-:eft met zijn ballon een gelukkige
i-.At daar-en-daar. Het was de
goednanü-r om in de heele Engelsche pers,
in andere landen, een advertentie te
''(-gebeurtenissen van internationalen
fïld-ratly op vtieggebied, enzoovoort,
TT'ddelen zijn om de aandacht te
lame te maken.
[ <fe mreldténtoonsietting slechts als groote
ff bedoeld kan zijn om in ons tand
T tl ' '
1 a«e aeelen van de brouwerij te brengen,
op die show worden gericht. Voordat
'poorten opent, is dus de reclame
dienst' al onze Nederlandsche belangen, die
f olie reeds bij de reclame-wereld-campagne
Partij moeten zijn.
"HUN
PAG. 2 DE GROENE No. 3103
INTUSSCHEN is DUITSCHLAND, HET ZICH TEN
l strijdende rustende Derde Rijk, voor Engeland
een ware nachtmerrie geworden. De opzegging der
rivieren-clausules geldt als nieuw bewijs van onbe
trouwbaarheid. Niet omdat de zaak zelve van belang
zou zijn, doch meer van wege de wijze waarop.
Reeds waren er overgangsmaatregelen ontworpen
met Duitschlands volle medewerking. Nu blijkt men
ook daarop geen staat te kunnen maken. Maar in
Engeland bekijkt men daarop kan men niet
genoeg den nadruk leggen deze zaak slechts als
symptoom. En dan bevestigt zij een impressie die
het publiek er ruim een week geleden te verwerken
kreeg. Op Goering's en Goebbels' onjuiste voor
stellingen inzake het koloniale vraagstuk was van
wege het Foreign Office een vriendschappelijke
démarche gevolgd. Even goede vrienden, maar men
wilde de feiten rechtzetten. Deze démarche werd
voor het Duitsche publiek in de Duitsche kranten
verzwegen.... Zie, zooiets gaat er in Engeland
niet goed in. Dat was niet sportsmanlike!
Ribbentrop heeft het dan ook niet gemakkelijk.
Hij heeft zich nu van de opdracht te kwijten om
te informeeren naar wat er tusschen Eden en Beek
besproken is. Wat er besproken was, blijft alles
even vaag. Zeker voor zoover het voor publicatie
of mededeeling vatbaar is. Slechts zal men te Berlijn
nu wel begrijpen dat het onbegonnen werk is,
een wig te drijven tusschen West en Oost. Maar wat
doet 't er toe en wie gelooft er werkelijk nog aan
een Nieuw Locarno"?
IN DUITSCHLAND BRENGT DE NADERENDE WINTER
niet veel goeds. Bedrijvigheid heerscht er genoeg
maar het is de bedrijvigheid der inflatie en de
conjunctuur der bewapening. De arbeiders hebben
het zwaar te verantwoorden. Bij gelijkblijvende
loonen wordt het leven steeds duurder. En verschil
lende artikelen van dagelijksch levensonderhoud
worden onbereikbaar. Dit geeft gemor. Maar de
arbeid is half of heelemaal gedwongen. Het wordt
,,dienst". In de geremilitariseerde Rijnzone worden
kazernes gebouwd. De arbeiders die daarvoor noodig
zijn en uit andere gebieden komen, worden eerst
aan een nauwgezet verhoor onderworpen. Dan
worden zij beëedigd. Zij ontvangen een
legitimatiebewijs met foto. Deze arbeiders zijn in groepen van
400 man in barakken ondergebracht, waar zij voor
20 pfennig 's nachts op stroozakken slapen. Het is
den arbeiders niet geoorloofd van de eene firma
over te gaan naar de andere. Ook is het rooken
en onderbreken van den arbeid verboden. In groepen
van drie staan zij onder toezicht van een voorman.
Een slavenbestaan i Natuurlijk is de gewone gang
van zaken in het particuliere bedrijf wel eenigszins
anders. Maar overal waar het bedrijfsleven op de
krijgstoerusting gericht is, vindt men dergelijke
toestanden. Er wordt gewerkt onder militaire
discipline, die er vooral op gericht is dat de arbeiders
niet in de gelegenheid zijn kennis te nemen van
eenig ander onderdeel van het werk buiten precies
PAG. 3 DE GROENE Ne. 3103
datgene wat hun wordt toegewezen terwijl zij
bovendien zoo veel doenlijk van de buitenwacht
geïsoleerd worden gehouden. Het is een herhaling
in 't klein, van wat er met het geheel e Rijk geschiedt:
afgesloten houden van de buitenwacht. Dit geeft tot
allerlei spanningen aanleiding. De stemming wordt
steeds slechter en telkens op nieuw moet er weer
iets gevonden worden om de aandacht af te leiden.
Iets dat als een ,,succes", als een bevrijding" moet
werken. Ziedaar de verklaring van den nieuwsten
stap van Hitler inzake de eenzijdige opzegging der
rivieren-verdragen.
WSLKE BETEEKENIS HEEFT DUITSCHLANDS
nieuwste verdragopzegging voor ons? Ook
het statuut van Mannheim, dat vóór het Verdrag
van Versailles bestond, wordt niet meer erkend. ,
Ook voor ons is het beginsel van meer belang dan
de zaak zelve. Scheepvaart, ook op groote rivieren,
is zoo zeer een internationale zaak, dat internatio
nale regelingen zich als vanzelf opdringen. Blijft
Duitschland ook tegenover neutralen" bij zulke
eenzijdige en onrechtmatige handelingen volharden?
Wij kunnen moeilijk aannemen, dat het niet tot
een algemeene regeling zal komen. Zelfs het keizer
lijke Duitschland is er voor terugschrikt een tol
op den Rijn te gaan heffen. Neen, de vrije of
onvrije Rijnvaart houdt bij ons de gemoederen
nog niet bezig,
EEN ANDERE ZAAK DES TE MEER: DB ZAAK-RIES.
Na de brochure van Ds. Van der Heide is nu
in beoerkten kring een publicatie verschenen van
Mr. Bouman, een van Ries' raadslieden. Hij noemt
zich ten deele partij". Maar het gepubliceerde
materiaal, dat intusschen gemeengoed geworden is,
is alles behalve vooropgezet-partijdig. Het lijkt nu
buiten kijf dat twee ministers deze zaak met hun
verantwoordelijkheid zullen moeten trachten te
dekken. Niet alleen de minister van Justitie die
reeds (en te vroeg) een speech j e hield, dat waar
schijnlijk geen mensch in de Kamer of daarbuiten
heeft kunnen bevredigen maar ook de minister
van Financiën. Rehabilitatie van Mr. Ries lijkt niet
meer voldoende.
BIJ HET ALGEMEEN BEGROOTINGSDEBAT HEEFT
onze premier in een voortreffelijke rede zijn
beleid verdedigd tegenover de critiek, die in eerste
instantie daar op was uitgebracht. De verwijten t.a.z.
der gezagshandhaving heeft hij teruggewezen met
een beroep op de noodzakelijke handhaving van tal
van waardevolle burgerrechten. Het is inderdaad
moeilijk het détournement de pouvoir", het mis
bruiken van rechten voor doeleinden waartoe deze
niet zijn gegeven, zooals dat in de
nationaalsocialistische praktijk gebruikelijk is, tegen te gaan.
Meestal is er alleen tegen herhaling van terreur
daden iets te doen. Met tal van argumenten heeft
minister Colijn duidelijk gemaakt, waarom econo
misch herstel hier te lande óf moeilijker te bevorde
ren was door actieve welvaartspolitiek óf minder
resultaat kon hebben dan in Scandinavië, Belgiëen
Amerika. Op het punt der werkloosheidsubsidie aan
de gemeenten en dat der openbare werken, over
tuigde hij echter noch ir. Albarda, die op de sterken
teruggang van de laatste in de crisisjaren wees, noch
mr. Goseling. Dezen laatste gaf hij toe dat het
contact tusschen regeering en Kamer goed moet
zijn, doch de ministers moesten dienaren van de
Kroon niet van de Volksvertegenwoordiging zijn.
T.a.z. van de toekomstige regeeringsformatie gaf hij
van een veel breeder standpunt blijk dan zijn partij
genoot Schouten, die verklaard had, dat de
antirevolutionairen noooit met de S.D.A.P. (tenzij deze
vrijzinnig-democratisch werd) in een kabinet konden
zitten. En al heeft de A.R. fractieleider zich bij de
replieken herinnerd dat het een politicus niet ge
oorloofd is nooit" te zeggen, toch blijft zijn stand
punt stroef (volgens professor de Vries zelfs een
ongeoorloofde vorm van partij-volkssouvereiniteit)
vergeleken bij den premier, die niet alleen geloovige
christenen maar ook hen die de christelijke traditie
in ons volkskarakter erkennen, als mogelijke bond
genooten begroet. Of hij zich daarbij gerealiseerd
heeft dat dit criterium tot ver in de S.D.A.P. aan
wezig is, is niet na te gaan: evenmin of de sterke
argumentatie in Albarda's replhk, dat het kerkeli.ke
christendom in de praktijk lang niet altijd waarborg
biedt voor rechts-revolutionaire afdwalingen, indruk
op onzen minister-president heeft gemaakt.
Het minste tandbederf,
indien U poetst met wat goeds, dus met
?VOROL
Tube 60 «n 40 et. Dooi 20 et.
*
l :\