De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 5 december pagina 3

5 december 1936 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

vraag of deze bank niet in een staats orgaan moet worden omgezet met een termijn drie in plaats van vijf 'aar op zegging kunnen worden opgezegd en de verdeeling van het reservefonds is onder aandrang van de Kamer ook wat ten gunste van den staat gewijzigd. Op het punt van den belastingdienst, van ouds de specialiteit van dezen minister, heeft mr. Oud echter al zijn plannen ongewijzigd kunnen handhaven. HET DEBAT OVER BU1TENLANDSCHE zaken vertolkte allereerst den wil van de groote meerderheid van ons volk om den Volkenbond, ondanks alle . bezwaren, niet den rug toe te keeren. Ook 's ministers denkbeeld, om na de Abessijnsche mislukking het Handvest van de sanctieverplichtingen te ont doen, in de hoop daarmee den Bond weer universeeler te maken, ondervond zooveel bezwaren, dat de minister dit niet meer voor de opinie van het Nederlandsche volk kan laten doorgaan. Daarnaast werd speciaal op een zoo goed mogelijke verstandhouding met onzen naasten buurman, België, aan gedrongen. Er waren zelfs sprekers, die betreurden dat de kwestie van het Maaswater bij het Permanente Hof van Internationale Justitie aanhangig was gemaakt. Maar mr. Joekes en minister de Graeff hebben duidelijk aangetoond, dat het voorleggen van een juridisch geschil ae n een deskundig en onpartijdig rechtscollege geenszins een bezwaar hoeft te zijn voor hartelijke betrekkingen. Althans wanneer men over en weer gespeend is van nationale minderwaardigheidsgevoelens. Ons an dere buurland, dat zich niet voor den internationalen rechter zal laten slee pen", zou op een dergelijk geval natuur lijk anders reageer en; het geeft de voorkeur aan het eenzijdig opzeggen van verplichtingen, wanneer het meent dat deze wijziging vereisehen. Minister de Graeft sprak zeer correct, maar onmiskenbaar duidelijk uit, dat hij deze methode van buitenlandsche poli tiek niet waardeert. En zijn opmerking, dat daarbij zeker 99 van de honderd kamerleden aan zijn zijde staan was even iuist als geestig: hij sprak het uit als een gewone spreekwijze, maar ieder een keek naar mr. Westerman, die in zijn aanval op onzen gezant in Berlijn plus Hitlerien que Hitlér" was ge weest. Ook in dit opzicht liet de minis ter zich voor een diplomaat duidelijk uit: op den partijdag in Neurenberg zou onze' gezant, indien hij daar niet met vertegenwoordigers van 24 andere mo gendheden had ontbroken, redevoe ringen hebben moeten aanhooren, die indruischten tegen de opvattingen van ons eigen volk.'" DE ONDERWIJSBEGROOTÏNGj GAF aanleiding tot het berijden van een heele stokpaardjes-manege, waar onder tamelijk bejaarde beestjes: de leerstoel der homoeopathie, de spelling, de aansluiting van middelbaar en hooger onderwijs, de bezuiniging en con centratie bij het bijzonder onderwijs; maar als nieuwelingen kwamen daarbij ditmaal de tandartsenopleiding en het w bijbelonderwijs op de lagere schoei. "Wat het eerste onderwerp betreft, er heerschen in Utrecht inderdaad on houdbare toestanden, mede door het overgroote studentental, en een com missoriaal onderzoek is dan ook gaan de. Het bijbelonderwijs, op sympathieke wijze door den liberaal Louwes aan de orde gesteld, is inderdaad een dringend vraagstuk geworden. Het is ontstellend hoe weinig de iongere generatie soms van de hoofdmomenten uit den bijbel weet; daarmee wordt haar niet alleen aansluiting op waardevolle bouwstoffen voor het innerlijk leven onthouden, maar worden ook de grondslagen der West-Europeesche cultuur ondermijnd. En al valt het moeilijk in dezen veel te dwingen, in meer dan n opzicht zou zoowel door het initiatief der on derwijzers als door regeeringsmaatregelen dit onderwijs nog zeer bevorderd kunnen worden. PROTESTANTEN IN SPANJE TERWIJL in landen als Rus land, Italiëen Duitschland de revoluties der laatste jaren een bepaalde ideologie deden zegevieren, is tot op heden de Spaansche revolutie vol vragen gebleven. Toen na de abdicatie van Koning Alfons de Spaansche republiek in 1931 geloofs vrijheid erkende, ging er een zucht van verlichting door de protestante wereld, want het royalistische en clericale Spanje had tot dusver niet slechts geen geloofsvrijheid gewaar borgd, maar bovendien het leven van het kleine hoopje Spaansche protestan ten zooveel mogelijk beperkt. De protestante kerken mochten geen to rens hebben, niet aan de straat staan, geen opschriften dragen, waaruit het protestante karakter zou kunnen blij ken, om van andere knellende maat regelen maar te zwijgen. De mannen die deze revolutie maak ten zijn eigenlijk met de Girondijnen der Fransche revolutie te vergelijken. Zij vormden een partij van deels radicale, deels socialistische politici en filosofen, die in het moderne Frankrijk het voorbeeld van een sociaal-politieke revolutie zagen. Wat ideologie betreft was het moderne Fransche positivisme en scepticisme weliswaar voor het Spaansche volk niet bruikbaar: dit was eeuwenlang door de katholieke kerk opgevoed en het katholieke geloof bevredigde zijn geestelijke behoeften voor een groot deel. Een groot aantal leiders der revolutie stonden derhalve niet vijandig tegenover het Katholicisme. Zoo zegt Alvaro de Albornos in zijn boek La politica religiosa de la Republica" uit drukkelijk, dat de republikeinsche leiders Spanje noch ontkatholiseeren", noch dechristianiseeren" wilden. Zij wilden veeleer den staat van eiken theologischen invloed bevrij den" en hoopten, dat zoowel de kerk als de staat hun voordeel zouden doen met deze bevrijding, die noch een onrecht, noch een aanval op het gods dienstig bewustzijn is, maar slechts een afschaffing van de privilegiën van n kerk. Ook een andere kant van de ideologie der Spaan sche republikeinen wijst erop, dat de strijd tegen het clericalisme en Jesuitisme niet een strijd tegen de katholieke Kerk beteekende. Een deel hunner zijn nl. Erasmianen, die een zeer gezienen leider in den bekenden Don Giner de los Rios hebben. Erasmus was voor hen de moderne katholiek, die zijn kerk trouw bleef, hoewel hij binnen de kerk den strijd tegen uitbuiting en bijgeloof en voor vrijheid voerde. Dat president Azafia een radicaal-socialist is, verhindert hem niet, voor deze godsdienstige richting te voelen; anders had hij niet licht het beroemde boek van George Borrow The bible in Spain" vertaald. Het is dus te begrijpen, dat de Spaansche protestanten de revolutie van 1931 met groote sympathie begroetten. De afkondiging der godsdienstvrij heid was echter voor de Spaansche protestanten meer een hoop dan werkelijkheid, zoodat zij uitdrukkelijk toepassing van de wet op de gods dienstvrijheid en erkenning door de regeering moesten eischen. Zij vormen slechts een kleine groep; tellen niet meer dan 6.000 avondmaalsgangers. Bovendien vormen zij in het geheel geen eenheid, maar hooren tot een groot aantal verschillende kerken, secten en zendingsgroepen. De protestante erfzonde der ver. splintering openbaart zich in Spanje op noodlottige wijze. » fNNDERTUSSCHEN onderging de Vw/ eerste revolutieregeering hetzelfde lot als de Gironde: zij werd door de Jacobijnen opzij geschoven; de ideolo gie der Spaansche revolutie verschoof steeds meer naar links. Anarchistische PROF. Adolf Keiler, ten onzent ook bekend door zijn boeken, o. a. De onbekende God" is een der bekendste voormannen van de eenheidsbeweging der kerken en is thans directeur van het Centraal Bureau voor Kerkelijke Hulpacties te Genève. Als zoodanig heeft hij het bericht doen verspreiden, dat wij voor drie weken in het Oog der Wereld" hebben opgenomen, waarin bericht werd, dat in het door de rebel len bezette deel van Spanje de protestanten worden vervolgd en hun voorgangers gedood. Aangezien wij over een dergelijke houding, die voor een partij welke tegen de godloosheid strijdt" op zijn zachtst gezegd merk waardig is, in onze neutrale liberale, katholieke en zelfs in onze protestante pers geen enkel bericht hebben aange troffen, hebben wij Prof. Dr. Keiler om een nadere uiteenzetting gevraagd, welke wij hierbij kunnen afdrukken. en communistische elementen kregen macht. Deze moet men niet op n lijn stellen met het bolsjewisme. Ideologisch houdt het verband met het overdreven individualisme, volgens Mada riaga zoo kenmerkend voor den Spanjaard , en met de verschrikke lijke sociale ellende der landarbeiders, die ook de revolutieregeering niet heeft kunnen opheffen. Tegenover deze tendens naar links stond een reactionnaire tendens, die in Don Gil Robles een demagogisch leider vond. In den huldigen burger oorlog zijn derhalve een groot aantal tegengestelde krachten over de twee fronten verdeeld. Aan den eenen kant de republikeinen, de radicalen en socia listen, de Erasmianen, Krauseanen en positivisten, aan welker jaspanden zich echter ook de communisten en anarchisten vasthouden. Aan den an deren kant het conservatieve element, dat niet de monarchie of de vroegere macht der kerk wil herstellen, maar slechts de gematigd-sociale en nietclericale republiek, die tegenover een internationale anarchie de nationale belangen verdedigt. Dat zich aan een dergelijke partij der orde ook de monarchale en clericale verwachtingen moeten vastklampen, spreekt wel van zelf. Men moet deze scheiding der geesten" kennen, om te begrijpen waarom het kleine en eeuwenlang onderdrukte groepje protestanten meer van de revolutionnaire republiek ver wacht dan van een nationalistische tegenrevolutie. Aan den anderen kant bleek reeds, dat de groote massa van het Spaansche volk eenvoudig nog niet rijp is voor de ideeën van de revolutie van 1931. Een eeuwenlange scholing door de katholieke kerk en verdrukking door de monarchie is niet door revolutionnaire procla maties uit te wisschen. Weliswaar moet gezegd worden, dat de Spanjaard volgens kenners van naam als Madariaga en Orta Gonzalez'niet collectief en monarchaal denkt, maar individua listisch en dat Alvaro de Albornoz kan getuigen, dat Spanje een land is, dat tot cynisme toe ongeloovig is". THANS beheerscht de haat Spanje en vernietigt het volk zich zelf in den burgeroorlog. Deze richt zich ten deele ook tegen de kerk. Honder den katholieke kerken zijn door communistische en anarchistische ben den verbrand, priesters, monniken en nonnen zijn vermoord. Tegenover deze gruwelen kan uit de geheele Christelijke wereld slechts n algemeene afschuw staan. Hierin vereenigen zich Protestanten en Katho lieken tot n protest; zij zien een gemeenschappelijk christelijk erfdeel bedreigd door den haat tegen het geloof, die tegenwoordig door de wereld gaat Deze gruwelen zijn het werk van onverantwoordelijke benden en indi vidueele fanatici, die van den burger oorlog gebruik maken. Tot nog tor hebben zij de protestante kerken en geestelijken niet aangetast, hoewe ook hier en daar gepoogd is protestant* kapellen in brand te steken en domi nees lastig te vallen. Men vraagt zich echter af wat het lot der Protestanten zal zijn, als dt opstandelingen overwinnen. Zijn ei geen represailles te duchten, nu velt protestanten sympathie hebben getoond voor de oorspronkelijke regeering ir Madrid en een program, dat hur vrijheid in het vooruitzicht stelde! Zal generaal Franco zooveel mach? en tucht kunnen doen gelden, dat zijr overwinning niet bevlekt wordt dooi dergelijke gewelddaden als door onver antwoordelijke groepen uit het andere kamp bedreven zijn? Zal generaa Franco zijn belofte van godsdienst vrijheid en bescherming der kerken getrouw blijven? Dit zijn veront rustende vragen, te meer sedert bekene' is geworden, dat de aanhangers var Franco het herstel van die geloofs vrijheid toezeggen, die vóór 1931 heeft bestaan. Als dit werkelijk het plan van generaal Franco zou zijn, zot de verontrusting maar al te gegronc zijn. In de laatste weken dringen boven dien berichten uit het door Francc bezette gebied in het buitenland door. die dringend opheldering vereisehen Sinds de gruwelpropaganda in der wereldoorlog is men op zijn hoedt tegen het eerste het beste gruwel verhaal. Maar thans wordt niet alleei door de Madrileensche krant Infor mationes" (12 October), maar ook ui' betrouwbare particuliere bron bericht dat een groot aantal protestante predi kanten, wier namen en standplaattet. worden genoemd in he< door de rebeller bezette gebied reeds zijn 'doodgeschoten dat hun kerk in Jerez in brand is gesto ken, dat vooraanstaande protestanten zijn verdwenen of worden bedreigd Het is generaal Franco's eigen be lang, dergelijke berichten grondig m te laten gaan en aan de wereld, di vraagt of deze geruchten waar zijn opheldering te ge\en. Zij zal zich nie laten afschepen met de verklaring, da dergelijke predikanten doodgeschote: zijn wegens politieke activiteit. Even als in Rusland heeft de godsdiensthaac in de huidige wereld zich reeds t« vaak op politieke gronden beroepen. En het is aannemelijk, dat de notoir/ wreedheid, waarmee de Spaansch? burgeroorlog wordt gevoerd, bij alt' partijen heerscht. Christelijke werell mag dan ook het Internationale Rood; Kruis dankbaar zijn, dat het beiaj partijen tot gematigdheid, tot steua aan gijzelaars, vrouwen en kinderer, en tot steun aan de kerken opriep. De laatste berichten van de Spaat.sche protestanten spreken niet allee,i van vervolging, maar ook van mater eelen nood. Deze nood heerscht ia de protestante gemeenten in Madrid e a Barcelona, zoowel als in de door c e rebellen bezette steden. Een spoedige hulpactie door hun geestverwante! in het buitenland is noodig. Wai.t indien al het medelijden met h-t ongelukkige S*paansche volk algemee ;i is, wij hebben een bijzondere veran woordelijkheid voor een groepje ve~drukte en hongerende Protestanten in Spanje. PROF. ADOLF KBLLF.R Ru we handen HEEFT DE CIVETKAT GESPROKEN? Hedendaagse spookhistorie HET proces Lambert versus Levita, waarover heel Londen en half Engeland een week lang heeft gesproken en dat de voorpagina 's van alle kranten van vette koppen en de portretten der voornaamste betrokkenen heeft voorzien (als ik zeg alle kranten zonder ik natuurlijk The Times uit, die ook door het sensationeelste proces niet in zijn eerbiedwaardige tradities wordt geschokt en die dus het geval in de kleine letters van het Rechtbank verslag droog en zakelijk behandelde) het proces Lambert-Levita dus was eigenlijk maar een dood gewone nare zaak: van intriges onder het hogere personeel van een omroepmaatschappij (de radio schijnt een vruchtbaar terrein voor intriges te zijn), van roddeltjes over en weer, van vertrouwelijke gesprekken die werden overgebriefd en een typiste die meneer X vertelde wat meneer Y door de tele foon over hem had gezegd aan mevrouw Z. . . enzo voort. Ontdaan van alle bijkomstigheden (die de rechter aanleiding gaven op zeker ogenblik tot de jury te zeggen: Ik vind het ontzettend dat we hier onze tijd moeten verdoen aan het kleinzielige ge harrewar tussen deze lieden") kwam de zaak hierop neer: De heer Lambert is redacteur van The Listener (de engelse Radiobode) en heeft bovendien een be langrijke functie bij het British Film Institute hij is dus zo iets als meneer Vogt en meneer van Staveren samen en in elk geval een belangrijk man. In het bestuur van het Film Institute zat ook Lady Levita, echtgenote van Sir Cecil Levita, een gepensionneerd hoofdofficier. Toen de heer Lambert eens moeilijkheden had met de directie van de B.B.C, (de engelse omroepmaatschappij), die bezwaar maakte tegen zijn dubbele functie, wendde hij zich op aan dringen van Lady Levita tot Sir Cecil, die tussenbeide kwam en bewerkte dat de kwestie in het voordeel van de heer Lambert werd opgelost. Tussen Lambert en de Levita 's was dus alles koek en ei. Dit veranderde echter toen de heer Lambert een tweede protégévan Lady Levita uit het Film Institute wegwerkte omdat hij hem van fraude verdacht. Lady Levita werd boos sn Sir Cecil begaf zich naar een hooggeplaatste func tionaris bij de B.B.C, en sprak: Die Lambert is vol slagen gek, die moet er uit bij jullie !" De B.B.C.-man loorde hem aan «i ging vervolgens naar de heer Lambert: Dat en dat heeft Sir Cecil van je ver teld." Lambert vroeg opheldering en verontschuldi ging. ,,Ik zal er over denken," antwoordde Sir Cecil. Hiermee niet tevreden diende Lambert na enige ?veken een aank'acht wegens belediging en .antasting van zijn goede naam in. Sir Cecil ing naar de directie der B.B.C, en zei: Als jllie niet zorgt dat Lambert zijn aanklacht itrekt, krijg ie geen cent meer van me." ir Cecil is rijk aan geld en invloed, dus gaf .'.e B.B.C, haar employéte verstaan dat hij uit ? 'andelen kon gaan als het proces tegen Sir Cecil < oorging. (Zo fs de wereld.) Het proces is toch ? oorgegaan en Sir Cecil is veroordeeld tot be» .ling van 7500 pond sterling nog altijd iets ; ieer dan een halve ton in onze munt, waarnee naar nederlandse begrippen de schade De c'e de heer Lambert heeft geleden behoorlijk Cef. v-rgoed is. Was dit nu de moeite waard om er zoveel vette l tters aan te besteden? Heeft het engelse publiek z ch over dit onverkwikkelijke ruzietje opgewonden ? Neen, de openbare belangstelling ging uit naar \ .-el iets anders. Sir Cecil had gezegd: Lambert is gek." Waarom v*s Lambert gek? Omdat hij geloofde in Gef, de .'rekende civetkat van het eiland Man, het bei «mdste en tevens het geheimzinnigste ttier uit heel l t Verenigde Koninkrijk. Het proces LambertI vita ging helemaal niet over de heren Lambert t Levita en de interne strubbelingen in de B.B.C. fc'.-t ging over Gef. veel rondgezworven doch ook veel gelezen; hij kent verschillende talen, waaronder Russisch, Arabisch, Hindoestani en Jiddisch. In de oorlogsjaren heeft hij zich uit zijn zaken teruggetrokken om op Man te gaan boeren. De crisis in de landbouw heeft ook hem getroffen en op het ogenblik heeft hij het vrij armoedig. Hij streeft echter niet naar verandering en vindt blijkbaar het leven nog zo kwaad niet. Mevrouw Irving is een imposante verschijning met een paar felle ogen. De bezoeker heeft weldra door dat zij feitelijk de baas in huis is. Het derde lid van het gezin is de jongste dochter, Voirrey (de oudere kinderen zijn sinds lang ge trouwd en wonen elders), een intelligent maar zwijgzaam en eenzelvig meisje van zeventien, dat wat in de huishouding helpt en over het eenzame eiland rondzwerft. De rust van dit vreedzame gezin werd in Septem ber 1932 (Voirrey was toen dertien) verstoord door een wezelachtig dier, dat zijn aanwezigheid ken baar maakte door allerlei wonderlijke geluiden. Weldra bleek het een meester te zijn in het nabootsen der geluiden van andere dieren. Dit bracht vader Irving op het denkbeeld, of het misschien ook menselijke woorden kon nazeggen. Het geheim zinnige dier bleek een ijverig leerling, want na enige weken konden ze hele gesprekken met elkan der voeren.... In October kwamen de eerste berichten in de pers. Begin 1932 was het geval reeds zo belangrijk geworden dat de Manchester Daily Despatch een verslaggever naar Doarlish Cashen zond. In zijn reportage lezen we: De geheimzinnige mens-wezel van Doarlish Cashen heeft vandaag tot mij gesproken. Ik heb de merkwaardigste geschiedenis onderzocht die ooit over een dier bekend is geworden, een geschiedenis die op het hele eiland geloof vindt, en ik weet niet wat ik er van moet denken. Heb ik werkelijk een wezel horen spreken? Ik weet het niet, maar wat ik wel weet is dat ik een stem heb gehoord waarvan ik me niet kan voorstellen dat een mens ze zou kunnen voortbrengen; dat de lieden die zeggen dat dit de stem van de vreemde wezel was me normaal, eerlijk en volkomen toerekenbaar schijnen; dat het onwaarschijnlijk moet worden geacht dat zij maan den lang een bedrog zouden volhouden dat geens zins gemakkelijk is en hun niets opbrengt, enkel maakt dat er over hen wordt gesproken; en ten slotte: dat anderen dezelfde ervaring hebben gehad als ik." De wezel, die zich ontpopte als een soort civetkat (?mongoose, de beroemde indische rattenvanger DE geschiedenis van Gef gaat terug tot het jaar 1931. Volgens eigen zeggen is hij geboren op 7 Juni 1852, maar vóór September 1931 heeft hij n;oitiets van zich laten horen, zodat de eerste 79 ja -en van zijn veelbewogen leven als praehistorie n eten worden beschouwd. Historisch wordt hij pas a;., hij verschijnt op Doarlish Cashen, een zeer eenza ne, zeer sombere, ietwat vervallen boerderij, ge le en op het hoogste punt van het eiland Man in d» Ierse Zee. . ?Ooarlish Cashen wordt bewoond door een eigen» as -dig gezin. Déheer en mevrouw Irving zijn om en bij de zestig en hebben betere dagen gekend. De ft<:n is handelsreiziger geweest en heeft niet alleen familie Irving, vader, dochter en moeder, die alle drie zweren bij (De illustraties op deze pagina zijn uit Price-Lambcrt: The haunting of Cashen's Gaf).) en slangendoder, Ricky-Ticky-Tavy uit het ver haal van Kipling), verhoogde inmiddels zijn pres taties. Hij gaf blijk van helderziende vermogens, wierp zijn gastheer en gastvrouw huishoudelijke voorwerpen naar het hoofd maar ving ook konijnen voor hen, en toonde zich een onberekenbaar, doch voor het overige zeer menselijk dier. Slechts n ding deed hij niet: zich vertonen. De Irvings zagen af en toe een glimp van hem. Mevrouw Irving had eens gelegenheid Gef (hoe hij die naam kreeg weet niemand meer) over de kop te strijken toen hij in een donkere hoek op een balk zat, waarbij hij haar speels in de vinger beet. IN Februari 1932 ontvangt Harry Price, directeur van het parapsychologisch laboratorium, ver bonden aan délondense universiteit, een brief van een spiritistische dame die de Irvings heeft bezocht en in Gef een geïncarneerde geest ziet. Of Price het geval wil onderzoeken ? Hij kan zelf niet gaan, maar op zijn verzoek komt kapitein Macdonald, een kritisch en voorzichtig man van wetenschappelijke standing, de Irvings bezoeken. Gef blijkt zeer schuw te zijn. Macdonald hoort hem herhaaldelijk spreken, echter nooit als de /?/rmi/fV. /?»«.??.-»*_<»-?- -?- ? ??? - Doarlish Cashen, de eenzaam gelegen boerderij op Man waar Gef rondspookt. Op de voorgrond Gef zelf, naar een tekening die volgens zijn aanwjjzlgingtn is ver vaardigd en door hemzelf is goedgekeurd.... de vreemde geluiden voortbrengt. Hij is echter ge neigd aan te nemen dat hier meer dan een hallu cinatie in het spel is. In Mei 1935 bezoekt hij Doarlish Cashen opnieuw. In de tussentijd heeft Gef honderd uit gesproken en gezongen, ook in vreemde talen, en allerlei mense lijke handelingen verricht. Van zijn doen en laten heeft Irving nauwkeurig aanteekening gehouden; Harry Price heeft een dossier van honderden blad zijden betreffende Gef verkregen. Wat Macdonald hoort is ook ditmaal onbevredigend. In Juli-Augustus van hetzelfde jaar gaat Price er zelf op af, samen met R. S. Lambert van de B.B.C. Gef blijkt verdwenen te zijn en komt eerst na hun vertrek terug! In October brengt Macdonald een derde bezoek aan de eenzame boerderij. Uren lang hoort hij spre ken, lachen, bonzen op ruiten en panelen; voor werpen worden heen en weer geworpen, enzovoort. Een en ander wordt aan Gef toegeschreven. Indien een ander het doet: de onderzoeker kan er ondanks de scherpste controle niet achter komen. Op 6 November bezoekt een verslaggever van de News Chronicle de Irvings. Gef laat zich niet horen, hoewel hij die morgen nog heeft gesproken en de vorige dag zijn 218de konijn voor mevrouw Irving heeft gevangen.... NU is het natuurlijk zeer gemakkelijk te reggen: Onzin''! Maa r wie dit doet zal moeten verklaren: hoe het mogelijk is dat de Irvings (die een normale indruk maken en als betrouwbaar bekend staan) van 1931 tot heden een reeks avonturen samenflansen waarvan het dossier honderden bladzijden beslaat, zonder dat zij in woord of brief elkander of zichzelf ooit tegen spreken, behalve een enkele maal op een zeer ondergeschikt punt; ? hoe het komt dat van de honderden lieden die Doarlish Cashen in die tijd hebben bezocht, onder wie journalisten en wetenschappelijke onder zoekers die het er om te doen was het raadsel op te lossen, weliswaar nooit iemand een objec tief bïwijs van Gef's bestaan heeft gekregen, maar evenmin ooit iemand heeft kunnen constateren dat (laat staan hoe) hij bij de neus werd genomen; waarom de Irvings deze mystificatie zijn begon nen, die hun niets opbrengt dan wat gerucht en die hun thans, nu ze de boerderij zouden willen ver kopen, zelfs tot groot nadeel is (geen boer koopt een huis.waar het spookt"). Het ene lijkt nog wonderlijker dan het andere. Is het vreemd dat een aantal ernstige lieden in Gef zijn gaan geloven? Kennisname van de gegevens, o.a. uit het boek dat Price en Lambert aan deze geschiedenis hebben gewijd, leidt echter m. i. niet tot die conclusie (waar toe de auteurs zelf ook niet zijn gekomen: Lambert heeft tijdens zijn proces tegen Sir Cecil Levita ont kend dat hij in Gef geloofde; Price heeft in zijn boek ,,Confessions of a Ghost Hunter" zijn ongeloof vrij duidelijk laten blijken). Het lijkt mij inderdaad aan nemelijk dat de Irvings, zij het onbewust, bedrog plegen en dat we hier te doen hebben met een opmerkelijk massa- (sociaal-) psychologisch ver schijnsel (collectief waansysteem) dat ons herinnert aan de massa-hallucinaties te Beauraing. Hoe men het ook bekijkt, het geval is psycholoPAG. 4 DE GROENE Ne. 3105 .- ..,..^k..?..j« »^. to.cn, Muur noou ais ae noe men het ook bekijkt, het geval is psycholofamilie Irving voltallig aanwezig is. Bijgevolg kan gisch interessant en het laatste woord is er zeker nog hij niet met zekerheid zeggen of niet een van hen niet over gesproken, YGB FOPPHMA PAG. 5 DE GROENE Ne. 3105 t t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl