Historisch Archief 1877-1940
Schilderkunst
. -. t . ?»
Film
Uit: Jn de schaduw van de guillotine"
Amerika kijkt in de spiegel
Fritx iMng: Furie
AMERIKA heeft ons vaak ver
rast door het wonderlijke meng
sel van sentimentaliteit en nuch
terheid, dat het in zijn films demon
streerde. Het kan grenzeloos vals senti
menteel zijn en zich plotseling de spie
gel voorhouden om er een kei-hard
beeld van zijn fouten en tekortkomin
gen in te doen weerkaatsen. Het kan
de werkelijkheid tot in de hevigste
mate vervalsen en plotseling deze
werkelijkheid in zijn volle naaktheid
onder ogen zien.
Het verbaast ons nu weer door de
wijze waarop het een vreemdeling
toestaat de spiegel op te houden, die
een van de .rotste plekken van de
amerikaanse samenleving weerkaatst.
Fii'z Lang maakte in Ameii'oi onder
de titel Furie" een film tegen de
lynch-woede en hij toonde daarin deze
rotte plek in de amerikaanse samen
leving aan op een wijze als een Ameri
kaan het nauwelijks zou kunnen. Niet
omdat de laatste geen open oog zou
kunnen hebben voor dit kwaad, maar
omdat hij waarschijnlijk nooit een
dergelijke objectieve kijk zou kunnen
hebben op de kleinburgerlijkheid en
zijn misère, waar hij te lang en te zeer
van nabij mee heeft omgegaan om
deze zo te ondervinden als Lang dat
in deze film doet.
Furie" is van opzet duidtlijk een
tendenz-film, een pleidooi tegen het
lynchen. Als zodanig is de inhoud
hoofdzaak. Maar het is de «p bijna alle
punten uiterst beheerste vorm, welke
aan dit pleidooi 'de grote overtuigings
kracht verleent.
De inzet getuigt onmiddellijk van de
kracht waarmede het materiaal in
zijn volle omvang wordt gehanteerd:
Een jong verloofd paar maakt voor
het raam van een meubelétalage toe
komstplannen, een omhelzing in de
duisternis van een spoorwegvlartuct,
het afscheid op een station. -Bddm
Tullen een tyd lang gescheiden moeten
werken om de nodige middelen voor
de toekomst te verdienen. Dan is de
huwêlijksdatum vastgesteld en beiden
maken voorbereidselen voor de blijde
ontmoeting. Een krantenbericht over
kidnapping" wordt onderweg door
hem achteloos overgeslagen: wat gaan
hem op weg naar zijn bruid deze dingen
aan! De volgende dag is hij gearres
teerd onder verdenking bij deze
kinderroof betrokken te zijn op niets zeggende
en geheel toevallige feiten. De zaak
zal onderzocht worden, maar een on
voorzichtig woord van de veldwachter
ontketent een massa-hyste: is. Prachtig
is dit door Fritz Lang weergegeven.
Het voortwoekeren van het praatje, de
miserabele kleinburgerlijkheid van het
milieu waarin dit door nkts te stuiten
voortvreet. De nuchtere, harde ver
betenheid van den sheriff, die tot elke
prijs het recht zal handhaven en zijn
arres'ant onder bescherming van de
wet weet. De politieke motieven,,hoger
op", die tijdige zending van troepen
tegenhouden en ten slotte de uitbar
sting. Hier is een stuk mas -a-regie
gegeven welke ver boven het gemid
delde staat. De bestorming van de
gevangenis, de brand, het opnemen
van het film journaal zijn van een sterk
beheerst realisme, dat nergens de
grenzen overschrijdt in de richting van
sensatie om de sensatie. Het ziet er
slecht uit" zegt de gevangene in de
cel tegen zijn hondje en even later
zien wij zijn van angst verwrongen
gezicht van vlammen omringd achter
de tralies van het venster.
iiIERMEDE is het eerste gedeelte
[""l ten einde en even schijnt elk
vervolg nog slechts verzwakking te
kunnen, betekenen. De man blijkt
namelijk op het laatste nippertje, als
een dynamietpatroon de
gevangenismuur doet instorten, toch nog aan de
dood ontsnapt te zijn. Er is voor hem
nog maar n ding: wraak tegen hen,
die hem alle angst van de vuurdood
deden ondergaan. Hij houdt zich ver
borgen en zijn broers zullen het proces
tegen de schuldigen die volgens de
wet schuldig zijn aan moord tot het
uiterste ondersteunen.
Het verhaal schijnt bedenkelijk,
maar het is bewonderenswaardig zoals
Lang dit aannemelijk weet te maken
ten bate van een groot betoog tegen de
lynch-justitie. In het eerste deel was
dit betoog in het feit zelf gelegen. In
het tweede deel wordt het uitgewerkt.
Wat even leek slechts tot verzwakking
te kunnen leiden, wordt ondersteuning.
Meer bijna nog dan in het eerste deel
want hier ten opzichte van een
zo veel gevaarlijker gegeven door
de wijze waarop Fritz Lang de materie
beheerst. Het beluisteren van het
proces door de radio, het afbreken op
het juiste moment, het rondlopen door
de nacht en het binnengaan in het
caféwaaruit muziek klinkt en
zodra de deur open gaat zien wij geen
mensenmassa, maar een leeg lokaal
met de stoelen op de tafels en een
eenzame waard bij de radio: dit alles
zijn meesterstukken van filmkunst,
zij het dan ook niet l'art pour Tart.
Natuurlijk neemt in dit tweede deel
het gesproken woord in de recht
zaal wel eens een grotere plaats in
dan met het wezen van de film in
overeenstemming schijnt, maar critiek
op dit punt wordt getemperd door de
onmacht er een andere oplossing
tegenover te stellen. Ten slotte moet
hier het een en ander t?ezetd worden.
O.a. dat in de laatste 49 'aar in Amerika
6010 slachtoffers van het lynchen
vielen dat is n in de drie dagen
van wie slechts 756 voor de rechter
verschenen waren. De overigen werden
vó6r elk verhoor vermoord.
Tegenover deze feiten staat de film
van Fritz Lang als een groots pleidooi
en het pleit voor het amerikaanse volk,
dat het deze kritiek en dit pleidooi van
een buitenlander duldt al geeft de
wijze waarop Fritz Lang dit uit hem
daarop alle recht.
Voor ons betekent deze film welke
hier binnenkort door
Metro-GoldwynMayer zal worden uitgebrtc'it stellig
een van de belangrijkste producten
van dit seizoen.
D. C. VAN DER POEL
EXPOSITll/AN HEDEN
HISTORIE
gezien door twee brillen
In d* schaduw van de guillotine
(Alharabra, Amsterdam)
DE film A tale of two cities"
(,,In de schaduw van de guillo
tine") doet ons gebeurtenissen
uit en om de franse revolutie zien door
twee brillen: die van Dickens, naar
wiens roman de film werd gemaakt en
die van Jack Conway, die de film
naar deze roman maakte.
Stellig geeft deze wijze van zien de
feiten een bepaalde kleur, die voor de
gemiddelde bioscoopbezoeker iets aan
trekkelijks kan hebben. Maar even
stellig worden de beelden op deze wijze
vertekend. Dickens had de gave
boeiend te vertellen en ook als elke
goede romancier op zijn wijze een
kijk te geven op het gekozen onder
werp. En liefhebbers van Dickens
zullen naar de bioscoop gaan om de
bekende figuren nu ook op het witte
doek in levende lijve" te zien. Maar
het blijft de vraag in hoeverre Jack
Conway er in geslaagd is met behulp
van camera, acteurs, figuratie en het
hele verdere apparaat van de film een
zelfde beeld te scheppen als Dickens
dit met zijn pen deed.
Niet alle bioscoopbezoekers zijn
echter Dickens-lezers en voor hen
blijft dus deze film een
romantischhistorisch of historisch-romantisch ver
haal uit de tweede hand. Zij zullen
genieten van schone romantiek en van
romantische edelmoedigheid. Zij zullen
iets zien van de franse revolutie, toen
een tot het merg uitgezogen volk in
opstand kwam tegen zijn verdrukkers
en fanatieke zucht naar vergelding
wel eens elke rede overheerste. Zij
zullen in dit verhaal van twee steden"
iets zien van het contrast tussen Londen
en Parijs van die dagen.
Maar zij zullen de historie zien door
een dubbele bril, die veel vertekent.
V. D. P.
L. W. R. Wenckcbad
TcntoonalrllfiiK Kun«thuiuli.i i
ter, \Vetrrlnar*cban», Auiat*
L W. R. Wenckebach js
altijd (of laat ons zeegen;
lang) de teekenaar van,j
prenten in Notekraker en
koning, van de Amsterdamsche
gezichten, waarop men pitto. eske
jes en grachtgaten ziet die ..u
gedeelte zijn verdwenen.
heeft ook landschappen geschild
hij doet het nóg» aan de bron",
wat niet gering is voor een zoo]
bejaard heer. Wordt er nog
de open lucht gewerkt? De s
het hedendaagsche geeft er ni«,
aanleiding toe, veel minder
dan die van den tijd van Jacob ]
toen men den bef aamden c
van de natuur" ging halen.
Het valt te betwijfelen of W«
bach opdonders krijgt, als hij
ezeltje ergens aan een ri- iero
in een heideveld neerzat. y«
ontvangt men den indruk, dat]
zacht en beschaafd bekoord
door het spel van het licht o
Hollandsche land. De luchten
het grootste deel van zij r. do
bes'ag, hij stapelt met wolk- n,to
gebergten, hij bestudeert de geheim
nige reflexen die zij uitstrooien ind
der schaduwen, hij bemint de:
glansen die zij in horizontale
over het veld trekken. Maar
in een Bui op de rivier', waar l
de beste kansen werden geboden]
een zwaarder, dramatisch ac
leggen, blijft hij vriendeüjk.ab
risch, harmonisch. Hoe rou Pc
dit doen? Hoe deed Vo-rman
Het zijn geen overwegi iger,
wij bezien het landschap van VVo
bach. Het is bedaard, zorg
welgemaakt. De mensch i > er nie
nauwelijks het mensche ijkt
werk. De boomen, de weiden,
water, het heikruid en de wolken j
hem genoeg.
En bekijkt men dit, ii den
handel Fetter, dan denkt ma
oogenblik dat de tijd vijftig jaart
s'i'gestaan. Zoo respecta -el -i
iets te zoet.
JAK ENGS
Van der Leek zestig ja
MEN vertelt van B A. van)
Leek, die zestig jaar is
den, dat hij eens een
moest decoreeren. De a'beiden, j
in het huis van het p-afond
waren, zagen hem dagci en
zitten in het desbetreffem vertrek.]
deed niets. Hij zat maar. Hij
staren. Hij zat te denkei. Eivcfj
morgen toen zij aan 't werk
gaan, kwamen zij tot dj ont'
dat de kabouters er ge-veest
Er stonden een paar gele drie
en een paar roode vierkanten op j
plafond. De schildering van B. A.J
der Leek, zoo vernamen zij totj
grenzenlooze verbazing, v/as
In den namiddag kwam H. P.'
er een college over geven,
het volgende i& geboekt af d:
Het latere werk van Van der]
is een absolute abstracte gewr
Een ruiter te paard bijvt- -rbeeldj
tot een geometrische figuur op'
uit stippen en vlekjes. Dit
gemakkelijk te copieer n,
beste copie zal toch mist
missen, wat het werk van Vtfl
Leek zijn groote innerlijke
verleent. Dat is het e:^
het kunstwerk, dat mcx
voeld als te zijn het dikste
van het wezen van den kuns
Het is een wezenskenmerk
uitlatüif en van H. P. Breitiffl*
niet mee te debatteeren valt.
|0 Di
GROENE'
jdt voor de gansche plastische
vrijmet», die hij heeft gesticht, en die
"dit r ogenblik door Charley Toorop
groot schilderij, dat in het
jjdden den kop van B. A. van der Leek
toont (als een zon waarom zich
planeten wentelen), wordt
verrig.i Waagt men het bijvoorbeeld
~te m^ken dat er, naast het diepste
aerlijk van het wezen van Van der
c, zoo iets bestaat als het ondiepste
jij A van het onwezen van Tiepolo,
jai u een schicht treffen uit oogen,
nooit aan het eigen
gezichtsn getwijfeld het ben. Men is
», of men is het niet.
Vergejng objecten doen r.ht ter zake. De
jdeiu'.e kunst werd re.'igie.
Ik l>en om zoo te zeggen geen
?looviije. Ik ben ook niet bepaald een
heist, Ik ben een plastisch polytheïst
i men late mij deze dierbare
karakterieul, waarvoor ik, op mijn manier,
: natuurlijk een veel geringer manier
dun die van opgemelde loge,
beJd heb.
[Voo! de loge is Van der Leek een
ot en monumentaal kunstenaar,
der bakens van dezen tijd. Voor
jüj is hij een belangrijk plastisch
ilent, dat belangrijke dingen heeft
ikt, maar allang den Weg
ick' zou hebben gevonden, als
ti n i't geplaagd werd door de
uitrof'ibare Hollandsche opvatting,
t de kunst niet goed kan wezen
leer zij niet het resultaat is van
onnoemlijke serie uitdenksels. De
npel in het voorhoofd, het probleem
de tong en men is in Holland
ware kunstenaartje l Men heeft
[iet diepste innerlijk van het
zen",
l Het j s echter een clinisch geval.
JTerv >1 de natuur onuitputtelijk
is. en op tienduizenden manieren
ty!-erd" kan worden, zoodanig
zij in glans en klaarheid weer op
doek verschijnt. Geometrie heeft
ar slechts per accidens mee te
ken Hetgeen de Fransche cubisten
n=;?n, maar de Hollander, verzot
[reine ultuur (men vergeve het woord)
zoo snel onder zijn muts krijgt.
l is o te langzaam voor.
J. E.
Quirijn
van Tiel
bij Van Lier te
ittfnlam
R 2., n een aantal wijzigingen in
'hè- werk van Van Tiel te
constc reeren en zeker sinds de
'ige t f ntoonstelling eveneens bij van
D: tentoonstelling van Jeroen
i . het Boymans Museum heeft
11-..n de aandacht getrokken van
i, die meenen uit hoofde van hun vak
te moeten gaan of er geweest
:ij heeft niet alleen aanleiding
[evèti ? ot veel en uitvoerig geschrijf
heeft, behalve dat zij sommige
heeft verhelderd en sommige
.rhec?n vaster heeft gesteld, zij
Va,u Tiel te pakken gekregen en
rechtstreeks de Hollandsche
schilwns voor een klein deel gewijzigd.
is d-, vraag hoe diep deze inwerking
wijkc-a te zijn en voor hoe lang wij
zullen zien bestaan bij een schilder
zoo beïnvloedbaar blijkt. Vast te
«n -is dadelijk, dat de kleur van
Tiei niet verarmd is en ook dat zijn
"'?wie zich gesterkt heeft aan den
schilder, maar den vraag komt
hoe blijvend en hoe voedend
[dit alles;. Technisch bleef de
uitt van het werk persoonlijk en
is anderzijds weer een winst, in
>; gevalle een bewijs, dat er geen
iietiging door een overmacht van
oudere is opgetreden. En we weten
200 iets een altijd aanwezig gevaar
"' deze gebeurtenissen. Gewoonlijk
"J technische overnemingen, die
Permeke: Winterlandschap
ten slotte strijdig zijn met de periode
waarin het laatste werk ontstaat. Het
is nog te vroeg om bij Van Tiel een
definitief oordeel hier neer te schrijven.
We hebben het volgende werk te wach
ten, ofschoon we geneigd zijn met
vertrouwen het komende af te wach
ten, met gedeeltelijk vertrouwen.
PLASSCHABRT
RADIO STETHOSCOOP
Permeke
Tentoonstelling bij Duffe, A'dam
HET is niet zoo eenvoudig in dit
donkere seizoen schilderijen te
gaan zien. Het kan meer een
raden worden dan een werkelijk zien
en een heldere dag kan alleen volle
dig of voldoende uitsluitsel geven. Ik
trof een tweeden dag van zulke geaard
heid om de Permeke's .bij Buffa vol
doende waar te nemen. Het is voor mij
een eigenaardige tentoonstelling: het
zijn feitelijk impressionistische land
schappen van klein formaat. Ge vindt
er de uitbundige kleur niet, die Per
meke gaf in zomer- en oogstgezicht,
noch de talrijke kleurschakeeringen,
waarmee hij de wolken kan formeeren
boven zijn levende zeeeji; Permeke is
een uitmuntend zeeschilder en als zoo
danig onvoldoende in Holland gekend.
Deze tentoonstelling bevat minder dan
gewoonlijk den elementairen Permeke,
hoewel men er hier en daar een
kleurschakeering in treft, die deze schilder
alleen vermag.
Zij bevat voor mij te weinig figuur,
welke figuur ik tot het grootste werk
van dezen schilder ongetwijfeld reken.
Er is voor mij door deze onvolledigheid
aanleiding een uitgebreidere bespreking
dan deze korte te houden en dat
te eer daar ik van Permeke hoorde, dat
hij in het begin van het volgende jaar
te Brussel een grocte tentoonstelling
weer zal houden, ook van vele der
laatste werken. Zulke groote tentoon
stellingen zijn meestal gevaarlijke ex
perimenten voor iederen niet stevig
gefundeerden schilder, maar ik heb tot nu
toe Permeke nooit zien verliezen door
een groot aantal zijner groote werken
te laten zien. Integendeel. De grootste
verrassingen, die ik heb ondervonden
bij dit werk, waren altijd die van groote
verzamelingen. Wij zullen dus in de
komende te Brussel het zelfde vertrou
wen houden. Permeke was als geheel
tot nu nooit eentonig.
PL.
IN eendrachtige samenwerking stellen
microfoon en pick-up de vernuftige
menschheid in staat, den tijd en het
leven -vast te houden, om ze in,het
weekftiwasmengsel te verankeren.
Desgewenficht kunnen de aldus verstelde
tijds- |en levensbeelden vermenigvul
digd, «orden en in grooten getale op het
magische eboniet beklijven. Zoo ver
oorlooft ons de techniek, het wonder
van Caruso's stem, van Grieg's piano
spel, Van Joachim's vedeltoncn in een
meerdere of mindere mate van duide
lijkheid te herbeleven, al naarmate zich
de betrokken muzikale prestaties
phonogenieker" door de geluidstrechters
lieten vangen, die na hun tijd in de zoo
veel doelmatiger niicrofoon hun tech
nisch zooveel verder gevorderde ver
vangster zouden vinden.
De wekelijksche radio-journalen, de
herdénkingspotpourri's, die daaruit op
Oudejaarsavond plegen te worden ge
componeerd, de even menigvuldige
als verscheiden klankbeelden, die voor
de gelüidsarchieven worden opgenomen
en daarin als bevroren incidenten ge
conserveerd blijven, zij zijn alle even
? zoovele voorbeelden van het
menschelijk vermogen om den tijd te doen stil
staan of zelfs achteruitgaan. Het zoo
in den loop der tijden vergaarde mate
riaal is zoo overstelpend . talrijk, dat
deze overvloed een bewaren van alle
opnamen niet gedoogt. Aan den ande
ren kant ontbreekt ons in onze geluids
archieven nog veel, waarvan de groote
historische waarde eerst achteraf wordt
beseft.
Van deze oorzaken tot beperking
heeft het nadeel zich geopenbaard in
een hoorspel, dat het Hilversumsche
programma van Maandagavond ver
zorgde. Men heeft dit nadeel t achten
te compenseeren door een reeks actua
liteiten, welke door origineele opnamen,
zoo noodig verbonden door een ver
bindend en toelichtend woord, zoo
veel suggestiever en sprekender had
den kunnen herleven, in dit hoorspel te
transformeeren en aldus in nabootsing
met behulp van onze verbeelding in het
geheugen terug te roepen. Het klank
document De Afsluitdijk", dat Hilver
sum II in den aether verzond, was dus
eigenlijk een valsch document. Velen
zullen het dan ook niet voor echt heb
ben aangenomen, mede door eenige
onwaarschijnlijkheden, waaraan de
samensteller niet had weten te ont
komen. Maar over het geheel genomen
? zal deze uitzending haar gestelde doel
niet hebben gemist en de luisteraars
onder den indruk hebben gebracht van
het grootsche nationale belang, het
welk wijlen ir. dr. Lely in zijn levens
werk van de geprojecteerde droogleg
ging der Zuiderzee belichaamde.
Toevallig ging deze uitzending
groo. tendeels in de richting van een wensen,
die voor de verschijning der nieuwe
weekpTogramma's bij- ons was ge
rezen naaraanleidingvan eenige opmer
kelijke radio-reportages uit het buiten
land. Paris P.T.T. nl. liet zijn microfoon
verslag uitbrengen van een bezoek aan
de basiliek van de SacréCoeur op
Mont. martre; een verslag, dat naar een ver
dere ontwikkeling der televisie deed
verlangen. Kon de microfoon dus de
visueele indrukken van het imposante
interieur dezer kerk niet verwerken,
wel kon zij de stem verbreiden van het
prachtige orgel, aan welks speeltafel
de meester Ludovic Panel werken van
Bach, Gfigny en eigen inspiratie
verklankte. Een even opmerkelijke repor
tage in dien geest bracht het Engelsche
nationale programma, waarin agenten
van Scotland Yard vertelden over het
politiewezen in de wereldstad aan de
Theems. En om dichter bij huis te
blijvan: de reeds eenige maanden loopende
serie Klankschoonheid in
Nederlandsche kerken", waarmede de A.V.R.O.
haar Zondagsprogramma pleegt te
openen en waarin zij den veel te weinig
beseften schat registreert dien Nederland
in talrijke prachtige orgels bezit, gaat
in dezelfde richting.
Zeker zou de radio-omroep in der
gelijke reportages van wijder strekking
dan de incidenteel e een dankbare taak
kunnen vinden, die meer tot de volks
ontwikkeling zou bijdragen dan de
hartverscheurende lamenti van het
bibberoas j e-orgel" of het geil gefleem
der talrijke strijkjes. Doch dan dient
eïrst een korps van bekwame oogge
tuigen-verslaggevers te worden ge
kweekt, want de incidenteel e repor
tages kunnen getuigen, dat daaraan
nog veel ontbreekt.
G. K. KROP
H,". J
A-.
»
i
^ ««-£-*»?; --.5*-1 ? ? .
^ ti.^- -:,** v
5^^'^'^^^'irA-it^Y^^w^*,^..> -7^ j. <.,
Jïi'