De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 19 december pagina 10

19 december 1936 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

/l 14 22 Mei '888; Schae/>mon-St. Jons zweert den sociafistischen draak te zullen vernietigen 2 Oec. 1900: De Koningin zendt de Gelderland" om Kruger te halen en handeft daarmee in den geest van Wi/fem van Oranje 28Nov. f909: Na de lintjesaffaire onder zoekt Kuyper zijn boetvaordigheid voor net spiegeft;e-aan>den-wand /9 fe POLITIEK LEVEN 1876 - 1936 - 1948 PROF. DR. F. G. GERRETSON POLITIEK leven, dat is iets anders dan parle mentaire geschiedenis! het beteekent het levens des volks in zooverre het door de politiek wordt bewogen en weer die politiek bepaalt. Dat leven is in onzen staat niet altoos zeer sterk geweest; de nijvere Hollander was in den regel, ongelijk sommige zuidelijke volken, wars van poli tieke tinnegieterij; hij hield zich gaarne bij zijn leest en was, zij 't met een ironische grimlach, gewoon te prijzen wat de Heeren geliefden te wijzen. Ook in de eerste helft.der negentiende eeuw is daarin weinig of geen verandering gekomen; wie meent, dat in 1840, in 1848, en in 1866/8 de politieke gebeurtenissen de exponent waren van een sterk bewogen politiek leven der natie, vergist zich ten zeerste; zelfs bij de heftigste parlementaire crises was de belangstelling van het, trouwens uiterst beperkte, kiezerscorps minimaal; de deining was alleen daarom zoo sterk omdat het water zoo ondiep was. Terwijl wat het volk achter de kiezers betreft.... maar men kent het levensdrama van Groen: vox clamantis in deserto. HET jaar waarin de Groene Amsterdammer voor het eerst verscheen, ligt op de grensschei ding van een nieuw tijdperk, waarin, in nauw verband met het na 1870 onder invloed van het achterland wederontluikend economisch leven, door het zich langzaam uitbreidend kiezerscorps, het politieke leven ook in breeder volkskringen ontwaakt. etalages ZATERDAG- DINSDAG- EN WOENSDAG -AVOND ZIJN WIJ IN AMSTERDAM GEOPEND TOT 10 UUR ZONEN PAG. 6 Pb In 1872 was Thorbecke ontslapen; in 1876 volgde hem Groen, de eerste groote commoner, de man, die, zelf tegenstander van het parlementaire stelsel, in bijna een halve eeuw stelselmatige oppositie, meer dan iemand anders voor de ontwikkeling van dat stelsel heeft gedaan. De strijd om het evenwicht tusschen Kroon en Parlement was in 1866/8 ten voordeele van het laatste beslist; doch het was er verre van af, dat dit het politieke leven ten goede was gekomen; men wist met de overwinning geen raad en wel om de eenvoudige reden, die reeds de vluchtige doch scherpzinnige Willem II eens in een kabinetsraad een voorstander héft tegenge worpen, n.l., dat de grondslag van dit stelsel, de tegenstelling tusschen twee historisch-welgefundeerde partijen ontbrak. Wat daarvoor, in het tijd perk tusschen 1850 en 1870, had doorgegaan, de tegenstelling tusschen conservatieven en liberalen, ging niet dieper dan de koloniale kwestie; toen deze door De Waal eindelijk geliquideerd was, werd het onmogelijk conservatief-liberaal van liberaalconservatief te onderkennen. In 1874 legde de ,,eer tijds zoo fiere liberale partij" het als regeeringspartij voorloopig af en Heemskerk en Van Lijnden regeerden een decennium, afzonderlijk of in com binatie, conservatief of liberaal al naar het uitkwam, periodiek struikelend over Thorbecke's legaat, de kwestie der defensie te land en ter zee. Het eigenlijke vraagstuk was een vraagstuk dat de meerderheid niet aan de orde wenschte te stellen: de erfenis van Groen, de Schoolkwestie. Zou op lossing van die kwestie wijziging van art. 194 der Grondwet vereischen? Daarop viel voorloopig niet te rekenen en dus beperkte men zijn wenschen tot een wijziging van de Onderwijswet in den zin van het door Gratama ontworpen restitutiestelsel. Maar het netelige vraagstuk was bij de bestaande verhoudingen niet tot oplossing te brengen; het was, bij uitstek, het vraagstuk van het volk achter de kiezers; daarom moest althans de bovenste laag van dat volk tot het pays légal worden toegelaten. Daartoe was wijziging van het kiesrecht noodig; mede met dat doel vroeg Kappeyne den Koning machtiging tot partiëele grondwetsherziening, en viel toen deze geweigerd werd. Van Lijnden, zijn opvolger, zocht in een wijziging van de kieswet uitkomst en viel op zijn beurt; en nu koerste Heems kerk voor een labberkoeltje nog eenige jaren door, tot in het voorjaar de niet-liberalen de laatste conservatief, Wintgens, was reeds in 1885 strijdensmoe afgetreden voor het eerst in de meerderheid geraakten. ONEINDIG belangrijker dan het weinig ver heffende, en door persoonlijke veeten ver troebelde Kamer spel, was het politieke leven, dat zich in die jaren onder het volk afspeelde en dat de, schoon lang voorziene, toch nog verrassende stembusuitslag van 1888 tot gevolg had: de vorming van de rechterzijde" op den grondslag van eens gezindheid in de schoolkwesie. De politieke ontwikkeling in Nederland is in de vorige eeuw zeer traag geweest. Dit was, vooral, een gevolg van de vereeniging met België. Het tijdperk der Restauratie heeft in Nederland een zeer belangrijke ontwikkeling van het staatkundig leven te zien gegeven, waarin het Noorden echter, om niet onwillens tot de vernietiging van den Staat bij te dragen, zich met de conservatieve rol moest ver genoegen. Na de scheiding had de finantieele toe stand de normale ontwikkeling in den weg gestaan, PAG. 8 DE GROENE No. 3107 en de herinnering aan den gewapenden opsta-id, den tijdgenooten het verlengstuk van de t obstructie in de zitting 1828/9 toescheen, tenp vele jaren de toon van het parlementair dek langer dan waar elders ook in Europa ble<f voor openlijke partijvorming en partijenver' ir beducht. Thorbecke's beroemde halfweg"-conferen~iei de Katholieken imitatie van het te Ma, str in 1827 gesloten liberaal-clericaal monstemrb dat het vereenigd Koninkrijk had ten val gebracht, had den grondslag gelegd voor de eerste brak! parlementaire majoriteit, die, met tijdperk ;n verkoeling, het geheele Thorbeckiaansche -ijdp stand hield. Reeds in 1830 had Groen een gro affiniteit met de Katholieken dan met de L beri gevoeld, maar hoewel hij zijn geheele lan^e Ie waar mogelijk naar toenadering bleef zoeke i, bl het vooral door de Conservatieven behendig lijk | exploiteerde wantrouwen tusschen Papisten en C vinisten te diep voor parlementaire samenv erkia Eerst in het begin van ons tijdperk beton werkelijke toenadering. De uiterlijke gebeurt die dit mogelijk maakten, waren de dood va i en de anti-vrijzinnige politiek van Pius l'. L. T» nogal ongelijksoortige factoren zal men zegp Ten onrechte: Groen beheerschte deschoc politi der Anti-revolutionairen met even volstre ;t ge als Pius die der Roomsen-katholieken. De :aaki dat noch Groen noch de Katholieken de f -hoollj dusver geheel van den staat hadden dur/en maken. Bij Groen, van huis uit Hollandse! con vatief, werkte op dat punt de herinnering aan l Vereenigd Koninkrijk na; de vrees voor een 'ersl tering van het onderwijs. De Katholiekei hun zijds prefereerden de openbare school, die l J ven i Moerdijk neutraal en daar beneden katho :ek'~ boven een school naar Groen's wenschen d e,' den zij, allicht cryptoTGereformeerd zou itv Het restitutiestelsel bracht een practiscl uit bare oplossing; de subsidie van den staat -ere stelde zeker toezicht op de deugdelijkheii van l onderwijs: doch verder zou de school geh< ;1 vri en, wat de geest der opvoeding betreft, s! chtsi de oprichters afhankelijk zijn. Sedert beheerschte de schoolstrijd h> politieke leven: van Kappeyne's decret m bele" af, dat de jonge Kuyper gelegenhf d gafj organisatie der anti-revolutionaire pari j, totl tijdens den wereldoorlog gesloten schoo /rede hebben de liberalen hardnekkig gestrede- te verwerkelijking van Thorbecke's echt-libei de bijzondere school regel, de openbare a .n aan dien strijd zijn zij, als leidende partij te| gegaan. Zóó, als een strijd voor de religieuze rijli de souvereiniteit in eigen kring heeft de cho een onvergelijkelijk diepen indruk gems .kt op breeden, politicophoben zoom van den elip*1 middenstand tusschen de liberale bun erij * reeds indifferent wordende volksmassa. I i derft sinds den patriottentijd, de romantische >eri<d de burgerij, de schoolstrijd de eerste w& irlijk' politieke ontroering van een breede vf ikslaU weest, die in de staatkundige geschiede .is «? volk onuitwischbare sporen heeft ar iterg? MAAR een nog breeder en belangrijk -rvoW begon door een ontwikkeling in .ut t deel te nemen aan het politieke lever stand", wier aanvankelijk geïsoleerd^ val Verstopping gang regelt men vlug zonder kramp > PU"1 Mijnhardt's Laxeertab e Prijs per doos 6X) et. Bij Apoth. en 'oopt ten einde. Wanneer zu//en de einden van de slingers Troefi er?Borgesius?Tydeman en Nolens?Kuyper?Lohman e/koor raken? 8 Juli 1916: De ruimte voor het liberale scheepje tusscnen socia/istcn en kerkelijken wordt steeds kleiner l in l et in 1893 opgerichte nationale arbeiders«rif it een centraal orgaan hadden gekregen. [53 t ak als solidariteitsstaking der spoorwegets met de Rotterdamsche bootwerkers de di; e woeling" uit, die door Kuyper krachtig fond-rdrukt. ?ft ie indruk, die dat conflict heeft gemaakt, Beoefend op het tempo der sociale wetc ie het daarop volgende tijdperkt ot den dooi log toe heeft beheerscht? Niet onwaarjijk ; doch het was niet vrees maar liefde, die rerk van Talma heeft beheerscht: niemand meer dan hij betreurd, dat Kuyper's onverlijk ingrijpen twee volksgroepen, die sociaal icht bijeen stonden, politiek zoo ontijdig heeft «ide- . c >k hier heeft niet de parlementaire strijd i so iale wetten het diepst ingegrepen in het Ice volksleven, oneindig veel grooter is de g weest, die van de vakvereenigingen, ook a'? ezien van de directe resultaten der loon[ op e zedelijke verheffing van het volk is uitn. / ijn eigen kring te hebben; zijn eigen bente behartigen; zijn eigen leiders en voor ns t ? hebben; zijn eigen ladder, waarlangs de f (de, zonder zijn klas ontrouw te worden, zoo kon opklimmen als zijn gaven reikten, welk gelende weelde ! Merkwaardig is, reeds van gii ie af, de bruikbaarheid in alle de vernde bestuurscolleges geweest van deze eenJge n annen van het volk. er wellicht nog dan de schoolkwestie heeft Ibeid rsbeweging het publieke leven der natie jrei n en welke fouten de met haar verbonden ke j >. rtij ook moge hebben gehad, de rekeningInt v n haar maatschappelijken invloed in het boek der nationale geschiedenis zou, wanneer ans ?, erd afgesloten een onmetelijk batig saldo fijzen Wie, die de toestand van het jonge ersp oletariaat in de groote havensteden nog eet veertig jarert hér uit aanschouwing heeft J, v -lt geen dankbaarheid bij het zien van de g' ronde n vroolijke arbeidersjeugd die ners aar buiten trekt ? sch ilstrijd en de vakbeweging zijn buiten Ie tw e belangrijkste feiten na 1876; bij het F ken an den wereldoorlog was zoo het geheele estl< s in het politieke partijleven opgenomen. og bracht een Godsvrede tusschen de i, waarvan de langdurigheid de partij.»en sterk verzwakte. Men verwachtte, at, na de liquidatie van de economische ?lisaties, het partijleven op den ouden ?rden hersteld. Deze liquidatie werd door tie-ministeries op bekwame wijze volar de oude partijtegenstellingen bleken levensvatbaar. Waar zij nog opflik>als in de Roomsche Gezantschaps"d haar invloed algemeen niet als h.eilals hinderlijk voor de behartiging van ? belangen gevoeld. c.vas, dat na den oorlog meer en meer n aan de orde kwamen van algemeenet eekenis, zooals de verdediging van < Belgisch verdrag, waarover in de be tijen geen eenstemmigheid was te vert verlangen werd geboren, dergelijke n behandeld te zien in een bovenpartijer. De verwerping der vlootwet wekte ongerustheid, of de vitale belangen van 1 het parlement nog wel veilig waren; ?rengen van het eerste kabinet Colijn i oef te geboren worden naar een onafpositie van de regeering tegenover de nwóordiging, dan het parlementaire ?k; en de toenemende onmogelijkheid coalitie van partijen een workable z He, w. maa itiona zaak itukk ile en h Ie p,-. H stukk :e s; 'groot ,t ! val de bt lijkei **.Schr ir e /9Dec. l925:Hetcoalitieministerie-Ruys strandt op verschil van meening over het gezantschap bij het Vaticaan majority als basis eener parlementaire regeering te vormen, doen het tweede kabinet Colijn, ofschoon nog gevormd in overleg met de partijen, steeds meer optreden als koninklijk kabinet, besloten te blijven zitten totdat het ten val gebracht wordt door een parlementaire meerderheid, die in staat en bereid is de regeeringsverantwoordelijkheid over te nemen. Onder die omstandigheden vestigt zich bij velen de overtuiging, dat de historische partijverhoudingen goeddeels zijn overleefd: moet, vraagt men zich af, b.v. de persoonlijke antipathie tusschen Kuyper en Lohman in het bestaan van twee Groeniaansche partijen vereeuwigd blijven? Maar niet weinigen gingen een stap verder en vroegen zich af of het partijwezen als zoodanig niet uit den booze is: een vraag, die onder buitenlandsche invloeden spoedig in bevestigenden zin werd beantwoord. Zoo ont stonden een aantal on- of bovenpartijdige partijen, die voorloopig de nationale verdeeldheid slechts vermeerderen, tot tijd en wijle zij, aan de meerder heid geraakt, ons de nationale eenheid opleggen. ZOOVEEL omtrent Verleden als Heden; wijzen zij een weg naar de toekomst ? Evenals na de Napoleontische oorlogen dreigt na den Wereldoorlog Europa zich te verdeelen in twee ideologische kampen. Zal Nederland de tijdens de Restauratie gemaakte fout herhalen, en zich, in zijn buitenlandsche politiek, in n dier kampen be geven, om, zooals destijds door de Noordelijke Mogendheden, zijn belangen aan die zijner bondgenooten opgeofferd te zien? Het ware de dwaas heid gekroond. ,,Nochtans," meenen niet weinigen, ,,is dergelijk kleurbekennen onvermij delijk. Niet slechts in de buitenlandsche, maar ook en vooral in de binnenlandsche politiek. Het parlementaire stelsel, heet het, is tot op den draad versleten. Wat voor Europa geldt, geldt voor Nederland :? het zal óf communis tisch of fascistisch zijn ! Onvrijheid met wanorde of onvrijheid met orde; kiest u heden wien gij dienen zult! Ware de keuze ons opgelegd, het lijdt geen twijfel hoe zij, bij een ordelievend volk als het onze, zou uitvallen! Maar althans geen gevaar van over de grenzen zal ons tot kiezen nopen; htt communistisch ge vaar behoort, voor West-Europa, tot het verleden, de economische verhoudingen in ons land sluiten communisme anders dan als lokaal verschijnsel uit. Revolutie, 't zij van links of van rechts, is altoos een bewijs van politieke onevenwichtigheid; en altoos een ramp voor het volk: reeds daarom verzet alles wat Nederlandsch denkt zich tegen een keuze, die zonder revolutie niet zou worden verwezenlijkt. Noodlottig ware een starre behoudzucht, die de oogen sloot voor de vele constructieve beginselen, die ook de huidige Europeesche revolutie in haar schoot bergt; snelle en onvervaarde aanpassing is wenschelijk en noodzakelijk; de internationale ver houdingen zijn niet zoo, dat wij ons de weelde kun nen veroorloven te sluimeren tot in 1948 een nieuwe Thorbecke ons komt bijspijkeren. Maar het is de winst van ruim een eeuw zelfstandige politieke ont wikkeling, dat wij thans, evenals Engeland tijdens de Fransche revolutie, in de positie zijn dat wij de geestelijke waarden van deze revolutie op antirevolutionaire wijze kunnen verwerkelijken. Zal ons volk daartoe bekwaam blijken? Politieke vormkracht was nooit zijn fort. En toch hangt daar van ons nationaal volksbestaan af. Elke afwijking van onze buitenlandsche zelfstandigheidspolitiek beteekent onherroepelijk onze ondergang als kolo niale mogendheid. Maar handhaving onzer inter nationale zelfstandigheid is slechts mogelijk op den (Slot op pag. 42) PAG. 9 DE GROENE No.3107 7 Juli 1917: Het valt het Nederlandsche bootje niet gemakkelijk, koers te houden in oorlogtsijd 7 Juli 1918: Na de mislukte revolutieneigingen brachten de bladen berichten van ongesteldheid van mr. Troelstra, Wijnkoop en Hen r. Roland Holst 1935: Oe opening van den N.S.B, sigarenwinkel zou kunnen inspireeren tot navolging bij de andere politieke partijen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl