De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 5 december pagina 2

5 december 1936 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

r i?:: DE GROENE AMSTERDAMMER Opgericht In 1877 Weekblad voor Nederland onder hoofdredactie van PROF. MR. A. C. JOSEPHUS JITTA 60e Jaargang No. 3105 Redactie: Mr. M. KA N N, TH. M OU SS AU LT, Dr. P. H. RITTER Jr., Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO en Mr. R. H. DIJKSTRA Red. en admlnistr : Keizersgracht 355, Arasterdam C Telefoon 37964 - Pos tg i ro 72880 - Gem. giro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd. ROOSEVELT BEMOEIT ZICH ER MEE PRESIDENT Roosevelt maakt een politieke vacantie-reis. Hij heeft op dit oogenblik een uitgezochte gelegenheid daartoe. Feitelijk is zijn tweede termijn nu begonnen, hoewel deze tweede ambtsperiode officieel pas in April ingaat. Iedere vier jaar is er in dezen tijd een soort vacuüm in de Amerikaansche politiek. Het nieuwe Congres is nog niet bijeen. Er worden ook ditmaal enkele, overigens minder belangrijke, wijzigingen in het kabinet verwacht. Een dergelijke periode is bij wijziging van administration", wanneer in de Vereenigde Staten de eene partij de andere in de regeeringsmacht opvolgt, dood tij. De oude regeering kan niet goed meer met nieuwe maatregelen voor den dag komen en de nieuwe heeft nog geen recht van optreden. Er gebeurt dan heelemaal niets. Dit zagen wij in de rampzalige laatste maanden van Hoovers president schap, toen niet alleen het politieke doch zelfs het economische leven in Amerika door een doodelijke verlamming bevangen scheen. Maar vandaag volgt Roosevelt Roosevelt op en inplaats van tot onvrucht baar wachten gedoemd te zijn, kan hij, bouwend op zijn versterkt gezag, met grooter ongeneerdheid over de politieke vragen van den dag spreken dan hij dat in zijn Washingtonsche omgeving pleegt te doen. Roosevelt toeft nu te midden van zijn ZuidAmerikaansche vrienden. Hij heeft van zijn politieke vacantie gebruik gemaakt om naar Buenos Aires te komen en daar de Panamerikaansche conferentie te openen. Maar wat hij zei sloeg in de allereerste plaats op Europa. Velen stak hij, met wat hij zei, een hart onder den riem. Sommigen zal hij teleur gesteld hebben. Wij hebben tenminste vaak genoeg moeten glimlachen (maar eigenlijk was het alles behalve om te lachen), wanneer wij in Duitsche of andere nationaalsocialistische bladen Roosevelt als een der onzen" afgeschilderd zagen. De illusie dat deze heeren in hem een der hunnen zouden kunnen zien, moet nu dan wel in rook vervlogen zijn. Het is anders wel jammer van een werkelijken leider afstand te moeten doen. Maar het kan niet anders! Hij heeft zich voor de zooveelste maal overigens al te duidelijk een onwankelbaar voorstander ver klaard van democratische staatsinstellingen en van verruiming der handelsvrijheid, en een aanklager van de stoffelijke en geestelijke nadeelen der dicta tuur. De president heeft in eersten aanleg gesproken over den algemeenen vredes-opbouw en de nood zakelijkheid allereerst voor de beide Amerikaansche continenten den vrede te bewaren. Maar hij zag daarbij niet over het hoofd, dat door oorzaken-vanbuiten Amerikaansche staten wellicht tegen hun heiligste wil en voornemen in een oorlog zouden kunnen worden meegesleept. En hij heeft niet geaarzeld de vinger op de wonde plek te leggen. Roosevelt noemde geen mogelijke aanvallers, geen personen, geen staten, maar hij denuncieerde den gevaarlijken geest, die uit machtswellust en ver dragschendingen spreekt. Europa wordt ver* scheurd door ouden haat en nieuw fanatisme." Dat laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. Hij verfoeit de leuze dat nieuwe afzetgebieden door verovering verkregen moeten worden en hij schroomt niet dit een dwaalleer te noemen. Terecht ziet hij in autarkie en bewapeningswaanzin de allergrootste gevaren. Zoowel de economische zelf-belegering als de methode alles aati bewapening op te offeren moeten .op een catastrophe uitloopen en zullen er tenslotte de oorzaken van worden dat de naties, die daaraan schuldig zijn, onontkoombaar den dag onder de oogen zouden moeten zien, waarop zij de wapenen der vernieling tegen hun naburen moeHet minste tandbederf, indien U poetst met wat goeds, dus met T«bc 60 ca 40 eb OOM 20 et. IVO ROL ten opnemen op het oogenblik dat hun onsoliede economie als een kaartenhuis ineenstort." Men zal alle krachten moeten inspannen om deze ramp af te wenden. ROOSEVELT zou Roosevelt niet zijn, wanneer hij nu bij de pakken zou gaan neerzitten. Dat heeft hij werkelijk wel getoond bij zijn ambtsaan vaarding in 1933 toen hij onmiddellijk begon de koe bij de horens te pakken en drastische maatregelen nam om Amerika er economisch weer boven-op te helpen. Wij vergissen ons dan ook waarschijnlijk niet wanneer wij in de rede, die de president in Buenos Aires gehouden heeft, de preambule zien van het programma voor buitenlandsche politiek dat Roose velt straks zal ontwikkelen. Hij ziet redding in democratie en in constitutioneele staatsinstellingen, in Godsvertrouwen, in het vertrouwen in den mensen en in zelf-vertrouwen. Dat is uitteraard nog niet meer dan de aankondiging van een programma want een werkprogramma-op-zich-zelf is dit nog niet. Roosevelt houdt zich voorzichtiglijk buiten den Volkenbond. Maar het is toch duidelijk dat hij nu in Wilsons voetstappen treedt. Democratie, handels vrijheid en ontwapening, dat zal straks de basis zijn waarop Amerika zich met een ineenstortend Europa (of met een belangrijk deel daarvan, dat dan aan het einde zijner krachten zal zijn gekomen) zal willen verstaan. ONDER een merkwaardig gesternte hebben Hitler en Roosevelt in de zelfde dagen van het jaar 1933 hun leiderschap aanvaard". Maar welk een tegenstelling! Hitler mobiliseerde ten koste van het economische leven de geheele Duitsche bevol king om tot n groot oorlogsmechanisme te komen. Zelfs wanneer men het verschil in binnenlandsch politiek aspect tusschen dictatuur en democratie buiten beschouwing laat, kan men niet ontkennen dat er ook voor het overige een flagrante tegen stelling bestaat tusschen bovengeschetste politiek van Hitler en de economische politiek van Roosevelt. De wereld heeft mé-geprofiteerd van Roosevelt's maatregelen. Maar de verruiming van den inter nationalen handel is daarvan niet alleen een indirect, maar zelfs een direct gevolg geweest. Roosevelts minister van buitenlandsche zaken, Cordell Huil heeft een geheele serie handelsverdragen afgesloten die leidden tot vermindering der handelsbelem meringen. Nu staat Amerika weer financieel onaantastbaar overeind. Europa kraakt. Roosevelt voelt dat het misgaat en hij is zich er van bewust dat het tijdstip niet ver meer is, dat Amerika zich weer met Europa zal moeten bemoeien al is het enkel en alleen maar uit eigenbelang. Geeft de Volkenbond voor deze bemoeienis een geschikt aanknoopingspunt ? Neen. Sinds dit jaar weer minder dan ooit. Zouden de volkenbonds maatregelen om den vrede te bewaren krachtiger zijn geweest, dan zou er een goede kans bestaan hebben dat Genève in Amerika op nmaal een nooitgedachte populariteit zou hebben genoten. Zooals de zaken nu staan is deelneming aan den Volkenbond, of aan een eventueele bondsactie uitgesloten. Samenwerking blijft echter mogelijk, maar dan moet het niet gaan om een politiek van halfslachtige en ondoeltreffende maatregelen. Europa is dus gewaarschuwd. Voor Engeland en Frankrijk beteekent Roosevelt's duidelijke stellingname een geweldige moreele steun. Dat laat geen twijfel. De steeds duidelijker stellingnanie van deze beide landen voor hetzelfde) ideaal van democratie dat Roosevelt belijdt, wekt aan den overkant van den oceaan niet minder bevrediging. Voor al te zwart pessimisme is er dan ook nog geen aanleiding zoolang de democratische eendracht van zich blijft doen spreken* En vooral zoolang zij onbevreesd durft spreken. M. KANN PAG. 2 DE GROENE No-3WS De liberalen en de jeugd FjrEKER nationaal-socialistisch blad ? enige tijd geleden een plaat, waarop K *?j afgebeeld twee jonge liberalen, zoals dt naar die na veel zoeken heette te hebben aange De tekening was niet vleiend, evenmin trou het kladje van den" jongen liberaal, dat eens in Jantje's schrift. Maar caricaturen zijn carii en als zodanig te waarderen. Minder is dit het met een caricatuur, dat zich als portret a Vooral wanneer dit uit geestverwante kring stig is. Er wordt tegenwoordig met de jeugd nogal gek teerd. Ouderen van alle richtingen beijveren zich goeds van de jeugd te spreken en zeer ostentatitf de roepstem der jongeren het oor te lenen. Maa gaat hiermede als met de liberalitèit van hen, we de Genestet schreef: Wat zijn ut; liberaal! laten ieder vrij, in doen en laten geest, entaal, mits hij het doet als wij /" Bij voorkeiy beroept zich op slechts die jongeren, die spreken als hij Dat een dergelijk beroep op hetgeen leeft ii jeugd" weinig waarde heeft, behoeft geen Het bovenstaande kwam ons in de gedachit, wij in de N.R.C, van 50 Nov. j.l. een uit kring afkomstige beschouwing lazen over jeugd tot ons te zeggen heeft". De jeugd" blijkt\ daar te beperken tot den voorzitter van het Natu Jongeren Verbond, terwijl van de denkbeelda andere jongeren waarvan toch ook het liberak georganiseerd is in de Bond van Jonge Libert geen notitie wordt genomen. Aldus wordt een getekend niet van wat de jeugd aan de I zeggen heeft, maar van hetgeen, volgens den de jeugd den liberalen zou moeten hebben te z< De werkelijkheid is, dat de liberale jeugd, ook het goede werk, door het N. J. V. verricht, erl de, zeker niet de bijna louter militaire interpn nationale gedachte, zoals het N.J.V. deze practijk uitdraagt, voor haar rekening nemen. De instandhouding van een weer macht h noodzakelijkheid, waarvan wij het die, karakter geen ogenblik uit het oog kunnen zij kan geen doel in zichzelf zijn, maar middel tot het doel: bescherming en handhavv ons eigen Nederlands cultuurleven. Dit in al schakeringen te bevorderen is de primain van iederen nationaal-voelenden burger. Dat dering ook van het materiële welzijn der hiervoor onontbeerlijke voorwaarde is, sj vanzelf. De jeugd nu heeft het volgende tot de li en niet tot hen alteen te zeggen: zet de gretott uit! Zoekt vooral naar wat verenigt! Han de nationale gedachte als een wig, maar als het dat allen taan elkander verbindt, die van wille zijn/ De nationale gedachte is niet maar inclusief. Niets is gemakkelijker dan gelang van eigen standpunt, de marxisten, of misten, of de eenzijdige ontwapenaars, of & blikeinen, of de fascisten, of juist de niet~fo of alleen de communisten, of alle revolutiorw on-nationaal buiten de gemeenschap (zoals 9 zelf opvat) te bannen; moeilijker, maar is het om allen de hand te reiken, die naar eerlijke overtuiging ons volk naar beste dienen. Eenheid boven partij-verdeeldheid: ziedaar liberale jeugd tot het Nederlandse volk heeft te Mr. H. L. VAK Beginnende infectie IN de N.R.C. van 29 November komt| volgende zin voor: Men behoeft niet woorden van Queipa de Llano te luister*! hij over den Russischen Jood en gezant f Sowjet-republiek scheldt, om te weten hoe i het Russische element in den strijd om MadriJ een belangrijke rol speelt". Voor het treffen wij in de kolommen der N.R.C. combinatie van Jood" en Sowjet" aan,] sterk naar een bepaalde mythe" onzen riekt. Een voorproefie van de nieuwe redactie tenland bij dit blad, nu Dr. van Blar aftreedt? ;( koorst E ?N en doel van alle oud-arische religie s-sternen was dan ook het behoud van bloed door een reine, ras en aard-getrouwe >vatting" is een zin uit een reeks artii, die Het Nationale Dagblad" vanden sboerendag in Goslar schrijft, kennelijk om 'tingen van het nationaal-socialisme aank voor te stellen aan onze boeren. t men werkelijk dat dit taal is die tot Neierlandschen boer spreekt? vertelt een ander verslag ons ook niet [mei op dat Congres in Goslar ook nauwelijks ziet, doch slechts boerenleiders", die c) officieren dan op plattelanders lijken ? <aar de Amsterdamsche Wereldtentoonstelling HSTERDAM heeft zeker geen reden tot mtevredenheid over het verloop van zaken net betrekking tot haar wereldtentoonstellingsB:: sedert de Groene op haar manier nu veertien k >leden daarvoor eenige meerdere belangstelling 'htusiasme in breeden kring trachtte te wekken. j-'.egeering verklaarde zich bereid te overwegen iet -:en gedeelte u in de devaluatie-winst tot steun uitvoering van deze plannen zou kunnen den bestemd. )e :'u)2ede Kamzr nam mst groote meerderheid mo ie aan waarbij op financieele medewerking <f? Rigssring krachtig werd aangedrongen. insen op welslagen zijn door een en ander 'ijk gestegen. Wat echter blijft verwonderen t :tit de burgerij r.elue en meer speciaal uit de 'en dzr direct belanghebbenden nog steeds niet ipo 'tane steun aan de voortrekkers wordt geboden aniseerd, dien men zou mogen verwachten en het 'Z'juijs zal masten leveren, dat in dis kringen \de nemingslust aanwezig is die voor het bereiken hè; noodige succes vereischt is. fj, n de zaken een gunstige keer schijnen te zullen n, het oogenblik niet gekomen, waarop allen van deze onderneming direct of indirect iets te iac>i .'n hebben, de handen ineen behooren te o:: zich georganiseerd achter de initiatiefnemers \t n ? Ds middenstand, in het bijzonder van hou - en restaürantbedrijf met de daarachterde ndustrie»n, alle soorten van verkeefsonderngt :, spvortvigen, tramwegmaatschappijen, iaa ' en schespuaartonderne'ningen, de groote fade "icerns en 'wit niet al meer, voor die allen w d tijd gèkomm om van hun belangstelling 'da:d te doen blijken. M ? omitévan vertegenwoordigers uit al dis ',en >u thans gevormd misten worden om tezannn n.: reeds geconstitueerde instanties zich voor de 'ün van het groote werk te spannen, er voor dit alle betrokken belangen behoorlijk tot ree-1 zullen komsn en vooral ook dat van den \g. af vooropgesteld tvorda, dat het hier een 'Ionische en niet alleen een Amsterdamsche bet,ft. heeft oud-Minister Verschuur er in zijn 'e ot ons Tentoonstellingsnummer op gewezen in'dei tentoonstellingstijd niet alleen Amsterdam he*l Nederland zijn beste beentje voor moet on-, den vreemdeling te boeien en van de be' can ons kleine land op velerlei gebied te zat alleen kunnen gelukken als zich thans een Nationaal Comitévan geïnteresseerden ! «i -Ie hand aan den plona slaat. 'neemt daartoe Het lofwaardig initiatief? R. H. D. VAN ''GERUCHTEN RONDOM OEN BRITSCHEN troon hebben wij reeds eenigen tijd geleden melding gemaakt. De jeugdige koning Edward zou zijn vriendschappelijke verhouding met mrs. Simpon stellig in een huwelijk omgezet willen zien, ware het niet dat hij hierdoor tenminste wanneer hij niet van den troon afstand zou willen doen zooal niet met vaste constitutioneele wetten, dan toch met een plechtig gebruik in conflict zou komen. Deze Amerikaansche, hoe charmant ook, is immers niet van prinselijken bloede. De Bisschop van Bradford schijnt den knuppel in het hoenderhok geworpen te hebben. De Britsche publieke opinie, die zich tot nu toe niet geheel openlijk over dit onderwerp heeft durven uiten, doet er niet langer het zwijgen toe. In breede lagen van het Engelsche volk is Edward zeer populair, niet om zijn koning schap, niet omdat hij de sportieve Prins van Wales geweest is, maar om zijn persoonlijkheid, om zijn menschelijk-gevoelig optreden. Toch betwijfelen wij geenszins of 's konings onderdanen zijn dezelfde meening toegedaan als zijn vrienden en raadge vers. Ook bij hen schijnt nog het bewustzijn te leven dat hun koning niet behoort te trouwen met een commoner". BEHALVE CONSTITUTIONEELE ZORGEN DRUKKEN ook politieke zorgen de Engelsche regeering. Wij hebben er de vorige week op gewezen dat Eden nu tenminste niet langer weifelt en duidelijk Engelands garantie voor Frankrijks onaantastbaarheid heeft onderstreept. Intusschen is er een nieuw Engelsen protest tot Berlijn gericht inzake de een zijdige opheffing van de Rijnvaartacte. Nu is ook Van Zeeland te Londen op bezoek geweest en de woorden die Eden tot den Belgischen premier sprak, waren even geruststellend als zijn woorden tot Frankrijk. Inderdaad, op deze wijze kan wellicht nog veel rampspoedigs voorkomen worden. Men kan zich nu voor gewaarschuwd houden. Spanje vormt ook al een bron van vele zorgen. Eden overweegt nu den landen die het non-inter ventie a ccoord geteekerid hebben ook.de vraag voor te leggen of het geen aanteveling verdient wanneer zij de vrijwilligers", die tot hun nationaliteit be hooren, uit Spanje terugroepen. Geen vreemdelingen meer onder beide strijdende partijen ! Het lijkt moeilijk uitvoerbaar en er zal nog wel veel water door de Middollandsche Zee stroomen voordat met de verwezenlijking van dit denkbeeld ook maar het eerste begin zal worden gemaakt. WAT ER IN DUITSCHLAND GEBEURT IS HOOGST onduidelijk. Het geheele volk wordt gemo biliseerd in den strijd voor. . ja voor w4t ? Wij kennen slechts n soort mobilisatie, maar Duitschland mobiliseert voortdurend. Wij zijn echter bang dat dit de soort mobilisatie is, die etymologisch met het Engelsche woord mob" verwant is. De massa dat zijn de arbeiders, die met rasse schreden hun bestaansvoorwaarden slechter hebben zien worden en langzamerhand tot wanhoop zijn ge dreven wordt nu zoet gehouden met een alge meen verbod van prijsstijging. Wij kennen de uit werking daarvan. De wetten der economie laten niet met zich spotten. Het resultaat hiervan is on afwendbaar, een verdwijnen van de aanwezige voor raden. En in het gunstigste geval een rigoureuse distributie naar mondjesmaat. Dus: honger. Het Duitsche volk kan veel en lang uithouden, maar op den duur moet dat tot groote ontevredenheid aan leiding geven. Wij zijn nog niét aan dit stadium toe, maar het nadert onafwendbaar. Daar nu ook in de wereldpolitiek den Nazi's niets meer mee-loopt (Mussolini houdt zich afzijdig, Eden slaat met de vuist op tafel en de Kleine Entente sluit zich nauwer aaneen), is het begrijpelijk dat Hitler's bewindslieden het eigen volk beginnen te vreezen. Zij weten welke ontberingen Duitschland nog te wachten staan. Vandaar de mobilisatie" om in critieke uren de groote massa onder den duim te kunnen houden. Maar wat dan? DE NEDERLANDSCHE LITERAIRE EN POLITIEKE wereld is danig in opschudding gebracht door de bevestiging van het bericht dat het tot een breuk is gekomen tusschen de N. Rotterdamsche Courant en haar buitenlandschen redacteur Dr. van Blankenstein. Er waren reeds eerder geruchten over deze aangelegenheid in omloop, waarin Duitsche druk als directe of indirecte oorzaak voor dit uiteen-gaan werd verondersteld. Inderdaad heeft Dr. van Blankenstein in zijn overzichten en artikelen niet ge aarzeld, waar hem dit noodig voorkwam, ronduit te wijzen op de gevaren die telkens uit Hitler's PAG. 3 DE GROENE No.3105 optreden ontstaan. Zijn buitengewoon groote kennis van zaken (waarvan ook De Groene vaak heeft geprofiteerd) gaf hem daartoe boven alle anderen het recht. Zijn politieke overzichten zijn echter zóó wei-gefundeerd, dat hem geen gebrek aan objectiviteit verweten kan worden. Vandaar dat de verdedigers van de gevaarlijke Hitleriaansche poli tiek (en deze verdedigers vindt men ook ten onzent) op andere wijze tot ondergraving van Van Blankensteins positie hun toevlucht moesten nemen. Havenbelangen", Nederlandsche handelsbelan gen" zouden er mee gediend zijn wanneer er een einde kwam aan zijn invloed bij dit gezaghebbende blad dat werd het motto. Naar aanleiding van de opheffing der Rijnvaart-acte en de geneigdheid van sommigen hier te lande om te prijzen, wat Berlijnsche heeren wijzen, en te schermen met 'het argument van belangen", schreven wij verleden week in ons overzicht reeds dat men dit argument, dat er natuurlijk geen is, te Rotterdam vaak hoort. Het is een verkeerde en gevaarlijke redeneering en de Nederlandsche Pers diende in te zien dat zij door toe te geven aan druk, zich bloot stelt aan mér druk. Zoo gaat het steeds in de wereld. MINISTER OUD WORDT 50 JAAR OP DEN VOORavond van St. Nicolaas. Hoezeer het met zijn persoonlijke wenschen zou strooken voor Sinter klaas te spelen, hij heeft in de laatste jaren als minister van Financiën veeleer Zwarte Piet met de roe moeten zijn. En omdat men van hem weet, dat hij het financieele beleid van de regeering als een onverbiddelijke noodzakelijkheid voelt, waar onder hij zelf wel het meest lijdt, moet iedereen hem waardeeren in de toewijding en onwrikbare trouw, waarmee hij op zijn post staat; ook zij die meenen, dat een andere economische politiek de crisisgevolgen ons volk niet zoo scherp zouden hebben getroffen, als zij nu gedaan hebben. De trouw aan zijn vroegeren partijleider mr. Marchant heeft hem niet weerhouden, met hem te breken, toen hij meende dat deze op ongeoorloofde wijze zijn overgang naar het Katholicisme verborgen had gehouden. Dezelfde moeilijkheden die mr. Marchant tot een geestelijken ommekeer dreven, waren ook zijn deel, en zijn snel en vroegtijdig grijs worden is een teeken, dat zij hem niet licht hebben gewogen. Maar bij hem hebben zij niet tot ommekeer, maar tot verdieping van zijn geestelijk bezit geleid. Zijn trouw is thans gewijd aan onzen premier. Dat dit wel eens tot spanningen in zijn partij aanleiding moet geven, spreekt wel van zelf. Maar mr. Oud is te onafhan kelijk naar overwegingen van populairiteit om niet zijn eigen weg te gaan, als hij dit'noodig acht. Bij alle zakelijke punten, waarop ook wij van tijd tot tijd met hem van meening verschillen, is het goed dat er zich eens een gelegenheid aanbiedt om uit te spreken, dat wij hem tot de nobelste figuren in ons politieke leven rekenen. BIJ DE BEGROOTING VAN FINANCIEN HEEFT minister Oud wel enkele niet onbelangrijke concessies moeten doen, doch in de hoofdzaken heeft hij zijn systeem kunnen doorzetten. De ge meenten, die onder hun hooge werkloozenlasten zuchten en niet voldoende uit het werkloosheidssubsidiefonds krijgen om aan hun verplichtingen tegenover hen onder dezen crisisgeesel zuchtende inwoners te voldoen, zullen nu op drie manieren geholpen kunnen worden; al naar hun financieele positie zullen zij hiervoor bijdragen krijgen a fonds perdu, als voorschot of als rentedragend voorschot. Dit heeft voor de gemeenten twee nadeelen, bij de dekking uit het subsidiefonds vergeleken, ten eerste worden zij nu gedwongen den buiténgewonen dienst met deze lasten te bezwaren, zoodat zij nog lang na het einde der crisis zullen blijven te kampen heb ben met financieele moeilijkheden en afhankelijk heid van het rijk; en ten tweede werd algemeene twijfel geuit aan de mogelijkheid tot verdeeling in deze drie groepen volgens objectieve maatstaven, waardoor een goed financieel beleid gestraft dreigt te worden met zwaardere lasten. De minister heeft nu de kwestie van de rente voorloopig in het midden gelaten. De volgende regeering kan dat dan bekijken in verband met den economischen toestand en de adviezen van de commissie-Kan. Ook op een ander punt heeft de minister nog een concessie gedaan. Het octrooi van de Nederlandsche Bank, zal in verband met het onderzoek over de ognG K f U Q O T U~t la CQuie première quatife l i T Ml' :

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl