De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1936 19 december pagina 20

19 december 1936 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

f ,. ? 1 NEDERLANDSCH muziekleven Willem Pijper IN Europeesch verband gezien, zou men deze zestig jaren die van de vol einding der monotonaliteit, en den overgang naar nieuwe uitdrukkings middelen moeten noemen. Aan de vol einding heeft Nederland slechts in beperkte mate deel gehad. De evolutie, daarentegen, manifesteert zich hier bijzonder duidelijk; herkenbaarder eigenlijk dan overal elders in Europa. Het grootste deel dezer jaren wordt muziekhistorisch bepaald door het oeuvre van Richard Wagner. Al wat men in Europa verder toevoegde aan het totaal der muzikale composities, ontstond, hetzij als consequentie van, hetzij als reactie op Wagner's schep pingen. Alle muziek, welke in Duitschland en Oostenrijk geschreven is, sindsdien, behoort nog vandaag tot Wagners klankenwereld. De verbre king van dien ban vond, omstreeks 1900, in Frankrijk plaats. Hier in Nederland duurde het proces wat langer. Wij waren later begonnen; maar het is de moeite waard, op dit oogenblik vast te stellen, dat het inzicht, hoe de evolutie der muziek zich zou hebben te voltrekken in een richting, tegen overgesteld aan die van Wagner, hier ruim voor het jaar 1914 reeds onder woorden gebracht was, door Daniel de Lange in het Nieuws van den Dag bijvoorbeeld. Na 1914 veranderden de inzichten met schokken, en in een aan vankelijk zeer onhollandsch lijkend tempo. De frontverandering van Diepenbrock, de vehemente critieken van Matthijs Vermeulen, en niet in de laatste plaats de manifestaties van den nieuwen geest, die in het werk van de omstreeks 1920 debuteerende com ponisten werden gevonden, brachten een geheel nieuwe oriëntatie van den Nederlandschen muziekminnaar te weeg. Hiermede heeft men, in vogel vlucht, reeds een eerste overzicht van de laatstverloopen zestig jaren. DEZE periode is ook nog om andere redenen van zeer groot belang geweest. De evolutie van het concert leven immers heeft tenminste evenveel aandacht gevraagd (en gekregen) als het groeiproces der muzikale praestaties. Gedurende vijftig jaar kon de concertpraktijk zich langs goed be gaanbare wegen ontwikkelen tot een zelfstandig, ja tot op zekere hoogte self supporting organisme. Willem Kes heeft hier onschatbaar pionierswerk verricht, Mengelberg heeft, toegerust met zeldzame gaven van muzikaliteit en doorzettingsvermogen, voortge bouwd op de door Kes onverbeterlijk ge legde fundamenten. Buiten Amsterdam werkten mannen als Viotta in Den Haag, Hutschenruyter in Utrecht, aan de ontwikkeling van den muzikalen smaak, en men zou niet mogen vol houden, dat hun werk voor het totaal der Nederlandsche müziekliefde van minder beteekenis geweest zou zijn, dan de daden van de Amsterdamsche dirigenten. De kunst van het muziekhooren bereikte in Nederland een zeer groote hoogte. De luisteraar raakte hier te lande bijzonder goed ingelicht, en het gelukkige gevolg daarvan is, dat typische modeverschijnselen slechts in beperkte mate vat op het publiek blijken te hebben. In den loop van deze zestig jaren is de ontvankelijkheid voor goede muziek b.v. nimmer ten offer gevallen aan avontuurlijke speculaties, aan modezucht of snobisme. In het Nederlandsche publiek werkt een cor rectief, dat andere, gewoonlijk mu zikaler" geachte publieken, als het Duitsche of Italiaansche, schijnen te ontberen. De Nederlander, zaken mensen bij uitstek, bleek ook hier een sterk gevoel voor qualiteit te bezitten. Dit brengt ons op het verschijnsel der Nederlandsche muziekcritiek. Te gen het einde der vorige eeuw was de critiek nog minder uitgegroeid tot een zelfstandig iets dan tegenwoordig het geval is. Op het oogenblik wordt meer dan de helft der openbare concerten gegeven, uitsluitend voor de critiek. De debuteerende solist verwacht, een maal in het bezit van vleiende krantenuitknipsels, gemakkelijker in staat te zijn tot het afsluiten van engagementen bij concertorganisaties en kunstkringen. In den regel is dat ook zoo. En daardoor wordt heden ten dage aan ,,de critiek" meer beteekenis toege kend, dan met het wezen der zaak overeenstemt. Objectief gezien is een concert tegenwoordig een aangelegen heid van secundair belang voor de kunst geworden. Deze evolutie van zestig jaar zou men geen vooruitgang mogen noemen. Temeer, waar het muzikaal-technische gehalte der con certbesprekingen in doorsnee genomen oppervlakkiger is, dan vroeger, in het eerste deel van onze zestig jaren, het geval was. De courantencritiek was eertijds didactisch: schrijvers als De Lange of Berkenhof wisten zich gids voor het publiek. Tegenwoordig ont aardt de critiek maar al te vaak in goede of soms alleen maar amusante journalistiek. Juist de laatste paar jaar is er echter een wending ten goede te bespeuren. Men zou, samenvattend, kunnen zeggen, dat de Nederlandsche critiek haar taak met betere resul taten zou kunnen volbrengen, als men de omvang en de frequentie der critische artikelen eenigermate ging beperken, en hooger eischen gesteld gingen worden aan de specifiek muzikale bevoegdheden der schrijvers. DE muziekpaedagogie in ons land is weer een .hoofdstuk op zich zelf. Het is zeker, dat op dit gebied nog de grootste misstanden op verbetering wachten, zoowel wat de opleiding der vakmusici als het onderricht aan leeken betreft. De muziekpaedagogie heeft van alle vakken der toonkunst de grootste moeilijkheden ondervonden door de evo lutie op cultureel en maatschappelijk gebied. Voor zestig jaren kregen de niet voor beroepsmusicus in de wieg gelegde kinderen slechts boven een zekere welstandsgrens muziekonder wijs. Liefhebberen in muziek was nog het privilege van de zoo te noemen betere standen. Op die wijze werd een publiek van in muziek belangstellende leeken gevormd, dat oeconomisch ge woonlijk in gunstige omstandigheden verkeerde. Dit nu is in den loop dezer zestig jaar volkomen gewijzigd. Door kunstkringen en in kunst diletteerende volksuniversiteiten werden ook de breede lagen van het groote publiek in contact gebracht met de toonkunst en haar interpreteerende vertegen woordigers. De toeneming van tendeele volstrekt bevoegde muziekpaedagogen maakte de luxe" van muzieklessen algemeen verkrijgbaar en daardoor liet het zich, tot voor een tiental jaren, aanzien, dat het aantal welonderlegde muziekgevoeligen een aanmerkelijke uitbreiding zou onder gaan. De opkomst van de mechanische muziekverspreiding, het in gebruik geraken van de gramophoon eerst, en later in nog veel sterker mate het over hand nemen van radiogenoegens, heeft de belangstelling in het zelf musiceeren, ANTON VAN DUINKERKEN VOOR iemand, die in den gestadigen vooruitgang van het menschdom gelooft, moet het toch onaangenaam zijn, de krant te lezen, of zelfs maar te bekijken, want de krant is tegenwoordig niet meer leesbaar, de krant is af-zichtelijk. Cervantes leest men, verondersteld althans dat men hem leest, maar het avondblad ,,kijkt men in" en het bestaan van deze zeer zuivere verhouding tusschen beide manieren van omspringen met drukletters, zou een troost kunnen zijn voor de vertrouwers op den vooruitgang, ware het inderdaad zoo gesteld, dat al degenen, die dagelijks de krant inkij ken, ook dagelijks Cervantes lazen. Zoo is het niet gesteld. En hiermee is ongeveer alles gezegd, wat over zestig jaar journalistiek te zeggen valt. De journalistiek, in den vorm, waarin vol strekt ieder Nederlander haar kent, is het laatste vervalproduct van de boek drukkunst. Na dit uiterste was het niet mogelijk, nog verder te ontaarden, al thans in drukletters. Men moest terug naar de hiëroglyphen om iets te vinden, dat besmeurd kon worden, toen de letterteekens den smaad van alle inkten tot den droesem hadden op genomen. En de mensch is teruggegaan tot de hiëroglyphen. Hij heeft de foto pagina uitgevonden. Hij is nog verder gegaan. De drukletters waren het natio nale bindmiddel voor allen, die de zelfde taal spraken. Het symbolenschrift der rechtstreeks weergegeven werkelijkheid, het woordenloos ge tuigenis der moderne cultuurhi roglyphen, de foto's, werd georganiseerd tot een internationaal verkeersmiddel, een nieuwe wereldtaal: de film. Het geschreven woord van den mid deleeuwer is vervangen door het,,zwart op wit" van de boekdrukkunst, en dit getuigenis, dat zwart op wit" stond, is gedurenden korten tijd voor het meest betrouwbare gehouden, maar het werd weldra achterhaald door het lie gen alsof het gedruki stond". Wantrou wen jegens drukletters zal het kenmerk zijn van de eerstvolgende generatie, die den algemeenen leerplicht zal afschaf fen en het analphabetisme zal herstel len. Wat is een alphabet voor haar ? Zoo weinig als de geduldige schrijf kunst der middeleeuwsche illuminatoren voor den boeken-geleerde van den Verlichtings-tijd ! Geen boekenwijsheid wil dit nieuwe geslacht! Geen drukletter-bedrog meer ! Het wil het leven zelf! Geen alphabet, maar den mensch! De arme mensch ! Iedereen wil altijd den mensch ! Nu willen ze hem gefilmd, bewegend voor de oogen der menigte, zooals ze hem tijdens de Renaissance wilden: geboekstaafd, uitgedrukt voor de oogen der menigte, en zooals ze naar het welhaast schijnt, voorloopig onherstelbare schade toegebracht. De selectie welke thans gemaakt moet worden tusschen de wel van muziek houdenden" en degenen, voor wie het actief musiceeren een werke lijke behoefte is, werkt natuurlijk gunstig, voor de meer ideëele zijden der kunst. De eischen, welke onder de huidige omstandigheden aan de muziekpaedagogen gesteld worden, werden hier door automatisch aanmerkelijk ver zwaard. Sedert de muziek als univer sitair leervak erkend is, dringt de eisch van wettelijke erkenning der bevoegd heden van paedagogen en vakscholen meer dan vroeger nog ooit het geval was. Op het terrein der muziek paedagogie valt nog zeer veel te doen. Dit klemt te meer, waar de ontwik keling .of wil men dit liever: de desorganisatie van het openbare con certleven na de hausse-jaren van hem tijdens de middeleeuwen w gepredikt, uitgesproken voor de der menigte. Nooit wil men de j( die doodt, en altijd begeert n .en geest, die levend maakt, maar ah aankomt op onderscheiden tuss deze twee, is het altijd de nieuwste |t dien men verkiest, en altijd geest, dien men verloochent. Var is het in Nederland de leu die het ontgelden moet bij de j< en het erbarmelijke journaily, voor al wat leelijk is wordt uit Die leugenpers was eenmaal de van het opkomend liberalisme. neer maar alle menschen lezen hou dan zou de wereld wel gauw wordenden dan zou de vooruitgangt rassche schreden toenemen. baarmaking van alles voor iedei een jJJ het onrecht uitroeien met wortel vertakkingen. Wie heeft zesti; jj geleden, toen de pers nog de K der Aarde heette, durven t. aan de roeping en de toekot ist ^ de krant, en wie heeft vandaag nogjj euvelen moed, te beweren, <iat J krant een nobel voorwerp zou onze vereering waardig, een wer in den dienst van de gerechtig waarvoor schavot en gevangei is den wijken, een papieren zw tard ij dienst van den vrede, dat in de van den getrouwen staatsburger stalen zwaard van den oorlog ovct.| bodigmaken zou? Toch heeft .nendJ oprecht geloofd. Als de mensch ? n maa| eenmaal allen konden lezen ! Ze kunnen het, en er is er i iet die het doet. Zelfs professor H lizinga] die goed lezen kan, en die er /ijn van van gemaakt heeft, goed te lezen,! bekende ronduit, dat de krant lezenswaardig object is. Hij kijkt naai de koppen" en naar de verder is het ook voor hem slechts! overslaan, overslaan, over laan!" Deze alphabeet bij uitstek, die zal zijn door de koorts naar ectuui en die het niet van zich verkrijgen zal l voorbij te loopen aan een niddd-l eeuwsch manuscript of aan et i inni-l nabel, al zouden in dat manuscr ptoiinj dien incunabel de onwaarschi ulijksti verhaaltjes staan over ridders dtiiwj len en kloosterbroeders, hij we gert lezen wat er in de krant staat on marconisten, speculanten en open zangers. Maar Huizinga is histo icusej heeft dus den goeden smaak meer J voor ridders dan voor specula iten voelen, hij is niet de'doorsnee-abhabüj van den toekomstdroom dergenen, as in de dagblad-openbaarmaking heil verwachtten, dat ze wel 'eilijtt bij de Goddelijke Openbaring waren gaan zoeken. Ook die goedige dt orsiwalphabeet, door ons, journalist» ;i, niet zonder jalouzie, aangeduid .-'.Is 4 abonné", vindt de krant tegenwooriij vervelend en naar, verf rommelt 1900 tot 1920, het huiselijk mu-iceer sterk in de hand gewerkt het ft. Ook daartoe behoeft de leek leiding, ook op dit gebied staan wij aan het begin «a | een geheel nieuwe aera. MEN zal misschien willen op dat het bovenstaande mi-idereeij historisch overzicht is, dan een (voor-l loopig nog vrij onheldere) bik in toekomst. Dit is ook wel zoo bedoeld! De ouderen onder onze lez-rs her inneren zich de toestanden v.in voor- 1 heen mét uitermate gemengde gM voelens en voor de jongeren is <'e de welke in 1920 voorloopig af^eslot»! werd, niet veel vertrouwder dan de Mi<H deleeuwen. Begrip van de cor.tinuite< der muzikale cultuur J kan men, het rommelige aspect dat de biedt uit, ternauwernood verwerven Pas wanneer ook onze dagen histori'j geworden zullen zijn, wanneer de ver-f PAG.28 DE GROENE No.3107 int en gaat naar de bioscoop, waar de dingen cht ziet gebeuren voor ; ooijen, zonder dat grauwe tusschenvan kolommen drukletters elkander. /at kan de krant hem schelen ! de voorpagina vindt hij iets over ssolini en op de achterpagina iets een modemagazijn; hij weet, dat "een en het ander betaald is. Wat er it over het modemagaiijn is betaald or 'iet modemagazijn. Wat er staat ?r Mussolini is betaald door.... fthingt er van af wat er staat). Het [betaald met ridderorden aan den cfdredacteur, met feestmaaltijden aan j.'urnaille, met advertenties en Dni '-menten van partijgenooten aan je ie, die het blad exploiteert, met iiieiistigheden.voorkomendheden, bij en roem is het betaald, het is $ot Jtjk betaald, maar het is betaald, in het leven alles betaald wordt, [corruptie met geld en de eerlijkheid fct ked, die een beter betaalmiddel is het g e'd voor al degenen, al de sinten, wien het gegeven is, de iie van het leed te schatten. in ,:esvig jaar is de krant weinig fanderd. veel minder dan b.v. een is. h verandert in zestig jaar. Maar koningin der aarde is de journae!. de prostituee der aarde gewor, , at wil zeggen, het oog, aanvanJijk gevleid door het koningschap <vze vlotte Messalina, werd later liir.tierd door haar andere eigenhappen, en wendde zich van haar af. ar r i list zijn is vandaag geen eervolle (trekking, zooals comedieschrijver geen nobel bedrijf was in de dagen, t nette menschen zich niet bemoeiden fet Shakespeare en Molière, maar fet erentius en Plautus, de echte ^ss eken. Zestig jaar geleden was de urr .list de dienaar van de algemeene naar oprechtheid, vandaag hij aangezien voor de coryphae e algemeene corruptie. Als hij rkelijk journalist is, kan het hem jst deren: hij houdt dan te veel van vereld bonte betrekkelijkheden om te stooten aan het absolutisme riommen, en hij is te diep over ige van de volstrektheid zijner plich<>m zich te storen aan de betrek|ijl heid der waardeering. Alleen als gevraagd wordt, of de krant de chen, Collectief genomen, zoo veel heeft gemaakt, glimlacht hij en t, of er iets anders bestaat in de re d, dat de menschen zoo veel beter hebben gemaakt. De menschen bben in alle eeuwen de kans gehad, te worden en ze hebben er zich > op toegelegd, deze kans te vernon. De krant was een kans als een iet P, geen betere dan de kerk, geen chtere dan de politiek, maar ze was '??eiwaa.rloosde kans. Dit geeft haar l' ht nog eenige toekomst. iiniiiiimniiiiiiiiininiiiiiiiiuitiitiini» ^uv,:ngen die de Europeesche toonist na 1920 heeft door gemaakt, het nzii n gegeven zullen hebben aan er nieuwe, niemand meer bevreemide praestaties, zal het mogelijk zijn or c- n niet-beroepsmusicus een overht»?' schrijven, dat hem den samenng 'usschen Bayreuth en Debussy, sch :n Brahrns en Benatzky, tus(ien -.!e orchestratie van Bruckner (en zelver retouches) en een showband i Jack Hylton, tusschen het B hnen^tspiel en de Kurzoper (Carmen plaatjes) openbaart. Voor het genblik stellen wij ons tevreden met s; ,:naleeren van een paar perctieven', wel wetend, dat onder de ^enwoordige omstandigheden alle zich binnen ongedacht ten tijd volkomen kunnen wijzigen. Vat. tenslotte, nog het meest hoppvooruitzicht is dat deze tijd ons 'f kan.... "OEGROENE No-3107 \ Glazurol is koolzuurhoudend: daardoor bruist het in de mond en reinigt de plaatsen, die vroeger on bereikbaar waren. Het eenige tandmlddel, dat nieuw glazuur vormt op alle zwakke en aangetaste plaatsen van het gebitl Warm aanbevolen door H H. Tandartsen.... en terecht. Per flacon 55 et. Groote flac. (v. 3 maanden) f 1.-. Bot-DOOT'» gta^urot VERKRIJGBAAR BIJ DE VOORAAN STAANDE ZAKEN IN DEN LANDE. Toor liet goed verzorgde interieur tapijten N.V. KON. VER. TAPIJTFABRIEKEN R'DAM, A'DAM, DEVENTER, MOORDRECHT TOONZALEN TE AMSTERDAM: SINGEL 464 FA F. SINEMUS Leidschestraat 20-22 AMSTERDAM C. UITGEBR. COLLECTIE ULSTERS VANAF Fl. 55.50 AMERICAN HOTEL LEIDSCHEPLÊIN BEKEND OM KEUKEN EN KELDER l COMFORTABEL, RUSTIG VERBLIJF OP HET FRAAISTE PUNT DER STAD AMSTE RD AM GISPEND NIEUWSTE GISOLAMP KRACHTIG LICHT OP DE TAFEL EN IN DIRECTE VERLICHTING VAN DE KAMER PRIJZEN f. 13.50, 14.so EN I6,7* G l S P E N S MEUBELEN GISO-LAMPEN, STOFFEN EN WONINGINRICHTING <?en popu&ure soep MAGGPOSSENSTAART-SOEP Een soep van bijzondere samenstelling, heerlijk van smaak, voedzaam en lichtverteerbaar. Per tablet voor 2*3 borden 8 cent. Let op de geel-rode etiketten en de fabrieksmerken: de naam MAGGl en de Kruisster ,. s f' i.: GISPEN LEIDSCHESTRAAT 27

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl